Hij bouwde een carrière uit in het zuiden van Europa, speelde vaak wel, speelde soms niet, maar genoot altijd en dat zal bij FCV Dender niet anders zijn. Het leven volgens Erwin Lemmens. ‘Gelukkig zijn is niet moeilijk.’

FCV Dender is als nieuwkomer in de eerste klasse geen gemakkelijk seizoen voorspeld. Dat wordt dan – behoudens een verrassing – hopen dat een afstraffing uitblijft, niet in het minst voor de doelman. Maar Erwin Lemmens is vooral blij dat hij na anderhalf seizoen op de bank zitten bij Olympiacos en drie maanden krasselen met RKC weer kan spelen. “Dat zeker. Ik heb lang moeten nadenken over wat ik ging doen en wat ik nog wou. Ik wist niet goed of ik nog wel wou voetballen of stoppen. Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat ik nog veel ambitie heb om te voetballen. Het speelde geen rol waar, ik wou gewoon voetballen. Ik heb om privéredenen gekozen om dichter bij huis te zitten, dichter bij een aantal mensen, onder anderen mijn moeder, die ik acht jaar niet gezien heb.”

Hoe kijk je tot nu toe terug op je carrière ?

Erwin Lemmens : “Heel positief. Ik denk dat er weinig Belgen zijn die zoiets meegemaakt hebben. Hoe klein de naam ook is die ik heb in België – ik heb misschien maar anderhalf jaar in Beveren gespeeld voor ik naar het buitenland vertrok -, mijn parcours is toch niet min. Welke Belgische voetballer kan zeggen dat hij op zijn tweeëntwintigste naar Spanje is vertrokken ? Niet dat ik daarmee wil uitpakken, maar het is de realiteit. Als kleine Belg zes jaar in Spanje (bij Racing Santander en Espanyol, nvdr) spelen hebben er niet veel kunnen brengen.”

Ervaar je jezelf zo in het buitenland, als ‘de kleine Belg’ ?

“Ik ben en blijf een dorpsjongen die met twee voeten op de grond staat. Ik ben nooit veranderd. Ik zal nooit boven mijn stand leven of onnozel gaan doen. Ik heb goed verdiend, maar dat wil niet zeggen dat je een ander mens moet worden. Ik heb van mijn keuzes nooit spijt gehad.”

Gedane zaken

Er moeten toch keuzes geweest zijn waarvan je wél spijt hebt.

“Griekenland was sportief een mindere periode, maar qua levenservaring is dat een heel grote stap geweest. Dat anderhalf jaar Griekenland is het mooiste anderhalf jaar van mijn carrière geweest. Ook al speelde ik niet. Ik heb zo veel mensen leren kennen, ook echte Grieken. Die ervaring is enorm geweest. Alleen is het op het professionele vlak een slechte keuze geweest. Ik zat achter een monument en dat was moeilijk opzij te schuiven. Je ziet nu hetzelfde met Butina. Iedereen dacht dat die wel zou spelen, maar je ziet dat het hem ook niet lukt. Je zit achter de koning ginder (Antonios Nikopolidis, de doelman met wie Griekenland Europees kampioen werd, nvdr). Dat respect voor hem is zo groot dat ze hem gewoon niet kunnen wisselen.”

Waarom noem je het desondanks je beste jaren ?

“Gewoon, door de levenservaring. Ik heb anderhalf jaar genoten van mijn leven. Honderd procent getraind, goed getraind, want ik zat in een topclub. En dat alleen al zorgt voor respect van buitenaf.”

In Piraeus zeggen ze dat je je Olympiacos vooral zal herinneren van de feestjes.

“Is waar en logisch : als bijna alles gewonnen wordt, weet je dat je van het ene feest in het andere valt. Ik heb me geamuseerd. Ook als je niet speelt, moet je dan van die momenten profiteren. Het is een plezierjaar geweest. Super de luxe. Alles was er, alles kon en als er iets te kort was, lag het er ’s anderendaags direct.”

Het is ook een luxe als je dat kan : niet spelen en toch niet gefrustreerd raken.

“Gefrustreerd raak je wel, je moet op je tanden bijten want je werkt uiteindelijk de hele week keihard voor niks. Je kan alleen maar hopen op een blessure of ziekte van de eerste keeper.”

Je verwijt niemand iets, zei je in eerdere interviews al, maar je zei ook al halvelings dat je beloftes had gekregen van Sollied waardoor je dacht te zullen kunnen spelen. Daarin klinkt toch teleurstelling.

