De Servische woelwater Milan Jovanovic verruilt de Rouches voor de Reds aan het einde van het seizoen. ‘Ik kijk enorm uit naar mijn transfer, maar ik zal Luik nooit vergeten.’

Na vier seizoenen in België maakt Milan Jovanovic stilaan zijn koffers klaar. Eerst vertrekt hij met Servië naar Zuid-Afrika voor het WK en daarna gaat het richting Liverpool, voor dé transfer van zijn leven. Voor hij ons definitief verlaat, kwam hij nog snel zijn Gouden Schoen ophalen bij de schoenmaker van Het Laatste Nieuws. Een ideaal moment voor een afscheidsgesprek.

Had je niet liever nog op een leuke manier afscheid genomen van de Standardfans?

Milan Jovanovic: “Natuurlijk wel, maar dat is niet mijn beslissing geweest. De laatste kans om afscheid te nemen van het publiek was voor of na de wedstrijd tegen Racing Genk. Ik vierde die dag ( 18 april, nvdr) trouwens mijn 29e verjaardag, maar ik heb niets gehoord van de club. Het doet me pijn dat ze niet aan me gedacht hebben. Een kort afscheid voor of na de wedstrijd tegen Genk, of zelfs tijdens de rust, het was me allemaal eender. Nu ben ik teleurgesteld dat ik de kans niet heb gekregen om mijn publiek te bedanken. Maar goed, de volgende morgen stond een kleine jongen me op te wachten aan de Académie Robert Louis-Dreyfus. Hij had een groot bloem-stuk voor me bij en als er me net op dat moment geen cameraploeg van de VRT was komen opzoeken om me de Swakiri te overhandigen, had niemand iets geweten van dat symbolische moment. Voor mij zitten de ziel en het hart van Standard verenigd in de daad van die jongen. Hij bewijst op zijn manier dat Standard meer is dan de voorzitter, de clubleider, de spelers, de journalisten enzovoort.”

Dat moet niet makkelijk voor je geweest zijn.

“Inderdaad niet. Ik denk dat men pas binnen tien jaar zal beseffen wat voor een fantastisch parcours dit Standard heeft afgelegd. Het einde van dit seizoen mag dan wel een fikse tegenvaller zijn, we hebben onszelf in de geschiedenisboeken gevoetbald. In België werd Standard al 25 jaar een beetje over het hoofd gezien en in het buitenland kenden ze alleen Anderlecht en Club Brugge. Wij, de spelers, hebben Standard weer op de kaart gezet. Ik heb daarbij geholpen en Standard is ook goed geweest voor mij. In België heb ik leren vechten, winnen, mezelf in vraag stellen, met kritiek omgaan en misschien wel het allerbelangrijkste: ik heb hier van mijn passie mijn beroep kunnen maken.”

Alles geprobeerd

Sommige analisten verwachtten een Jovanovic die meer …

(onderbreekt) “Ik weet het. Er is me verteld dat Marc Degryse en Wilfried Van Moer erg streng voor me waren in hun beoordeling. Ik kan hen wel begrijpen. Ik heb trouwens meer aan zulke kritieken dan aan lovende commentaren en ik kan je zeggen dat Jova ook meer verwachtte van … Jova. Maar ik weet wel dat ik alles gegeven heb. Ik loop er de kantjes niet af, niet op training en zeker niet in de wedstrijd. Kon het beter? Ja. Heb ik alles gegeven? Ja. Was het resultaat bevredigend? Neen. Ik weet ook niet hoe het komt want ik heb alles geprobeerd, maar het lukte gewoon niet meer. Misschien weet ik wel wat er scheelt. Ik heb in mijn tweede seizoen in België zes maanden verder gespeeld met een blessure aan de adductoren. Ik heb me – voor ik er eindelijk aan geopereerd kon worden – meermaals laten inspuiten omdat Standard op me rekende voor de titelstrijd. Dit seizoen heb ik mijn knieoperatie steeds voor me uitgeschoven omdat ze me nodig hadden in de Champions League en later in de Europa League. Het is mooi geweest, ik wil die mooie periode niet laten verpesten door de twee laatste maanden die wat minder waren. Natuurlijk wou ik liever dat ik vier seizoenen lang op de top van mijn kunnen had gespeeld, maar dat is simpelweg onmogelijk.”

Zit je niet gewoon al met Liverpool in je hoofd?

“Neen, daar heeft het niets mee te maken. Het publiek heeft het recht om altijd het maximum te eisen van de spelers, maar het moet ook weten dat een sportman beïnvloed wordt door emotie en motivatie. Het was niet altijd even gemakkelijk om mezelf opnieuw te lanceren na een blessure, een operatie of nadat er allerlei grote buitenlandse clubs me een vervijfvoudiging van mijn huidige loon beloofden. Ik heb onnoemelijk veel geld verloren door zo lang bij Standard te blijven. En dan heb ik het over een paar miljoen euro. Als ik hoor wat de rest van de spelers van de Servische nationale ploeg verdient, kan ik alleen maar vaststellen dat ik het allerkleinste salaris heb. Elke keer dat er een grote club interesse in mij toonde, heb ik dat besproken met het bestuur van Standard, maar ik heb hen nooit onder druk gezet.”

