‘Ik hoop hieruit te geraken zonder aan mijn spaargeld te komen’

© gf

Zonder wedstrijdpremies en met een gekortwiekt salaris, soms zelfs een passage langs de werkloosheidskas, beleven sommige voetballers moeilijke tijden. De verborgen kant van een wereld waar de miljoenensalarissen de bomen zijn die het bos verbergen.

Het is een debat dat soms tot leedvermaak leidt. Als we over voetbal en geld praten, denken we eerder aan de miljoenen van Neymar en Cristiano Ronaldo dan aan precaire financiële situaties. Op planeet voetbal is de rijkdom echter verre van gelijk verdeeld. In België ligt het gemiddelde brutoloon van een professionele voetballer op 250.000 euro per jaar (ruim 20.000 euro per maand), een bedrag dat een grote spreidstand verbergt tussen degenen die meer dan 3 miljoen per jaar verdienen en degenen die flirten met het wettelijke minimumloon, vastgelegd op 20.000 euro per jaar.

Sébastien Stassin
Sébastien Stassin© BELGAIMAGE

‘Mijn maandsalaris is 1700 euro bruto’, vertelt een speler uit een topzesploeg. ‘Daarbovenop krijg ik 700 euro per overwinning. De maanden die er nu aankomen, zonder matchen, zullen lijken op de maanden juni en juli, waarin je geen premies krijgt. Dat wordt ingewikkeld, want met die premies ben je natuurlijk snel gewend aan een zeker salaris. In mijn geval wordt mijn salaris tijdens het seizoen al snel verdubbeld. Dit seizoen verdiende ik in mijn beste maand 4500 euro netto. Door niet te spelen zit je al snel een heel pak lager.’

De speler riskeert dus in een soort verlengd zomerreces terecht te komen, met alle financiële gevolgen van dien. Ondanks de bijzondere situatie heeft zijn club beslist om haar engagementen na te komen, zonder een beroep te doen op technische werkloosheid. Dat is lang niet overal het geval.

5000 EURO ONKOSTEN

Een tweede getuige is sinds begin april op technische werkloosheid gezet en zag zijn maandelijkse brutosalaris van om en bij de 18.000 euro gedecimeerd. Ook zijn vaste premie van 500 euro per punt valt weg.

‘Van mijn brutosalaris naar werkloosheid, dat zal zeker een groot gat slaan. Ik ben me ervan bewust dat ik nu het loon van een arbeider zal ontvangen. Indien ik geen geld aan de kant had gezet, zou ik er niet in slagen om mijn leningen terug te betalen. Deze maand hoop ik mijn plan te kunnen trekken zonder aan mijn spaarrekening te komen.’ Met zijn hypothecaire kredieten, verzekeringen en gezin lopen de maandelijkse onkosten van de speler op tot 5000 euro. Een bedrag dat moeilijk te rijmen valt met een werkloosheidsuitkering.

Veel spelers konden gelukkig al wel rekenen op de tweede schijf van hun tekengeld (de bonus die ze ontvangen om een contract te ondertekenen), die gewoonlijk na de wintermercato wordt uitgekeerd. Op dat moment ontvangt de speler een vaste som die deel uitmaakt van zijn jaarlijkse verloning. Velen verdienen de helft van hun inkomen langs deze weg. Voor de clubs is het een voordelig systeem omdat ze minder bijdragen betalen op dit soort premies dan op het klassieke salaris, terwijl de speler een spaarpotje kan aanleggen in deze onzekere tijden.

‘De spelers die ik begeleid, zijn allemaal zo slim geweest op hun uitgaven te letten, ze hebben allemaal nog geld opzij staan’, zegt spelersmakelaar David Lasaracina. ‘Ze kunnen het wel enkele maanden uitzingen, maar geen jaren. Op korte termijn zal het wel lukken, maar het moet ook geen vijf of zes maanden gaan duren, want dan voorzie ik grote problemen.’

