Van de Belgische top ging het naar de Europese subtop, en dan dacht iedereen aan AC Milan, of zoiets, als logisch vervolg. Maar de trainerscarrière van Erik Gerets is gestrand bij de 1. FC Kaiserslautern. ‘Wie niet presteert, staat ter discussie. Ook Erik Gerets.’

Volgend weekend beginnen ze in de Duitse Bundesliga aan de terugronde. Voor de 1. FC Kaiserslautern, de ploeg van Erik Gerets, staat die net als een jaar geleden in het teken van de strijd om het behoud. Halfweg hebben die roten Teufel slechts vijftien punten. Daarmee staan ze maar twee puntjes boven de degradatieplaatsen, en dat zijn er drié in Duitsland. Na het oefenkamp in Turkije, dat begon in mineur met slecht weer en eindigde in mineur met een gelijkspel tegen tweedeklasser Nürnberg, zette Gerets drie spelers uit de A-kern : de oudgedienden Freund, An-fang en Hegen. Wegens gebrek aan geld kwam er slechts één speler bij : Timo Wenzel, centrale verdediger van VfB Stuttgart.

We zitten in de kantoren van het Fritz Walterstadion. Buiten schijnt de zon, de spelers hebben net iets meer dan een uur getraind. Twee supporters volgden die training, Kaiserslautern begeistert even niet meer. In een kleine noodkantine, een paar containers groot, komen arbeiders bij grote Weissbiere even bij van de vrieskou. Buiten zwenken kranen en weerklinken hamerslagen. Het stadion op de Betzenberg, die hoog boven de stad uittorent, krijgt met het oog op het WK 2006 nieuwe tribunes. Misschien zitten dieLauterer tegen dan wel in tweede klasse. Gerets, wrang : “Dat zou pas een doemscenario zijn.”

Tegen een vorstelijk loon – een gegarandeerd jaarsalaris van 307.000 euro en een fors aantal prestatiegerelateerde bonussen – saneert crisismanager Jäggi de club. Die zat diep in de rode cijfers en raakte slechts aan een licentie door én haar stadion met oefencomplex én de transferrechten van spits Miroslav Klose te verkopen. Klose verhuist straks voor 5 miljoen euro naar Werder Bremen. Zo werd een gat van 17,5 miljoen euro gedicht. Want geld is er blijkbaar niet in deze dichtbeboste, maar minder dichtbevolkte regio. Een schandaaltje rond illegale vrouwenhandel in het centrum van de stad eind vorig seizoen deinde volgens Der Spiegel uit naar de club en bracht het Präsidium in opspraak.

In deze omstandigheden proberen Jäggi en Gerets, die elkaar leerden kennen bij Adidas, het schip drijvende te houden. Vorig seizoen lukte het en Jäggi beschermde toen graag zijn trainer tegen een putsch van ex-international Hans-Peter Briegel, die graag Kalli Feldkamp naar de Pfalz had gehaald. Briegel nam vorige herfst ontslag en werd opgevolgd door Olaf Marschall, een gewezen topspits die nu acteert als persoonlijke raadgever van Jäggi.

Gerets en Jäggi maakten tijdens de zomer een haarscherpe analyse van de kern. Mario Basler, rond wie op het middenveld veel draaide, werd naar Qatar versast. Hij blijkt evenwel niet te zijn vervangen in zijn rol als patron. “Mario had een eindpunt bereikt”, zegt Gerets. “In de Duitse competitie moet je kracht hebben en dat lukte niet meer. Ik mis hem wel, omdat hij voorop ging in de strijd. Niet iedereen zag hem even graag, maar hij was iemand die, met bal, plezier bracht. Hij schreeuwde soms dingen die nergens op sloegen, maar als je hem wat beter kende, wist je dat je daar geen acht op moest slaan. Want zijn hart zat op de juiste plaats.”

