Afgelopen zomer kwam er een abrupt einde aan een mooi verhaal tussen Anderlecht en een van zijn eigen spelers. Toch gelooft Anthony Vanden Borre (28) na een grillige loopbaan nog in een happy end.

De laatste keer dat hij in de media kwam, sloeg het optreden van Anthony Vanden Borre in als een bom. Op 20 augustus besliste hij af te rekenen met wat hem dwarszat in een lang interview met Het Laatste Nieuws en de Franstalige kranten van Sud Presse. Daar stond onder meer: ‘In de kleedkamer zitten blijkbaar janetten die bang zijn dat men hen besmeurt in de media. Het is hier ieder voor zich.’ En: ‘Hasi,die telt niet meer voor mij.’ Vijf maanden later wil VDB een streep trekken onder alles wat er gebeurd is. En hij heeft zeker zijn wildste dromen niet opgegeven…

Hoe ziet jouw situatie er op dit ogenblik uit?

ANTHONY VANDEN BORRE: ‘Ik heb nog een contract voor twee en een half jaar, met een optie voor een bijkomend seizoen.’

Heel die periode zou je dus nog een loon kunnen krijgen?

VANDEN BORRE: ‘Dat zou kunnen.’

Maar het is niet wat je wilt?

VANDEN BORRE: ‘Mensen denken misschien dat ik hier rustig van ga profiteren, maar ik ben een competitiebeest, ik heb goesting om weer te spelen – en dat heeft niets met geld te maken.’

ZWARTE DAG

Herman Van Holsbeeck zei over jou dat je voor minder problemen zorgde toen je maar 1500 euro per maand verdiende. Heeft hij een punt?

VANDEN BORRE: ‘Ik ben hem nog altijd dankbaar dat hij me een kans gaf, maar hij mag ook best tevreden zijn met wat ik in ruil heb bijgedragen. Als hij goed nadenkt, zal hij zich herinneren dat het dankzij mij en nog twee à drie spelers is dat we in 2014 kampioen zijn geworden. Daardoor lieten we de club onverwacht een goeie vijftien miljoen euro verdienen, dankzij de deelname aan de Champions League.’

Diezelfde Herman Van Holsbeeck noemde de dag dat jouw interview verscheen een zwarte dag voor de club.

VANDEN BORRE: ‘Dat was het ook. Tenslotte ben ik een kind van de club. Ik heb geen probleem met Herman, ik weet ook dat hij in de eerste plaats de belangen van Anderlecht verdedigt.’

Ben je teleurgesteld over wat er gebeurd is?

VANDEN BORRE: ‘Ja, ten opzichte van de supporters en van Herman. Beiden hebben me altijd geholpen zodat ik weer op niveau kwam en naar het WK kon gaan. Ze hebben me altijd gesteund en doen dat nu nog.’

Heb je nog contact met de supporters?

VANDEN BORRE: ‘Natuurlijk. Ik ben een Brusselaar, ik wandel elke dag door de straten van mijn stad en ik kom er veel fans tegen die me bemoedigend aanspreken. Dat doet me plezier. Het is natuurlijk spijtig dat dat meningsverschil zo’n grote spanning in de club heeft veroorzaakt. En we moeten er zien uit te raken en ervoor zorgen dat bepaalde personen stoom kunnen aflaten. Ik ben bereid een gesprek te hebben. Natuurlijk moeten zij ook bereid zijn de stap te zetten.

Je wilt dus een streep trekken onder alles wat gebeurd is?

VANDEN BORRE: ‘Voor mij is alles al vergeten.’

Ben je niet bang dat de kleedkamer je niet meer wil?

VANDEN BORRE: ‘Natuurlijk niet. Ik heb alleen maar goede contacten in de kleedkamer, behalve met één iemand. Maar dat maakt niet uit, we zitten daar met hetzelfde doel: winnen.’

Heb je van geen enkele van je verklaringen van toen spijt?

VANDEN BORRE: ‘Het woord ‘janet’ (Vanden Borre gebruikte in het Frans het woord ’tapette’, dat minder zwaar weegt, nvdr) werd verkeerd geïnterpreteerd. Ik had een andere uitdrukking moeten gebruiken. Tegelijk vraag ik me af, wanneer ik zie wat een speler van Gent zong (Benito Raman: ‘Alle boeren zijn homo’, nvdr), wat er gebeurd zou zijn als ik dat soort dingen had gezongen. Toen ik zei dat het allemaal ‘tapettes‘ waren, bedoelde ik dat het een groep was waarin niemand op dat moment kloten aan zijn lijf had, omdat niemand zijn verantwoordelijkheid durfde nemen.’

Misschien hebben die twijfels te maken met jouw moeilijk verleden.

