Op bezoek bij Birger Maertens in Almelo, waar ze vanavond Ajax ontvangen. ‘Club Brugge verlaten heeft pijn gedaan. Er zijn zelfs tranen gevloeid. Maar hier word ik sterker van en wie weet keer ik er ooit terug.’

We ontmoeten Birger Maertens (28) twee dagen na de derby tegen FC Twente. Almelo ligt op een boogscheut van Enschede, deze match is dan ook een lokaal toppertje op de kalender. In colonne reden de bussen van Almelo naar Enschede, maar de buit is mager: 2-0-verlies, op speeldag 6 de eerste nederlaag van het seizoen. Maertens: “Twee goals in de slotfase, na een goeie match. Spijtig, omdat het hier enorm leefde. Vergelijk het met Cercle tegen Club, met Cercle als de underdog die wil winnen van de grote broer.

“De sterkte van Heracles is dat we een groep zijn. We maken plezier, maar we vechten ook voor mekaar op het veld, een foutje van de een wordt door de ander gecorrigeerd. Met die mentaliteit kan je in het voetbal heel veel bereiken.”

Kunstgras

Het verschil tussen het voetbal in België en dat in Nederland is Birger Maertens al snel duidelijk geworden. “Ze besteden hier veel tijd aan de manier waarop we voetballen. Veel meer opbouw van achteruit, vanaf de keeper. Ik was op Club-Cercle, het verschil viel me direct op. Als je ziet hoe StijnStijnen elke keer de bal wegtrapte … Waarschijnlijk opgelegd door de trainer. Hier zou dat niet waar zijn. Iedereen probeert te voetballen, ook de zogezegde degradatiekandidaten kruipen niet met acht of negen achter de bal. Dit is gewoon leuker voetballen.”

Vanavond moet Heracles de wei in tegen het grote Ajax. Maertens: “Dat is een nieuwe test. Buiten de eerste minuten op Heerenveen, waar we het heel moeilijk hadden en ook 2-0 achter kwamen, denk ik niet dat we al ergens problemen kenden. Maar laat ons realistisch zijn: we gaan nooit meedoen voor Europees voetbal of het kampioenschap. Vorig seizoen werden we 14de of 15de. De bedoeling is beter te doen.”

Dat kan via een uitbreiding van het Polmanstadion. De plannen zijn er om de capaciteit, nu 8.500, op te trekken naar 14 à 15.000. Naast het hoofdveld ligt een terrein van een amateurploeg. Als die een nieuwe locatie vindt, kan de club nog dit seizoen bouwen. Heracles staat nu tweede laatste qua financiële mogelijkheden. Dat moet beter, vindt de club.

Maertens: ” Jan Wuytens is hier de eerste weken mijn toeverlaat geweest. Hij heeft me opgevangen en wegwijs gemaakt in Almelo. Net voor twee jaar bijgetekend, heel toffe kerel. Goeie voetballer, goeie linkervoet, goeie lange bal en een lacher. We staan ook naast elkaar in de ploeg, ik rechts, hij links. Afhankelijk van de kant waar de bal is, proberen we op te bouwen.”

Niet alleen de ploegmaats, ook de ondergrond is een aanpassing. “Ons veld bestaat helemaal uit kunstgras. In Brugge hadden we ook een oefenterrein in kunstgras, maar daar trainden we niet graag en niet veel op. Diverse spelers sukkelden met enkels en knieën en waren bang. Onterecht. Dit is wel van een heel andere kwaliteit, je merkt ook dat het beter wordt naarmate je er meer en meer op speelt. Je ziet wel aan de teams die op bezoek komen, dat ze zich moeten aanpassen. Wij trainen in de aanloop naar een thuiswedstrijd de hele week op het A-veld. Als we buitenshuis voetballen, trainen we op een gewoon grasveld, om daar weer aan te wennen. Als het droog is, maken ze het veld nat voor de wedstrijd, en aan de rust nog een keer, zodat de bal sneller rond gaat. Doe je dat niet, en het is wat warm, dan stokt het spel. Tackles? Al genoeg gedaan, je haalt je been niet open. In het begin was ik er ook tegen, maar nu gaat het beter en beter.”