KORTE CARRIÈRE EN ONZEKERE TOEKOMST

Voor sommigen zal het geen maanden duren vooraleer ze met hun rug tegen de muur staan. ‘Veel spelers bellen me in paniek op, omdat ze op hun inkomsten uit het voetbal rekenen om de facturen te kunnen betalen, ‘ zegt Sébastien Stassin van spelersvakbond Sporta. ‘Als spelers veel geld ontvangen, omdat de clubs het zich permitteren om zulke fenomenale salarissen te betalen, hebben ze vaak ook financiële verplichtingen die ze moeten respecteren. Als u een salaris van 2000 euro hebt, zult u een lening van 500 euro per maand aangaan. Wie 10.000 euro verdient, heeft misschien een lening van 3000 euro. Dat alles moet betaald worden, ook al ben je op technische werkloosheid gezet. Spelers verdienen veel geld, maar ze hebben meer onkosten en een kortere carrière.’

Frédéric Gounongbe
Frédéric Gounongbe© BELGAIMAGE

‘Sinds ik begon te voetballen, heb ik altijd een bepaalde statistiek in mijn hoofd gehouden: de gemiddelde carrière van een profvoetballer duurt zeven jaar’, zegt een Franse dertiger, die goed boert in onze nationale competitie met een maandsalaris van zo’n 10.000 euro. ‘In vergelijking met andere clubs in België, en zeker in vergelijking met andere competities, blijft dat een bescheiden som. In het licht van een erg korte carrière stelt dat op het einde van de rit niet zoveel voor, dus moet je vooruitziend zijn. Er zijn spelers die hun geld door ramen en deuren gooien, die slechte investeringen doen.’

De cijfers van de FIFPro, de internationale federatie van profvoetballers, zijn formeel: zestig procent van de spelers gaat failliet binnen de vijf jaar na het einde van hun carrière. Spelers denken dus best zo vroeg mogelijk aan hun toekomst. ‘Vanaf het prille begin spreek ik met mijn spelers over het beheer van hun carrière’, zegt spelersmakelaar Jacques Lichtenstein. ‘Spijtig genoeg is het heel simpel om spelers te waarschuwen, met al die gevallen van oude coryfeeën die ondanks een fantastische carrière vandaag in zware financiële problemen zitten. We raden spelers aan om hun geld in vastgoed te investeren, want daar neem je weinig risico’s. Het is belangrijk dat ze het grootste gedeelte van hun inkomsten investeren om zich zeker te stellen voor het leven na hun carrière, ook al zijn we geen financiële specialisten.’

DE REALITEIT VAN DE WERKLOOSHEID

Dat domein is de specialiteit van Frédéric Gounongbe. De voormalige spits van Westerlo is tegenwoordig raadgever in vermogensbeheer voor voetballers, nadat hij tijdens zijn passage bij Cardiff nogal wat jonge spelers hun financiële kaars langs twee kanten zag opbranden. ‘De laatste weken kreeg ik gestresseerde spelers aan de telefoon, zeker omdat Belgische voetballers vanuit wettelijk oogpunt minder goed af zijn.’

In België is de werkloosheidsuitkering geplafonneerd op 70 procent van het maximumsalaris, dat 2352 euro bruto per maand bedraagt. Een speler zal dus circa 1600 euro bruto ontvangen (volgens de cijfers die golden op 7 april). In Frankrijk daarentegen krijgen de spelers 84 procent van hun nettoloon.

‘Dat is een groot verschil’, gaat de oud-aanvaller voort. ‘Een speler die 50.000 euro bruto per maand verdient, zal in Frankrijk een uitkering van 42.000 euro krijgen, terwijl hij in België slechts 1600 euro bruto ontvangt. Er is dus zeker paniek, omdat sommigen enorm veel loon verliezen. Aan de andere kant hoor ik spelers bij Lokeren die al maanden niet meer betaald zijn, erg enthousiast reageren op hun werkloosheidsuitkering omdat het hun eerste loon in maanden zal zijn. Het is een bizar verhaal.’

Tot nog toe kiezen maar weinig clubs voor de technische werkloosheid. Als ze geen salaris meer uitbetalen, kunnen ze hun spelers immers ook niet meer dwingen om te trainen. David Lasaracina: ‘Wanneer spelers op werkloosheid gezet worden, hebben ze een nieuwe werkgever: de staat.’