VANDEN BORRE: ‘Waar is het dan verkeerd gelopen voor mij? Naar Italië ben ik vertrokken toen ik heel jong was en ik wilde geen marionet zijn van clubs die me wilden lenen. Bij Portsmouth ging het goed maar de club had financiële problemen. En bij Genk? Ik ben zelf naar Dirk Degraen (toenmalig algemeen directeur, nvdr) gestapt om te zeggen dat ik niet langer bij Genk wilde blijven, waar ik einde contract was.

Het minste wat je kunt zeggen, is dat je loopbaan geen voorbeeld is van stabiliteit.

VANDEN BORRE: ‘Toen ik op mijn achttiende ben weggegaan bij Anderlecht, was dat mijn keuze. Ik was een jonge speler die de club wilde verlaten. Dat waren ze toen niet gewend.’

Kompany is toch vóór jou vertrokken…

VANDEN BORRE: ‘Vincent is vertrokken met respect voor de voorwaarden die Anderlecht stelde. Daar had ik geen zin in. We zijn niet allemaal Kompany, hé. Als je achttien bent, een goed bod binnenkrijgt uit Italië en de cijfers en het kampioenschap ziet, dan is het moeilijk om daaraan te weerstaan. En mocht ik toen goede raad hebben gekregen… ik doe toch meestal wat ik zelf wil.

‘Ik heb alle makelaars van België gehad, de meest bekende, zij hebben mij niet graag en ik hen niet. Het hele systeem moet veranderen. Het is zoals in de nationale ploeg: we hadden een nieuwe generatie nodig om België te doen schitteren. Zo moeten we ook eens grote schoonmaak houden onder de makelaars in dit land. Het zou ons voetbal ten goede komen.’

TEVREDEN

Als je terugblikt, ben je dan tevreden over wat je uit je loopbaan hebt gehaald?

VANDEN BORRE: ‘Zeker. Ik heb in Italië gevoetbald, in Engeland, ik nam deel aan een WK, aan de Olympische Spelen. Men zegt altijd dat ik de beste van mijn generatie was, maar dat ik mijn carrière heb gemist. Ik heb toch aan alle grote evenementen deelgenomen. Neen, ik heb niks gemist.’

Heb je echt niet het gevoel dat je iets gemist hebt, wanneer je ziet bij welke mooie clubs de meeste Rode Duivels vandaag spelen?

VANDEN BORRE: ‘Ik heb met Anderlecht gespeeld, was actief op het WK, wat is dan het probleem? Het probleem in het leven is dat men altijd meer wil. Men mag me een beetje gek vinden, maar ik heb vaak nagedacht over mijn situatie. Ik kom uit Anderlecht en ik ben toch goed terechtgekomen. Dat was destijds bijna onmogelijk. Als je vroeger naar RSCA trok, was het vooral om geen stommiteiten op straat uit te halen.’

Toch heb je die begaan.

VANDEN BORRE: ‘Ja, maar minder dan anderen.’

Doe je nooit aan zelfkritiek?

VANDEN BORRE: ‘Ik heb nooit spijt van wat ik gedaan heb en ik aanvaard de gevolgen van wat is gebeurd. Heb je me ooit al horen opscheppen dat ik de beste was van mijn generatie? Nooit! Ik ben tevreden met wat ik tot nu toe heb meegemaakt. Het had slechter kunnen lopen. Van de spelers die ik indertijd op Neerpede gekend heb, waren er die veel beter waren dan ik en die zelfs nooit UEFA-junior zijn geworden. Anderen zijn jong vertrokken naar Europese topclubs, maar vandaag staan ze nergens. We willen het allemaal zo graag, maar niet iedereen kan bij Real Madrid voetballen.’ (lacht)

Wat men je wel nageeft, is dat je keihard gewerkt hebt om terug te keren. Maar twee jaar later lijkt het alsof je nog eens helemaal opnieuw moet beginnen, weer van nul af aan.

VANDEN BORRE: ‘Jullie denken dat ik verloren of afgeschreven ben voor het topvoetbal. Voor ik bij Genk stopte, hadden ze me een nieuw contractvoorstel gedaan, maar ik ben het die beslist heeft dat het afgelopen was. Het gevolg? Ik zat anderhalf jaar zonder club. Maar zelfs in die donkere dagen was ik ervan overtuigd dat ik naar het WK zou kunnen. Ik ken mijn lichaam, ik weet wat ik nodig heb om in vorm te raken. Toen ik aan een aantal vrienden een jaar voor het WK vertelde dat ik mee zou gaan, lachten ze me vierkant uit. En toch was ik daar.’

Jouw aanpak is wel een erg riskante manier om een carrière uit te bouwen.

VANDEN BORRE: ‘Ik houd van risico’s. Sommigen zoeken stabiliteit, anderen niet. We zijn toch allemaal verschillend?’