Geen Basler, evenmin een Sforza : ook al zo’n middenvelder met ervaring, maar op de sukkel met de achillespees. De Zwitser speelde dit seizoen nog geen minuut en is nog steeds niet klaar voor de dienst. Wie wel fit is, zijn de brave jongens, samen zéventien nationaliteiten : Grieks, Fins, Pools, Duits, Sloveens, Bulgaars, Kameroens, Congolees, Turks… Maar geen leider. Gerets : “Het is hier véél stiller dan in Nederland. Als ik hier op training drie conflicten per seizoen heb, is het veel. In Eindhoven had ik er drie per wéék. En dan zie je dat ze op een veld soms te lief zijn. Wie conflicten heeft, moet ze oplossen, praten, standpunten innemen. Er ontstaat iets, ten goede of ten slechte, maar er ís iets. Nu doen ze allemaal honderd procent wat je vraagt, of ze proberen het, maar die geslotenheid waar niemand tussen mag komen, die mis ik. Ook opvallend : we pakken veel rode kaarten. Volgens mij ook hierom : veel irritatie en frustratie, ook misschien onderling, en dan verliest iemand wel eens de controle over zichzelf en reageert hij dat af op de tegenstander.”

Hij had er nochtans een goed oog in. “Ik had, dacht ik, de groep goed geanalyseerd. Door een paar jongens te halen probeerde ik op de noden in te spelen. Lange ballen waren een beetje de ziel van de club. Met veel mensen rond je spits om de tweede bal op te vangen hoeft dat niet eens zo slecht te zijn. Maar ik dacht : als ik een combinatie kan maken van de strijdlust van vorig seizoen, aangevuld met iets meer opbouw en wat voetballende mensen op de zijkanten, dan maken we er wat van. Alleen lukt dat dus niet. En dan stel je de terechte vragen : waarom doe ik het niet goed, waarom doen je spelers het niet goed ?

“We hadden veel blessures, maar ik train niet anders dan ik al tien jaar doe. Ik heb er zelfs een voedingsspecialist bijgehaald. Wie vorig seizoen goed was, speelt nu wat minder en de nieuwelingen werkten zich met veel moeite in het elftal. Ik denk nog altijd dat er genoeg kwaliteit is om hoger gerangschikt te staan, alleen is dit geen eenheid, zoals ik mij een voetbalclub voorstel. Als iedereen in de kern goed zijn best doet, heb je het als trainer gemakkelijk. Gebeurt dat niet en zijn er ergens wrijvingen, dan heb je als trainer een probleem en moet je dat oplossen. We hebben vorig jaar goed gepresteerd, maar een aantal jongens heeft plaats moeten maken voor nieuwe krachten. Als je dan de pech hebt dat het niet honderd procent meevalt, zit je als trainer met een probleem.”

Op de recente verwijdering van drie spelers uit de kern wil Gerets geen commentaar geven. En de opmerking over te veel buitenlanders, ach… “Het liefst zou ik, vooral in mijn verdediging, met vier Duitse jongens spelen. Voor de communicatie is dat makkelijker. Maar overal in Europa zie je dat het voetbal internationaal is geworden. Daar komt nog een keer bij dat goede Duitse spelers voor ons financieel niet haalbaar zijn. Wij kunnen ze een fatsoenlijk contract aanbieden, maar geen transferprijs betalen.”

Wat is het ergste ? “Dat wij niet kunnen uitvoeren waar we op trainen. En dat we verliezen door individuele fouten. Daarvan rijzen je haren ten berge, zeker als je zelf verdediger was. Dat meen ik. Als ik terugblik op mijn leven, is het een aaneenschakeling van positieve tot extreem positieve zaken geweest. Als speler heb ik alles gewonnen, als trainer titels met topclubs en een niet-topclub. Ik zou kunnen zeggen : zet mij bij een topclub en ik word kampioen, maar ik heb ook bewezen dat ik het bij een andere club kan. Nu is mijn grootste uitdaging ervoor te zorgen dat er op het einde van het seizoen een elftal staat waarmee Kaiserslautern verder kan de komende jaren.”

Kaiserslautern begon aan het kampioenschap met drie punten in mindering wegens de licentieproblemen. Het verloor de openingswedstrijd thuis tegen München 1860, werd uitgeschakeld in de eerste ronde van de Duitse beker en werd in hetzelfde stadium ook gewipt in de Europacup. Een paar keer werd Gerets openlijk, en dit keer ook door Jäggi, in vraag gesteld.

