Het verhaal van Jennifer Capriati (25) leent zich voor een Hollywood-bewerking. Als kindsterretje ging ze ten onder, waarna ze aan de zelfkant van de samenleving belandde. Nu staat ze weer aan de top van het internationale tennis.

Met de Australian Open won ze haar eerste Grand Slamtoernooi. Nog geen half jaar later voegde ze daar Roland Garros aan toe, na een zege tegen Kim Clijsters in een bloedstollende finale. Nee, Jennifer Capriati hoor je niet klagen. “Ik voel me erg gelukkig”, zegt het Amerikaanse ex-vriendinnetje van Xavier Malisse die nu vol vertrouwen naar Wimbledon blikt. “Sinds die overwinning in Australië gaat alles geweldig. Ik heb een droom verwezenlijkt. Ergens geloofde ik wel dat ik zoiets zou kunnen presteren, maar ik vroeg me af wanneer.”

Terwijl je niet zolang geleden ten zeerste betwijfelde of je nog zou kunnen terugkeren in de toptien.

Jennifer Capriati : Of zelfs in de toptwintig of -dertig. In die tijd was ik als honderd-en-zoveel geklasseerd. Maar de toptien was wel een doel. Toen ik dat bereikt had, heb ik nieuwe doelen gesteld. Allemaal doelen op korte termijn, zonder dingen te overhaasten. Naarmate ik beter ging spelen, groeide het geloof dat ik meer en meer kon bereiken. Tijdens de Australian Open bekeek ik het nog steeds van dag tot dag. Pas toen ik in de kwartfinales Monica Seles had verslagen, besefte ik dat ik een kans had het toernooi te winnen.

Maakt een Grand Slam-titel een carrière compleet ?

Beslist. Ik zou me nooit zo hebben gevoeld als ik geen Grand Slam had gewonnen. Iedereen kan wel zeggen dat ik een goede speelster ben en dit en dat, maar ik vind dat je niets hebt bereikt totdat je het grootste toernooi wint dat er te winnen valt.

Heeft dat alle opofferingen de moeite waard gemaakt ?

Het maakt alles zoveel aangenamer. Misschien moet ik niet zeggen dat je loopbaan weinig voorstelt zonder Grand Slam, want er zijn veel grote spelers die er nooit één hebben gewonnen. Het is ook heel moeilijk te verwezenlijken. Wie weet of ik er nog een zal winnen. Maar het is het beste dat je kan overkomen na alle harde arbeid die je altijd hebt verricht.

Ben je trots op jezelf ?

( Plotseling heel verlegen) Yeah… Ik ben trots…

Stimuleert winnen de honger naar succes ?

Zeker. Doordat het gevoel zo geweldig was, wil ik het heel graag nog beleven. Er gaat niets boven dat. Vooral in een Grand Slam. Geen wedstrijd verliezen en tot het einde kunnen doorgaan.

Kun je dat gevoel omschrijven ?

Dat zou ik kunnen, maar ik weet niet of ik dat moet doen. ( Capriati begint hard te lachen. Vanachter haar hand zegt ze met enige gêne :) Het is beter dan de beste seks.

Gelukkig heb je ook dat ervaren.

Nou, laat ik zeggen dat het een erg opwindend gevoel is, bevrijdend ook. Eindelijk word je beloond voor al je inspanningen en dat is erg bevredigend. Altijd vraag je jezelf af of al dat harde werk wel de moeite waard is, en een Grand Slamtitel is daarop het enige goede antwoord.

Vorig jaar zei je tijdens de Heineken Trophy dat je niet meer zo goed met de druk kon omgaan als vroeger.

Een tijdje heb ik er moeite mee gehad, maar nu gaat het beter. Alhoewel niet meer zo goed als toen ik jong was. Als kind voel je geen druk en ben je enorm vrij van geest. Je doet gewoon en denk nauwelijks na. Ik heb geprobeerd die geestestoestand weer op te roepen. Niet langer denken aan wat er allemaal van mij wordt verwacht. Ik ben in mezelf gaan geloven. Ik weet dat ik een geode speelster ben en dat ik altijd mijn best doe. Wat er ook gebeurt, dat is alles wat ik mag verwachten en wat ieder ander mag verwachten. Die gedachte heeft de druk doen verdwijnen.

