Thomas Meunier: ‘Ik heb veel geluk gehad in mijn carrière’

© MAÏS GÂTÉ
Thomas Bricmont

Doorheen de documentaire ‘Thomas Meunier, tôt ou tard’ blikt de Rode Duivel terug op zijn stormachtige vertrek uit Parijs, zijn moeilijk jaar bij Borussia Dortmund en het EK. En terloops onthult hij ook het best bewaarde geheim van de Rode Duivels.

Spelen in lege stadions is niets voor hem. Het zou misschien kunnen verklaren waarom zijn eerste seizoen in Duitsland niet in de smaak viel bij Thomas Meunier. Volgend seizoen zal hij eindelijk een duik mogen nemen in de gele en zwarte mensenzee die hem overtuigd heeft om zijn Parijse avontuur af te breken en de oversteek te maken naar het Ruhrgebied. In aanloop naar die nieuwe campagne wil de Ardenner genieten van een van de laatste grote festijnen met de zogenaamde gouden generatie Belgische voetballers.

Hoe zou je je seizoen bij Dortmund omschrijven?

Thomas Meunier: ‘Het was een halfslachtig seizoen waar ik niet helemaal tevreden over kan zijn. In de heenronde heb ik redelijk veel gespeeld, maar als collectief presteerden we te onregelmatig. Het is geen ramp, maar ik had op meer gehoopt in mijn eerste seizoen bij Dortmund. Ik weet dat ik het veel beter had kunnen doen. Bij Dortmund zijn we verplicht om minstens in de top twee te eindigen. Ik kijk dus met veel spanning uit naar het volgende seizoen met onze nieuwe coach Marco Rose en zijn nieuwe staf, die blijkbaar positief en aanvallend voetbal willen brengen.’

Ik kon haast overal naartoe, maar ik wilde bovenal voor een volksclub spelen die een beetje op Club Brugge leek.’

Thomas Meunier

Heb je de indruk dat je minder gewaardeerd wordt dan vroeger?

Meunier: ‘Dat is erg subjectief. Tegenwoordig moet een verdediger niet alleen de nul houden. Hij moet de aanvallen op gang brengen en een beslissende pass geven. Dat wordt ook van mij verwacht en bij Club Brugge, PSG en de nationale ploeg heb ik bewezen dat ik dat kan. Afgelopen seizoen heb ik, naar mijn gevoel toch, geen steken laten vallen op verdedigend vlak, maar aanvallend was ik niet goed genoeg. Dat heeft mij punten gekost. Er werd meer van mij verwacht. Door mij te beperken tot de basics heb ik weinig risico’s in mijn spel gelegd. Ik sta te springen om vanaf nul te beginnen.’

Hoe ga je om met de kritiek die je krijgt?

Meunier: ‘Ik heb kinderen, ik heb al jaren een vaste relatie en naast het voetbal heb ik tal van andere interesses. Het maakt dat ik heel relaxed in het leven sta. Ik hoef mij minder zorgen te maken over het lot dat mij te wachten staat. Het is geen obsessie meer zoals vroeger, toen ik niets anders had dan voetbal. Vandaag heb ik andere zaken aan mijn hoofd dan te weten of ik al dan niet op de bank zal zitten.’

Voetbal voor het volk

Wat doet dat met jou, spelen in lege stadions?

Meunier: ‘Voetballen zonder fans stelt niet veel voor. Je voelt geen druk, je krijgt er geen rillingen van en er komen geen emoties bij kijken. Het is allemaal heel dof, je merkt weinig dynamiek. Door het ontbreken van een echte voetbalsetting zijn de wedstrijden vaak van slechte kwaliteit. Het zijn de fans die het voetbal zo aantrekkelijk maken. Ik fantaseer over één ding: in eigen huis, voor 80.000 toeschouwers, mijn eerste doelpunt maken voor Dortmund.’

Het is toch voornamelijk voor de fans dat je bij Dortmund hebt getekend?

