De Engelse landstitel, de FA Cup, de League Cup, de Champions League : net in de periode van de prijzen groeit Andriy Shevchenko naar zijn beste conditie en hij wil ze allemaal.

Op initiatief van sportkledingfabrikant Reebok, die zijn nieuwe voetbalschoen Sprintfit aan de buitenwereld wou showen, werd een veertigtal jonge voetballiefhebbers laatst in Londen uitgenodigd voor een meet-and-greet met de drie grote boegbeelden van het merk : Andriy Shevchenko, Thierry Henry en Iker Casillas. Voor België viel de eer te beurt aan Ruud Vermaelen (18) en Gerard Leus (19). De jongelui namen eerst deel aan een clinic die werd georganiseerd door Tony Carr, de verantwoordelijke van de Football Academy of West Ham United. Nadien mochten ze, in het gezelschap van Sport/Voetbalmagazine, vragen afvuren naar Andriy Shevchenko. Vragen zoals :

U bent het idool van vele jongeren. Maar wie was uw eigen idool ?

Andriy Shevchenko : Oleg Blokhine. Hij was de vedette van Dynamo Kiev, de club waar ik als voetballer werd gevormd onder de hoede van trainer Valeri Lobanovsky. Als ik een aanvaller ben geworden, dan is dat dankzij Blokhine. Hij gold als mijn grote voorbeeld. En als ik carrière heb gemaakt, dan ben ik dat verschuldigd aan Lobanovsky. Hij heeft me op een unieke manier opgeleid en begeleid. Toen ik in 2003 na het winnen van de Champions League met AC Milan – waarbij ik zelf de winnende strafschop trapte – naar mijn vaderland terugkeerde, wou ik zo vlug mogelijk mijn trofee op het graf van mijn gewezen trainer zetten. Het was zijn grote droom om ooit die trofee te veroveren. Helaas nam de dood hem mee voor hij die droom kon realiseren. Ik dacht : misschien dat het hem daarboven troost wanneer hij ziet dat een leerling van hem de trofee heeft gewonnen en nog altijd aan hem denkt.”

Kunt u Lobanovsky vergelijken met de coaches die u nadien meemaakte : Carlo Ancelotti van AC Milan en José Mourinho van Chelsea ?

“Nee, om de eenvoudige reden dat je niet kan vergelijken wat niet vergelijkbaar is. Ik heb dertien jaar met Lobanovsky gewerkt. Logisch dus dat hij mij meer heeft beïnvloed dan Mourinho. Ik leerde de coach van Chelsea pas een paar maanden geleden kennen. Tussen die twee in zit Ancelotti. Bij AC Milan was hij gedurende vijf jaar, van 2001 tot 2006, mijn trainer. Om een goed oordeel over Mourinho te kunnen vellen zou ik hem minstens even lang als trainer moeten meemaken. Onmogelijk is dat niet : ik lig bij Chelsea nog altijd drie jaar onder contract. Alleen moeten we afwachten of Mourinho zolang bij deze club blijft. Stel me die vraag dus over drie jaar nog eens. Misschien kan ik dan Mourinho met Ancelotti vergelijken. Maar zeker niet met Lobanovsky. Die zal altijd veel jaren voorsprong hebben ( lacht).”

Misschien kunt u om dezelfde reden ook niet antwoorden op de volgende vraag : met wie speelt u het liefst samen, met Filippo Inzaghi of met Didier Drogba ?

Pippo kwam in 2001 naar Milan, ik heb dus vijf seizoenen met hem samengespeeld. Vanzelfsprekend leidt zo’n lange samenwerking tot automatismen die er nog niet zijn tussen Drogba en mij. Maar de medeaanvaller van mijn voorkeur is met voorsprong Sergyi Rebrov. De normaalste zaak van de wereld. Voor ik in 1999 naar Italië verhuisde, vormde ik gedurende meer dan een decennium een offensief duo met Rebrov. Niet alleen bij Dynamo Kiev, maar ook in de Oekraïense nationale ploeg. Zo lang en frequent aan elkaars zijde voetballen, dat smeedt natuurlijk hechte banden. Ook Inzaghi en ik vonden elkaar beter naarmate we langer samen in de spits liepen. Ik hoop dat die trend zich ook doorzet in de complementariteit tussen Drogba en mezelf. Door onze leeftijd zullen we uiteraard nooit zo lang samen voetballen als Rebov en ik hebben gedaan.”

