“Of Anderlecht de beste oplossing is, zien we nog wel, maar het is in elk geval een goeie.” Gilles De Bildevoetbaltterug in het Astridpark.

Vier-nul tegen Sheriff Tiraspol. Wie de wedstrijd niet zag en alleen de uitslag hoorde, zo gaf trainer Aimé Anthuenis direct toe na de heenwedstrijd in de tweede voorronde van de Champions League, zou kunnen concluderen dat het een zwakke tegenstander was. Maar niets was minder waar. Tiraspol voetbalde aardig en bracht Anderlecht geregeld in de problemen. Drie open kansen kregen de Moldaviërs, maar de afwerking was ondermaats. Net als de verdediging op stilstaande fasen, wat de Brusselaars in staat stelde om vier keer vanuit het niets te scoren. In Glasgow was dat ook al twee keer gelukt.

Allicht is het allemaal geen toeval. Om de hier door de Brusselse trainer vorige week al geschetste redenen van trainingsachterstand bij de nieuwe spitsen Mornar en De Bilde en de blessure van Seol, pakte Anderlecht tegen Tiraspol uit met het aanvalsduo IachtchoukAruna. De Ivoriaan kreeg die kans op basis van zijn invalbeurt tegen de Rangers, maar kon niet brengen waar hij ginder wel in slaagde : gevaarlijke raids. De Oekraïner was als vanouds sterk in de aanloop naar het nieuwe seizoen, maar dan toch vooral in een rol op de flank of achter de spitsen. René Vandereycken moest het indertijd ook al ervaren : Choek mag dan wel een snelstarter zijn en redelijk makkelijk scoren, om de aanval te dragen weegt hij te licht, zeker als het middenveld nauwelijks aansluit.

Want daar knelde woensdag het schoentje. Anthuenis koos tegen Tiraspol – dat aantrad in een 3-5-2 – voor het middenveld dat in Glasgow de wedstrijd onder controle had : met Hasi wat rechts, Vanderhaeghe centraal, Baseggio wat links en Stoica achter de spitsen. Drie in essentie verdedigende middenvelders, met veel volk achter de bal, wat verrassend genoeg geen garantie was om de boel dicht te houden. Meer dan eens moest De Boeck zijn lange benen gebruiken om brandjes te blussen. Geen van de drie middenvelders die vorig seizoen zo’n stevige driehoek vormden, draait momenteel op hoog niveau. Stoica en Baseggio misten een deel van de voorbereiding door blessure; voor de diesel van Vanderhaeghe is het nog wat vroeg, zoals de West-Vlaming zelf ruiterlijk toegaf.

“We speelden te ver uit elkaar”, vond Anthuenis. Daarbij toch ook wat voorbijgaand aan het feit dat geen van zijn middenvelders – ook Stoica momenteel niet – infiltrerende mensen zijn die voor aansluiting of diepgang zorgen. Bovendien werd de ruimte die ze links en rechts op de flank lieten, niet benut door diepgaande flankverdedigers. Dus dwong Anderlecht nauwelijks kansen af in het veldspel en moesten de doelpunten wel vallen op standaardsituaties, waarvan – allicht ook bijdragend tot de frustratie van Baseggio – er drie werden getrapt door Hasi.

Na ruim een uur kwam er offensief iets meer druk, toen de ploeg beter in de plooi viel. Met Tarek Said – heel gretig en een werker in de goeie Goor-stijl -, de door het publiek al voor de rust in de ploeg geschreeuwde De Bilde en even later ook Mornar, werd er meer druk naar voor gelegd en kreeg het nieuwe Anderlecht vorm. Vooral de rentree in het Astridpark van Gilles De Bilde viel op. De Ket trok snel een paar spurtjes, joeg op de bal en verteerde de inspanningen al iets beter dan het weekend ervoor tegen Glasgow, toen hij na enkele inspanningen al naar adem stond te happen.

De Bilde : “Ik heb nog wat tijd nodig, want ik vertrek met een serieuze basisachterstand. Ik heb in Sheffield nog wel een weekje meegetraind, maar dat was niet zoals stevig als hier, hoor ik. We trainden er zelden meer dan één keer per dag, allicht ook om de vele beloften die er in de A-kern kwamen niet te overbelasten. Anderlecht was al wat langer bezig. Daarom ontbreek ik de basis om te herbeginnen.”

