Coach Diego Simeone heeft een kampioensploeg op de been gebracht die het evenbeeld is van zijn karakter: hard, vol vuur en soms wat schofterig. Zaterdag kan Atlético Madrid zijn even onverwachte als heroïsche finaleplaats in de Champions League verzilveren.

Het is een ritueel dat vlak voor elk duel plaatsvindt in de beslotenheid van de kleedkamer. Een halfuur voordat de storm losbarst, belt Diego Simeone in stilte met het thuisfront in Buenos Aires. Als zijn spelers buiten aan het warmlopen zijn, toetst de coach het nummer in van een van zijn drie zonen die met hun moeder in Argentinië zijn achtergebleven. Een paar minuten van kalmte en vredigheid alvorens hij de kolkende arena binnenstapt. Het zijn de laatste momenten dat hij rustig ademhaalt. Zodra hij heeft opgehangen, gaat zijn hartslag omhoog en verandert hij in de Diego Simeone die we allemaal kennen. In de trainer van Atlético Madrid dus. De in driedelig zwart gestoken druktemaker die als een losgeslagen bizon tekeergaat in zijn coachvak.

Simeone bruist van de energie en dat moet eruit. Elke tackle en elk persoonlijk gevecht beleeft hij mee. Hij corrigeert, stuurt bij, hitst op en maant tot rust. Het is Zuid-Amerikaans totaaltheater waar de passie van afspat. De beleving in de dug-out is overgewaaid naar het veld. Atlético is een vechtmachine die je confronteert, je opwacht en je, figuurlijk, tegen de vlakte slaat. Het voetbal is ruig, smerig nu en dan, maar als het moet, ook boordevol kwaliteit. “Atlético voetbalt zoals Simeone voetbalde”, zegt Real Madridtrainer Carlo Ancelotti. “Krachtig, geconcentreerd en tactisch uitmuntend.” De manager van Levante, Joaquín Caparrós, verwoordde het onlangs iets poëtischer, maar niet minder treffend. Hij vergeleek Atlético met een hamer die zonder aanzien des persoons alles verplettert wat het op zijn weg tegenkomt. De man die deze gladiatorenploeg heeft gesmeed, ziet het tevreden aan. Simeone weet niet beter. Als speler trok de voormalige verdedigende middenvelder zijn voet nooit terug. Het was vaak bal en man. Hij wilde elk duel winnen. Dat gold ook voor de trainingen. Vandaar dat hij om de haverklap op de vuist ging met een ploeggenoot. Het was altijd intens. Zelfs de doelpunten die hij maakte op het trainingsveld, vierde hij als in een wedstrijd: schreeuwend en met gebalde vuisten.

Het is die passie die ook de trainer Simeone kenmerkt. Elke seconde voluit. Dat is Atlético Madrid. Als ergens het karakter van een trainer wordt weerspiegeld op het veld, dan is dat wel in Vicente Calderón. Op elke positie staat een knokker. De achterhoede is van gewapend beton en in de punt van de aanval staat een spits die Pepe, Sergio Ramos en ook John Terry lachend opvreet. Simeone heeft een formatie naar zijn evenbeeld samengesteld, die elk stadion betreedt met een winnaarsmentaliteit die grenst aan krankzinnigheid. Atlético is niet voor onder de achttien.

Roofvogel

Simeone cirkelt als een roofvogel om zijn elftal. Het is twee keer drie kwartier bijsturen en oppeppen. Een Spaanse televisiezender maakte afgelopen december tijdens de thuiswedstrijd tegen Valencia een filmpje waarin de camera alleen op de trainer was gericht. Het is terug te vinden op YouTube en het bekijken meer dan waard. Vooral de fragmenten tussen de 75e en 81e minuut zijn fascinerend. Topscorer Diego Costa mist een strafschop en legt de bal zes minuten later weer op de stip als Atlético een nieuwe penalty krijgt toegewezen. Vanuit zijn vak probeert El Cholo duidelijk te maken dat de aanvaller dit keer niet de juiste man is. Hij mag de penalty niet nemen. Costa negeert zijn coach, neemt een aanloop en schiet raak. Waarna Simeone ingetogen zijn vuisten samenbalt. Spelers met kloten ziet hij graag. Met hen pak je prijzen. Dat de tot Spanjaard genaturaliseerde Braziliaan de orders niet opvolgde, werd hem snel vergeven. Je zit er als trainer ook weleens naast, zou Simeone later verklaren. Geen probleem. Noem het een onbegrensde drift.