“Er was mij voor ik tekende, verteld dat hij niet honderd procent geloofde in de doelman en iemand wou, die de druk op hem opvoerde. Dus ik wou die concurrentie aangaan. Ik was er niet bang voor om een of twee maanden op de bank te zitten. Maar uiteindelijk heb ik hard gewerkt, maar niks teruggekregen. Dan kan je mensen dingen verwijten, maar dat haalt toch niets meer uit. Je kan maar beter rustig blijven. Gedane zaken nemen geen keer, het leven gaat door. Als je niet speelt, ben je altijd ontevreden, dat was ik in Spanje ook soms. Als je iedereen in de pers moet gaan aanvallen, dan ben je verkeerd bezig. Zo zit ik niet in mekaar. Dan kan ik maar beter een boek schrijven in plaats van een interview te geven. Voetbal is : veel goede momenten, maar ook veel slechte momenten. Je moet op die slechte momenten rustig kunnen blijven. Dat is belangrijk.”

Examen

Bij RKC werd je vorig seizoen gehaald om het behoud te helpen verzekeren en dat is hier bij Denderleeuw niet anders. Waarom zou je hier bij Dender wel kunnen wat je in Nederland niet is gelukt ?

“RKC was moeilijker. Ik ben er pas gekomen na de winterstop, na een slecht half seizoen van RKC. Ik had maar voor drie maanden getekend en dat was voor mij zuiver gericht op weer kunnen spelen na mijn revalidatie, want ik had in augustus mijn schouder ontwricht, waardoor ik me in Griekenland had moeten laten opereren. Eind januari heb ik bij Olympiacos mijn contract kunnen laten verbreken. Maar RKC stond toen zeven punten achter op de voorlaatste, dus het enige wat ik nog kon doen, was proberen voor mijzelf zo goed mogelijk te spelen. We hebben geen enkele thuiswedstrijd verloren, maar er was bij de club, denk ik, een intern probleem dat heel moeilijk op te lossen was. Veel oudere spelers haalden het ritme er wat uit en praatten in op jonge spelers … Wotte, de trainer, kreeg kritiek en er hing veel te veel onrust in de kleedkamer omdat spelers die hem kenden, slecht over hem begonnen te spreken. Zo kreeg je twee kampen met vijf spelers op het veld die eigenlijk weg wilden, tja, dan kan je doen wat je wil. Het klikte gewoon niet. Ik vond niet dat ik in drie maanden ineens de lijnen moest gaan uitzetten, want dan word je toch uitgesloten. Ik moest gewoon weer kunnen spelen.”

Bij RKC hadden ze met je internationale ervaring wel meer van je verwacht.

“Maar als je alleen staat op een schip dat al aan het zinken is, dan kan je het er heel moeilijk weer bovenop helpen. Je kan op training staan schreeuwen en roepen, maar als er niemand luistert, dan mag je er Zidane nog tussen zetten, dan blijft het schip zinken. Nu sta ik voor een andere uitdaging.”

Heb je het gevoel dat je een examen moet afleggen ? Je moet nu in België namelijk bewijzen dat je je imago van getalenteerde keeper met buitenlandse ervaring waard bent.

“Als ik zo redeneer, ben ik verkeerd bezig. Ik ben wie ik ben en ik moet gewoon bij elke ploeg presteren. Iedereen gaat nu denken dat ik alles ga pakken omdat ik in Spanje heb gespeeld. Neen, zo …”

… maar dat dénkt men wel, hoor.

“Dat is dan een verkeerd inzicht. Ik ga natuurlijk mijn uiterste best doen en keihard werken. Maar dit zal iets heel groots zijn voor mezelf. Ik bedoel, veel mensen gaan nu denken : hij is terug in België, we gaan eens zien wat hij kan. Zes jaar Spanje, twee jaar Griekenland, dat zal het veel moeilijker maken. Tja, ik kan maar mijn best doen. Ik wil plezier hebben in het voetbal. Ik heb niet gekozen voor de centen, maar voor het plezier.”

Boterham met choco

Heb je in het verleden wél voor de centen gekozen ?

“Niet speciaal voor de centen, maar ik heb wel altijd goed gekeken wat ik kon verdienen. Als ik alleen voor het geld had gekozen, dan zat ik nu niet in Dender, maar weer in Spanje. Alleen heb ik altijd wel gevonden dat er iets tegenover moest staan als je in het buitenland speelde. Het is niet makkelijk om een job te vinden na je carrière.”

Jij hoeft je door je buitenlandse contracten toch geen zorgen te maken dat je arm door het leven moet ?

