2013 was het jaar van meer nederlagen dan ooit. Maar ook van een nieuw perspectief. In het vooruitzicht van de start van het tennisseizoen 2014 blikt Yanina Wickmayer terug op vijftien jaar ’tegen een bal slaan’. De mens achter de machine spreekt.

Yanina Wickmayer: “Het is een verschrikkelijke periode geweest. Want ik haat verliezen. Verliezen in de eerste ronde haat ik nog meer en het meest haat ik in de eerste ronde met zware cijfers verliezen. Antidepressiva heb ik niet moeten slikken, maar de periode van april tot september was tot nu toe wellicht de moeilijkste in mijn carrière. Ik was op zoek naar overwinningen, naar antwoorden op de vraag waarom het niet ging én naar oplossingen. Tot nu toe weet ik nog niet waarom ik wedstrijden verloor die ik normaal moet winnen. Maar wat ik wel weet, is dat ik er heel veel uit zal leren. Ik denk nu op een andere manier en dat bezorgt mij een ander gevoel. Die periode is nodig geweest om mij van bepaalde dingen bewust te worden om zo in de toekomst als persoon en als atleet een stap vooruit te kunnen zetten.

“Ik heb fel met mezelf gevochten, héél fel zelfs. (lacht) Wat er dan gebeurt? Koppig zijn. Willen trainen op momenten dat de trainer zegt dat het beter is om te rusten. Op mijn zotte sloefen nog een uur extra gaan lopen en dan de volgende dag op training stikkapot zitten. Nog harder werken was niet de oplossing. Je kunt beter zoals na de US Open een week de rackets in de kelder smijten en eens iets anders doen. Ik ben toen onder meer gaan squashen en gaan spinnen. Daarna nam ik mijn racket vast en ging alles als vanzelf. Dan deed ik plots weer gewoon heel eenvoudig en spontaan wat ik al vijftien jaar doe: tegen een bal slaan.

“De voorbije maand zette ik mijn seizoen eens op een rijtje om er wat afstand van te kunnen nemen. Om dan wat te rusten, vrienden en familie te ontmoeten, eens andere dingen te doen, een beetje meer vrouw te zijn (lacht) en mij voor te bereiden op het nieuwe jaar. Dit is ook de enige periode waarin we kunnen opbouwen, fysiek én tennistiek. Ik ben nog altijd maar 24, net geworden, er zijn zeker nog zaken waaraan ik kan werken en waarin ik kan evolueren. Conditioneel wat vinniger en sneller worden, meer het net opzoeken en wat meer druk zetten bijvoorbeeld. Mijn jaar nog iets beter plannen ook, met af en toe een iets grotere trainingsperiode alvorens naar toernooien te vertrekken. Coach Stefan Wauters en conditietrainer Nick Audooren kwamen bij mijn team en dat zijn mensen bij wie ik mij heel goed voel, die op de juiste manier met mij werken en die ik voor honderd procent kan vertrouwen.”

Verdriet

“In november trainde ik met Nick in Monaco twee weken enorm zwaar zonder dat ik last kreeg van mijn rug. Heel belangrijk en een goed voorteken. Eind 2011 viel ik voor lange tijd uit met een driedubbele hernia en waren dokters en begeleiders er niet zeker van dat ik ooit nog op topniveau zou terugkomen. Ik heb toen mijn servicebeweging moeten aanpassen omdat die te belastend was voor mijn rug en ik ben op zoek moeten gaan naar de juiste trainingen om die nieuwe service onder controle te krijgen. Een tijd met heel veel onzekerheden.