Moe van bij het begin

U was een van de weinige buitenlanders die zich meteen aan het calcio aanpaste. De aanpassing aan het Engelse voetbal verloopt duidelijk moeizamer. Hebt u daar een verklaring voor ?

“Waarschijnlijk belandde ik op het goede moment bij AC Milan. Het was de zomer van 1999, een ideale periode. Er was geen eindronde van een WK of een EK, ik kon me optimaal op het seizoen voorbereiden. De rest volgde vanzelf, en met de rest bedoel ik : goals. Tijdens mijn eerste seizoen bij AC Milan maakte ik 24 doelpunten. Dat was vijf goals meer dan mijn beste score ooit bij Dynamo Kiev.

“Mijn passage naar het Engelse voetbal gebeurde in veel minder ideale omstandigheden. Ik arriveerde bij Chelsea na een lang en slopend seizoen, met daarbovenop nog het WK in Duitsland, waaraan ik met Oekraïne deelnam. Ik zat niet zo fris toen ik in Engeland aankwam. Die vermoeidheid sleepte ik lang mee. Een gevolg ook van de typische Engelse voetbalcontext. In Italië kwam het er ongeveer op neer dat je je voorbereidde op één match per week. Alleen de Europese bekermatchen fietsten daartussen. Hier heb ik aan den lijve de betekenis van het begrip ‘een Engelse voetbalweek’ ondervonden. ( lacht) Het is simpel : in Engeland speel je voortdurend matchen en allemaal zijn het wedstrijden met inzet. De Premier League, de FA Cup, de League Cup : je kunt geen competitie verzinnen of het gaat om de knikkers. En dan zou ik de Champions League haast vergeten. Het wedstrijdvolume van een Engelse voetballer is ongemeen hoog en belastend. Je krijgt geen seconde de kans om op adem te komen. En als je dan al vermoeid aan het seizoen begint … Het is pas sinds het begin van het jaar dat ik me stilaan weer naar mijn beste niveau voel groeien.”

Als gevolg van uw moeilijke aanpassing liepen er geruchten over een mogelijke terugkeer naar AC Milan.

“De pers speculeerde daarop maar zelf heb ik er geen seconde aan gedacht. Ik ben niet het type dat zich vlug gewonnen geeft. Michael Ballack beleeft hetzelfde als ik. Ook hij kreeg maandenlang bakken kritiek over zich heen, maar op training bleef hij hard werken. Daarvoor wordt hij tegenwoordig beloond. Hij levert sterke prestaties. Zowel hij als ik heeft het geluk dat we onze topconditie te pakken krijgen in een cruciale fase van het voetbalseizoen. Net in deze periode worden de prijzen uitgedeeld en dat duurt nog tot 23 mei. Eén prijs hebben we al binnen : de League Cup, waarvoor we in de finale Arsenal klopten. Persoonlijk mik ik nog op drie andere trofeeën : de Engelse landstitel, de Engelse beker en de Champions League.”

De capaciteit van late doelpunten

In de Champions League neemt Chelsea het op tegen Liverpool.

