Op 23 mei bekampt AC Milan Liverpool in de finale van de Champions League. Sport/Voetbalmagazine bracht een blitzbezoek aan Milaan om er te praten met de motor van de ‘Rossoneri’, Ricardo Kaká.

Milaan heeft die ochtend een verrassing voor hotelgasten die dringend een taxi nodig hebben. Oggi è sciopero. De taxi’s staken, mijnheer, en een auto huren om over een halfuur op de plaats van afspraak te zijn lukt niet. Het is halfnegen en het ziet er niet goed uit met betrekking tot het interview met Ricardo Kaká dat over een halfuur vijf kilometer verderop plaatsgrijpt.

Gelukkig is er het openbaar vervoer, in de vorm van een metrostation recht tegenover het hotel, aan het Stazione Garibaldi. Sneller dan een taxi had gekund, voert de ondergrondse naar de Porta Genova. Op de muur van het station is – in het Italiaans – een slogan geschilderd : De toekomst is ook niet meer wat hij ooit is geweest.

Even via het voetgangersbrugje de spoorweg over, dan de eerste straat links : een anonieme poort geeft toegang tot een parking. Wie het juiste adres niet heeft, loopt er zo voorbij. In een loods is, tussen tv-studio’s, een fotostudio geïmproviseerd met een bank en vijf stoelen : vijf reporters uit evenveel landen mogen Kaká exclusief interviewen. Voor het gesprek is ruim een halfuur uitgetrokken, vertaling inbegrepen. Dat is lang voor dit soort gesprek met een voetballer van dit niveau. Maar niet lang genoeg voor de Duitse collega die als slachtoffer van de taxistaking pas op het einde van het gesprek arriveert, net op tijd om een foto te maken en te bewijzen dat hij wel degelijk hier was. Niet iedereen had een metrolijn net voor het hotel lopen.

In de loods staat een tafel met een tekening en een bal : de bal is door Adidas speciaal voor de Champions Leaguefinale ontworpen, met de namen van de twee finalisten erop gedrukt. Voor een reclamecampagne werd Kaká, onder contract bij het Duitse sportmerk, gevraagd een persoonlijke tekening te maken die vandaag na het interview verder uitgewerkt wordt. De speler koos voor het tienpuntenprogramma dat hij als jonge voetballer opstelde, tien doelen die hij wilde bereiken (zie kader).

Momenteel geldt hij zowat als de beste voetballer ter wereld. Zijn naam viel voor het eerst tijdens het WK 2002. Toen praatte, op weg naar weer een wedstrijd in Zuid-Korea, in de bus een Engelse tv-reporter enthousiast na over een bezoek aan de Braziliaanse nationale ploeg. De bondscoach had hem verteld dat hij een verbeterde versie van Dunga ( aanvoerder van Brazilië op de WK’s 1990 en 1994 enhuidige bondscoach, nvdr) had gevonden, een jonge man die bleef lopen zonder moe te worden en die het ideale knooppunt vormde tussen aanval en verdediging. De bewuste speler zat al in de Seleção maar was nog geen titularis. Hij zou op dat WK uiteindelijk amper dertien minuten in actie komen. “Kaká noemt men hem”, zei de BBC-man aan de nieuwsgierige collega’s naast en voor hem op de bus. “Onthoud die naam !”

Brazilië-België

Stipt om negen uur komt Kaká zelf met de auto de parking opgedraaid, geeft iedereen vriendelijk een hand en gaat rustig zitten. Vedetteneigingen zijn hem vreemd. Rustig en aandachtig luistert hij naar de vragen en geeft beleefd antwoord. Dat doet hij ook wanneer hem voor de duizendste keer gevraagd wordt of hij volgend jaar misschien voor Real gaat voetballen.

