‘Ik geloof heel hard in mezelf’

© belgaimage - Christophe Ketels

Het leven van Joe Efford (23), de nieuwe nummer 9 van Waasland-Beveren, zat al vol vreemde bochten. Maak kennis met een Amerikaan die vrijuit praat over voetballen op vakantie-eilanden, opgroeien in Atlanta en leven met het stigma van je huidskleur.

Joseph Efford: ‘Zeg maar Joe. Ik ben opgegroeid in de buurt van Atlanta, Georgia, in een klein stadje op een uurtje van het centrum. Rustig, middle class. Mijn beide ouders werken er in het schoolsysteem: eentje is leraar, de andere lunchmanager in het restaurant. Opgroeien in Georgia was leuk. Je kunt naar zee, maar ook naar de bergen. Hete zomers, koude winters ook. En vredig. In Europa hoor je vaak negatieve dingen over de VS. Mass shootings, geweld. Dat ís ook een probleem, maar nog niet zo prominent toen ik jong was. Ik heb de beveiliging van mijn middelbare school enorm zien veranderen. Vandaag raak je er niet meer in: alle deuren op slot, overal camera’s en bij de ene ingang die open is, staat de hele dag een agent. Je krijgt ook oefeningen. Dan gaat het alarm af en leer je hoe je je moet gedragen als iemand in het gebouw wordt gesignaleerd die er niet hoort te zijn. Toen ik veertien, vijftien was leerde ik al om daarmee om te gaan.

‘Die makkelijke toegang tot vuurwapens, ik voel me daar niet goed bij. Als iemand je huis betreedt en je voelt je bedreigd, mag je die persoon neerschieten. Een probleem kan op die manier zeer snel uitgroeien tot een dodelijke situatie. Daarom voel ik me in Europa veiliger. Hier loopt niet iedereen met een wapen op zak.

‘Als kind was ik zeer mager. Ooit ben ik op dieet geweest om gewicht bij te komen. Toen ik opgroeide, was soccer niet zo populair. Mijn vrienden speelden American football, baseball of basketbal. Mijn eerste sport was soccer en daar ben ik bij gebleven. De opleiding was veelal fysiek gericht, niet zozeer op tactiek of techniek. In Europa merkte ik dat ik daar wat achterop lag. We voetbalden altijd in zeer grote ruimtes, zodat we veel tijd kregen aan de bal en je techniek onder druk op kleine ruimte onvoldoende werd ontwikkeld. Dat was later aanpassen: sneller denken, bewegen, beslissen. Daarom kwam ik al op mijn zeventiende naar Europa. Bewust, want zolang duurt een carrière niet. Ik wilde niet de speler blijven die snel was en fysiek uitblonk. Ik wilde een slimme speler worden, eentje die nadenkt op het veld, die de juiste positie kiest. In Amerika zou dat nooit zijn gelukt. Cristiano Ronaldo inspireerde me. Vooral zijn werkethiek. Aan de basis is hij vooral fysiek sterk, maar via hard werk ontwikkelde hij de rest van zijn voetbal.’

College

‘Nu zijn er MLS-academy’s, maar in mijn tijd niet. Je moest via een amateurclub hogerop, of via je school, maar dat is moeilijk. De kortste weg naar een profcarrière is via college, een studiebeurs aan de universiteit en hopen dat je in de draft wordt opgepikt. Rond je zestiende is dat kantelmoment. Welk universiteit kiest je of waar kun je terecht? Je schoolresultaten tellen mee, maar in de eerste plaats je kwaliteiten als sporter.

‘Dat was een moeilijk moment. Ik kreeg een beurs van Greensboro in North Carolina. Alles betaald. Niet zo heel ver weg, een uur of vier van waar ik woonde. Ik weigerde en koos voor een onzeker pad dat niet werd gefinancierd. Dat zorgde thuis best wel voor discussies. De koppige Joe zei: ik ga naar Europa. Gelukkig steunden mijn ouders me. Velen zouden dat niet doen. Profvoetbal vinden ze toch nog vaak a wild dream. Wild was het wel, achteraf bekeken.

‘Mijn eerste test was in Roemenië. Mijn coach in de VS had er connecties. De eerste keer weg van huis, in een moeilijke omgeving. Weinig mensen spraken er Engels en ik vond hen ook niet zo openstaan voor buitenlanders. Na een maand was het voorbij. Daarna trok ik naar Mallorca, via een makelaar. Die test lukte wel en ik kreeg een contract voor twee seizoenen. Ik ben wel avontuurlijk aangelegd, zeker in dit soort zaken. Niet bang van een risico als het over mijn talent en geloof in mezelf gaat. Big belief, big confidence… ( lacht) Tests kunnen zeer moeilijk zijn voor een voetballer. Jezelf bewijzen op een korte tijd. Als je twijfelt, ben je verloren. Je moet je aanpassen aan de ploeg, maar de ploeg ook een stukje aan jou. Mijn voordeel: ik denk dat ik me vrij makkelijk integreer. Je maakt het jezelf nog extra moeilijk als je verlegen in een hoekje kruipt. Ik babbel graag en duik direct in een nieuwe groep.

