Spannende fotoreportages ? Afgebeeld op elk reclamebord rond de ijsbaan ? Overdreven aandacht voor haar privéleven ? Anni Friesinger verliest geen seconde uit het oog waar het deze week in Turijn echt om gaat : zoveel mogelijk medailles, van goud bovendien. Portret van een topvrouw.

Het was zondagmiddag 16 februari 1997 rond een uur of twee, in de prachtige M-Wave van Nagano, een jaar voordat daar de Winterspelen zouden zijn. Gunda Niemann schaatste met groot gemak en opvallend veel gratie naar haar zoveelste wereldtitel allround, haar eerste op klapschaatsen. Bijna vanzelfsprekend zou Claudia Pechstein als tweede eindigen. Maar dan die derde Duitse… Anni Friesinger was net twintig, een groot talent, wisten insiders. Kwam uit Inzell, Wessie in het door Ossies gedomineerde vrouwenschaatsen. Veelvoudig Duits jeugdkampioene, wereldkampioene junioren in 1996 bovendien. Maar had iemand Anni Friesinger in ’97 gemist bij het EK in Heerenveen ? Had iemand haar bij de favorieten genoemd voor het WK in Nagano ?

Op de vijf kilometer, die zondagmiddag in de M-Wave, werd die derde Duitse ineens Anni Friesinger. In al haar grootheid. Natuurlijk, eerder die dag had ze ook al een su-per 1500 geschaatst : tweede. De mijl gold als háár afstand. Maar de vijf kilometer was dat (nog) niet. Begin van het seizoen stond haar pr op 7.42. Kwam bij dat ze ook nog kampte met zware bronchitis. ‘Wedstrijdkuchie’, dacht ze zelf. Wat een geweldig gevecht leverde Anni Friesinger op de langste afstand. Ze opende veel sneller dan ze ooit had gedaan. Pijn of geen pijn, zuurstof of geen zuurstof, ze ging dóór. Twaalfenhalve ronde afzien. Ze kwam over de streep in 7.18,59 en viel compleet uitgeput op het ijs. De race had geen millimeter langer moeten zijn, geen honderdste seconde langer moeten duren. ‘Astmatische aanval’, constateerde de dokter achteraf.

Zo diep kunnen gaan. Jezelf zó kunnen aanpakken, bijna vermoorden. Wie erbij was, die zondagmiddag in Japan, vergeet het nooit meer. Als een schaatser met één race te typeren is, dan met deze vijf kilometer.

Inzell

Anna Christine Friesinger wordt op 11 januari 1977 geboren in het Zuid-Duitse Bad Reichenhall, vlakbij Inzell. Ze is het eerste kind van Georg Friesinger en Janina Korowicka, die in de jaren daarvóór een bescheiden internationale carrière als schaatser hadden opgebouwd. Haar vader traint in Inzell samen met grootheden als Erhard Keller en Gerd Zimmermann. Hij is een generatiegenoot van Markus Eicher, Anni’s huidige trainer. Haar moeder komt oorspronkelijk uit Polen en doet in de jaren zeventig twee keer mee aan het WK (13de in 1975) en ook aan de Olympische Winterspelen van Innsbruck in 1976. Een 16de plaats op de drie kilometer is daar haar beste resultaat.

Twee schaatsende ouders, geboren en getogen in de omgeving van Inzell, welke sport ga je dan doen ? Anni Friesinger groeit op in het Ludwig Schwabl Stadion. Als vanzelfsprekend vindt ze al jong haar weg tussen de internationale toppers, die regelmatig op de Inzeller ijsbaan trainen. Iedereen kent er de kleine blonde Anni, net als broertje Jan (van 1980) en zusje Agnes (1984).

De familie Friesinger heeft het niet breed in die dagen. Vader Georg, automonteur en later bankemployee, probeert wat bij te verdienen als schaatstrainer. Veel van zijn kennis had hij als actief schaatser gehaald uit Nederland, vertelde zijn vriend Jan Heida vorig jaar in het Algemeen Dagblad. Heida, die nog met Georg Friesinger schaatste, typeert Anni’s vader als iemand die alles overhad voor zijn gezin, een sportfanaat en een trainer die over elk detail nadacht.

Anni is net tien als ze voor het eerst een nationale titel pakt, bij de junioren-D. Het gaat dan nog om de West-Duitse titel, en ze heeft niet veel meer concurrentie dan van haar ploeggenotes van DEC Frillensee uit Inzell. Maar ook na de hereniging van Oost en West blijft Friesinger de titels aaneenrijgen. Een niet te onderschatten prestatie, want nu klopt ze ook de jeugd uit voormalige DDR-schaatsbolwerken als Berlijn en Erfurt.

Gift-Fabrik

De val van de Berlijnse Muur heeft grote gevolgen voor het schaatsen in Duitsland. In oktober 1990 heeft er in de catacomben van de ijsbaan in Inzell een merkwaardige eenwordingsbijeenkomst plaats van alle coaches uit Oost en West. Een vroegere DDR-coach geeft daar toe dat hij jarenlang aan het hoofd heeft gestaan van wat hij noemt ‘de grootste Gift-Fabrik aller tijden’. Onder de aanwezigen ook de volledig verbouwereerde Markus Eicher, die op dat moment de jeugdopleiding in Inzell runt. Eenwording ? De strijd tussen Oost en West is nog lang niet gestreden.

