‘De doortocht van Hugo Broos op Anderlecht is negatief, met dat beeld moet ik leven. ‘ De nieuwe coach van RC Genk over het verwerkingsproces en zijn nieuwe toekomst. ‘Zo hectisch als in Brussel kan het nooit worden.’

Vorige week begon Hugo Broos (53) na vijf maanden ontstressen aan een nieuwe trainersjob. Zijn opdracht : de geest van René Vandereycken uit het Fenixstadion verdrijven. De voorbije maanden trachtte hij dat te doen met het spook van Anderlecht, maar dat dwaalt nog diep rond in de catacomben van zijn geheugen. Egypte, tuin, familie, kleinkinderen en vakantie ten spijt. Zijn eerste ontslag als trainer was tegelijk een ontgoocheling en een opluchting. Ontgoocheling, omdat hij graag het imago van niet ontslagen te worden, ongeschonden had gehouden. Maar ook opluchting, omdat hij wist een strijd te voeren die niet meer te winnen was.

Een deel van zijn vrije tijd vulde hij op met voetbalwerk, een paar clinics in Nederland. Bezigheidstherapie, al stak hij van met name Co Adriaanse toch wat op. Hugo Broos : “Hij had het vooral over zijn werk bij AZ. Er zaten wat bruikbare dingen in, maar ik stelde me toch de vraag of die manier van werken hier in België kan. Veel lullen, daar moet je bij ons niet mee afkomen. Een discussie tussen trainer en speler is daar de gewoonste zaak van de wereld.”

Het is met hem bij Ajax ook niks geworden. Is er geen verschil tussen werken bij Willem II en AZ, en werken bij een echte topclub ?

Hugo Broos : “Die vraag werd hem ook gesteld, dat hij bij Ajax werd weggekakt. Hij zei onmiddellijk dat een deel van de pers hem er had buiten gewerkt. ‘Op een bepaald moment’, zei hij, ‘kon ik niks meer goed doen.’ Ik dacht : tiens, tiens, dat verhaal ken ik.”

Schiet niet op de media, misschien zijn topspelers gewoon minder te coachen of te betuttelen.

“Niet akkoord. Ik heb zes jaar in Brugge gewerkt en daar zes jaar bij wijze van spreken geen journalist gezien. Bij Anderlecht stonden er iedere dag vijf op de training en werd de minste geste breed uitgesmeerd.”

We herinneren ons ook incidenten op Brugge. René Eijkelkamp, Pascal Renier, Robert Spehar…

“Een stuk minder. Elke trainer heeft een periode met conflicten, maar de media bepalen hoe groot die worden. PSV is te vergelijken met Brugge, daar zijn ook problemen, maar de impact is een stuk minder dan bij Ajax. Dat gevoel van Co had ik ook. Wat je ook doet, het kan gewoon niet meer. Vier maanden later van buitenaf is dat mijn conclusie.”

Na elk conflict klonk uit de mond van de speler in kwestie hetzelfde woord : respect. Iedereen miste respect.

“Ik draai de dingen om. Hebben zij dan altijd zoveel respect gehad voor mij ? Is iemand uit de ploeg houden een gebrek aan respect ? Als ik tegen Jestrovic zeg dat hij na een blessure van tien weken eerst bij de reserven moet spelen, vindt hij dat een gebrek aan respect. Is het een gebrek aan respect tegenover Zetterberg dat ik kies voor Baseggio ? En is het dan een gebrek aan respect tegenover Baseggio dat ik hem op de bank zet omdat hij niet presteert ? Is het een gebrek aan respect als ik moet kiezen tussen Zitka en Peersman, dat ik voor Zitka kies ? Iemand vernederen, is een gebrek aan respect, maar dat heb ik niet gedaan. Ik heb alleen keuzes gemaakt. Het probleem van Anderlecht is dat de macht van de spelersgroep veel te groot werd. Iedereen heeft er een vrijgeleide om zijn gal te spuwen als hij niet speelt.”

Hoe ging je daar in je Brugse periode mee om ?