Waarom niet?

“Uit respect. Dreigen of druk zetten is niet aan mij besteed, ik ben meer een man van de discussie. Ik heb de deur niet achter me willen dichtgooien door selecties te weigeren of naar de rechtbank te stappen. Daarvoor respecteer ik Standard te veel. Ik besef maar al te goed dat het snel gedaan kan zijn. Een blessure kan alles in het water doen vallen.”

Dus je zit toch al te denken aan Liverpool …

“Ik ben 29. Als je 20 bent, heb je nog alle tijd. Voor mij ligt dat nu anders, dus ja ik denk daar wel eens aan, maar ik heb me nooit gespaard. Als ik egoïstisch was geweest, was ik al veel eerder vertrokken.”

Is het dankzij Standard dat je bij Liverpool bent terechtgekomen?

“In eerste instantie is die transfer mijn verdienste. Standard heeft mij daarbij geholpen en daarvoor bedank ik ook iedereen, maar ik heb het toch vooral alleen gedaan. Je zou kunnen zeggen dat Standard in zekere zin het fundament van mijn carrière is. Die basis had ik wel degelijk nodig, maar het zijn mijn prestaties met de nationale ploeg van Servië die Liverpool over de streep hebben getrokken. Op basis van mijn prestaties bij Standard was ik waarschijnlijk hooguit bij PSV, Stuttgart of een andere club uit de Premier League terechtgekomen, maar niet bij een absolute topclub zoals Liverpool.”

Babbeltje met Gerrard

Is je werkvergunning ondertussen al in orde gebracht?

“Ik heb een contract voor drie seizoenen met een optie voor een vierde seizoen getekend. Ik onderging twee medische tests. De eerste duurde maar liefst zeven uur. Ze hebben echt alles onderzocht: hart, longen, oren, ogen, beenlengte, scheenbenen, dijbenen, alles. Ik ben zelfs nog een keer moeten terugkomen voor een paar extra tests. Het is duidelijk dat Liverpool niets aan het toeval overlaat. Ik heb een leuk babbeltje kunnen slaan met Steven Gerrard en ik heb uiteraard een onderhoud met Rafael Benítez gehad. Hij heeft me nog eens gezegd dat alles in orde komt als ik goed werk. Voor het overige maak ik me dus geen zorgen. Welk systeem we zullen spelen? Wie er op links zal staan? Dat zijn vragen voor na het WK. Ik weet dat ik op dat niveau kan slagen. Eigenlijk had ik dit seizoen al nood aan een nieuwe uitdaging. Ik heb begrip voor het standpunt voor Standard, maar zij moeten mij ook begrijpen. Toen de transfer naar Stuttgart me door de neus werd geboord, heeft het wel even geduurd voor ik me weer kon motiveren. Ik vroeg me af of er nog wel aanbiedingen zouden komen. En wie had me geholpen als er geen andere teams meer op de proppen waren gekomen? AC Milan? Misschien wel, maar Benítez toonde meer interesse.”

Akkoord, maar hoe zit het nu met je werkvergunning?

“Dat is slechts een detail.”

Wel een belangrijk detail.

“Ja. Zo’n werkvergunning wordt niet toegekend op het moment dat je het contract ondertekent, maar op het moment dat je echt bij de club komt. Als buitenlander moet je 75 procent van de interlands van de voorbije twee jaar gespeeld hebben. Ik zit momenteel aan meer dan 85 procent en er is nog het WK. Als ik speel, stijgt mijn percentage nog, maar zelfs als ik niet speel, zal het niet meer tot onder de 75 procent zakken, denk ik.”

Bölöni is geen profiteur

Er is dit seizoen bij Standard veel misgelopen. Laszlo Bölöni heeft veel kritiek gekregen …

“Dat heb ik ook gemerkt ja. Toen Bölöni weg was, waren ze plots daar met hun kritiek. Ik heb de indruk dat er een soort anti-Bölönisfeer is gecreëerd die hen achteraf goed uitkwam. Toen Laszlo nog stevig in het zadel zat, was ik de enige die tegen hem durfde in te gaan. Er werd wel eens gezegd dat Bölöni een soort vaderfiguur voor me was, maar ik was het wel die telkens met hem in discussie ging, terwijl anderen er maar stilletjes bij zaten. Dat noem ik ‘karakter hebben’. Op het moment dat Bölöni – figuurlijk gesproken – op de grond lag, stonden die stille jongens plots op om hem verder af te maken. Plots kwam de kritiek op Bölöni van alle kanten. Daar hou ik niet van. Ik ben een einzelgänger die niet meezingt op de tonen van andermans liedjes.”