Na je comeback kreeg je imago een flinke oppoetsbeurt. Je optreden in de pers eind augustus heeft dat allemaal kapotgemaakt.

VANDEN BORRE: ‘Dat ik een goed imago heb, is belangrijk voor mijn nichtjes, voor de kinderen in mijn familie. Maar als het alleen van mij afhangt, dan zou het anders zijn. Men heeft het altijd over mijn entourage, over mijn vrienden. Maar wie zijn dat, mijn vrienden? Dezelfde als vroeger, toen ik klein was. Ik heb nooit andere vrienden gekend. Zij zijn de eersten die me opmonteren als ik down ben of diep zit. Ik heb twee, drie vrienden in het voetbal, maar de anderen zijn gewone mensen. Die staan ’s morgens vroeg op om te gaan werken.’

MENTALITEITSPROBLEEM

Ook op sportief vlak was 2015 geen hoogtepunt voor jou. Je vond nooit je vorm van de play-offs in 2014 terug.

VANDEN BORRE: ‘Ik keerde van het WK terug met een kuitbeenbreuk. Toen heeft men me gezegd dat ik vier à vijf maanden out zou zijn. Dat was een streep door mijn rekening, want om eerlijk te zijn: ik hoopte na het WK weer naar het buitenland te kunnen. God heeft er anders over beslist. Het was een zware blessure, ik was er kapot van. Maar ik heb er alles aan gedaan om tijdig fit te worden voor de Champions League, waarin ik toch twee keer scoorde tegen Arsenal en een assist gaf tegen Dortmund, terwijl ik geblesseerd was. Ik weet nog altijd niet hoe ik dat toen gedaan heb. De rest van het seizoen speelde ik met inspuitingen. Echt fit ben ik nooit geweest. Ik voetbalde op 40 à 50 procent van mijn mogelijkheden. Nu heb ik mijn eigen conditietrainer en zit ik aan 80 procent. Het kan allemaal heel snel gaan.’

Heb je nog contact met spelers van de A-kern?

VANDEN BORRE: ‘Met twee à drie, tussendoor. Weet je: ik had bij Anderlecht geen echte vrienden. We respecteren elkaar, maar meer ook niet. Mijn vrienden, dat zijn mijn oude trainers van bij de jeugd en Jean-François Lancin (verantwoordelijke van de sociale cel bij Anderlecht, nvdr).’

Men zei dat je belangrijk was voor de jongeren, zeker wanneer het met jou ook goed ging.

VANDEN BORRE: ‘Ik speel geen enkele rol bij de jongeren. Het zijn zij die naar mij komen. En als ze met me komen praten, discussiëren we over van alles. Dat is maar normaal.’

Guillaume Gillet, die we in Nantes zijn gaan opzoeken, zegt dat er een mentaliteitsprobleem is bij Anderlecht, dat de jongeren het te gemakkelijk hebben.

VANDEN BORRE: ‘Het is een andere generatie. En de volgende zal weer anders zijn. Maar op het veld geven de jongeren zich volledig. Kawaya, Bastien, Heylen, Dendoncker, ze praten alleen maar over voetbal, ze willen allemaal slagen. We hadden de kwaliteit niet, noch de anciens, noch de jongeren.’

Ze werden toch snel omhoog geschreven…

VANDEN BORRE: ‘Misschien, maar Praet ziet zichzelf niet als een vedette. Het zijn de media die er van hem een gemaakt hebben. Op training haalt hij het onderste uit de kas, hij is bezig met zijn job.’

Wanen de spelers zich niet beter dan ze eigenlijk zijn?

VANDEN BORRE: ‘Dat verschilt van generatie tot generatie. Als je hier op straat rondloopt, zie je jongeren met een air van hier tot ginder terwijl ze in feite niets voorstellen. Ze denken dat ze meespelen in Pokémon, ze kijken te veel tv. Op hun zestiende hebben ze een contract en zien ze zichzelf al bij Real voetballen. Je kunt Anderlecht niet verwijten dat het hen die contracten geeft. Het systeem verplicht hen daartoe, anders zijn ze hen kwijt.’

De moeilijkheden die Anderlecht ondervindt, zijn dus louter te wijten aan een tekort aan kwaliteit?

VANDEN BORRE: ‘Ja, maar ik denk ook dat te veel mensen bezig zijn met te veel dingen. De neuzen zouden allemaal in dezelfde richting moeten staan. En ook al heb ik een probleem gehad met de coach, toch moeten we hem steunen, vooral omdat het een jonge trainer is. Ook de supporters zouden achter hun ploeg, hun club moeten staan. Alleen zo kan het werken.’

HET EK ALS DOEL

Ben je niet bang dat je imago je een mooi fin de carrière kost?

