Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Sedert vorig seizoen weet ook Olivier De Cock wat vernietigende kritiek is. ‘Nu,’ zegt de rechtsback van competitieleider Club Brugge, ‘weet ik het heel zeker : positief denken helpt een mens vooruit.’

Olivier De Cock : “Toen we in Barcelona op het veld stonden en dat lied van de Champions League begon te spelen, als je dan even omhoog kijkt en ziet dat dit immense stadion bomvol zit met liefst 90.000 toeschouwers, dan krijg je wel even rillingen, moet ik zeggen. Gaëtan ( Englebert, nvdr), die naast mij in het rijtje stond, en ik keken elkaar even aan, en ik zei : hiervoor doen we het allemaal, hé. Als echte Clubman die vroeger als fanatiek supporter al de legendarische Europese avonden meemaakte, wil je nu natuurlijk niets liever dan die zes speciale matchen van begin tot eind meedoen.

“Na wat er vorig seizoen allemaal was gebeurd, heb ik niet gepanikeerd toen ik in de Brugse Metten plots naast de ploeg viel. De wetenschap dat ik er sedertdien werkelijk alles voor deed en dat ik mezelf niks te verwijten had, sterkte mij. Als je echt op elk detail let, als je je beter dan ooit hebt voorbereid, als je constant bezig bent om je al twee keer geopereerde linkerenkel te verstevigen, als je specialisten raadpleegt, speciale oefeningen doet, bijtraint, conditioneel sterk staat… dan weet je dat je tijd zeker komt. Dat maakt je innerlijk rustiger.

“Toen ik tijdens invalbeurten opeens op het middenveld moest spelen, zei ik tegen mezelf : misschien wordt dat wel mijn nieuwe positie, misschien is dat wel de noodzakelijke stap voor de verdere uitbouw van mijn carrière. Graag zelfs, want tenslotte ben ik als spits opgeleid en leef ik me graag offensief uit. Dat was een extra motivatie, tonen dat ik ook die positie aankan. In de agressieve reactie na die goal in de Supercup op Genk, daar zat alles in : de slechte terugronde, de vernietigende kritiek… Het moest eruit. Scoren doet sowieso deugd, scoren kan wonderen doen voor je zelfvertrouwen en die goal was echt wat ik nodig had, ook in de zin van : kijk, ik heb laten zien dat ik het nog kan. Nu heb ik weer het gevoel dat ik echt alles aankan, maar als ik nog eens een mindere periode ken, zal ik meteen aan dat moment terugdenken. Ik weet dat dat mij er dan altijd door zal helpen, zeker op korte termijn.

“Ik weet ook wel dat de terugronde van vorig seizoen niet de beste uit mijn carrière was. Ik sukkelde wat met de enkel, ik had een iets minder vorm, de ploeg was weer van zijn pluimen aan het verliezen, en ja… dan ga je een beetje mee ten onder, hé. Ik moet eerlijk zijn : de kritiek in bepaalde kranten heeft mij geraakt. Ergens stond zelfs letterlijk : schiet te kort voor dit niveau. Dat heeft mij echt diep geraakt, ook omdat het de eerste keer in je carrière is dat je echt kritiek op je persoon krijgt.”

“Als je als jonge gast een redelijk goeie match speelt, is dat direct al een fantastische match, hé. Terwijl als je nu een redelijk goeie match speelt, het al meer is van : hij was iets minder. Ik besef nu dat sedert ik met de komst van Sollied basisspeler ben geworden, de verwachtingen altijd maar zijn toegenomen.

“Ook van bepaalde supporters hoor je dat de benadering niet meer dezelfde is als vroeger. Dat ze bij een actie of een slechte pass beginnen te fluiten of te roepen, dat was de eerste keer dat ik dat meemaakte. Ik zit veel op het internet en wat ik toen op de site van Club op het message board allemaal las over ons, over de ploeg, over bepaalde spelers, ook over mezelf… Zo negatief, zo afbrekend, dat raakt je. Veel meer wil ik er niet over zeggen, maar het is pijnlijk. Nu, van Blue Army is op Club ondertussen al gezegd dat het soms zo negatief is dat men de mensen gaat registreren om er de heel negatieve uit te halen. Want wie zit daar allemaal op ? Je weet het niet. Je kunt je afvragen of dat wel supporters zijn.