Joe Efford in actie  voor Waasland-Beveren.  'Ik kwam naar Europa om  een slimme speler te worden.'
Joe Efford in actie voor Waasland-Beveren. ‘Ik kwam naar Europa om een slimme speler te worden.’© belgaimage – Christophe Ketels

‘Dat ik amper voor Mallorca speelde, had met foute papieren te maken. Voor een internationale transfer zijn er grosso modo twee wegen: een via de FIFA, tussen twee erkende clubs, en een zonder de FIFA. Mijn makelaar toen kende de VS niet goed en dacht dat het zonder de FIFA kon. Omdat mijn amateurclub toch onder US Soccer viel, golden de FIFA-regels. Wij maakten de fout, maar het duurde ruim een half jaar voor de FIFA die rechtzette. Ik mocht trainen maar geen wedstrijden spelen. Dan is het lastig op Mallorca. Een mooie plaats, zeer makkelijk om in vakantiegevoel te vallen en je focus te verliezen. Wedstrijden doen je groeien, versterken de band met de rest van het team. Nu was in het weekend iedereen weg. Op het einde speelde ik nog, maar was mijn focus weg. En toen heb ik een fout gemaakt, achteraf bekeken. Na dat eerste seizoen wilden ze me uitlenen aan een derdeklasser, om ervaring op te doen. Ik weigerde en verbrak mijn contract. Mijn makelaar had me daarin beter kunnen begeleiden, denk ik.

‘Wat volgde, was een zeer lastige periode. Overal op proef. Problemen met visa. Telkens heen en weer vliegen, de oceaan over. Van hotel naar hotel, soms ook bij families thuis. Verschrikkelijk. Je ontmoet mensen, maar je kunt nooit een band opbouwen, want twee weken later trekt de ene naar hier, de ander naar daar en vlieg jij terug naar huis, wachtend op een volgend telefoontje. Maar ik heb nooit gedacht aan opgeven. Echt nooit. Ik ben christen, ik haal veel steun uit mijn geloof.

‘Eerst was ik in Ierland, voor een week of twee, drie. Daarna in Portugal. Toen ik daar aankwam, bleek mijn bagage verloren. Snel moest ik nog schoenen kopen. Paniek? Neen, je moet relaxed blijven. Heb je een probleem, dan los je dat op. Geen opwinding. In Frankrijk testte ik ook, bij Boulogne. Daarna kwam Griekenland.’

Kreta

‘Na Mallorca kwam Kreta. Nóg een vakantiebestemming! ( lacht) Wanneer ik in Heraklion uit het raam van mijn appartement keek, zag ik het strand. Formidabel eiland, 300 dagen zon. Het voetbal is er… anders. Soms nogal gedesorganiseerd, als ik het mild mag omschrijven. Voor mij een goeie plaats om mijn carrière te lanceren, maar een nog betere om weer weg te gaan. Ik wist dat ik bij Ergotelis ( de ploeg van Maged Samy, ex-Lierse, nvdr) zou spelen en scoren, maar het was geen plaats om langer dan drie jaar te blijven.

‘De structuur is er afwezig. Mijn ploeg reisde op verplaatsing per boot, niet met het vliegtuig. Beeld je in: Kreta-Athene, negen uur op een schommelende ferry. Voor je evenwichtsgevoel een drama, je benen bibberden op het veld. Of nog zoiets: je hebt een wedstrijd op zaterdag, maar plots verplaatsen ze die naar zondag. Of maandag. Voor je trainingsschema is dat dodelijk. Zo miste Waasland-Beveren me bijna. Gelukkig kon de scout zijn vlucht ook verplaatsen.

‘Een Canadees hielp me, die sprak Engels én Grieks. En ook iemand van Antwerpen, Charles Kwateng. Met hem raakte ik goed bevriend. Algemeen ben ik zeer te spreken over de Grieken. Vriendelijk en uitnodigend, zeer leuke mensen. Na het tweede seizoen had ik al aanbiedingen, maar niemand wilde transfergeld op tafel leggen. Ook deze zomer waren er aanbiedingen van clubs op het vasteland, maar ik wilde weg uit Griekenland. Corruptie, slechte betalingen: wat je hoort over het Griekse voetbal, is helaas waarheid. Mooi land, warme mensen, alles is er, maar de mindset ontbreekt helaas. Wat me wél verraste, was de manier waarop ze met de lockdown omgingen. Zeer gedisciplineerd. Mijn vrouw en ik zijn daarom de hele tijd in Griekenland gebleven. We zijn getrouwd in december. Zij is Amerikaanse van Mexicaanse afkomst. We kennen elkaar vanop school.

‘Waasland-Beveren was er snel bij, maar de idee om in tweede klasse te voetballen sprak me niet aan. Maar uiteindelijk belde de coach en hadden we een goed gesprek. Toen werd 1A of 1B minder belangrijk. Ik weet dat ons een lastig seizoen wacht, dat er veel politiek speelde deze zomer, dat de media ons al min of meer veroordeelden. Ik weet ook dat Beveren weinig scoort, de topschutter had vorig seizoen drie goals. Maar als we een blok vormen, kunnen we resultaten halen. En vorig seizoen was ik topschutter in mijn ploeg, zodus…’

Black Lives Matter, ook voor Joe

Een donkere huid en Amerikaan, dan kun je niet om George Floyd heen. Hoe keek Joe Efford vanuit Europa naar de hele BLM-beweging?

‘Ik ga niet akkoord met het geweld dat losbrak, ‘ zegt hij, ‘maar de zwarte bevolking is écht wel alle problemen met de politie en het racisme beu. Er is zoveel onrechtvaardigheid, die zich in de loop der jaren opgebouwd heeft tot wat je nu zag. Er moet iets veranderen, meer training voor politieagenten, wat dan ook. In mijn jeugd voelde ik het ook af en toe. In een benzinestation of in een winkel bekeken worden, zeg maar gevolgd, door de veiligheidsmensen, om zeker te zijn dat je niet zou stelen. Dat is een slecht gevoel. Nu ben ik een kalm mens, ik doe niks verkeerd. Daarom is me ook nooit iets ernstigs overkomen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content