Een kleine anekdote uit zijn spelerstijd staaft de drive die hij van nature bezit. Als speler van Sevilla en Atlético begreep hij nooit waarom er teamgenoten waren die een siësta konden houden voor een belangrijke wedstrijd. Simeone kon van de stress en spanning onmogelijk slapen. Dan liep hij als een hongerige leeuw door zijn hotelkamer, in afwachting dat hij zich op zijn prooi kon storten. Die mentale hardheid en hartstocht, die bezieling verlangt hij nu ook van zijn spelers. Al is Simeone naar eigen zeggen als trainer een stuk milder geworden. Toch zit hij zijn spelers wel degelijk op de hielen. Het is 24 uur voetbal, afgezien van de paar minuten waarin hij zijn vrouw en kinderen aan de lijn heeft hangen. In een interview met een van de Spaanse sportkranten vertelde Simeone dat hij ter ontspanning op dinsdag of donderdag – afhankelijk van de Europese wedstrijden – naar de bioscoop gaat. Maar veel films zijn aan hem voorbijgegaan, omdat zijn gedachten in de bioscoopstoel al snel afdwaalden naar het voetbal. Dan ging het scherm op groen en broedde hij op een plan om Lionel Messi af te stoppen.

Simeone is een trainer die leeft in het nu. Letterlijk. Alleen de volgende wedstrijd telt. Partido a partido. Van duel tot duel, van finale naar finale. Niet verder kijken dan de eerstvolgende opdracht. Die is het belangrijkst. Die maakt namelijk het verschil tussen, zoals Simeone het zelf zegt, leven en dood. Niemand binnen de club mag dus met journalisten over de toekomst praten. Die bestaat niet in Simeone’s wereld. “Ik ga ervanuit dat ze me morgen zullen ontslaan”, aldus de Argentijn. “Daarom ben ik alleen maar geïnteresseerd in het winnen van de volgende wedstrijd. Dat is hoe ik in het leven sta.” Met korte individuele gesprekjes, vaak niet langer dan een minuut, probeert hij in de dagen voor een nieuwe confrontatie in de hoofden van zijn spelers te kruipen. Met effect. “Hij heeft onze manier van denken veranderd”, bevestigt Costa. “Hij eist van ons dat we elke wedstrijd beleven alsof het de laatste negentig minuten uit ons leven zijn.”

Solidariteit en motivatie zijn twee sleutelbegrippen in de aanpak van Simeone. Met elkaar, voor elkaar. De Zuid-Amerikaan beseft dat hij het op pure kwaliteit aflegt tegen supermachten als Barcelona, Real Madrid en Chelsea. De begroting van Atlético – 120 miljoen euro – is stukken lager dan de honderden miljoenen euro’s die de concurrentie te besteden heeft. Dus moest op z’n Robin Hoods een list verzonnen worden. Simeone vertelde zijn spelers tijdens de eerste ontmoeting dat de beste elf altijd worden opgesteld. Een belofte die hij nooit heeft gebroken. “Er is één vorm van motivatie, het houvast van elk team”, beargumenteert de Argentijn. “En dat is interne competitie. Als die ontbreekt, gaat het elftal dood. Ik kan niet werken met spelers die zich niet vol overgave op hun taak storten. De zwakkere negeer ik.”

Lokroep

Hij begon zijn loopbaan als coach in Buenos Aires bij Racing, de club waarvan hij supporter is en waar hij in 2006 zijn actieve carrière beëindigde. Daarna trok Simeone naar Estudiantes, dat hij naar de eerste landstitel in 23 jaar dirigeerde. Daarna won hij ook met River Plate een kampioenschap, was hij even coach van San Lorenzo en belandde hij in januari 2011 bij Catania. Hij hield de Siciliaanse club in de Serie A en keerde aansluitend terug bij Racing dat hij dit keer naar de tweede plaats in de Argentijnse competitie loodste. En toen kwam daar dus de lokroep uit Madrid. Van zijn grote liefde Atlético. Een vriendschap die in dit geval geheel wederzijds is. Simeone was zoals bekend de aanvoerder en talisman van het Atléticoteam dat de dubbel veroverde in 1996 en 250.000 supporters op de been bracht in de hoofdstad. De voormalige middenvelder scoorde met het hoofd in de kampioenswedstrijd tegen Albacete in een seizoen dat met het verstrijken van de jaren aan mythevorming wint. De link met het verleden is sterk, en zit hem ook in de details. Simeone liet kort na zijn aanstelling de kleur van de doelnetten veranderen. Niet langer zwart, maar rood en wit zoals in het jubeljaar 1996.