Kan Anderlecht dat geduld opbrengen ? Het heeft immers dringend een nieuw koningskoppel nodig dat de kwalificatie voor de Champions League moet afdwingen. De Bilde : “Anderlecht heeft vijf spitsen. Ik moet eerst fysiek klaar zijn voor ik kan spelen. Balgevoel, frisheid, zelfvertrouwen : dat kan alleen als je fysiek in orde bent. De eerste keer zeven weken verlof, dat veeg je niet zomaar weg. Golfen, tennissen, zwemmen : je blijft bezig, maar niet explosief, geen verandering van ritme. Dat patroon – alles aan hetzelfde ritme – moet ik nu breken door op explosiviteit, kracht en uithouding te trainen. Daarom werk ik na de gewone trainingen met de fysiektrainer nog extra oefeningen af. Soms explosiviteit, soms ook gewoon een half uur continu lopen. Sinds ik terugkeerde van Aston Villa trainde noch speelde ik op niveau. Eigenlijk is dit vergelijkbaar met mijn eerste maand bij Aston Villa, ook daar heb ik toen afgezien. Maar je hebt dat nodig, in het voetbal zijn er geen geheimen.”

Invalbeurten, daar moet hij het voorlopig mee stellen. “Als de trainer me nodig heeft, geef ik het maximum gedurende de tijd die nodig is. Maar negentig minuten is op dit moment te veel. En dat zal zo nog wel enkele weken aanslepen. Alles moet immers goed begeleid worden. Als ik nu met mijn motor over mijn toeren ga, krijg ik over twee, drie maanden gegarandeerd een terugslag. Ik ben ( glimlacht), hoe erg het ook is, intussen ook al dertig. Dat betekent : oppassen voor overbelastingsletsels.” Hoe was de uitslag van zijn fysieke tests ? “Vrij goed, alleen ging ik nogal rap verzuren als ik 17, 18 km per uur moest lopen. Dat is basis. Het ging tegen Tiraspol al beter dan in Glasgow, op dat vlak boeken we vooruitgang.”

Tegen alle verwachtingen in moest hij begin juli terug naar Sheffield. Wat liep er mis tijdens de transferperiode ? De Bilde : “Sheffield vroeg heel lang te veel geld. Vorig seizoen al. Aston Villa wilde me houden, Newcastle en Bobby Robson – die ik nog bij PSV had – wilden me ook en Sheffield speelde die twee tegen elkaar uit. Dat is uiteindelijk falikant afgelopen, zowel voor mij als voor de club. Idem voor Las Palmas, dat zich een paar weken later meldde. Het wilde me lenen tot het einde van het seizoen, maar plots verdubbelde Sheffield de oorspronkelijke vraagprijs. Sheffield is gewoon een slecht georganiseerde, slecht gestructureerde club. Ik geef je nog een voorbeeld : na heel lang aandringen verkreeg Dirk ( Degraen van SEM, nvdr) deze zomer een papier waarop stond dat ik gratis mocht vertrekken. We praatten vervolgens met Betis Sevilla. Dirk toonde dat papier waarop Sevilla contact opnam met Sheffield, dat plots van niks wist en nog een half miljoen pond, een kleine 33 miljoen frank, voor me vroeg. Uiteraard gingen de Spanjaarden direct terug naar Dirk om te vragen wat er aan de hand was. De transfer ging niet door. Zulke stoten maakte ik er mee.”

Vooral het laatste jaar was hij door de gang van zaken gedegouteerd, zegt hij. “Het eerste jaar ging het nog, omdat je mooie wedstrijden in de Premier League kon spelen. Ook al wist ik heel snel dat we een uitzichtloze strijd voerden. We hadden Wim Jonk lopen, maar de trainer vroeg om een lange bal naar voor en trek uw plan. Maar ik had voor mezelf nog de uitdaging van het EK. Ik kon me niet laten gaan en verdrinken, dan miste ik alles. Het tweede jaar had ik veel problemen met de trainer, Paul Jewell. Geen goeie coach, het leek allemaal nergens op : zijn trainingen, zijn voorbereidingen, zijn tactische discussies. Toen heb ik het een half jaar… pfft, je kent dat.”

