Ach, miserie, hij heeft ze gekend. En succes ? Ook. Hij, Eric Matoukou, speelde voor RWDM, Heusden-Zolder en zit nu bij Genk. Maar waar hij in Afrika van droomde, was Duitsland. Duitsland ? !

Hij, EricMatoukou, was het die Heusden-Zolder naar eerste klasse schoot. Een knal vanop vijfentwintig meter waarop ChristianCouturier, de doelman van AS Eupen, zelfs niet reageerde. Een-nul en weg driepuntenkloof van de Oostkantonners. “Dat blijft een hele mooie herinnering. Zo’n beslissend doelpunt zal altijd op mijn palmares blijven staan”, zegt Matoukou. “De trainer begint er telkens weer over tegen mij (lacht). Als je het even niet meer ziet zitten, zegt hij, zal je er altijd wel weer bovenop komen, want dat doelpunt zal men zich altijd blijven herinneren.”

Nochtans is het niet om zijn fluwelen traptechniek dat Matoukou bekendstaat. “De trainer begrijpt het nog altijd niet dat ik gescoord heb (lacht). Zulke doelpunten maak je niet zo vaak ; het is ook mijn kracht niet. Maar ik had in die wedstrijd al een keer of twee een tussenkomst gerateerd, dus ik dacht : nu schiet ik gewoon naar doel. Waarom niet ? Ce qui arrive, arrive.

Matoukous kracht ligt veeleer in de duels en het koppen. “Al van in mijn jeugd is mijn kopspel mijn sterkste punt. Ik heb er ook veel op geoefend, want toen ik jong was, sprong ik wel veel, maar verder was mijn kopslag niet zo krachtig. Daar heb ik aan gewerkt en nu is het een troef. Op het centre de formation, bij Pyramide de Yaoundé, was ik eigenlijk eerst middenvelder. Ik was de grootste van de ploeg, dus toen er in een kwalificatiewedstrijd bij de tegenstander een grote aanvaller stond, ben ik als verdediger uitgespeeld. Omdat ik het zo sterk deed, ben ik daar blijven staan.”

FreddySmets en EricDePrins waren het die de Kameroener voor RWDM ontdekten tijdens een wedstrijd van Pyramide de Yaoundé. “RWDM was mijn eerste club in België. Ik kende niemand en ik bleef, op één maand na, zes maanden zonder geld zitten. Ik verdiende niets. Gelukkig was er EmilioFerrera nog, die dat seizoen mijn restaurantkosten betaalde. NgomAloïs, die nu bij FC Brussels speelt, en mij gaf hij soms wat geld om ons een week of twee vooruit te helpen. Ja, zo’n gebaar vergeet je niet.”

In de winterstop was het dat hij bij RWDM kwam. “Ik had eerst een maand of twee aanpassing nodig, waardoor ik de eerste vier competitiewedstrijden miste. Toen Fassotte geschorst was, kon ik tegen Sint-Truiden mijn eerste wedstrijd spelen en ik ben niet meer uit de ploeg geraakt. Want toen Fassotte terugkwam, raakte Kargbo geschorst en uiteindelijk ben ik nog op de linkerflank terechtgekomen. Naar Europa komen in de winter was nochtans niet evident voor mij als Afrikaan. De kou was mijn grootste vijand. Ik had een huis, maar ik kreeg een proces tegen mij aangespannen omdat ik de elektriciteit en het water niet kon betalen. Genk heeft dat uiteindelijk allemaal geregeld voor mij.”