“Ik ben niet beter of slechter dan een andere trainer”, zegt hij. “De wetmatigheden van het vak gaan ook op voor Erik Gerets, ondanks mijn palmares. Vorig jaar misschien niet, nu wel. Want wie onderaan staat, is vatbaar voor discussie, zeker als hij zelf voor een stuk de spelers heeft kunnen nemen die hij graag wilde. Ik heb moeten leren incasseren en relativeren. Je kan alleen je stinkende best doen en hopen dat het voldoende is om weg te komen uit deze miserie. Verder wil en kan ik niet denken. Mijn toekomst is me op dit moment geen zorg. Plannen kun je in dit beroep toch niet.”

Eerst in zijn laatste jaar bij PSV door de spelersopstand en nu door de precaire situatie van Kaiserslautern is het idee weg dat het alleen maar crescendo leek te kunnen gaan met zijn trainerscarrière. Gerets : “Het leek zo perfect, ja. Ik ben nu elf jaar trainer, heb dat vak moeten leren. Bij mijn eerste club, Club Luik, werd ik geconfronteerd met het feit dat je niet van de ene dag op de andere trainer bent. Organisatie rond een elftal, tactiek, organisatie op stilstaande fasen, eten, trainingskampen, opbouw… In Luik kwam er veel op me af, maar gelukkig in de luwte en in een goede sfeer.

“Nadien volgde de perfecte overstap naar Lier, met jonge gasten en het geluk dat de transfers, de afdankertjes, de rest meetrokken. Daar ben ik tactisch geëevolueerd door belangrijke spelers verantwoordelijkheid te geven. Bob Peeters was heel belangrijk, Nico Van Kerkhoven door zijn onverzettelijkheid een van de betere spelers waarmee ik ooit werkte, Rudy belangrijk voor de organisatie, Serneels en Bovri geen hoogvliegers maar ontzéttend belangrijk voor het team. Lierse is mijn mooiste herinnering. Nadien kwamen de twee topclubs, die druk kende ik dan weer uit mijn tijd als speler. Daar heb ik me ook het best gevoeld, in mijn eerste jaar in Brugge misschien het beste voetbal gebracht als trainer. Alleen Europees wilde het nooit lukken. En dat zijn dé uitstalramen voor een trainer uit een klein land.”

En dus is Erik Gerets niet doorgegroeid naar de absolute top in Europa. Het werd Kaiserslautern. “Ik mag niet klagen. Als boerke van Rekem heb ik me bij Standard en PSV ontzettend kunnen ontwikkelen en ben ik terechtgekomen in een platina elftal van Gouden Schoenen. Eigenlijk te gek voor woorden. En als trainer heb ik toch wat op mijn palmares staan. Spijt van mijn keuze voor deze ploeg heb ik nog niet, maar ik ervaar wel dat dit harde arbeid is.”

Jäggi stopt op het einde van het seizoen. En Erik Gerets ? “Ik ben einde contract. Er wordt niet gepraat over een verlenging en dat lijkt me ook logisch. Ik vind zelf ook dat ik met dit elftal beter moet presteren. Als dat niet gaat, moet ik daar de consequenties van dragen en op het einde van dit seizoen de club verlaten. Ik denk niet dat ik nog tien jaar trainer blijf, maar dit zal zeker niet mijn eindstation zijn.”

In mei wordt hij vijftig. Een keerpunt ? “Het begint een respectabele leeftijd te worden. In mijn leven zal het niet veel veranderen : over hoe het sportief verder gaat, heb ik mijn principes, in het leven ook. Ik ben gezond, mijn twee kinderen ook : als de mensen die me dierbaar zijn het goed hebben, gaat het met mij ook goed. Sportief tast ik in het duister. De aanbieding van Schalke vorige zomer was concreet, maar ik heb ze naast me neergelegd omdat ik hier nog een contract had. Eerder al kreeg ik een gigantische aanbieding van Besiktas, maar daar kon ik evenmin op ingaan, want ik lag nog vast bij PSV. Ik zit daar niet mee, mijn taak ligt hier. Het zijn slopende maanden, maar na regen komt zonneschijn. Altijd.”

door Peter T’Kint

‘Ik denk niet dat ik nog tien jaar trainer blijf, maar Kaiserslautern is zeker niet mijn eindstation.’

‘Spijt van mijn keuze heb ik nog niet, maar dit is wel harde arbeid.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content