“De ziel van die club is anders. De Caje zei het bij zijn aanstelling nog : ‘De ziel van de club is dezelfde gebleven, het blijft een vriendengroep. ‘ Dat klopt, maar slechts voor een stuk. Vergeet het dat ze allemaal samen uitgaan. Maar om één voorbeeld te geven : Spehar werd er niet aanvaard, omdat hij dacht dat hij boven iedereen stond. Zo’n vent wordt dan door de groep uitgestoten. Bij Anderlecht is dat niet zo, dat is iets wat door de jaren groeide. De groep treedt er nooit op tegen een speler. En als de trainer het dan doet, krijgt hij nog opmerkingen ook. Waarom mag ik van Kompany niet zeggen wat zijn tekortkomingen zijn ?”

Misschien had iemand jaren geleden beter Baseggio ook eens zo aangepakt.

“Vind ik ook. Maar hij heeft het blijkbaar nog niet begrepen, als ik zijn verklaringen lees. Waarom ? Omdat steeds werd gezegd dat Baseggio de beste was. De voorzitter ging zelfs nog eens in de krant zetten dat hij altijd moest spelen. Kompany maakte fouten, individueel, door een gebrek aan maturiteit, ervaring. Hij wil alles voetballend oplossen, maar dat gaat niet. Ook met zijn nonchalante houding naast het veld waren niet alle spelers akkoord. Ze hadden dat intern moeten laten voelen, niet via de media.”

Liet Zetterberg je daar in de steek ? In principe was hij de leider, maar is Zetterberg wel een leider ?

“Op een bepaald moment was de hiërarchie weg, had je veel jonge gasten die naam kregen. Als de pijlers dan wegvallen, wiebelt het. Pär werd ook in een situatie gemanoeuvreerd waar hij noch ik wat aan konden doen. Hij vroeg niet om al die verklaringen, dat hij moest spelen. Hij had wel nog die ambitie – ik heb zelden iemand meegemaakt die nog zoveel ambitie had. Als je voortdurend hoort dat je moet spelen en dat gebeurt niet, dan kan ik best begrijpen dat die relatie tegenover mij steeds meer vertroebelde. De status van Pär binnen de groep is niet gezond. Die link naar de familie voelen spelers ook aan. Ik heb het de voorzitter eens gezegd, dat hij niet mag vergeten dat Pär een speler tussen de spelers blijft. Maar toen was het kwaad al geschiedt.”

“Roger zou beter de macht van zijn vader binnen de club hebben”, liet je je in maart ontvallen. Wat bedoelde je precies ?

“Anderlecht is veranderd, vroeger was het Constant en daarmee uit. Door de jaren heen is de structuur veranderd en ik denk dat het voor Roger niet zo makkelijk meer is om dingen beslist te krijgen. ”

Op het einde gaf je alleen nog de ploeg, zonder verdere commentaar.

“Ik had inderdaad iets van : hier, trek uw plan. Niet naar het bestuur toe, maar naar spelers en pers. Ik was gelaten, gefrustreerd. Achteraf bekeken, denk ik dat het hoofdprobleem was dat ik bij Anderlecht kwam op een moment dat het geld op was. Als ik nu zie hoe lang de zaak met Goor aansleept… Ik weet wat hij verdient bij Feyenoord, het was wat hij vorig seizoen aan ons vroeg. Toen kon het niet, nu willen ze wél een inspanning doen. Maar het sleept toch aan. Anderlecht heeft niet meer de financiële sterkte van vroeger. Mitu : vrije speler. Akin : vrije speler. Delorge : 2,5 frank, bij wijze van spreken, waarmee ik niks afdoe aan zijn kwaliteiten. Ehret vorig seizoen : vrije speler. Twee jaar heb ik één ding gehoord : te duur. Dat is geen schande, in België heeft iedereen dat probleem.”

Moet Anderlecht zijn ambities dan bijstellen ?