Verhuizen

Toen hij helemaal aan het begin van zijn profcarrière stond, tekende Birger Maertens, die vreesde dat hij als belofte uit de boot zou vallen, ooit een voorcontract bij MVV. Dat kwam Antoine Vanhove ter ore, waarop hij de jeugdspeler prompt een profcontract bij Club Brugge liet tekenen. Juridisch had het voorcontract in Limburg wel waarde, zodat Maertens uiteindelijk voor het tekenen van twee contracten een schorsing van vier maanden kreeg. Nu zit hij weer in Nederland. Wat heeft Maertens met de eredivisie?

Maertens: “Ik vond het Nederlandse voetbal aantrekkelijk. Nederland, Duitsland, daar ging mijn voorkeur naar toe. Als Belg moet je realistisch zijn: in Spanje of Italië heb je niks te zoeken. Ik weet wat ik kan en niet kan. Ik ken Timmy Simons van vroeger, ben een paar keer gaan kijken naar PSV. Via Prime zag ik de toppers en hun tegenstanders. Heracles kende ik minder, maar ik voel me echt niet te min om hier te spelen. Zeker niet. Heel veel mensen hebben me al gevraagd: Waar ga je nú spelen? Wat is eigenlijk je bedoeling? Die is: terug plezier vinden in het voetbal. Ik was dat vorig seizoen kwijt.”

Heracles wordt getraind door Gert Heerkes, een ex-militair. Die liet zijn ploeg tijdens de voorbereiding kennismaken met het leven in een … kazerne. Qua cultuurschok kon dat tellen.

Maertens: “Op het einde van de eerste week kregen we een hele dag teambuilding in de kazerne. In groepjes van vier sleuren met een boomstam van zes meter door het mulle zand. Daarna 500 meter lopen met drie dragers, waarbij de vierde óp de stam zat, om voor wat extra gewicht te zorgen. De ene groter dan de ander, zie je het probleem?”

Volgde nog boksen en na de middag muurklimmen. Toen hij ’s avonds naar Oostende reed, kon hij amper zijn stuur vasthouden. Maertens: “Karakter tonen en doorzetten. Op zich niet slecht, maar op het moment zelf had ik er een hekel aan.”

Een van de regels van Heerkes is: geen juwelen op training. Maertens: “Daarvoor ben je profvoetballer. Je moet doen wat de trainer zegt. Ook al reageren ze daar hier toch mondiger op dan in België. Als de trainer of een speler wat zegt tegen iemand, gaat die er altijd tegenin, weliswaar op een beleefde manier. Altijd willen ze hun mening kwijt. Heel rechtuit. Dat heb ik graag. Ik ben ook zo, ik kan niet zwijgen, tegen niemand. Ik heb liever dat ze in mijn gezicht zeggen dat ik een klootzak ben, dan achter mijn rug. Als er vroeger in Brugge een akkefietje was, bleef dat soms aanslepen. Voor de rest zijn de trainingen hetzelfde. Altijd voetballen.”

Wie bewaakte eigenlijk de poort naar zijn toekomst, toen dit voorjaar duidelijk werd dat hij zijn contract bij Club Brugge niet zou verlengen? Niemand, maar de onduidelijkheid was lang heel groot.

Maertens: “Ik had een aanbieding van Zulte, rond maart, en had er een goed gevoel bij, maar vond het nog wat vroeg om te beslissen. Waren ze wat later gekomen, ik had het wellicht gedaan.”

Toen kwam Heracles. Die kregen een dvd met zijn wedstrijd tegen Germinal Beerschot, nog uit de periode- Ferrera. Maertens: “Ik heb zelf die wedstrijd nog eens opgezocht en thuis bekeken.” En? Lachend: “Die was ook wel goed.” Er was ook nog wat vaag contact met Twente, hij praatte met Utrecht en Duisburg, en ook Westerlo zei “dat hij altijd mocht komen als hij wilde”. Maar uiteindelijk was Heracles doortastend. Na een gesprek met de trainer en zijn assistent, Hendrie Krüzen (ex-KV Kortrijk) en ruggespraak met zijn vrouw hakte hij de knoop door: drie jaar Almelo. Doel: even een stap terug, om daarna misschien weer verder te springen. Tenslotte is hij nog maar 28. En tegelijk verraste hem toch één ding: 41 Europese wedstrijden en 161 matchen in eerste klasse, het is allemaal héél snel vergeten. Maertens: “Blijkbaar wel. Ik kon ook twee jaar bijtekenen bij Club, maar daar had ik geen zin in, omdat ik wist dat ik niet aan spelen toe zou komen. Met pijn in het hart ben ik er vertrokken, maar daar ben ik nu over.”