“Als je zelf supporter bent van blauw-zwart raakt je dat nog meer. Ik ben een echte Clubman en kan gewoon niet vatten dat er van mij gezegd wordt dat ik er niet meer voluit voor ga. Sorry, maar dan kan ik er met mijn hoofd niet bij dat een speler die nog niets bewezen heeft of die geen blauw-zwart hart heeft, positiever wordt benaderd dan ik die alles voor de club zou doen.

“Ja, vorig seizoen was het echt de eerste keer dat ik met kritiek moest leren omgaan, wat dus niet meeviel. Op den duur zei Babs ( zijn vrouw Barbara, nvdr) : je moet dat niet meer lezen. Uiteindelijk reageer je : verdomme, nu ga ik eens voor mezelf tonen dat ze ongelijk hebben. Maar misschien was het seizoen daarvoor te kort.

“Was je kampioen geworden en had je daar je steentje toe bij kunnen dragen, dan wist je : de eerste supporters die kritiek spuiden, niet in het minst uit schrik dat al voor de vierde opeenvolgende keer de titel verloren zou gaan, zullen ook de eersten zijn om te applaudisseren als je kampioen speelt. Maar we werden geen kampioen, alweer niet, en op het eind raakte ik weer geblesseerd aan de enkel en miste ik de bekerfinale.”

“In die tijd was het vertrouwen er niet echt meer en heb ik wel wat aan mezelf getwijfeld. Ja, ik heb het heel moeilijk gehad, maar met de steun van mijn directe omgeving en van de trainer ben ik blijven werken. Die hele periode heeft mij ernstig beïnvloed, in de zin dat ik eens alles serieus op een rijtje ben gaan zetten. Ik ben over alles grondig gaan nadenken. ’t Is al je achtste jaar in de A-kern, je wordt 27 in november en je stelt vast dat je een beetje voorbijgestoken bent door anderen die er later zijn bijgekomen en nu al verder staan dan jezelf. Een Timmy ( Simons, nvdr), een Peter ( Van der Heyden, nvdr), een Gaëtan. Je weet dat Gaëtan en Timmy in tegenstelling tot jezelf wél aan een goed seizoen bezig waren en uiteindelijk meegingen naar het WK, toch het ultieme voor een voetballer. Je weet ook dat toen je 21 jaar was, Franky Van der Elst zei : dat is een kandidaat voor de Rode Duivels op korte termijn. Vijf jaar later heb je nog niet één selectie. Je zegt : verdomme, ’t wordt hoogtijd dat ik het eens toon, wat ik in mijn mars heb, tijd dat ik eens echt het maximum uit mijn carrière probeer te halen. Nù, besef je, is het echt het moment.

“Dan ga je bij jezelf te rade en denk je opeens : misschien moet ik wel iets bij mezelf veranderen. En dan zeg je : nu zal ik er eens echt àlles aan doen. Niet dat ik er voorheen niet alles aan deed, maar : nu ga ik echt extra op elke detail letten. Ik wilde het gevoel terug van een bepaalde periode onder Erik Gerets, toen ik enorm veel zelfvertrouwen had. Het gevoel dat je echt alles aankunt, niet twijfelt aan jezelf. Ik wou die periode herbeleven en ik wou boven alle dingen staan die in de pers verschenen, ik wou dat het mij niets deed. Er was iets van : nu efkes niet meer aan het verleden denken en er alles aan doen om te bewijzen dat ik het ook waard ben voor de nationale ploeg in aanmerking te komen.

“Dan heb ik gezegd : waarmee begint zo’n periode ? Dat begint dus met een schitterende fysieke conditie. Dus ben ik daar in het tussenseizoen beginnen aan te werken, na mijn tweede enkeloperatie. Trainen, trainen, trainen. Nog gezonder eten ook. Veel fruit, pastas. Veel vitaminen en voedingssupplementen. Gaan fitnessen, gaan poweren. Mij nog beter informeren over mijn enkel ook : hoe kan ik hem verstevigen om niet meer te hervallen ?