“Ik was toen heel gesloten, gaf bijna geen emoties vrij. Het was mijn eerste ernstige blessure en opeens realiseerde ik mij dat ik met topsport bezig was en dat dat allemaal niet zo gewoon is. Je raast maar door, jaar in jaar uit. Op je achttiende ben je top honderd, op je twintigste top twintig en zodra je twaalfde staat lijkt de top tien heel dichtbij, omdat alles zo snel, zo vlot en zonder nadenken is gegaan. Maar plots werd ik door die rugproblemen uit die ballon getrokken en met de voeten op de grond gezet. Dan ga je voor het eerst kijken: waar ben ik mee bezig, wat ben ik eigenlijk aan het doen? Tot dan had ik altijd getraind als een zot. Van ’s morgens tot ’s avonds klopte ik uren. Als ik zeven uur getraind had, was dat nog niet genoeg. Dan wou ik nóg meer doen. Mijn rug liet mij inzien dat hard trainen gestructureerd moet gebeuren en niet ten koste van je gezondheid. Daardoor ben ik een beetje volwassener geworden.

“Je beseft op dat moment ook dat je pas laat bent begonnen met tennissen, en om een rare reden. Mijn moeder leed aan baarmoederhalskanker en kreeg de laatste drie jaar van haar leven thuiszorg. Ik was toen constant bij haar. Als ze honger had, schilde ik appeltjes voor haar en mijn huiswerk maakte ik bij haar in bed. Mijn papa zegt dat hij mij ’s avonds uit haar bed moest sleuren om in mijn eigen bedje te gaan slapen. Om mij wat afleiding te bezorgen, stuurde hij mij een week op tennisstage. Zo is het begonnen. In een hele harde periode was het een manier om mijn gedachten te verzetten en mij te amuseren.

“Maar een halfjaar later stierf mijn mama en kon ik niet meer slapen. Nachtmerries… Als kind begreep ik niet wat er gebeurd was. Nochtans wist ik alles. Ik was altijd meegegaan naar de dokters en had alles gehoord wat daar gezegd werd. Mijn ouders wilden mij voorbereiden op wat er onvermijdelijk zou komen, denk ik, en mij een beetje volwassener maken dan ik al was. Maar wanneer het dan gebeurt, besef je als meisje van negen niet ten volle dat je mama weg is en nooit meer terugkomt. Dat je haar voorgoed kwijt bent. Het is pas op latere leeftijd tot mij doorgedrongen hoe hard ik haar mis in mijn leven en in mijn carrière.

“Na haar dood wou ik thuis weg. Weg van de plaatsen waar mijn mama geweest was en van de mensen die altijd maar weer over haar begonnen te praten. Weg van alles wat mij aan haar deed terugdenken, want dat hielp niet die pagina om te draaien en was heel negatief voor de voortzetting van mijn leven als meisje. Ik voelde mij niet goed, ongelukkig en kon niet vooruitkijken. Ik bleef in dat gat zitten. Het was in die tijd alsof mijn papa en ik onze weg niet meer vonden. We wisten precies niet meer waar we naartoe moesten, we leefden naast elkaar en probeerden alle twee te doen alsof alles oké was. Ik probeerde mij sterk te houden voor hem en hij voor mij. Beiden zaten we met zo veel gevoelens en emoties dat we veel met onszelf bezig moesten zijn om elk op onze manier die knoop eruit te halen. Maar in onze vertrouwde omgeving lukte dat niet. Dag in dag uit zag ik familieleden en vrienden die wel een mama bij zich hadden en die met haar mooie momenten beleefden. Dat deed pijn. Uiteindelijk beslisten we om naar Amerika te verhuizen. Daar kon ik in een rustgevende en stabiele omgeving opgroeien: tennissen in een academie, er naar school gaan, Engels leren, tot rust komen, alles verwerken en weer andere uitdagingen toelaten.”

Verwerkingsproces

“Intussen weet ik dat zo’n verwerkingsproces een levensproces is. Daar ben je een leven lang mee bezig. Nu nog ken ik soms moeilijke momenten. Maar onze verhuizing naar Amerika hielp mij om weer gelukkig te worden en naar de toekomst te kijken. Na twee en een half jaar keerden we terug omdat de tennisfederatie mij vroeg bij de VTV te trainen. Maar twee jaar later smeten ze mij daar buiten omdat ik blijkbaar niet goed genoeg meer was. Ik was veertien en dat kwam wel zwaar aan. Als de meesten niet meer in jou geloven, is het soms moeilijk om nog in jezelf te geloven. Gelukkig wist mijn papa tot wat ik met mijn karakter en mijn doorzettingsvermogen in staat was. Na een serieus gesprek over wat ik met mijn leven wilde doen, beslisten we dat ik niet meer naar school zou gaan en we zouden kijken waar ik twee jaar later zou staan. Buiten de federatie waren tennis en school niet te combineren, maar ik wou blijven vechten voor wat ik echt wou. Uiteindelijk ben ik op vijftien à zestien jaar zonder om te kijken voluit voor een tenniscarrière gegaan.