Dwars tegen het Oost-Duitse bolwerk in begint Friesinger aan haar opmars. In 1993 debuteert ze als zestienjarige in Baselga di Pinè op het WK junioren met een 8ste plaats. Een jaar later in Berlijn is ze tweede, vlak voor haar Nederlandse vriendin Marianne Timmer. Het jaar daarna evenaart ze haar tweede plaats.

Bij de senioren heeft de jonge belofte langer dan haar lief is te maken met vaste waarden uit de voormalige DDR. Gunda Niemann, Claudia Pechstein en Heike Warnicke weten van geen wijken en houden de plekken op de internationale toernooien bezet. Oké, Anni debuteert al in 1994 op het WK allround. Ze is pas zeventien en eindigt nog als vijfde ook. Knap, maar een vertekend beeld. Vlak voor de Winterspelen van Lillehamer laten de meeste toppers het toernooi in het verre Butte (Montana) links liggen. De twee jaar daarna doet Friesinger niet mee aan het EK en WK. Teleurstellingen zet ze om in nog harder werken, samen met haar vader Georg en Markus Eicher.

Dreun

In maart 1996 is ze in Calgary met afstand de beste juniore ter wereld. Dan, zomaar ineens, volgt een enorme dreun, die Friesinger haar hele verdere leven met zich meedraagt. In juni 1996 overlijdt geheel onverwacht haar vader Georg, hij is pas 43 jaar. Ruim twee jaar later vertelt ze aan journalist Renze Lolkema openhartig over de band met haar vader. Hoe ze zijn stem terugluistert op de voicemail van haar telefoon. Hoe ze zijn foto bij elk verblijf in het buitenland op haar nachtkastje heeft staan. Dat ze zich geen betere vader, vriend en coach kan voorstellen.

Hoe sterk moet je zijn om in zo’n ellendige situatie aan topsport te blijven doen ? Anni heeft veel steun aan haar vaste trainingsgroepje in Inzell, onder leiding van Markus Eicher. Iedereen is volledig uit het lood geslagen door de dood van hun vriend Georg Friesinger. Met grote lotsverbondenheid wordt de training opgepakt. Schaatsen blijft tenslotte leuk, een ontsnapping, allicht. Acht maanden na de dood van haar vader schittert Anni Friesinger op het WK in Nagano. Zo krijgt het wegduwen van pijn nog een extra dimensie.

Op de Winterspelen van Nagano ’98 wint ze brons op de drie kilometer, achter Gunda Niemann en Claudia Pechstein. Ook bij het WK allround in Heerenveen zijn haar twee ervaren landgenotes nog (veel) te sterk. Maar Anni Friesinger, pas 21, is de beste van de rest. Helemaal aan het eind van dat seizoen volgt de beloning waarop ze zolang heeft gewacht. Tijdens het WK afstanden in Calgary wint ze de 1500 meter, in een nieuw wereldrecord bovendien : 1.56,95.

Allerbeste

“Anni heeft een geweldige techniek en vooral een ijzeren wil”, typeert coach Markus Eicher. Nu ze Niemann en Pechstein één keer heeft verslagen, wil Friesinger méér : ze wil de allerbeste worden. Maar het lichaam protesteert. Een ernstige rugblessure houdt haar vrijwel het hele seizoen 1998/99 aan de kant.

Een jaar later komt ze ijzersterk terug. Op het EK in Hamar tekent zich een generatie-wissel af. Anni Friesinger en Renate Groenewold zwepen elkaar tijdens hun drie kilometer op tot grote hoogte. De Nederlandse wint nipt. Op de slotafstand rijdt good-old Gunda Niemann nog een onvergetelijke inhaalrace. Maar het eindklassement liegt niet : 1. Anni Friesinger, 2. Gunda Niemann en 3. Renate Groenewold. In 2001 volgt in Boedapest de eerste wereldtitel allround.

Bij de start van het olympisch seizoen 2001/02 geldt Anni Friesinger als de beste schaatsster van allemaal. In Duitsland verwerft ze eindelijk wat meer bekendheid, niet eens zozeer door haar prestaties op het ijs. Een blootreportage in het weekblad Stern doet wonderen. Goede reclame voor zichzelf en het schaatsen, bovendien leuk om te doen, vindt ze.

In de eerste maanden van het olympisch jaar wint Friesinger alle World Cupwedstrijden op de 1500, 3000 en zelfs de 5000 meter. De Duitse media duiken nu massaal bovenop Turbo Anni. “Ik zag foto’s van mezelf met vier gouden medailles om. Niet normaal ! Dan kun je gaan uitleggen wat je wilt, dat verandert geen reet ! Het beeld was bepaald : Anni gaat vier keer goud halen.”