“Neen. Anderlecht moet altijd gaan voor de Belgische prijzen en de Champions League. Maar niet voor de tweede ronde daarin, dat hangt af van de loting. De eerste keer lukte het bijna, met een Bayern waar ze voortdurend ambras maakten, een Celtic dat we thuis nog met tien klopten en de Franse kampioen. Dat vergelijk je niet met Valencia, of Inter, of Bremen, dat beter was dan Bayern. We hebben het aanvallender geprobeerd, maar ook verdedigend, maar zelfs tegen de reserven van Inter werkte het niet. De 0 op 18 in de Champions League heeft mij dood gedaan, denk ik. Zes, zeven punten, dat gaat nog, maar nul ! Dat is weinig.”

Anderzijds waren de transfers die jij mocht doen weinig succesrijk. Mbo Mpenza, Christophe Grégoire, Michal Zewlakow : geen van de drie rendeert.

“Op één speler mag je kritiek hebben, Zewlakow. Michal heeft niet gebracht wat ik van hem verwachtte. Hij was nooit zichzelf. Grégoire hebben ze nog een applausvervanging gegeven, hij heeft godbetert één maand gespeeld. Is die dan mislukt ? Mbo is een ander verhaal. Met frisse tegenzin heeft hij in de eerste ronde gespeeld waar ik het hem vroeg. Niet waar ik het hem had beloofd, in de spits. Mentaal kon hij het niet brengen. Volgens mij, en iedereen was daarvan overtuigd, is dat een speler voor Anderlecht. Na nieuwjaar heeft hij nog weinig gespeeld, terwijl hij net daarom naar België terugkeerde. Dat aanvaarden, lag voor hem moeilijk. Kwaad ? Is hij kwaad als Aimé hem daar opstelt ? Je bent prof en als de trainer je zegt waarom, doe het dan. ( zucht) We zijn hier al ruim een half uur bezig en het is alleen negatief. Dat is het beeld van Hugo Broos bij Anderlecht, alles was slecht. Vanaf dag één, omdat ik De Bilde uit de ploeg zette. We wonnen Europees met 0-2 bij Bordeaux, maar de hele week ging het om De Bilde. Niemand schreef dat hij volgevreten was, niet meer leefde voor zijn sport. Bij Lierse schopte hij geen deuk in een pakje boter meer, maar op Anderlecht moest hij wel spelen. En in interviews mocht hij het geregeld nog eens zeggen, over Broos. Waar is dan jullie objectiviteit ?”

Noem jij je doortocht in het Astridpark geslaagd, met één titel en twee keer de poules in de Champions League ?

“Het feit dat je die vraag stelt… De doorgang van Hugo Broos op Anderlecht is negatief geweest. Met dat beeld moet ik leven. Ze rekenen daar op één keer om de twee jaar kampioen worden. Ik ben het op twee en een half jaar één keer geworden. En Europees was het misschien te weinig.”

Frank Vercauteren is anders gaan spelen, in een 4-3-3.

“Wie wint, heeft gelijk. Hij heeft veel gewonnen, dus heeft hij gelijk. De sfeer werd positief, Anderlecht is ook beter beginnen te spelen. Het zijn de spelers, niet de tactiek. Na Westerlo zei Frankie hetzelfde. De macht van de groep moet eruit. Je bent prof, je moet je iedere week bewijzen. Anders vlieg je eruit en als je eruit bent, moet je niet zagen of je gelijk halen via de media. Respecteer de keuze van de trainer die vindt dat jij niet goed genoeg bent. Waarom houdt een trainer op Anderlecht het niet langer dan drie jaar uit ? Al 25, 30 jaar is dat zo. Aimé ondervond ongelooflijke problemen, Boskamp idem, ik ook. En allemaal in dat derde jaar. Waarom kan ik het zes jaar in Brugge, Trond vijf jaar, Houwaart vijf jaar. Allen een totaal andere stijl, maar toch kan het, mét resultaten. Maar op Anderlecht… Spelers kunnen het niet altijd opbrengen. Dus moet de trainer buiten, krijg je een andere aanpak, komen de resultaten terug, waarna heel dat spelletje herneemt.”

Bij RC Genk houden trainers het ook niet lang uit.