Ontzettend aardig en behulpzaam is hij ook. Wanneer de Argentijnse tolk, die de vertaling van Engels naar Portugees en omgekeerd voor zijn rekening neemt, de in het Italiaans gestelde vragen van de Italiaanse journalist niet begrijpt, vertaalt Kaká spontaan vraag én antwoord naar het Portugees. Niet alleen Italiaans begrijpt en praat hij (begin dit jaar verkreeg hij de Italiaanse nationaliteit, via de Italiaanse roots van zijn vrouw), ook op sommige in het Engels gestelde vragen wacht hij niet op de Portugese vertaling en antwoordt hij meteen. Bijvoorbeeld op de vraag waar de Belgische reporter mee zit :

Klopt het dat je op het WK 2002, waar Brazilië wereldkampioen werd, na de wedstrijd tegen België aan Nico Van Kerckhoven hebt gevraagd of je zijn shirt kon krijgen ?

Ricardo Izecson Santos Leite Kaká : “Dat klopt. Ik bewonderde Nico Van Kerckhoven op dat WK, ik vond het een fantastische speler, omwille van zijn inzet voor zijn team. Na de wedstrijd Brazilië-België heb ik hem zijn shirt gevraagd. Ik heb het nog steeds.”

In de Champions League ben je topschutter, wat als middenvelder niet vanzelfsprekend is. Wat betekent dat voor jou ?

“Het was nooit mijn doel om topschutter te worden, omdat ik spelmaker ben en geen spits. Ik vind het fijn, maar het was niet iets waar ik op aasde.”

Tegen Fiorentina miste je onlangs een penalty. Wordt dat een probleem als de finale tegen Liverpool straks met penalty’s beslist wordt ?

“Misschien. Ik heb al eerder een penalty gemist, maar ook al een aantal penalty’s omgezet. Ik ga ervan uit dat wij, net als Liverpool, binnen de reglementaire speeltijd de wedstrijd willen beslissen om het niet op penalty’s te laten aankomen.”

Twee jaar geleden gaven jullie een 3-0-voorsprong tegen Liverpool weg. Hebben jullie de voorbije twee jaar bedacht wat er toen verkeerd liep ?

“Nee. In een finale kan van alles gebeuren. Wat toen gebeurd is, is voorbij. Daar denken we niet meer aan terug.”

Beschouwen jullie deze finale als revanche ?

“Nee. Elke wedstrijd is een nieuwe kans. Toen wonnen zij, nu willen wij winnen. We zijn niet meer bezig met wat toen gebeurd is. We spelen ook twee jaar langer samen, hebben meer ervaring.”

Als je iemand mocht kiezen die niet met Liverpool tegen jullie mag aantreden, wie laat je dan weg ?

Steven Gerrard, omdat hij de leider op het veld is, dé man die de organisatie verzorgt. Voor ons zou het helpen, mocht hij er niet bij zijn.”

Real Madrid

Wanneer zijn jullie gaan focussen op de Champions League in plaats van op de titel in de Serie A ?

“Van in het begin van het seizoen. Het kampioenschap was voor ons niet de eerste optie, aangezien we met acht strafpunten achterstand startten. Wel wilden we ons via de competitie opnieuw plaatsen voor de Champions League van volgend jaar ( in Italië zijn de nummers één tot drie rechtstreeks geplaatst voor de Champions League, terwijl de nummer vier de voorronde speelt, nvdr). Maar ons voornaamste doel dit seizoen was vanaf de start de Champions League.”

Milan startte en eindigde sterk. Daartussen zat een mindere periode. Was dat zo gepland ?

“Absoluut niet. Het klopt dat we goed begonnen, maar daarna gingen we echt slecht voetballen om vervolgens weer beter te worden. Nu zitten we helemaal in topvorm, net op het moment waarop de prijzen verdeeld worden. Daarom hebben we zo veel vertrouwen in een goede afloop.”

Speelde jij ooit beter dan nu ?