“Ik heb goed geld verdiend, maar ik heb het ook altijd goed geïnvesteerd en veel raad gevraagd aan veel mensen. Ik heb nooit zot gedaan en dat is mijn geluk. Ik heb tijden gekend dat ik in Spanje een boterham met choco moest eten omdat alles naar de leningen moest gaan. Maar nu heb ik daar de terugslag van. Nu kan ik zeggen dat ik iets bereikt heb in mijn leven, en daar doe je het toch voor. Ik kan een beetje voort. Maar dat ik niks meer moet doen, dat kan ik niet zeggen (grijnst).”

Maar dat geeft je meer voldoening dan pakweg vijf landstitels en drie bekers ?

“Het is altijd mooi als je dat op je palmares hebt, maar ik sprak onlangs een goede bekende die me zei : als je 45 bent, gaan ze je niet meer vragen hoeveel wedstrijden je nu eigenlijk hebt gespeeld in de eerste klasse. Dan is het juist belangrijk dat je je afvraagt : heb je zekerheid kunnen vastleggen voor de rest van je leven ? Dat is veel belangrijker en die woorden zijn mij bijgebleven. Vijf landstitels zijn ook mooi, maar ik heb bovendien iets kunnen opbouwen en daar ben ik tevreden mee.”

Had je sportief verder gestaan als je in België was gebleven ?

“Goeie vraag, maar moeilijk te beoordelen. Dan had ik misschien nu in een topclub in België gespeeld en in de nationale ploeg gestaan, wie weet. Maar ik heb geen spijt van wat ik gedaan heb.”

Welk moment vond je het moeilijkste in je carrière ?

“Ik heb eigenlijk maar één diepe put gekend en dat was het eerste halfjaar nadat ik uit België weg was. Dat was een heel moeilijk half seizoen. Ik moest alles in één keer leren, ik moest op de bank zitten, ik sprak geen Spaans, ik had weinig contact met mijn familie. Dat was de eerste, drie, vier maanden tranen laten. Ik miste dit en dat. Je loopt tegen een muur en je draait je om en ze slaan je in je gezicht. Dat gevoel had ik. Gelukkig sprak mijn vrouw Spaans en zij heeft mij er echt bovenop geholpen. Vanaf januari heb ik geen heimwee meer gehad naar België. En ik spreek perfect Spaans nu. Zij was verliefd op Spanje. Ze wil zelfs niet in België wonen. Ook nu niet : ze zegt nu al dat ze hier niet blijft wonen. En ik ook niet : ik wil ook in Spanje wonen, het is meer relaxed, aangenamer.”

Wat is gelukkig zijn ?

“Gelukkig zijn is … niet moeilijk. En ik ben gelukkig omdat de mensen rond mij me altijd zijn blijven steunen.”

Vanwaar komt dat luchtige zuiderse kantje in je mentaliteit ? Je ziet er ook altijd goedlachs uit.

“Mij kwaad zien is heel moeilijk. Ik heb altijd graag gelachen en gezwansd. Ik hoef hier nog maar binnen te komen en ze schieten al in de lach. (lacht) Ik hou van plezier. Ik werk keihard gedurende de week, maar uiteindelijk moet ik toch altijd eens een grapje kunnen maken. Gelukkig zijn in het leven is het belangrijkste voor mij.”

Op welke manier heeft zolang wonen en werken in het zuiden van Europa je veranderd ?

“Het vormt je. Het ritme is anders, de snelheid van uitvoering en de precisie liggen twee keer hoger, de trainingen, maximaal twee keer raken … Je wordt ook sneller volwassen, je wordt heel goed begeleid en gestuurd. Jonge gasten worden zó klaargestoomd om in de eerste klasse mee te draaien. En ze krijgen er ook vertrouwen. In het Belgische voetbal verloopt het wel eens anders. Ik ben in Spanje volwassen geworden.”

Paarden

Je had vroeger iets met paarden. Heb je dat nog altijd ?

“Ja. Mijn vrouw is professioneel springruiter. De paarden namen we ook mee naar Spanje en Griekenland met een privétransport en zij reed daar. Mijn ambitie is daar sindsdien alleen maar groter in geworden. Ik was vanmorgen voor ik kwam trainen al mee op jumping. We hebben nu echt drie toppaarden staan, jonge dieren waar ze al achter zitten. Ze worden opgeleid door mijn vrouw. Met de paarden die ik tot nu toe heb gekocht en verkocht, heb ik mijn centen goed verdiend. Ik zeg niet dat ik daar rijk van word, maar je kan er toch een centje mee bijverdienen. Zulke dingen zie ik wel zitten voor na het voetbal.”

Over welke bedragen hebben we het ?

“Je spreekt toch al gauw over 15.000 à 20.000 euro voor een vierjarig paardje.”

Herken je een goed paard ?

