De Belgisch-Ghanese verdediger keert terug naar de club waar hij bij de jeugd een onvoldoende kreeg. ‘Als er geen reservekeeper was, deed ik dat ook.’

D enis Odoi was de eerste inkomende transfer van Anderlecht. De net 23 jaar geworden Belgische Ghanees werd voor 1,5 miljoen euro weggehaald bij Sint-Truiden. Standard wou daar nog 500.000 euro bovenop doen, maar Odoi zelf wou liever terug naar zijn eerste liefde, naar de club waar hij tussen 1998 en 2004 werd opgeleid.

Denis Odoi: “Ik stond niet te trappelen om naar Standard te gaan, want na mijn onderhandelingen met het Luikse bestuur tijdens de wintertransferperiode 2010 zat ik met gemengde gevoelens. De Luikenaars wilden mij toen absoluut binnenhalen voor het geval dat Marcos Camozzato zou vertrekken. Tot mijn grote verbazing kozen ze echter voor Laurent Ciman. Ik dacht dat ik geen kans meer maakte, maar Pierre François wist mij te vertellen dat Ciman als centrale verdediger was binnengehaald. Volgens hem bleven alle opties voor de rechtsback open en moest ik gewoon wat geduld oefenen om de prijs te doen zakken. Na drie weken wachten werd uiteindelijk Daniel Opare getransfereerd. Ze hadden me dus aan het lijntje gehouden. En er stonden mij nog verrassingen te wachten. Dit seizoen kom ik na de match Standard-STVV de algemeen directeur van de Rouches tegen in de gang en hij zegt: ‘Wij hebben elkaar al ontmoet, niet? Hoe was jouw naam ook alweer?’ Hij wist verdomd goed wie ik was en ik vond zijn houding volkomen misplaatst. Op dat moment is voor mij de veer geknapt.”

Anderlecht toonde meer klasse?

“Zozeer als Standard mij als totaal onbeduidend beschouwde, des te meer maakte het Anderlechtbestuur mij duidelijk dat mijn profiel hen enorm interesseerde. Aangezien ik zowel op de linker- als op de rechterflank kan spelen, ben ik een extra oplossing in die sectoren. En dan heb ik het nog niet gehad over het feit dat ik ook op andere plaatsen mijn plan kan trekken. Tijdens de reguliere competitie heb ik op Stayen ook als spelverdeler gespeeld tegen Kortrijk en als verdedigende middenvelder tegen Club Brugge. Tegen Anderlecht moest ik Lukaku aan banden leggen op het middenveld. Eigenlijk heb ik al overal gespeeld. Toen ik begon, bij Stade Leuven, speelde ik vooraan op de flank of als midvoor. Bij de jeugd van paars-wit ben ik vooraan begonnen om dan af te zakken. Als er geen reservekeeper was, deed ik dat. Ik was het manusje-van-alles en die veelzijdigheid heeft me zeker geholpen. Guido Brepoels, die mij al bij Oud Heverlee-Leuven onder zijn hoede had, noemde mij steevast ‘passe-partout’. Als hij met een probleem zat, was ik zijn reddende engel. Ik ben hem enorm dankbaar, want zonder Brepoels zou ik nooit op mijn huidige niveau zitten. Trouwens, indien ik destijds bij Anderlecht was gebleven, dan zou ik het er nooit tot in de eerste ploeg hebben geschopt.”

Maar is het niet bizar dat Anderlecht 1,5 miljoen euro moet neertellen voor een speler die destijds zijn eigen jeugdschool heeft doorlopen?

“Neen. Barcelona heeft veel meer moeten ophoesten om jongens als Andrés Iniesta, Xavi of Lionel Messi in Camp Nou te houden en ook zij werden in La Masía opgeleid! Niet iedereen kan een plaats in het eerste elftal van Anderlecht opeisen. Het belangrijkste is dat je dat beseft. Ik heb dat heel snel ingezien en heb gedaan wat ik moest doen. Op een leeftijd waarop bepaalde jongeren zich afvragen hoe hun toekomst bij paars-wit er zou uitzien, was ik titularis in tweede klasse. Die ervaring is veel interessanter dan wedstrijden met de paars-witte beloften.”

Wat is je ambitie voor volgend seizoen?

“Dezelfde als bij mijn overstap van Oud-Heverlee Leuven naar Sint-Truiden in 2009: me inwerken in de groep, me aanpassen aan een hoger spelniveau en zo veel mogelijk spelen. In de hoop mee te doen voor een of andere trofee.”

Wat roept het Anderlecht van het afgelopen seizoen bij jou op?

“Hun eerste plaats na de reguliere competitie was verdiend, al legde Genk hen wel het vuur aan de schenen. Daarna verloor de club tijdens de play-off helaas enkele belangrijke spelers: Tom De Sutter en Lucas Biglia raakten geblesseerd en Roland Juhász had te veel gele kaarten. Paars-wit kende pech op het slechte moment.”

Agressief

Wasilewski voelt de naweeën van zijn zware blessure en Guillaume Gillet streeft naar een plaats op het middenveld. Met andere woorden: het ideale moment om naar het Astridpark te komen.

“Ik wil daar niet veel op zeggen. Vooral omdat ik geen goede herinneringen heb aan de laatste Anderlecht-STVV. Gillet had mij geduwd bij de fase die tot de eerste goal van Kanu leidde, waarop scheidsrechter Christof Dierick mij geel gaf wegens protest. Daarna gaf hij mij rood voor een iets te flagrante tackle op de rechtsachter. Ik had iets anders verwacht bij mijn verplaatsing naar het Astridpark.” ( lacht)

Het was je vierde rode kaart sinds je debuut in eerste klasse …

“Ik kreeg telkens twee keer geel, vaak nadat ik mijn rechtstreekse tegenstander onderuit had gehaald omdat mijn anticipatie was mislukt. Ik ben niet kwaadaardig, maar agressief in de goede zin van het woord. Ik geef mij niet graag gewonnen, vooral niet tegenover iemand die ik goed ken. Toen Defour zijn schouder ontwrichtte, was dat na een duel met mij. Kums kreeg dit seizoen ook geel na een verbeten duel met mij.”

Anderlecht heeft karakterspelers nodig. Met jou zitten ze dus goed …

“Om in dit milieu te overleven, heb ik andere eigenschappen moeten ontwikkelen dan diegenen die aanvankelijk meer vaardigheden hadden dan ik. Als ik bijvoorbeeld hoog kan springen, dan komt dat doordat ik een kop kleiner was dan de anderen in mijn leeftijdscategorie. Ik moest daar dus hard aan werken. Tegenwoordig ben ik bij kopduels van niemand bang.”

Tegen KV Mechelen heb je trouwens je eerste goal van het seizoen binnengekopt!

“Ik was nog meer gemotiveerd dan gewoonlijk. De dag ervoor had ik vernomen dat Anderlecht en STVV tot een akkoord waren gekomen. Ik had er helemaal geen zin in dat sommigen bij een slechte match van mij tegen Mechelen zouden beweren dat ik met mijn gedachten al ergens anders zat. Ik denk dat ik met een goal en een assist voor Gregory Dufer heb aangetoond dat de Kanaries tot het einde op mij konden rekenen. Ik wilde er alles aan doen om bij hen in schoonheid te eindigen.”

DOOR BRUNO GOVERS – BEELDEN REPORTERS

“Bij kopduels ben ik van niemand bang.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content