“Ik moet zeggen dat ik voor het eerst iets heb van : al die commentaren, daar sta ik boven. Echt waar. Natuurlijk, je kunt niet ontkennen dat het deugd doet als er iets positiefs over je geschreven wordt en dat het minder deugd doet als er iets negatiefs wordt geschreven. Maar ’t is niet zo dat het je mag beïnvloeden, wat dus niet makkelijk is. Als je voelt dat het je beïnvloedt, moet je het niet lezen. Maar nu heb ik iets van : dat doet mij niets meer. Ik weet ook dat als je niet om kunt met kritiek, het is omdat je je vanuit jezelf al niet goed voelt. Als je het bij anderen zoekt, zal je door een tegenslag snel beïnvloed raken.

“Heel belangrijk is ook de gedachte dat je er effectief alles aan doet. Want stel dat je iets minder bezig bent, dan komt de twijfel : doe ik er wel alles voor ? Dan is het : dàt had ik misschien niet mogen doen, toen uit eten gaan of toen dat drinken, of eender wat. Als je er echt alles aan hebt gedaan, zeg je : waarom moet ik twijfelen ? Ik doe er alles aan, dus zal het wel komen.

“De les die ik heb getrokken, is dat je uit een tegenslag moet proberen het positieve te halen. Zeggen : nu is ’t genoeg, nu is het moment gekomen om te veranderen. Positief denken helpt, dat weet ik nu wel zeker. Het verandert heel veel aan je ingesteldheid en aan de manier waarop je naar het leven kijkt. Je bepaalt zelf je toekomst. Ik ben nu zelfs van plan mijn tweede kandidatuur rechten af te maken, eventueel gespreid over twee jaar, en ik overweeg ook iets met talen te doen of met informatica.”

“Op sportief vlak heb ik mij aan het begin van het seizoen bepaalde doelen gesteld en daar zal ik dus ook echt alles voor doen. Doelen op lange termijn waar ik op gefixeerd ben, maar waar ik elke week, dag in dag uit voor zal werken. Ik ben 26 en heb na dit seizoen nog twee jaar contract. We zullen zien.

“Natuurlijk, hét doel van dit seizoen is met de kwalificatie voor de Champions League al gerealiseerd – zonder te vergeten dat voor de supporters de titel het ultieme is, hé, zeker na vier keer als tweede te zijn geëindigd. Dat is ook voor mezelf een beetje een waardemeter : wat ben je waard op dat niveau ? En de Champions League is ook een beetje een uitstalraam, hé. En je hebt ook een zekere ambitie om het ooit eens in een andere competitie te gaan proberen. Wie weet komt dat nog.

“Maar momenteel zit je natuurlijk heel goed bij de Club, hé, waar er op alle niveaus nieuw leven is, waar de uitstraling van de Champions League enorm is, waar momenteel ook alles heel positief benaderd wordt, waar het themacafé Extra Time aanslaat. Waar nu ook op zaterdagavond wordt gespeeld, wat plezanter is en wat voor meer sfeer zorgt, waardoor spelers op zondag vrij zijn ook. Ik vind ook – en niet alleen ik vind dat – dat als je de zondag om elf uur spaghetti eet en om drie uur speelt, je je toch altijd wat lomer voelt.

“Met een transfer ben ik op dit moment totaal niet bezig, want een transfer is niet mijn doel. Maar een transfer kan wel het gevolg zijn van het doel hele goeie prestaties te leveren in de Champions League. Waar kan je nu beter zijn dan bij Club Brugge, waar je Champions League en voor de titel kunt spelen ?