Je gaat nu toch niet zeggen dat alles perfect was op het einde van het tijdperk-Bölöni?

“Zeker niet. Ik wil twee dingen zeggen. Het eerste is dat Standard nooit opnieuw kampioen van België zou zijn geworden zonder Michel Preud’homme. Na 25 jaar wachten was Michel de juiste man op de juiste plaats. Hij kent de club als geen ander en volgens mij hadden we die titel met geen enkele andere coach behaald. Preud’homme heeft alles beter gemaakt. Hij is een vechter met een sterk karakter, een harde werker, een principiële meester-tacticus. Daarom ben ik ook allerminst verbaasd over het schitterende seizoen van AA Gent. Ik had Gent al van voor het seizoen als titelfavoriet genoemd. Ik heb veel aan Preud’homme te danken, maar – en dat is het tweede wat ik wil zeggen – je kunt niet ontkennen dat Bölöni de meest succesrijke Standardtrainer van de recente geschiedenis is.”

Dat zijn forse uitspraken …

“Ik hield van Bölöni en ik hou eigenlijk nog steeds van hem. Net zoals van Preud’homme. Bölöni won een titel, twee supercups, verbaasde in de Champions League en verraste in de Europa League. Als je dat afzet tegen de prijzenkast van Standard, dan is dat een enorme verwezenlijking. Ik wil toch ook even zeggen dat Bölöni niet profiteerde van het werk van Preud’homme. Hij heeft het verder gezet, verbeterd. Op tactisch vlak heeft Laszlo ons allemaal enorm veel bijgebracht. Het zou dom zijn om dat te ontkennen. Bölöni heeft het deksel op de neus gekregen. Dat overkomt elke trainer wel een paar keer in z’n carrière. Al is hij dan vertrokken, ik zal hem niet vergeten. Waarmee ik niet wil zeggen dat alles perfect was, maar de spelers zijn daar medeschuldig aan. Dat we niet op verschillende fronten konden strijden, heeft dan weer te maken met het feit dat het budget van Standard daar simpelweg te klein voor is.”

Wat is er dan mis met dat budget?

“Standard heeft het op drie na grootste budget van België en kan zich daarmee geen volledige kern veroorloven die op Europees vlak mee kan.”

Maar kunnen ze nog wel opnieuw meedoen voor de titel volgend seizoen?

“Dat kan zeker, maar niet elk jaar. Anderlecht, Club Brugge en Racing Genk hebben nu eenmaal meer financiële mogelijkheden.”

Ben je teleurgesteld dat je in play-off 2 amper gespeeld hebt?

“Neen, ik begrijp wel dat de club al wat speeltijd aan de jongeren wil gunnen. Ik heb geen probleem met Dominique D’Onofrio en Jean-François de Sart.”

Hoe schat je hun werk tot nu toe in?

“Na het vertrek van Bölöni was de situatie om allerlei redenen eerder delicaat. Het duo D’Onofrio – de Sart heeft het evenwicht hersteld en Standard overleefde onder de leiding van D’Onofrio toch maar mooi twee rondes in de Europa League. Hij had kritiek op mijn spel, maar ik neem hem dat niet kwalijk. Ik hield wel van zijn trainingen. Alles, zelfs de opwarming, gebeurde met bal. Een beetje volgens de Spaanse stijl die ook RadomirAntic ( de huidige bondscoach van Servië, nvdr) hanteerde bij Real Madrid. Ik was trouwens aangenaam verrast door De Sart. Hij kent zijn vak, is rustig, slim en hoeft zich niet kwaad te maken om zijn ideeën te kunnen doordrukken. Die manier van werken valt goed bij de jongeren. Ik vond het een uiterst interessante samenwerking en het zou me niet verbazen als hij op termijn bij een Europese topclub zou belanden.”

Liefde geven

Jij gaat naar Engeland, Igor De Camargo naar Duitsland …

“Ik weet zeker dat De Camargo het goed zal doen bij Borussia Mönchengladbach. Igor is een harde werker. Ik ken geen enkele speler die zo goed is met het hoofd als hij.”

Het is wel de zoveelste sterke persoonlijkheid die Standard verlaat …

“Zo gaat dat in het leven. Ik weet dat ik niet de gemakkelijkste jongen ben, maar ik ben wel een zeer correct iemand. Als je me veel liefde geeft, mag je er zeker van zijn dat ik er alles aan zal doen om je zo veel mogelijk terug te geven. Ik wil iedereen bedanken voor alles wat ik hier de voorbije jaren heb meegemaakt.”

door pierre bilic – beelden: reporters

Op het moment dat Bölöni – figuurlijk gesproken – op de grond lag, stonden de stille jongens plots op om hem verder af te maken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content