Wat is erger : je eigen verwachtingen of die van de buitenwereld ?

Moeilijk te zeggen. Ze kunnen allebei onplezierig zijn. Het ergste is dat je ontzettend kritisch bent op jezelf. Ik heb geleerd dat niet meer te zijn. De enige verwachting die ik nu heb is dat ik het beste in mij zal geven. Meer vraag ik niet van mezelf. Daarom voel ik weinig druk. Als je diep vanbinnen weet dat je alles geeft wat in je vermogen ligt, dan is het goed.

Met een kleine onderbreking speel je al tien jaar proftennis. Voel je je daarmee een echte veteraan ?

Fysiek soms. Tennis is een enorm zware sport, doordat we het hele jaar doorspelen. Als je niet in je beste vorm steekt, ga je dat voelen. Hoe ouder je bent, hoe moeilijker het wordt.

In hoeveree is het niveau verbeterd, het afgelopen decennium ?

In het begin van de jaren negentig was er ook al veel strijd in het vrouwentennis, maar alleen onder de topspeelsters. Er was een grote kloof tussen de topvijftien en de rest. Nu is het circuit veel sterker in de breedte. Ook de nummer veertig van de wereld kan goed tennissen.

Bij de mannen bestaat er een groot verschil tussen tennis op gravel en op gras. Welke factor speelt de baansport bij de vrouwen ?

Dat maakt weinig verschil. Misschien voor een paar speelsters, maar de rest speelt allemaal hetzelfde. Op welke ondergrond dan ook. Vrouwen slaan over het algemeen niet met veel topspin zoals de mannen. Onze slagen zijn vlak. Bovendien heeft niemand een echt reusachtige service.

Welk toernooi is moeilijker te winnen voor jou : Roland Garros of Wimbledon, dat er nu aankomt ?

De statistieken wijzen uit dat ik beter speel op gras en andere snelle banen, maar ik heb ook goede resultaten op gravel. In Barcelona heb ik een keer de halve eindstrijd bereikt.

Je wón in Barcelona.

Klopt, de gouden medaille op de Spelen.

Was je dat vergeten ?

Nee, nee, nee. Misschien een beetje. Nee, het zit er nog. Weet je wat het is, ik moet erin geloven dat ik op gravel kan tennissen. Al met al denk ik dat Roland Garros een moeilijker opgave is voor mij, omdat je er hard moet werken en erg geduldig moet zijn. Fysiek is het veel zwaarder om wedstrijden te winnen.

Je bent op je dertiende in het profcircuit begonnen. Wat dat te vroeg ?

Daarover kan ik niks zinnigs zeggen. Het heeft weinig nut om terug te kijken en te zeggen dat dingen anders hadden gemoeten. Ik leef in het heden en heb geen spijt. Wie zegt mij dat ik een Grand Slam had gewonnen als ik mijn debuut op later leeftijd had gemaakt ? Je moet het leven nemen zoals het komt.

In alle verhalen die er in die tijd over jou verschenen, stond dat je vader jou allerlei oefeningen liet doen toen je nog een baby was, zoals push-ups en boomklimmen. Klopt dat ?

Waarschijnlijk, maar ik kan het me niet meer herinneren. Het meeste zal wel overdreven zijn. Als baby was ik al heel sterk en ik ben altijd heel actief geweest. Als mijn vader me push-ups heeft laten doen, zal het er misschien één geweest zijn, bij wijze van grap.

Je was altijd heel wedstrijdgericht ?

En ik kon ook alles, omdat ik daartoe fysiek in staat was.

Je zegt dat je ook een perfectioniste bent.

Op de baan valt dat niet zo op, maar soms ben ik bozer van binnen dan ik laat zien. Als ik niet goed speel of verkeerde beslissingen neem, kan ik daarvan echt over de zeik gaan.

Is het vechten tegen de emoties ?

Soms is er boosheid of zelfs woede. Dat stapelt zich op. Als de zaken niet naar wens verlopen word je als perfectionist bozer en bozer. Dan komt er onherroepelijk een moment waarop je explodeert. Het moet er gewoon uit. Tegelijkertijd is dat een van de dingen die ik heb leren beheersen. Niet dat ik er een probleem mee heb om door het lint te gaan op de baan, maar meestal houd ik het binnen. Geestelijk gaat de worsteling gewoon door. Dat maakt het moeilijk. Je voelt boosheid, maar wilt het ook controleren omdat dat fatsoenlijker staat.