“Ik denk dat ik nog een betere voetballer kan worden, dat ik nog dingen kan bijleren, maar tot nu toe is dit de beste periode die ik als speler meemaakte. Dit is mijn top.”

Wat kan nog beter ?

“Alles. Misschien zien jullie dat volgend seizoen.”

Als jonge voetballer maakte je voor jezelf een tienpuntenplan op, met mijlpalen die je op het sportieve vlak wilde realiseren. Je hebt die tien punten al een paar jaar geleden gerealiseerd. Heb je intussen al een nieuw plan opgemaakt ?

“Dat eerste plan maakte ik toen ik nog een jongen was : ik plande om voor een grote club in Brazilië te spelen, aan het WK deel te nemen, naar een grote Europese club te gaan. Nu ik in Europa voetbal heb ik er nieuwe doelstellingen aan toegevoegd. Een van mijn eerste doelstellingen nu is de Champions League winnen.”

De voorbije jaren stond je vaak onafgebroken op het veld. Weinig veldspelers in de Serie A speelden zo veel volledige wedstrijden als jij. Toch was je als jonge voetballer tenger en klein. Hoe ben je erin geslaagd je grenzen zo te verleggen ?

“Bij São Paulo en later bij Milan volgde ik een speciaal programma om aan kracht te winnen. Dat ik na zo veel zware wedstrijden niet supervermoeid ben, is een gift van de natuur. Daar kan ik me alleen maar gelukkig om prijzen.”

Wat is je volgende stap na de Champions Leaguefinale ?

“Vakantie nemen ( grijnst).”

En daarna ?

“Terugkeren naar Milaan. Ik heb hier nog een contract tot 2010.”

De voorzitter van Real Madrid zegt dat hij je naar daar wil halen. Bestaat de kans dat je volgend jaar voor Real voetbalt ?

“Die vraag heb ik al duizend keer gehoord. Het antwoord is : normaal niet. Alleen als Milan beslist dat het beter is me te verkopen, overweeg ik weg te gaan, op voorwaarde dat alle betrokken partijen zich daarin kunnen vinden. Maar als het aan mij ligt, kom ik na de zomer terug naar hier.”

“Omdat ik me hier goed voel en omdat mijn familie hier graag is. Ik moet ook nog veel bijleren. Dat doe ik liever hier. Vaak vertrekken spelers te vroeg, krijgen daar spijt van en willen dan terugkeren. Laat me eerst hier een nog betere voetballer worden. Ik voel me nog jong.”

Klopt het dat Ronaldo je heeft afgeraden om naar Real Madrid te gaan ?

“Nee, dat klopt niet. Ik hoorde van hem alleen wat voor een fantastische club Real is, hij liet zich vooral in positieve zin uit over Real.”

Voor je naar Milan kwam, vertelde Leonardo, die ook voor Milan gevoetbald had, je uitvoerig over de club. Wat maakte in zijn betoog zo’n indruk op jou om voor deze club te kiezen ? Want je had nog aanbiedingen van topclubs.

“Ik heb nog zes maanden met Leonardo gevoetbald bij São Paulo. Hij vertelde me de hele tijd positieve verhalen over Milan, over de geschiedenis en de traditie, maar om eerlijk te zijn : ik koos niet voor Milan, Milan koos voor mij. Chelsea wilde me ook, maar zij wilden me eerst een jaar uitlenen aan een of andere Russische club om me dan terug te halen, maar dat vond ik geen goed idee. Op dat moment wou Milan me ook, dat kwam me toen goed uit. Ik ben nog altijd blij dat het zo is gelopen.”

Wat maakt Milan als club zo speciaal ?

“De combinatie van ernst en warmte. Het is een op en top professionele organisatie, maar het is ook een warme club. Voor mij is het meer een familie dan zomaar een club. Hier voel ik me echt thuis. Milan wordt op een menselijke manier geleid. Dat vind ik erg belangrijk.”