DE ZOEKTOCHT NAAR EEN AKKOORD

‘Op dit moment onderhandelen we met de directie. We vinden dat we iets anders verdienen dan werkloosheid’, zegt onze Franse speler. ‘Buiten het feit dat we aan huis gebonden zijn en niet spelen in het weekend, blijven we verwoed werken in de week – bijna meer dan in normale tijden, want we kregen een superzwaar fysiek programma. Natuurlijk zal er een compromis komen en zal men onze lonen verlagen, maar we willen geen vermindering die zo flagrant is als terugvallen op werkloosheid. Misschien moeten we ervoor zorgen dat de spelers met een lager loon er niet door geraakt worden. Als je geld wilt afnemen, neem het dan van de grote of middelgrote verdieners.’

‘Tijdelijke werkloosheid aanvragen wegens overmacht, dat is legaal. Maar is het in deze omstandigheden ook moreel correct? Daar heb ik mijn twijfels over’, zegt Sébastien Stassin. ‘De spelers betalen al bijna geen RSZ-bijdragen, wat een mooi voordeel is voor de clubs. Spelers die tien-, twintig- of dertigduizend euro per maand verdienen naar de sociale zekerheid sturen, dat lijkt me er toch wat over. Voor mij moet er een loonakkoord gevonden worden dat logisch is. Niet zoals in sommige clubs, waar ze een vermindering met zeventig of tachtig procent voorstelden.’

‘Door de maatregelen van de clubs hebben nogal wat spelers in eerste klasse de indruk dat ze gebruikt worden om de financiële moeilijkheden van hun club te verbloemen’, zegt Frédéric Gounongbe.

Voor sommigen moet het ergste nog komen, met de zomermercato in aantocht. ‘Stel je de spelers eens voor die einde contract zijn’, zegt een van onze getuigen. ‘Dan ben je toch bang. Wie weet hoe ziet de financiële situatie van de clubs eruit na deze crisis…’

‘We zijn in België slecht omkaderd’

‘Ik heb het geluk dat ik op ouders kon rekenen die me ervoor behoed hebben om te veel geld uit te geven, ‘ zegt een speler die graag anoniem wil blijven. ‘Ik heb ook een boekhouder die mijn geld beheert. In het begin van mijn carrière heb ik veel geld opzijgezet, en vandaag investeer ik.’

‘Ik ben nooit bijgestaan door iemand buiten mijn familie’, zegt een andere profspeler. ‘Dat mag wel verbeterd worden, vind ik. Mijn ouders hebben me goed bijgestaan, maar niet iedereen heeft dat geluk.’

In België is er geen specifieke omkadering voorzien om spelers te helpen om hun financiën te beheren. Dat is in Frankrijk wel anders, vertelt een Franse speler die vandaag in België actief is. ‘Je moet weten dat we in Frankrijk perfect begeleid worden. De UNFP ( vereniging van profvoetballers, nvdr) staat de spelers op financieel vlak bij tijdens hun carrière en helpt bij de voorbereiding van een leven na het voetbal. Vanaf het begin van mijn carrière werd ik door iemand gevolgd die me vandaag in België nog komt opzoeken. We spreken over investeringen en dergelijke. Als ik morgen stop met spelen, heb ik onmiddellijk een contact om een casestudy te maken, om te achterhalen wat ik graag zou doen, en zetten we meteen een project op poten.’

‘Eigenlijk is dit een goede periode voor profvoetballers om al eens na te denken over hun latere carrière, ‘ zegt Frédéric Gounongbe. ‘Je zou kunnen zeggen dat ze nu, met de verminderde fysieke activiteit en een aanzienlijke daling van hun loon, exact meemaken wat er hen op het einde van hun profcarrière te wachten staat. Dit is het moment om eens naar iets anders te kijken dan het voetbal, om aan de toekomst te denken. Om een trainerscursus te volgen, bijvoorbeeld. Ik heb zelfs een speler die beslist heeft om Spaans te leren. Deze periode zal veel voetballers bewust maken van de vluchtigheid van hun geld en hun vak.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content