“Maar wie zegt dat ik ooit ga vertrekken bij de Club ? Hoe dan ook zou ik toch graag eens een titel – of zelfs een paar titels – behalen en die na een wereldseizoen van mezelf tussen de supporters vieren. Ik heb bij Club dan wel al twee titels, maar bij de eerste was ik als jonge gast gewoon in de kern en bij de tweede speelde ik maar een tiental wedstrijden. Sinds ik zowat constant in de basis sta, was Club altijd tweede. Dan wil je Club nooit verlaten zonder dat je dat eens meegemaakt hebt.

“Het liefst verlaat ik Club ook nooit op een slechte manier. Stel dat ik vorig seizoen Club had verlaten, dat zou hard geweest zijn. Op een bepaald moment heb ik dan wel gezegd : verdomme, misschien is het beter dat ik eens ergens anders nieuwe moed en nieuwe lucht schep, misschien is dat goed voor mij en mijn carrière, maar nu heb ik dat totaal niet meer. Dat was nog de negatieve instelling, hé.”

“Je moet ook weten dat ik heel lang een heel verlegen jongen ben geweest, veel te braaf op alle gebied ook. Ik weet nog dat ik bij de beloften, toen ik dus al een jaar of 17, 18 was, een paar schoenen nodig had en dat ik het niet durfde te gaan vragen aan Hans Galjé. Ik wachtte een beetje op het voor mij ideale moment, weet je wel, maar omdat ik het niet meteen durfde, is mijn vader het gaan vragen. Tja, dan ben je natuurlijk nog beschaamder.

“Ik neigde meer naar het karakter van mijn ma toen. Zij gaat zeker in ongewone omstandigheden drie keer nadenken voor ze iets zegt. Mijn pa zet al meteen een grote mond op op plaatsen waar hij nooit eerder is geweest. Mijn ma en ik zullen ons veeleer wat wegsteken. Ik moet me eerst ergens op mijn gemak voelen, mij aanpassen. Nu heb ik dat nog, maar al veel minder. Zeker sinds ik rechten heb gestudeerd, en alleszins sedert ik in de A-kern ben gekomen. Dan kom je onvermijdelijk op het voorplan en kan je natuurlijk moeilijk weglopen voor pers en interviews op supportersavonden. Dat sterkt je allemaal.

“Iemand die het hoge woord voert, zal ik nooit worden, maar ik ben wel in positieve zin veranderd. Ik hou nu zowat het midden tussen mijn pa en mijn ma, wat ik wel goed vind : het moet niet te veel zijn, maar het mag ook niet te weinig zijn. Als ik het met iets niet eens ben, zal ik het nu wel zeggen, terwijl ik vroeger te veel over mij heen liet gaan.

“Misschien wel de grootste stap is voor mij de overgang van de kadetten naar de scholieren geweest, omdat ik pas laat een enorme groeistoot heb gekregen. Ik was een tenger manneke, terwijl daar dus al gasten met snor en baard zaten. Bij de kadetten was ik nog international, bij de scholieren moest ik opeens meedoen met de provinciale. Al mijn maten mochten internationale toernooien spelen, tegen Feyenoord en grote Engelse ploegen, wat voor een jonge gast het summum is, terwijl ik daar helemaal niet bij werd betrokken. Ik heb dat als vernederend ervaren.

“Weet je wat er echt het allermooiste is ? Je zoontje zien opgroeien – Kenneth is twee jaar en drie maanden nu. Schitterend. Het vaderschap heeft mij ook wel gerijpt. Die lach en die zoen die je krijgt als je thuiskomt… dan weet je : waar heb ik mij eigenlijk druk om zitten maken ? Zoiets versterkt ook het positief denken.

“De band die een vader met zijn zoon heeft, is niet te vatten zolang je zelf geen vader bent. Je zou daar alles voor doen, hé, voor je kind. En hou ouder het wordt, hoe meer je terugkrijgt van de liefde die je geeft. Maar misschien dat dat nog wel zal veranderen ( schiet in een lach), als hij zelf op zijn poten leert te staan.”

door Christian Vandenabeele

‘Voor het eerst in mijn carrière heb ik iets van : al die commentaren, daar sta ik boven.’

‘Het allermooiste is je zoontje zien opgroeien. Het vaderschap heeft mij gerijpt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content