Andriy Shevchenko

De Brazilianen van Inter en Milan schieten goed met elkaar op, zegt ex-Ajaxspeler Maxwell, ondanks de enorme rivaliteit tussen de twee clubs.

“Dat klopt, we trekken vaak met elkaar op naast het veld. We zijn vrienden.”

Vorig jaar klikte het goed tussen jou en Andriy Shevchenko. Jij speelt nu de finale, hij niet. Maakte hij een verkeerde keuze ?

“Op keuzes van anderen geef ik geen commentaar. Jammer voor hem dat hij zijn vrienden straks op tv de finale ziet spelen in plaats van er zelf bij te zijn, maar misschien wint hij de komende twee, drie jaar wel al wat er te winnen is.”

Had je het leuker gevonden als hij met Chelsea de finale had gespeeld tegen jullie ?

“Nee, hoor. Ik sta liever niet tegenover hem op het veld.”

Er is sprake van dat Milan hem wil terughalen. Hoe zou je daarop reageren ?

“Ik zou dat fantastisch vinden, ik zou hem er graag weer bij hebben, maar het is aan de voorzitter om dat te beslissen.”

Milan denkt naar verluidt ook aan Ronaldinho. Wat denk je daarvan ?

“Dat zou fantastisch zijn, hij is een uitstekende speler. Het zou goed zijn voor mij, de club, de competitie en de fans. Als speler wil je altijd met de besten samenspelen. Of dat zou kunnen, ik en Ronaldinho en Ronaldo in één team ? Dat moet ik niet uitmaken, maar de trainer.”

Droom je van de Gouden Bal, de trofee voor de beste speler ter wereld, waarvoor je een van de kandidaten bent ?

“Dat is iets voor na de finale. Eerst focus ik op het team, pas dan denk ik aan mezelf. Om de beste speler ter wereld te zijn heb je een goed team rond je nodig. Het helpt mij ongetwijfeld als we met Milan de Champions League winnen.”

Sommigen vinden jou de beste speler ter wereld, anderen zeggen dat het Cristiano Ronaldo is of Ronaldinho.

“Dat laat ik aan jullie, journalisten, over om uit te maken wie de beste is. Of aan de trainers. Het is niet aan mij om te zeggen wie de beste speler is.”

Nummer 22

Heb je nog een leven naast het voetbal of draait alles om voetbal ?

“Als ik voetbal, geef ik alles wat ik in me heb, want voetbal is mijn passie, mijn leven, mijn werk. Naast het veld ben ik rustig, concentreer ik me op mijn gezin en mijn vrienden. Ik houd die twee werelden strikt gescheiden.”

Je bent erg gelovig. Waar komt dat vandaan ? Is het door je opvoeding of heb je daar zelf voor gekozen ?

“Mijn ouders voedden me op in een religieuze sfeer, leerden me de Bijbel te lezen. Ik vind dat belangrijk voor mijn leven buiten het voetbal, maar ook voor mijn leven als voetballer. Natuurlijk komt het er als voetballer vooral op aan hard te werken, maar soms kom je op een punt waarop je wilt dat het onmogelijke mogelijk wordt. Dan helpt het om te geloven in en te vertrouwen op God.”

Waarom speel je eigenlijk met rugnummer 22 ?

“Toen ik in Brazilië in het eerste elftal kwam, droeg ik het nummer 8, op het WK had ik het nummer 23. Bij Milan vroeg ik ook dat nummer, maar dat behoorde toe aan Massimo Ambrosini. Het nummer 22 was nog vrij. Toevallig is dat mijn geboortedatum : 22 april. Daarom draag ik dat nummer.”

Kan je je voorstellen dat je, zoals Paolo Maldini, nog profvoetballer bent op je veertigste ?

“Ik kan me dat niet voorstellen. Tenminste : dat denk ik vandaag. Maar het kan best dat ik van mening verander als ik een stuk ouder ben en dan nog zin heb om door te gaan.”

door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content