“Als je iets wilt bereiken in het leven, weet je dat er obstakels op je weg zullen komen. Dan maak je momenten mee die je liever niet wilt meemaken en waar je zo snel mogelijk van weg wilt. Maar als je daar doorheen komt, zijn dat wel momenten die je sterker maken. Het zijn die ervaringen die je maken tot de persoon die je bent, daar geloof ik heel erg in. Een geloof dat ik mij eigen heb moeten maken om bepaalde moeilijke momenten te kunnen doorbijten. Voor mij de enige manier om ermee om te kunnen gaan en sterk te blijven. Iedereen zet wel eens een stap achteruit. Als je er daarna weer twee vooruit kunt zetten, ben je goed bezig. Er zijn dagen dat ik kan rotten om dingen die gebeuren of om verloren matchen, maar uiteindelijk doe ik toch wat ik graag doe en ben ik ongelooflijk gelukkig met alle mensen om mij heen.

“Met de pijn van het verlies van mijn mama heb ik moeten leren omgaan. Die heb ik op mijn manier een plaats moeten geven om die onder ogen te kunnen zien. Dat gaf mij de sterkte om met een positieve ingesteldheid, met opgeheven hoofd en met een zekere kracht weer naar het leven te kunnen kijken. Ik ben er zeker van dat ook mijn mama dat gewild heeft. Ze vocht zelf als een beest tegen die ziekte en hield het uit tot het echt niet meer ging. Dat nam ik van haar over. Ik wil dat zij trots is op de persoon die ik ben. Elke ochtend sta ik met die gedachte op, elke keer is dat het doel dat ik op het einde van de dag wil bereiken. Zij was iemand die altijd klaarstond voor iedereen en dat probeer ik nu zelf ook te doen voor de mensen die dicht bij mij staan. Ook dat is een kracht die ik van haar meekreeg.”

Vrouwenkwesties

“Ik groeide op met alleen maar mijn papa en in heel veel dingen heeft hij mij enorm kunnen helpen. Hij ving mij geweldig op, maar hij is en blijft natuurlijk een man. Ik bedoel: de eerste keer dat je je regels krijgt, ga je niet aan je papa vragen wat je moet doen. Dat klopt niet. Dat vraag je aan je mama. Ook als ik morgen ruzie krijg met mijn vriend, is dat niet het eerste waar ik met mijn papa over ga praten. Er zijn altijd wel dingen die wij meemaken waarvan papa zou zeggen: ‘Zeg Yanina, alstublieft jongen, zaag eens niet, daar ben je toch niet mee bezig!’ Terwijl je dat als vrouw anders ervaart. Vriendinnen hielpen mij daar vaak bij.

“Als vrouw ben ik een beetje een laatbloeier, denk ik. Sowieso is dat al geen gemakkelijk proces en voor een meisje dat opgroeit zonder mama en ook nog eens topsport bedrijft, is het dat zeker niet. Anderzijds liet mij dat toe om veel dingen zelf te ervaren, zonder dat het mij gezegd of geleerd werd. Ik moest veel doorstaan, maar dat hielp mij om zelf te beginnen aan te voelen en tot het inzicht te komen wat ik wil en wat niet, welke mensen goed voor mij zijn en welke minder. Ondertussen slaagde ik er toch in een waardevolle relatie op te bouwen die nu al twee en een half jaar duurt.