Meunier: ‘Er was interesse van Juve, Bayern München, Inter, Atlético Madrid, Tottenham… Ik kon haast overal naartoe, maar ik wilde bovenal voor een volksclub spelen die een beetje op Club Brugge leek. Daar heb ik namelijk mijn mooiste jaren gekend. Ik heb het vijf jaar lang geweldig naar mijn zin gehad en als ik er nu over nadenk is Dortmund de meer geëvolueerde versie van Club Brugge. Het is een volksclub gebleven – kijk maar naar het aantal stickers dat op de autobumpers kleven. Voor glamour en een vipbehandeling moet je niet bij Dortmund zijn.

Thomas Meunier met zijn vrouw Déborah en hun drie kinderen: 'Ik sta heel relaxed in het leven.'
Thomas Meunier met zijn vrouw Déborah en hun drie kinderen: ‘Ik sta heel relaxed in het leven.’© MAÏS GÂTÉ

‘Maar je ziet aan alles dat er veel animo is rond de club. In feite is het de club die de stad tot leven wekt. Heb je de Netflixdocumentaire gezien over Sunderland? Je ziet er fans die op het punt staan om zichzelf op te hangen door de slechte resultaten van hun club. Alsof dat het enige is wat telt voor hen. Die mannen herhalen ook vaak dat voetbal hun enige uitlaatklep is. Het is echt hun manier om aan de realiteit te ontsnappen. In Parijs is voetbal bijvoorbeeld geen prioriteit. De meeste fans komen niet uit Parijs zelf, maar zijn afkomstig uit de voorsteden en de buitenwijken van de stad. Kortom: behalve voor de ultra’s zal het leven van de gemiddelde Parijzenaar niet omslaan mocht PSG zakken of een slecht seizoen doormaken. Je hebt er seizoenkaarten aan duizend euro. Kan een arbeider zich dat veroorloven? Nee, nochtans hebben zij het voetbal mee uitgevonden en maken zij deel uit van het voetbalbestel. In dat opzicht zijn we het volkse karakter van het voetbal aan het kwijtraken.’

Gaan Duitsers op dat vlak anders om met voetbal?

Meunier: ‘Ik heb begrepen dat het management van clubs als Bayern München en Dortmund de prijsverhogingen verrekend hebben in het tarief van de loges en de duurste zitplaatsen omdat net die mensen de middelen hebben om de inflatie te compenseren. Dortmund heeft zo’n 55.000 seizoenkaarthouders en ze houden 25.000 plaatsen voor de losse verkoop. De club werkt zelfs met wachtlijsten voor supporters die een wedstrijd willen bijwonen. Dat volkse krijg je hier niet weg. Ik kan mij helemaal terugvinden in clubs als Club Brugge en Dortmund omdat hun waarden dicht bij de mijne aanleunen. PSG is een zeer mooie club, maar het gaat er zakelijk aan toe. Ik ben altijd een beetje terughoudend geweest en hou mij liever afzijdig van bepaalde zaken. Eigenlijk ben ik erg op mijn privéleven gesteld. Geef mij maar een rustig gezinsleven, in een gemoedelijke omgeving, zoals in mijn periode in Brugge…’

Thomas Meunier: 'Ik heb veel geluk gehad in mijn carrière'
© MAÏS GÂTÉ

Heb je er spijt van dat je met slaande deuren bent vertrokken bij PSG?

Meunier: ‘Ik heb echt genoten van de stad Parijs en het leven bij PSG, maar ik moest mezelf verdedigen. Ik kon die gasten die mij zonder aanleiding beledigden niet laten begaan. De meeste van mijn ploegmaats zeiden: het is oké, laat het zo. Maar zo zit ik niet in elkaar. Leonardo loog toen hij vertelde dat ik niet meer wilde aantreden in de Champions League. Ik heb er alles aan gedaan om mijn contract tijdelijk te verlengen, ik ben zelfs gaan janken bij het bestuur van Dortmund opdat zij onderhandelingen zouden opstarten met PSG. Volgens Leonardo weigerde ik te onderhandelen en bij te tekenen, maar dat klopt dus ook niet.