“Tegen Liverpool wil ik in de eerste plaats een slechte persoonlijke herinnering wegwerken. Ik ben nog altijd niet vergeten hoe ik twee jaar geleden met Milan de finale van de Champions League verloor tegen de Reds. Deze keer miste ik de beslissende strafschop nadat Vladimir Smicer bij de strafschoppen de stand op 2-3 had gebracht. Die wedstrijd hadden we vanzelfsprekend nooit mogen verliezen. Bij de rust stonden we in Istanbul met 3-0 voor. In de tweede helft kwam Liverpool warempel op gelijke hoogte waarna het won met de strafschoppen. Geloof dus maar dat ik op een klinkende revanche zin. Maar Liverpool is een kwaaie klant. Akkoord, in de competitie bleven ze beneden de verwachtingen, al zetten ze wel een paar keer een dijk van match neer. Ik denk bijvoorbeeld aan de manier waarop ze Arsenal inpakten met 4-1. Liverpool is echter vooral een echte cupploeg. Dat bewezen ze twee jaar geleden in Turkije tegen Milan en dat demonstreerden ze dit seizoen door FC Barcelona uit te schakelen. Zoals de ploeg in Barcelona voetbalde, dat was pure kunst. Om Liverpool te wippen zal Chelsea op z’n sterkst moeten zijn.”

Voor de landstitel en voor de cup ligt Chelsea in de clinch met Manchester United.

“Het nieuwe voetbalstadion van Wembley had zich voor z’n officiële openingswedstrijd geen betere affiche kunnen dromen. De beste twee ploegen van het kampioenschap tegen elkaar, en 90.000 mensen zullen die schok bijwonen. Ik denk dat onze kansen voor de cup ongeveer gelijk liggen. En voor de landstitel sluit ik het niet uit dat we in de slotfase van de competitie nog over Manchester United wippen. We kunnen nog reserves aanboren. Dat bewezen we dit seizoen geregeld door in de slotfase van wedstrijden het laken naar ons toe te trekken. Die capaciteit om op de valreep beslissende goals te maken kan een belangrijke troef zijn in een zo slopende competitie als de Engelse.”

De kwaliteit van eten

Samen met Polen organiseert Oekraïne in 2012 de eindronde van het EK. Dat zou voor u het perfecte afscheid kunnen betekenen.

“Op dat ogenblik zal ik 36 jaar zijn. Het zou ronduit prachtig zijn om nog aan dat toernooi deel te nemen. Maar 36 jaar, voor een aanvaller is dat een hoogbejaarde leeftijd. In de grond van mijn hart hoop ik tegen dan nog altijd te voetballen. Maar zal het nog altijd topvoetbal zijn, that’s the question ( lacht). Nu, mijn persoonlijk lot is zeker niet het belangrijkste issue. Wat in dit geval formidabel is, is dat twee landen die apart nooit in overweging werden genomen om een groot toernooi te organiseren, nu samen de gelegenheid krijgen om zich op deze wijze te manifesteren.

“Ik ben slecht geplaatst om over Polen te praten. Daarvoor ken ik het land onvoldoende. Maar ik kan je verzekeren dat het EK een gigantische impact op mijn land zal hebben. Alleen al op het vlak van voetbalinfrastructuur. De stadions van Lvov, Odessa en Kharkov worden gemoderniseerd en in Dniepropetrovsk zal er een goednieuw stadion uit de grond rijzen. Voorts zal de organisatie van het EK 2012 een boost geven aan de economie van Oekraïne. Het is waarlijk een geschenk uit de hemel. Beleef ik het evenement niet als voetballer, wees er maar van overtuigd dat ik beslist als toeschouwer van de partij zal zijn. Oekraïne is mijn vaderland. Ofschoon mijn Italiaanse jaren me uiteraard ook hebben getekend.”

Wat mist u in Engeland in vergelijking met Italië ?

“De kwaliteit van het eten. Een Engelse pizzeria valt niet te vergelijken met een Italiaanse. De Japanse en Indiase restaurants daarentegen zijn beter in Engeland. Die krijgen me wel eens over de vloer. In Engeland heb ik me ook tot de golfsport bekeerd. Mijn handicap is intussen gezakt naar 7. Ik behoor stilaan tot de besten van de ploeg. Net als in het voetbal ( lacht).”

DOOR BRUNO GOVERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content