Is het voor een perfectionist moeilijker te verliezen ?

Ik ben niet zo’n extreme perfectionist zoals sommige mensen. Ik gun mezelf wel een beetje ruimte. Ik ben niet té fanatiek, ik ben een mens. Anders kun je eenvoudig niet gelukkig zijn, want fouten maak je onherroepelijk.

Welke genen heb jij van je vader en moeder ?

( Gniffelend) Heel veel dingen heb ik van mijn ouders, dat lijkt me logisch. Mijn vader is erg competitief. Hij is perfectionist en koppig. Wat hij in zijn kop heeft, zit niet in zijn staart. Dat heb ik beslist van hem. Als ik iets wil, móét het gebeuren. Ook ik kan soms wat koppig zijn. Daarbij komt dat ik een ram ben. Mijn moeder is eigenlijk ook heel competitief. Zij doet niet aan sport, maar alles waarmee ze zich bezighoudt, wil ze zo goed mogelijk doen. Ik heb nog meer overeenkomsten met mijn ouders, maar dat is privé.

Tijdens de US Open van twee jaar geleden las je een verklaring voor waarin je vertelde niet meer geconfronteerd te willen worden met je drugsverleden. Daarover zou je geen vragen meer beantwoorden.

Ik deed dat omdat ik opnieuw wilde beginnen. Het leverde gemengde reacties op. Er waren mensen die vonden dat ik dat niet kon maken, omdat ik een verplichting zou hebben om met de media te praten. Maar ik kan dóén wat ik wil en zéggen wat ik wil. Het is het recht van journalisten om te vragen en het is mijn recht om daarop niet te antwoorden. Ik hoopte dat de boodschap goed over zou komen, maar dat gebeurde niet, omdat er iets in mij knapte en ik in huilen uitbarstte. Ik kon mijn verhaal niet afmaken, want terwijl ik bezig was, begonnen ze allemaal vragen te stellen. Alsof ze helemaal niet hadden geluisterd naar hetgeen ik zojuist had gezegd. Ze bleven maar doorvragen. Waarschijnlijk dachten ze dat ik volledig opening van zaken wilde geven over mijn verleden, maar dat was ik helemaal niet van plan. Ik wilde slechts een hoofdstuk afsluiten.

Waarom eigenlijk ? Welbeschouwd is het toch prachtig wat je hebt gedaan ? Je hebt een grootse comeback gemaakt, je bent een voorbeeld voor velen.

Bedankt voor het compliment. Ik geloof ook dat er veel positieve kanten aan mijn verhaal zitten. Het hangt ervan af hoe je het belicht. De media hebben daar controle over. Ze kunnen het positief of negatief brengen. Diep van binnen weet ik dat veel mensen bewondering koesteren voor wat ik heb bereikt.

Die verklaring was een emotioneel moment. Alsof je daar naakt voor de wereld stond.

Misschien besefte iedereen onvoldoende dat daar een mens van vlees en bloed stond, met gevoelens. Doordat mensen mij zien op televisie beschouwen ze me vaak als openbaar bezit.

Je woorden waren mooi en weloverwogen. Het klonk allemaal heel volwassen. Schrijf je vaker ?

Ik houd ervan te schrijven, maar alleen voor mezelf. Het gaat meestal over mijn gevoelens. Soms maak ik ook gedichten en dat soort dingen. Die zal ik nooit publiceren, daar ben ik te verlegen voor. Ik mis het vertrouwen. Dat geeft niet. De enige manier om mijn ware gevoelens te uiten, is ze op te schrijven. Het is een uitlaatklep, bijna net alsof ik tegen mezelf praat. Het is goed om te weten wat er vanbinnen allemaal leeft. En als er niemand is om tegen te praten, praat ik tegen het papier. Schrijven doet je de dingen beter begrijpen. Maar als ik soms stukken teruglees, denk ik : hemel, wat ging er toen door me heen ?

En is het voor het schrijven goed om te lijden ?

Soms, om de diepere betekenis van iets te doorgronden. Anders zou iedereen het kunnen schrijven.

door Coen Vemer

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content