VANDEN BORRE: ‘Ik heb het altijd moeilijk gehad. Ik was nog piepjong toen ik al een etiket op me gekleefd kreeg, ik lijd daar nog altijd onder. Het enige wat ik nu doe, is me optimaal voorbereiden. Ik heb nog een doel: het EK.’

Pardon? Geloof je daar echt nog in?

VANDEN BORRE: ‘Niemand ziet me meegaan naar Frankrijk, misschien ben ik de enige die daar nog in gelooft, maar dat motiveert me nog meer. Zes maanden voor het WK had niemand er een euro durven op te verwedden dat ik mee zou gaan naar Brazilië. Mijn zogezegd slechte imago heeft geen enkele rol gespeeld toen mijn selectie ter sprake kwam. De bondscoach kiest op sportieve gronden en dat zal straks ook weer zo zijn. Vraag aan alle Rode Duivels wie een probleem heeft met mij. Je zult er niet één vinden.’

In Engeland ben je naar het schijnt verbrand. Voor sommige Engelse bestuursleden heb je zelfs de reputatie van islamfundamentalist…

VANDEN BORRE: ‘Dat is belachelijk. Wie heeft trouwens gezegd dat ik moslim geworden ben? De problemen die ik gedurende mijn carrière gehad heb, hebben niets te maken met het sportieve. Anderlecht heeft misschien te veel dingen laten passeren. Zoals wanneer men zei dat ik op de bank zat te slapen. Dat was niet juist, de club had me moeten verdedigen. Hetzelfde met de minuut stilte naar aanleiding van het overlijden van Grégory Mertens. Dat ik toen mijn veters knoopte, had niks te maken met een gebrek aan respect. Het was het gevolg van een grap van Mbemba. Er werd geschreven dat ik geen respect had voor de doden. Hoe heeft de club dat over zich heen kunnen laten gaan? Grégory zat op het opleidingscentrum van Anderlecht, hij is de neef van Sven Kums, met wie ik bij de jeugd nog gevoetbald heb. Natuurlijk was ik geëmotioneerd.’

Hoe zie je zelf je sportieve toekomst?

VANDEN BORRE: ‘Ik hoop zo lang mogelijk te voetballen. Uiteraard ben ik niet gelukkig met wat me nu overkomt. Maar al wie me ten val wilde brengen, vergeet één zaak: Anderlecht, dat is mijn club. Ik ben een jongen van Neerpede. Neerpede is mijn thuis. Degenen die me bekritiseerd hebben, zijn geen jongens van Neerpede.

‘Ik heb nog een foto van toen ik een peuter was, met een bal en een truitje met Generale Bank als sponsor. Zij die mijn vel wilden, hebben zulke foto’s niet. Wie hier opgegroeid is, heeft deze club in zijn bloed. Anderlecht zit in mij. Als ik praat met oud-spelers, hebben ze het allemaal over Neerpede.

‘Toen we dertien waren, spijbelden we op school en kwamen we trainen bij René Peeters en Eddy Van Daele.Dat ik op een dag weg wilde, vond ik normaal. Dat wil toch iedereen, zo hoog mogelijk mikken? Maar ik heb deze club altijd gerespecteerd, ik ben een kind van Anderlecht. Als je twee kinderen hebt, van wie de ene een goeie leerling is met mooie diploma’s en de andere maar wat aanmoddert, dan zie je die toch alle twee even graag? Vincent is een voorbeeld van de eerste groep, ik van de tweede. Uiteindelijk leid je geen robots op. Als je alleen maar op de eerste categorie mikt, riskeer je spelers als Michy (Batshuayi, nvdr) door je vingers te zien glippen.’

Men zegt dat je in de WK-selectie bent opgenomen dankzij het lobbywerk van Kompany.

VANDEN BORRE: ‘Ik was erbij omdat ik het niveau had en omdat ik in bloedvorm was. Maar natuurlijk staat hij aan mijn kant, zelfs voor het EK. Hij is mijn bondgenoot en vooral mijn vriend. (lacht) Misschien begrijpen de mensen het niet, maar Vincent en ik zijn twee handen op één buik. En ook al heeft zijn leven niks te maken met het mijne, we zitten in hetzelfde schuitje. En ik zal eens iets zeggen: als hij over tien jaar Anderlecht koopt, zal hij me een job geven op de club. Hij is moeilijk te begrijpen, weinig mensen kunnen hem doorgronden, hij staat overal boven. Hij denkt soms te veel na. Maar hij is mijn broer voor het leven.’

DOOR THOMAS BRICMONT – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘We moeten eens grote kuis houden onder de makelaars in dit land. Het zou ons voetbal ten goede komen.’ – ANTHONY VANDEN BORRE

‘Als je twee kinderen hebt, van wie de ene een goeie leerling is, en de andere maar wat aanmoddert, dan zie je die toch alle twee even graag?’ – ANTHONY VANDEN BORRE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content