“Aimé wel. Boskamp niet, maar dat was geen trainer voor Genk. Jos Heyligen miste misschien de ervaring om op dat moment met een kampioenenploeg te spelen. SefVergoossenheeft wél succes gehad. Ik denk dat er in deze ploeg veel mogelijkheden zitten, dat bewijzen de twee wedstrijden tegen Standard. De grote verdienste van René is dat hij er een ploeg van maakte. Daarop gaan we verder bouwen, met een ploeg die dwingender moet zijn. De bedoeling is niet om kampioen te worden, we gaan geen etappes overslaan, maar voor Europees voetbal moet je voluit gaan. Wie ambitieus is, moet dat ook in de transfers zijn. Een van mijn verdiensten is dat ik ze in Brugge heb kunnen overtuigen dat ze elk jaar voor de titel moesten gaan. Niet voor Europees, maar voor de titel. Dit moet Genk de volgende jaren ook doen naar de Uefacup toe. Daarom wil ik er nog een spits bij. Paul Kpaka heeft al die tijd dat hij er is weinig wedstrijden voor Genk gespeeld, blijkbaar ligt de manier van spelen hem niet. Als hij blijft, zal ik hem zeker gebruiken in wedstrijden waarin ruimte voor ons ligt. Maar hij is geen spits voor Genk, of je moet anders gaan spelen.”

Waarom ga je met al dat talent niet voor de titel ?

“Kwaliteit. Het stadion is er, de werkomstandigheden zijn beter als op Anderlecht, waar de trainingsvelden een drama zijn, maar je hebt een relatief jonge ploeg waarvan de spelers weinig ervaring hebben op Europees vlak. Dat dubbele duel tegen Standard was eenmalig. Ik heb twee keer geverifieerd of het wel degelijk Kevin Vandenbergh was die daar die wilde uitspraken deed. Dat zegt iets over de intrinsieke waarde van de ploeg, maar daarom heb je dat niet over 34 wedstrijden. Zal die motivatie er straks ook zijn tegen Lierse, Roeselare, Zulte-Waregem of Cercle. Ik zag ze ook daar vorig seizoen.”

Wat verwacht je van Orlando Engelaar ?

“Veel meer constante in zijn spel, vooral centraal. Daar komt hij het beste tot zijn recht. Ik wil hem zien zoals hij op Anderlecht speelde. In een vrije rol bij balbezit, voor de spits heeft hij te weinig snelheid. Kevin zal daar ook baat bij hebben. Hij is geen spits die twee man aankan, hij moet het hebben van een Orlando die hem kort bij de goal vrij speelt. Kevin is een spits en die moet scoren. Jestrovic voetbalt ook niet mee.”

Blijft Koen Daerden ?

“Ik heb zijn pa gebeld en denk dat er geen probleem meer is. Koen is heel belangrijk voor Genk. De nieuwe leider ? Ik ken hem daarvoor nog onvoldoende, maar als ik hem lees, lijkt het me iemand die zeer goed weet wat hij wil en enorm ambitieus is. Hij zegt de zaken zoals ze zijn, zonder daarom spraakmakend te klinken. Voor zover ik het allemaal van Ariël verneem, is het geen groep met sterke leiders. Dat zal ik snel zien als ik een paar weken met die jongens werk. Claessens ken ik van vroeger, ik moet eerlijk zeggen dat ik in hem geen centrale verdediger vermoedde. Wat ik zag – niet zoveel beken ik – was goed, en hij is rustig in het uitvoetballen. Dat is ook belangrijk. Chatelle, Haroun, Beslija : er zitten veel mogelijkheden in. Mogelijkheden en mentaliteit, en dat moeten we proberen meer te zien in de competitie. Met dwingender voetbal, iets hoger, niet meer zo afwachtend. Vooral thuis niet. 70 punten ? Daar fixeer ik me niet op, misschien speel je volgend jaar met 63 punten Europees. De rest is voor de statistieken. En zo hectisch als in Brussel kan het nooit worden.”

door Raoul De Groote en Peter T’Kint

‘Bij Anderlecht heeft iedereen een vrijgeleide om zijn gal te spuwen als hij niet speelt.’

‘De status van Pär Zetterberg binnen de groep is niet gezond. De link naar de familie voelen spelers ook aan.’

‘De grote verdienste van René Vandereycken is dat hij er een ploeg van maakte. Daarop gaan we verder bouwen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content