Wat was stap één? Een overeenkomst met Dortmund vinden. Maar zo’n voorstel heeft nooit op tafel gelegen. Daarna is de situatie geëscaleerd. Op 21 juni kreeg ik een bericht van mijn makelaar met de vraag of ik de e-mail van Leonardo had gezien. En wat zag ik? Een brief van een advocaat waarin staat dat ik niet langer welkom was op het trainingscentrum en dat ik met gedwongen betaald verlof werd gestuurd. Ik heb meteen Leonardo gebeld en ik vroeg hem of ik iemand had vermoord om zo’n behandeling te krijgen. Ik heb nooit problemen gehad met iemand bij PSG, ik had dat seizoen bijna alles gespeeld, maar Leonardo was vastberaden. “Ik wil niet dat je nog naar de club komt. Ik verbied je om met een speler of iemand van de staf te praten en ik wil niet dat je overal je verhaaltjes gaat rondstrooien.” In werkelijkheid was hij gewoon bang dat ik de waarheid zou vertellen.

Uiteindelijk ben ik op 26 of 27 juni onaangekondigd afscheid gaan nemen van iedereen. Wat zou er gebeurd zijn mocht ik de toelating gevraagd hebben om vaarwel te zeggen? Ik weet zeker dat hij een paar beveiligingsagenten voor de poort had geposteerd om me de toegang te verbieden. ‘Sorry, Leonardo heeft ons de opdracht gegeven om je niet binnen te laten.”

Thomas Meunier: 'Ik heb veel geluk gehad in mijn carrière'
© MAÏS GÂTÉ

Back van 100 miljoen

Je belandde in de zomer van 2016 bij PSG. Heb je je nooit afgevraagd of die club te hoog gegrepen was voor jou?

Meunier: ‘Toen ik vanuit Virton neerstreek bij Club Brugge waren er twijfels bij veel mensen. ‘Je bent gek. Je hebt een tussenstap nodig bij Westerlo of Lommel .’ Alles bij elkaar genomen, is het prima verlopen bij Club Brugge. Bij PSG is het in het algemeen ook goed gegaan. Ik ben er vier jaar gebleven en ik heb er veel gespeeld in een club die tot de vijf of zes beste ter wereld behoort. Ik denk dat mensen dat niet altijd goed beseffen. Indien ze een rechtsback van wereldklasse wilden, hadden ze maar 100 miljoen moeten betalen voor Trent Alexander-Arnold. Ik kwam van Club Brugge hé. ‘

Van buitenaf lijk jij een idyllisch verhaal te beleven met de Rode Duivels.

Meunier: ‘Bij de nationale ploeg wordt er niet gerekend. Praat met Romelu, Axel, Eden of met om het even wie en je zal merken dat het vuur dat er was toen ze debuteerden er nog steeds is. Er is niets kunstmatigs aan de Belgische ploeg. Elke speler die komt, geeft zich voor de volle honderd procent. En met Roberto Martínez hebben we een gids die bij ons past. Alle spelers beseffen hoeveel geluk ze hebben om erbij te zijn. We maken deel uit van een keurgroep van 23 spelers, terwijl duizenden Belgische spelers in onze schoenen zouden willen staan.

‘Je land vertegenwoordigen is zonder twijfel het grootste privilege dat je kan krijgen in het voetbal. Niet het minst als je ziet over welke spelers wij beschikken. Dit team is de voorbije jaren nauwelijks veranderd – het zijn dezelfde spelers als tien jaar geleden – maar we proberen toch jonge spelers van de nieuwe lichting te integreren in ploeg. Waarom zou je moeten sleutelen aan een formule die werkt? Voor mij is de nationale ploeg hoe dan ook iets waar ik als kind van droomde.’