Bijzonder knap is het wat Simeone in de voorbije tweeënhalf jaar voor elkaar heeft gekregen. Atlético stond tiende toen hij eind 2011 werd aangesteld. De ploeg was net uit de Copa del Rey geknikkerd door derdedivisieclub Albacete en in alle geledingen, van bestuur tot de tribunes, rommelde het. De club stond op instorten. Toch zag de situatie er aan het eind van het seizoen ineens veel rooskleuriger uit. Simeone wist Atlético in krap een half jaar naar de vijfde plaats te brengen. Kwalificatie voor de voorronde van de Champions League werd maar net misgelopen. Wel won Atlético in Simeone’s debuutseizoen meteen de Europa League. Het bleek de voorbode op nog meer prijzen. Want direct daarna werd de Europese supercup binnengehaald ten koste van Chelsea en vorig seizoen boekte de club een historische zege op Real Madrid in de finale van de Copa del Rey.

Nu lonkt het allerhoogste podium met mogelijke winst in de Champions League. De 44-jarige trainer houdt de zaken simpel. Hij vindt het prima als z’n ploeg één keer naar voren trekt en met 1-0 wint. Er moet gewerkt worden. Net als de stratenmakers en taxichauffeurs op de tribunes dat moeten. Atlético is een club van het gewone volk. “Inzet is alles”, stelt Simeone. “Goede voetballers maken teams niet beter, voetballers die willen winnen, wél.” Of zoals hij met gevoel voor drama heeft gezegd: “Als ik modder zie, duik ik er met ziel en zaligheid in.” Die over-mijn-lijk-instelling vormt het fundament van de ploeg.

Als hij een keer uitgepraat is, haalt hij de inspiratie van buiten. Voor het lastige uitduel met Athletic de Bilbao liep de 35-jarige Irene Villa de kleedkamer binnen. De spelers wisten van niets en hoorden het levensverhaal van de journaliste aan. Op twaalfjarige leeftijd verloor ze beide benen bij een ETA-aanslag in Madrid. Haar vader twijfelde aan de kwaliteit van de rest van haar leven en vertelde de artsen dat verdere behandeling geen zin had. Het meisje bleef vechten en werkte zich op tot een paralympisch skiester. De selectie was zichtbaar geroerd. In het San Mamés wist Atlético daarna een 1-0-achterstand op wilskracht om te buigen. De boodschap was aangekomen. Opstaan. Altijd weer. “Onze spirit is het geheim van de ploeg”, stelt aanvoerder en local heroGabi. “We zijn een familie, zowel binnen als buiten de lijnen. De míster heeft ons emotioneel bij elkaar gebracht. We zijn voor niemand bang. Dat zie je terug in de resultaten. We hebben onder meer gewonnen in Bernabéu en San Siro. We weten bovendien dat we geen perfecte wedstrijd hoeven te spelen om een goed resultaat te behalen.”

“Hij wil winnen”, vat Koke zijn coach in drie woorden samen. “Zelfs een onschuldig trainingspartijtje.” Dat gevoel is overgenomen door de supporters. Zij vormden voor de return tegen Barcelona een schitterend mozaïek. ‘Ganar, ganar, ganar y volver a ganar‘, viel er te lezen toen de spelers het veld opkwamen. Winnen, winnen, winnen en blijven winnen. Dat gebeurde. De 1-0 was voldoende voor de halve finale. Het was weer een zege van het collectief. Precies zoals Simeone het graag ziet. Tot vorig jaar waren het de individuen die in de schijnwerpers stonden: Diego Forlán, Sergio Agüero en Falcao om de drie bekendste uit de recente historie te noemen. Grote namen die samen met tien anderen een ploeg vormden. Nu straalt het elftal. Falcao vertrok afgelopen zomer naar AS Monaco, maar Atlético werd er niet slechter van. Eerder beter.

DOOR SÜLEYMAN ÖZTÜRK

“Als ik modder zie, duik ik er met ziel en zaligheid in.” Diego Simeone

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content