Kwam de kans bij Aston Villa. “Die heb ik echt serieus willen pakken. De eerste weken stond ik er niet in de ploeg, om dezelfde redenen als nu : te grote trainingsachterstand. Uiteindelijk kwam ik in de ploeg en bleek John Gregory bereid om me over te nemen. Alleen kwam het financiële opnieuw opspelen. Sheffield kwam weer aanzetten met belachelijke bedragen. Om me te kloten hebben ze me na mijn terugkeer even niet meer laten spelen. Je moet weten : ik had een bonus per wedstrijd waarin ik startte, en dan moesten ze die niet meer uitbetalen. Ik heb een week met de jeugd, niet eens met de reserven, meegetraind. Op dat moment moet je je verstand op nul zetten. Toen is me gevraagd om terug te keren en heb ik het seizoen uitgedaan. Jewell werd buitengegooid en we hebben ons uiteindelijk nog vlot gered.”

Begon een lange zomer… De Bilde : “Onze laatste wedstrijd was op 6 mei en nog diezelfde avond was ik al in België. Na een weekje trok ik naar Spanje, waar ik iets heb. Zonder me vragen te stellen ? Ik wist dat mensen voor me aan het zoeken waren. Eerst mocht ik weg tegen een beperkte prijs, dan uiteindelijk voor niks als ik van mijn kant een reeks claims liet vallen.”

Welke ? “In Engeland heb je het systeem van de signing on-fees. Naast je contract krijg je elk jaar een getrouwheidsbonus. Als je op de transferlijst wil komen, moet je die laten vallen. Ik had nooit om die transfer gevraagd, was dus niet van plan om dat geld zomaar weg te gooien. Uiteindelijk moest ik het doen om aan dat papiertje te komen.”

Uiteindelijk zette hij zelf de eerste stap in de onderhandelingen met Anderlecht, zegt men er. De Bilde : “Dat is dikke zever. Ik had contact met Ranko Stojic en heb hem gezegd : “Luister, Ranko, ik moet hier weg. Probeer jij ook iets te vinden.” Dirk had gezegd dat zij onderling wel tot een akkoord kwamen als Ranko iets zou vinden. Vrijwel onmiddellijk belde Ranko me op. Of het me interesseerde om naar Anderlecht te gaan ? Ik zei : uiteraard, waarom niet.” Daar hadden ze bij SEM ook wel aan kunnen denken. “Dat moet je hen vragen. In elk geval was twee weken later alles in orde.”

Vanwaar dan het misverstand ? De Bilde : “Dirk belde me, met de vraag van Verschueren of ik eens wilde telefoneren. Dat heb ik gedaan. En nadien – toen het allemaal al zo goed als rond was – heb ik ook nog Constant Vanden Stock gesproken. De wil om terug te keren was wederzijds. Het was óf me in Sheffield bij wijze van spreken begraven en heel mijn carrière naar de verdommenis helpen, óf opnieuw een kans te krijgen om op het hoogste niveau te voetballen en wel nog iets van mijn carrière maken.”

Eigenlijk is hij een gelukzak, nog zo’n mooie kans krijgen na de kommer en kwel. Beseft hij dat ? “Gelukzak ? Het was een moeilijke beslissing. Ik moet me opnieuw bewijzen, terwijl ik in Sheffield makkelijk op mijn gat had kunnen blijven zitten. Ik pak dus ook een risico voor mezelf. Ik herbegin van niks, moet wat ik gedurende een jaar heb verloren, opbouwen. Maar voetbalkwaliteiten verlies je niet, het is vooral een zaak van uithouding, fysieke conditie, wedstrijdritme op het hoogste niveau.”

Bovendien is er het verwachtingspatroon van de supporters, die hem woensdag al voor de rust in de ploeg schreeuwden. De Bilde : “Tot dusver loopt alles goed, kreeg ik alleen positieve reacties en daar ben ik blij om. Het etiket-De Bilde ? Ik denk dat dat wordt overdreven. Ik was al terug in België, speelde met de nationale ploeg. De eerste keer woog dat, maar het kalmeerde ook. Dat ik allicht uitgejouwd zal worden door supporters van andere ploegen, daar zoek ik niets achter. Ik denk dat elke speler van Anderlecht daarmee vertrouwd is.”

Toen Marc Degryse terugkeerde, verwachtte iedereen wel ontzettend veel van hem. De Bilde : “Dat is logisch, ook in mijn geval, zeker op Anderlecht. Daarom is het belangrijk om in de eerste weken eerst en vooral goed te trainen en de basis breder te maken. Of Anderlecht de beste oplossing is, zien we nog wel, maar het is in elk geval een goeie.”

door Peter T’Kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content