Thomas Meunier: 'Ik heb veel geluk gehad in mijn carrière'
© MAÏS GÂTÉ

Wat is het geheim van de Rode Duivels?

Meunier: ‘Ik ga niet beweren dat wij de beste chef-koks ter wereld hebben. ( lacht) Maar ze doen hun best en proberen de spelers te plezieren. Het wijkt af van het dieet bestaande uit kip en witte pasta dat sommigen voorgeschoteld krijgen voor elke wedstrijd. Als we met de nationale ploeg tien dagen samen zijn, proberen de koks ons een keer culinair te plezieren. Er is voor elk wat wils: mosselen met frieten, gehaktballen met frieten, stoofvlees, waterzooi… En dan besef je ook dat je nooit je eetgewoontes zal verliezen. Een gast die in Italië speelt en naar de nationale ploeg afzakt, verlangt naar zijn gehaktballen met frieten. Het gerecht dat je op zondagmiddag als kind haastig naar binnen sloeg – kip, frieten en appelmoes – vind je terug bij de nationale ploeg. Dat is echt kicken.

‘Bij onze clubs ligt de lat zo hoog dat vijf voedingsdeskundigen in onze plaats mogen beslissen wat we al dan niet mogen eten. En die maandelijkse of tweemaandelijkse opmeting van het vetpercentage zijn op psychologische vlak belastend. Bij de nationale ploeg voelen we ons vrijer. Het lichaamsvet wordt gemeten en dan mogen we aan de gehaktballen met frieten beginnen. De druk valt weg. Iedereen weet wat zijn lichaam nodig heeft en dat is het belangrijkste. Eigenlijk is het simpel: bij de nationale ploeg doen ze er alles aan om de osmose te bewaren. Als je aan de spelers vraagt: wat ben je van plan na je carrière? Verhuis je naar Marbella of ga je in de Caraïben wonen? Wel, iedereen wil in België blijven. Wij houden van ons land.’

Het doet een beetje denken aan Club Med…

Meunier: ‘Het is een zeer professionele groep. Toeval bestaat trouwens niet. Je kan niet drie jaar aan een stuk nummer één zijn in de wereld en zoveel wedstrijden winnen met een bende prutsers. Dat is onmogelijk. We zijn een team van harde werkers. We dollen wel eens onder elkaar en we weten hoe we ons kunnen amuseren, maar als we eenmaal op het veld staan, telt enkel de wedstrijd.’

Belgische stortregen

Kunnen jullie het EK winnen?

Meunier: ‘Dat moet altijd het doel zijn, want we hebben er de capaciteiten voor. Maar ik durf mij niet aan een voorspelling te wagen. We zullen er alles doen om onze doelstellingen te bereiken. Maar mij zal je nooit horen zeggen: ja, we gaan het EK winnen.’

Drie jaar geleden werd je naam bezongen op de Grote Markt van Brussel na het WK in Rusland. Besefte je op dat moment dat je heel graag gezien bent in België?

Meunier: ‘Dat was het levende bewijs van mijn populariteit. Het is eens iets anders dan een bericht krijgen van een supporter die zegt dat je goed hebt gespeeld en dat hij echt gek is op jou. In Brussel waren het er tienduizenden. En ik herinner mij ook al dat volk toen we rondreden met de open bus. Dat zijn beelden die ik nooit meer zal vergeten. Iedereen heeft ervan genoten, zowel de supporters die voor de buis zaten of op de Grote Markt stonden. En voor de spelers was het ook een magische gebeurtenis.’

Zou je het geloofd hebben mocht iemand op je achttiende voorspeld hebben wat jou te wachten stond?