Zo kwam het dat Matoukou transfervrij door Genk werd opgepikt en uitgeleend aan Heusden-Zolder. ” PeterBalette is daar als een vader geweest voor mij. Hij heeft het altijd goed met mij voorgehad, maar mij ook veel doen werken. Hij is hard geweest toen het moest. Ik heb veel aan hem te danken, zeker tijdens mijn blessure. De op een na laatste match dat we zouden promoveren, ben ik namelijk slecht neergekomen en daarna moest ik aan de meniscus geopereerd worden. In Afrika heb ik mij later wel eens laten masseren op de traditionele manier, met wortels van bomen en zo. Maar hier in België is Peter Balette eerst met mij naar het ziekenhuis gereden en daarna heeft hij erop toegezien dat ik mij verzorgde, met straffen gedreigd ook, mij gecontroleerd en erop toegezien dat ik de geneesmiddelen nam die de dokter mij nadien voorschreef. Parce que j’ai eu souvent une petite négligence. Dat is een van mijn petits défauts, dat ik wel eens iets vergeet (grijnst).”

Drie dagen, zegt Matoukou, was hij de voorbije winterstop met Kameroen op stage met de nationale beloften om zich voor te bereiden op de Olympische Spelen ; zeven dagen hield hij over voor vakantie. “Maar ik heb de hele tijd bij mijn grootmoeder in het ziekenhuis gezeten omdat ze zwaar ziek is.”

Daarna wachtte hem een stage in Spanje met Genk, dat hem in ruil voor HansLeenders weghaalde bij zijn satellietclub. “Naar Genk kunnen gaan is een bonus voor mijn carrière. Dat maakt mij gelukkig, maar tezelfdertijd triest omdat ik een club moet verlaten die mij veel heeft bijgebracht. Want na het failliet van RWDM zat ik echt aan de grond. Ça, je vous le dit. Maar ik heb me snel ingepast bij Genk, want ik kende er al een aantal spelers, zoals JusticeWamfor, die ik in Kameroen nog in eerste klasse zag spelen. Of Seyfo, met wie ik in Genk op hotel zat.

“Eric, zeggen zij altijd, maakt zich nooit kwaad, lacht altijd en je merkt nooit of hij zich goed of slecht voelt. Ik hou nu eenmaal altijd alles voor mezelf. Ik destabiliseer niet graag anderen met mijn problemen. Naast het veld ben ik daarom heel rustig, maar ik ben getraind om op het veld mijn kwaliteiten uit te buiten : duels winnen. De Duitse competitie doet mij daarom dromen. Ik hou van hard, fysiek voetbal. Nochtans ben ik niet zo zwaar gebouwd. Toen ik in België kwam, was ik zelfs héél mager. Ondertussen ben ik, denk ik, een kilo of zeven bijgekomen.”

Geluk beleeft een voetballer maar met momenten, zegt Eric Matoukou. “Er zijn daartussen ook periodes dat je moet knokken om het te verdienen. Zeker bij Genk, waar meer concurrentie is en het dus moeilijker wordt voor mij. Alleen, door elke week te spelen doe je routine én vertrouwen op. Hier zal dat moeilijker worden en dat maakt mij bang, maar het geeft mij tezelfdertijd ook moed, want ik weet dat ik kwaliteiten heb. Bij Heusden-Zolder had ik het vertrouwen van iedereen en was ik un pion majeur. Dat heeft mij kracht gegeven en geestelijke vrijheid. Bij Heusden, ça je vous le dit, leefde ik zonder druk. Ik moest alleen altijd mijn best doen. Ik speelde mijn rol, maar het kon beter. Ik had meer met de bal moeten oprukken. Ik had dat meer gekund als onze situatie beter was geweest, want je moet zeker zijn voor je zoiets doet.

“Bij Genk zal ik dat onderdeel kunnen verbeteren, want une bonne relance kan voor de tegenstander fataal zijn. Op stilstaande fasen zal ik meer kunnen meegaan naar voren. Ook in het spel zal ik, denk ik, de bal beter aangespeeld krijgen. Ik zal er zelf hard voor werken, maar ik wil dingen rustig de tijd geven. Ik ga mijzelf geen druk opleggen.”

door Raoul De Groote

‘Emilio Ferrera betaalde mijn restaurantkosten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content