“Ja, ik heb er toch een beetje oog voor, denk ik. Ik begin het ook beter en beter te zien. Ik ga veel kijken en ik laat mij goed adviseren. Ik ga geen paard van acht of negen jaar kopen waarvan je niks meer terugkrijgt. Ik wil een jong paard dat ik kan verkopen. Het is een vorm van beleggen met een iets groter risico dan bij de bank, want het kan zijn been breken en alles is voorbij.”

Raymond Mommens hield zich vroeger ook met paarden bezig en zei dat de prijs telkens werd opgedreven als ze hoorden dat hij uit het voetbal kwam en een paard wou kopen.

“Dat is dikwijls zo. Maar Bert Prouvé, die voor de Belgische nationale ploeg heeft gereden, is een heel goeie vriend van mij en ik koop mijn paarden via hem. En hij rekent niet speciaal door, allez, dat hoop ik toch niet. (lacht) Bert weet wat ik zoek en kent er heel veel van. Hij weet dat ik wil investeren. Mijn vrouw rijdt wel professioneel, maar uiteindelijk blijft het wel een hobby. Het moet gewoon plezierig blijven. Wij gaan niet rijden om de centen. Wij móéten geen prijzen winnen om gelukkig te zijn. Gebeurt het toch, dan zijn wij de gelukkigste mensen van de wereld. Als zij voorbijrijdt, zit ze te lachen naar mij en ik lach terug. Dat is de vreugde die we daaruit puren. Ik ben een heel grote dierenvriend. Zelf heb ik nooit de ambitie gehad om paard te rijden, wel om ze te verzorgen en te kopen of te verkopen.”

Dus als je trainer wordt, zal het eerder van paarden dan van spelers zijn ?

“Ik hoop in elk geval dat ik er nog iets meer mee bezig kan zijn. Mijn vrouw zegt nu soms wel al eens dat ik ze te goed behandel, maar ik ben er zo veel en zo graag mee bezig … Ik heb respect voor de kracht die zo’n beest heeft. Dat is mijn leven. Ik ben daar elke dag honderd procent mee bezig. Ik heb vier hectare liggen, dus daar komt wel wat onderhoud bij kijken. Als ik thuiskom van het voetbal, ben ik ze aan het verzorgen, stallen aan het reinigen of het gazon aan het maaien. Na het voetbal moet je je kunnen afzetten van alles. Dat is de beste filter. Ik kan een paard twee, drie keer per dag van stal halen om het af te spoelen, de haren te kammen of het eten te geven. Soms wel te veel, zegt mijn vrouw (grijnst).”

Kriebel

Hoe zit het met je reflexen ? Je bent ondertussen 32.

“32 ? 31 !”

Excuseer.

“Iedereen zegt 32, maar ik ben geboren op 12/05/76, maar iedereen schrijft blijkbaar 75 (grijnst). Maar de reflexen … we zullen zien hoe het gaat dit jaar. Behalve wat pijntjes in de benen gaat het goed. Ik voel dat ik acht jaar keihard gewerkt heb. Niet alleen mentaal, maar in mijn gewrichten voel ik dat ze afgezien hebben. Tot mijn dertig heb ik er weinig van gemerkt, maar nu begin ik het toch te voelen. Het gaat niet meer zoals vroeger. Ik begin meer op zekerheid te keepen. Mijn positiespel begint belangrijker te worden. Vroeger was het allemaal spektakel, maar zo ben ik niet meer. Ik ben soberder geworden. Er komt een moment dat je wat moet beginnen te doseren. Ik ben nog maar 31, maar ik heb afgezien op training en dat speelt mee. Hoelang ik het nog kan volhouden, dat zullen we na dit seizoen wel zien.”

Patrick Nys is er 39. Je begint nog maar, Erwin.

“Met alle respect voor hem, maar zolang kan ik het nooit volhouden. Nog een jaartje of twee, drie en dan zal het wel goed zijn geweest. Er komt nog iets na het voetbal ook.”

Jullie spelen komend weekend met Dender tegen Anderlecht. Doet dat je nog iets ?

“Ik kom hier niet uitbollen en dan gaat er toch ook nog altijd een kriebel door mijn lijf. Ik zeg niet dat ik er een hele nacht niet van ga slapen. Nerveus zal je mij nog moeilijk krijgen. Het is vooral, zeker in deze groep, belangrijk om kalm te blijven. Maar ik kan makkelijk alles van me afschuiven. Ik kan mijzelf daar niet druk meer over maken. Ik ben gewoon blij en dat zie je ook aan mij. En voor de rest ga ik keihard mijn best doen.” S

Door Raoul De Groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content