Meunier: ‘Ik ben altijd een dromer geweest. Mocht iemand mij toen aangeklampt hebben, zou ik gezegd hebben: waarom niet? Ik heb mezelf nooit onderschat en ik ben zo ver gekomen omdat ik nooit verzadigd ben. Maar je hebt altijd een tikkeltje geluk nodig. Je moet een goede makelaar hebben, de juiste mensen kennen, je moet meeval hebben dat je concurrent uitvalt… Maar soms denk ik toch: hoe is het mogelijk dat ik zoveel geluk heb gehad? Waarom blijven de sterren gunstig staan? Ik dwing het geluk misschien af omdat ik een positieve kijk heb op het leven.’

Is Timothy Castagne de nieuwe Thomas Meunier?

Meunier: ‘Hij is een echte Ardenner. Dan heb ik het over zijn koppigheid en zijn over-mijn-lijkmentaliteit. Hij heeft de juiste attitude, werkt hard en is polyvalent. Hij belichaamt de toekomst van de nationale ploeg. Ik ben nog niet zo oud ( 29 jaar, nvdr), maar ik sta dichter bij het einde van mijn carrière dan aan het begin ervan.’

Hoe zie jij je toekomst de komende jaren?

Meunier: ‘Op het einde van mijn contract zal ik een jaar of 33 zijn… Geef mij nog een klusje in Engeland en dan kan ik er een streep onder trekken.’ ( lacht)

En ga je je pensioen uitzitten onder de zon?

Meunier: ‘Vorige zomer hebben we een leuke vakantie gehad op Ibiza. Op de terugvlucht zei ik tegen mijn vrouw Déborah: ik hoop dat het gaat stortregenen in Charleroi. Ik had het eigenlijk te warm in Spanje en ik miste ons Belgisch weer. Dat gelukzalige gevoel heb ik nergens anders behalve wanneer ik terugkeer naar België…’

Nu of nooit?

Het onderhoud met Thomas Meunier kwam tot stand naar aanleiding van de documentaire Tôt ou Tard, een verwijzing naar het credo dat de rode draad vormt in de atypische carrière van de Rode Duivel. Drie jaar geleden bracht onze voormalige collega Thomas Bricmont een gelijkaardige prent uit over Eden Hazard en Christian Benteke die de titel Réunion de famille meekreeg en uitgezonden werd aan de vooravond van het WK 2018. Deze keer heeft Bricmont het traject van Meunier van voren naar achteren verkend. Van de 6 tegen 6-tornooien waar hij aan deelnam in de provincie Luxemburg, zijn bronzen WK-medaille, de glitter van PSG tot de warmte en gastvrijheid van Dortmund.

Gedurende iets meer dan een uur tracht de documentaire een beeld te schetsen van de rechtsback door de ogen van zijn jeugdvrienden en familie, bekende figuren uit de Franstalige media zoals Fred Waseige en ex-Rode Duivel en voetbalanalist Philippe Albert, en de beroemde Franse columnist Julien Cazarre. Maar iedereen, Meunier incluis, wordt met gemak overschaduwd door Marie-Henriette Schmitz, de grootmoeder aan moederszijde van de Rode Duivel. Met veel tederheid laat ze haar kleurrijke herinneringen over en weer slingeren terwijl ze met haar vingers de bladzijden omdraait van de schriften waarin ze alle persartikelen over haar kleinzoon bijhoudt.

Vanuit Parijs en Dortmund herbeleeft Meunier zijn levensloop die niet over platgetreden paden ging. Het is het verhaal van een speler die zich buiten het systeem ontplooide in een tijdperk waar een lineaire ontwikkeling in een opleidingscentrum de norm is.

Tôt ou Tard‘ wordt op 9 juni om 20.15 uur uitgezonden op La Une en op 20 juni om 21 uur op de VRT.

In de documentaire 'Tôt ou tard' gunt Thomas Meunier, die hier een Belgisch biertje inschenkt, ons een blik in zijn privéleven.
In de documentaire ‘Tôt ou tard’ gunt Thomas Meunier, die hier een Belgisch biertje inschenkt, ons een blik in zijn privéleven.© MAÏS GÂTÉ

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content