Tranen

Birger Maertens, dat was Club Brugge. Een gouden jeugdproduct. Heel even international, in 2005. Veertien jaar deelde hij er wel en wee. Hij stond vroeger zelf nog tussen de supporters, kende Jan en alleman, reed met de ogen dicht naar Jan Breydel. Geboren Bruggeling, dat ook. Zijn droom? Er ooit terugkeren, al weet hij dat zoiets niet voor iedereen is weggelegd. Twee jaar geleden was hij voor de supporters man van het seizoen. Wat is er sindsdien gebeurd?

Maertens: “Er zijn andere trainers gekomen. Na Ceulemans – onder wie ik mijn beste periode kende omdat hij me veel vertrouwen gaf – Ferrera, Janevski en Mathijssen. Alles gespeeld, tot Jacky kwam. Daarna amper. Al na de eerste speeldag had ik het door. Zes keer ben ik aan een wedstrijd begonnen, waarvan drie keer als linksachter. Ik heb heel veel respect voor hem als trainer, maar een kans heb ik niet gekregen. Dat gevoel heb ik tenminste.”

Blijkbaar had hij het op hem niet begrepen. Maertens: “Ik weet dat ik er vorig seizoen alles aan heb gedaan. Ik ben niet voor niks zoveel kilo vermagerd. Ik had kunnen zeggen: kust ze allemaal, maar zo zit ik niet in mekaar. Nog steeds zijn er mensen die me bedanken voor de manier waarop ik me vorig seizoen gedroeg. Voor hetzelfde geld kon ik de boel verzieken. Jacky is me komen vragen om linksachter te spelen en ik heb ja gezegd. Had ik niet het gevoel dat het onmogelijk was, ik had bijgetekend. Maar je moet op je gevoel afgaan.”

En het heeft pijn gedaan, geeft hij toe. Hij, die zo graag open is, had amper een gesprek met de trainer. Bewust, omdat hij het niet nodig vond, klinkt het.

Maertens: “Natuurlijk had ik het lastig om Club te verlaten. Daar kende je iedereen, hier niemand. Echt niemand. Je weet dat er een Belg speelt, maar je kent hem niet. De eerste dagen waren moeilijk. Ik ben op zondagavond 20 u. vertrokken van bij me thuis, voor een rit van drie uur. Dan kom je hier aan rond elven, vraag je naar de kamer. Maertens. Heracles. Zat ik daar. De volgende dag was het training. Als eerste was ik aanwezig. Je moet weten: anders dan bij ons geven ze hier geen hand. Goeiemorgen en weg. Ben ik maar in de kleedkamer op mijn plaats gaan zitten. ’s Avonds terug naar dat appartement. Daar heb ik even traantjes gelaten, dat zeg ik eerlijk. Waarom zoiets wegsteken als het zo is? Maar uiteindelijk is de integratie vlot verlopen.”

Nu is hij blij dat hij het gedaan heeft. Hij wil het zeggen zoals het is: toen hij vroeger thuis kwam, deed zijn vrouw alles. Wassen, koken, kuisen. Hooguit schoten voor hem over: het brengen van de kinderen naar school, of boodschappen doen. Hier moet hij zelf zijn plan trekken, ook in de keuken. Maertens: “Misschien is het wel leerzaam op dat vlak.”

En we horen dat hij meer verdient dan bij Club. Hij knikt.

Neemt hij Jacky Mathijssen iets kwalijk?

Maertens: “Ik heb in het voetbal met niemand ruzie. Jacky heb ik na de derby de hand gegeven. Hij was de eerste om te zeggen: ‘Kom maar binnen’.”

Is dat niet moeilijk?

Maertens: “Zo is het voetbal nu eenmaal. Was dit gebeurd toen ik 20, 21 was, ik had misschien anders gereageerd. Ik zou nooit geslagen hebben, maar verbaal wel wat meer weerwerk geboden. Nu ben ik 28 en vind ik hem nog altijd een goeie trainer. Hij had het alleen niet op mij begrepen. Mijn beste jaren zijn er nu, ik probeer het niveau van onder Ceulemans opnieuw te halen. Fysiek heb ik nergens last van. Ik verzorg me goed, doe geen domme dingen, ben alleen en rustiger. Met kinderen heb je ook een verantwoordelijkheid. Het is logisch, ik word ouder. Als je jong bent, denk je dat je de hele wereld aankan. Maar dan krijg je plots wat harde tikken, en daar leer je uit. Zo word je volwassen.” S

door peter t’kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content