“Papa is nog steeds heel aanwezig, maar op een andere manier. Met mijn vriend erbij was dat in het begin niet gemakkelijk. Logisch ook. We komen van een situatie waarin we 24 uur per dag samen waren en samen zo veel moeilijkheden doorworstelden – want het is geen gemakkelijk leven als tennisster. Je ziet vaak dat ouders heel dicht bij hun kind blijven en zeker een meisje heel erg beschermen. Dat is ook wat mijn papa heel hard deed. Als daar dan een vriend bij komt, is het normaal dat hij wil weten wat zijn dochter doet, of ze wel tijdig in bed zal zitten en ’s anderendaags niet te moe zal zijn om te trainen.

“Nu weet hij dat ik zodanig ben opgevoed dat die discipline er niet meer uitgaat. Dat ik de juiste dingen doe en op tijd thuis ben, dat ik niet ga stappen en nooit drink. Daar had hij toch de bevestiging van nodig. Voor hem was dat aanpassen. In een-twee-drie is dat zeker niet gegaan, maar ik denk dat we nu tot een leuke verhouding zijn gekomen. Hij is nog altijd heel betrokken, enthousiast en trots, maar laat mij mijn keuzes maken en vertrouwt mij in wat ik doe. Voor mij is hij de beste papa van de wereld. Samen doorzwommen we zo veel wateren en nu ik wat ouder ben en daarop terugkijk, kan ik zeggen dat we alle twee gelukkig kunnen zijn met wat we deden. Ik draag papa’s trouwring altijd bij mij en dat zal altijd zo blijven. Levenslang.”

Vertrouwen

“De voorbije twee jaar was mijn rug een heel bepalende factor. Mijn service was altijd mijn belangrijkste wapen. Wanneer dat dan plots wegvalt en je na tien à vijftien jaar anders moet opslaan, vergt dat een grote aanpassing. Maar het was vooral mentaal moeilijk om die nieuwe servicebeweging te aanvaarden en te aanvaarden dat er een probleem is. Het was ook een hele opdracht om de juiste structuur en balans te vinden in het trainen en het spelen. Soms kreeg ik tijdens toernooien last of werd ik stijf, omdat ik niet de oefeningen deed die ik moest doen. Maar nu heb ik de juiste stabiliteit gevonden. Honderd procent natuurlijk en even hard als vroeger zal mijn service nooit meer zijn, denk ik. Maar ik aanvaardde hem intussen wel, ik geloof dat er nog marge is voor verbetering en ik wil er het beste uit halen.

“Voor het eerst in vier en een half jaar ben ik uit de top dertig gezakt, naar de 51e plaats, maar dat was nodig om sterker te worden en weer tot een beter niveau te komen. Zo voel ik deze periode nu aan. Het was niet mijn beste jaar qua resultaten, maar wel het meest leerrijke. Het kan raar klinken na een seizoen waarin ik meer dan ooit verloor, maar mijn gevoel is dat ik daardoor stappen in de juiste richting kon zetten. Daar haal ik veel vertrouwen uit. Na de eerste ronde op de US Open nam ik een week rust, paste ik een paar trainingsweken in die deugd deden en speelde ik enkele goeie matchen om het jaar af te sluiten.

“Nu train ik slimmer en efficiënter, béter gewoon. Met mijn trainers ben ik echt in een goeie routine geraakt en sinds enkele maanden is op advies van kinesist Lieven Maesschalck ook Jef Brouwers in mijn team gekomen. Hij helpt mij op een heel relaxte en aangename manier met het aanvaarden van en het omgaan met bepaalde dingen, hij probeert er almaar meer een positieve en zelfverzekerde ingesteldheid in te krijgen. Het voelt helemaal niet aan alsof ik bij een psycholoog ga, maar meer alsof ik met een vriend zit te praten.

“Het is een combinatie van veel factoren die mij heel veel vertrouwen en motivatie geven voor de toekomst. Voor volgend jaar liggen mijn ambities binnen de top dertig en hopelijk zelfs de top twintig. Ik ben er in elk geval van overtuigd dat het beste nog moet komen.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Het is pas op latere leeftijd tot mij doorgedrongen hoe hard ik mijn mama eigenlijk mis.”

“Ik draag papa’ s trouwring altijd bij mij en dat zal altijd zo blijven. Levenslang.”

“Ik ben om een hele rare reden beginnen te tennissen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content