De hectiek wordt niet minder na het EK in Erfurt, een paar weken voor de Spelen. Anni wint drie afstanden, voordat ze op de vijf kilometer wordt geklopt door Claudia Pechstein, die vooraf had gezegd dat ze wat ziekjes was. ‘Dat viel dus wel mee’, schampert Friesinger in een vlaag van onoplettendheid. De Duitse pers is er als de kippen bij. Een vete is geboren. ‘Busenneid’, bloklettert boulevardkrant Bild Zeitung, borsten-nijd.

In Salt Lake City worden de twee rivales tot overmaat van ramp in één huis ondergebracht. “Dat was niet goed”, gaf Friesinger vorig jaar toe. Eigenlijk wil ze liever niet worden herinnerd aan de Spelen van 2002. Ze wint weliswaar goud op de 1500 meter, maar moet vooral vechten tegen de torenhoge verwachtingen in de heimat. De onderkoelde sfeer tussen haar en Pechstein doet de rest. Een paar weken later blijkt op het WK allround dat ze fysiek nog in orde is. Met haar familie om zich heen grijpt ze in Heerenveen de titel.

Karakter

De jaren na de Spelen van Salt Lake City blijkt dat Friesinger een les heeft geleerd. “Ik ben voorzichtiger en kouder geworden. Mijn echte spontaniteit heb ik niet meer, mag ik ook niet meer hebben. Dat leer je in de loop der jaren. Dat is de prijs die je betaalt.”

Haar duels met Claudia Pechstein trekken in Duitsland meer dan tien miljoen kijkers. Grote sponsorcontracten zijn een logisch gevolg. Nog altijd zijn er fotoreportages, reclamespotjes, zelfs een eigen boek. Het zal haar leven nooit meer zo beheersen als in de periode rond de Spelen van 2002. “Mijn agenda was te vol, mijn eigen belangen waren in het gedrang geraakt.”

Haar ware karakter verandert niet. Zie de geweldige manier waarop ze drie keer goud haalt bij het WK afstanden in Berlijn in 2003. Of zie het WK sprint in Nagano 2004 als de Duitse bond de vliegtickets van Markus Eicher niet wil betalen, omdat “Friesinger toch geen kans heeft op een medaille.” Ze wint zilver. Of haar vinnige reactie na opgave bij het WK allround dat jaar. En vooral hoe ze in 2005 haar planning ietsje wijzigt en in Moskou gewoon weer de wereldtitel pakt. Met winst op alle vier afstanden !

‘Friesinger Festspiele’. De Duitse pers schreeuwt dat eind vorig seizoen, voorafgaand aan het WK afstanden in… Inzell. Anni zal wel weer even drie of vier gouden medailles ophalen. In spannende lingerie prijkt ze op een levensgroot billboard bij haar Ludwig Schwabl Stadion. De eerste dag verliest ze de 1500 meter van Cindy Klassen. De tweede dag valt ze op de drie kilometer. Er zijn schaatssters gebroken om minder. Zo niet Anna Christine Friesinger. Ze pakt goud op de ploegachtervolging en wint op de slotdag de vijf kilometer. Voeg dat bij twee keer zilver (1000 en 1500 meter) en het zijn uiteindelijk toch gewoon de Friesinger Festspiele.

Ook dit seizoen toont ze aan vrijwel onbreekbaar te zijn. Op de World Cup in Salt Lake City is er een oorvijg van Cindy Klassen. Nadat Friesinger het wereldrecord op de 1500 meter op 1.53,19 heeft gebracht, rijdt haar Canadese rivale 1.51,79, een onmogelijke mannentijd. Reactie van Friesinger ? Krap twee weken later klopt ze Klassen op de mijl in Heerenveen. De week erna wint ze alle vier afstanden op het olympisch ijs in Turijn !

Goud

Welke sportvrouw kan zich na een zware reeks Wereldbekerwedstrijden zo oprecht verheugen op tien dagen intensieve fietstraining op Lanzarote ? “Ja, daar wordt het pas echt zwaar”, lacht ze begin december in Thialf. Net als ze in oktober al lachend door Inzell liep, na weer een uitputtende schaatsdag. “Een goede training hier geeft zoveel energie ! Het liefst met veel mensen op het ijs, duur-intensief doen. Het is zo leuk om hard door de bochten te gaan. Keihard bij een groep voorlangs kruisen, het liefst buitenom. Cool. Je voelt niks, het doet geen pijn. Je gaat zo hard, de zon schijnt. Dat maakt je gewoon gelukkig. Daar ga ik voor, die mooie momenten.”

Als weinig anderen weet Anni Friesinger ondanks alle bijzaken eromheen waar het in topsport echt om gaat : keihard werken. Glamour ? Leuk. Geld ? Aardig. Uithangbord van sponsor Lancia in Turijn ? In ruil daarvoor heeft ze er straks bij de Spelen een onderkomen met Markus Eicher, broer Jan en haar vertrouwde trainingsgroep om zich heen. Ze heeft controle over de situatie. Nooit meer zoals Salt Lake City. Nooit meer worden geleefd.

MAARTEN SCHOLTEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content