Optimist Salou Ibrahim fladdert dit seizoen in de voorste linie van Zulte Waregem. Pas na vijf jaar op Belgische bodem belandde de Ghanees in eerste klasse. ‘Als niemand je ontdekt, blijf je hangen.’

Na de middagtraining komt Salou Ibrahim (26) cool aangewandeld in een wit onderlijfje dat prachtig contrasteert met zijn donkere huid. Hij maakt een rustige, zelfverzekerde indruk. De Ghanees neemt plaats op een bankje in de kleedkamer van Zulte Waregem, waar nog een zweetgeur hangt. “Mogen de vragen in het Nederlands ?” vraagt hij. “Dat is goed voor mij om te oefenen.”

Vijf jaar geleden is Ibrahim in de Belgische competitie aangekomen bij FC Turnhout, in tweede klasse. Door licentieproblemen van de club verhuisde hij met zijn ploegmakkers in 2002 naar de vierde afdeling. Daar speelde het team, intussen omgedoopt tot KV Turnhout, kampioen. Zo verzeilden Ibrahim en co in derde klasse. Vorig seizoen kwam de Ghanees uit voor tweedeklasser KV Kortrijk. Met Zulte Waregem is hij op het hoogste niveau in België terechtgekomen. “Ik vind eerste klasse absoluut het plezantste”, vertelt hij in meer dan behoorlijk Nederlands. “Op dit niveau zijn de spelers veel intelligenter. In vierde en derde klasse wordt niet gevoetbald. Dat is enkel knokken en lopen.”

Er vloeit op dit niveau meer zweet van zijn Afrikaanse voorhoofd. “Ik moet er harder voor werken dan de vorige jaren. In de beginwedstrijd tegen AA Gent was ik snel moe. Het was mijn eerste match in de hoogste klasse. Bovendien stond ik voor het eerst alleen in de spits.”

De eenzame wedstrijdminuten van de aanvaller zitten gebeiteld in het 4-5-1-systeem van trainer Franky Dury. Geen haar op Ibrahims hoofd denkt eraan kritiek te leveren op die spelwijze. “Voor mij was het nieuw. Ik heb altijd met twee centrale aanvallers in de spits gestaan. Nu is het mijn taak om vooraan de bal bij te houden tot de rest van het team kan aansluiten. Dat is niet gemakkelijk. Ik krijg veel loopwerk. Daarnaast verwacht iedereen dat ik geregeld een bal tegen de netten keil. Maar ik klaag niet. Als voetballer moet je alles eens meemaken en altijd bijleren.” De eerste wedstrijden verliepen alvast prima voor de Ghanees, die volgende maand de Belgische nationaliteit krijgt.

Als je de talenten hebt om in eerste klasse te spelen, lijkt vijf jaar rondzwerven in de lagere klassen een eeuwigheid. Ibrahim wijst Dame Fortuna met een beschuldigende vinger. “Je moet daar wat geluk bij hebben. Ik kwam toevallig bij een ploeg terecht die naar vierde klasse degradeerde. Als dat niet was gebeurd, speelde ik misschien al enkele jaren in eerste klasse.”

De scouts van de ploegen uit eerste klasse vormen in Ibrahims uitleg het tweede deel van de verklaring voor zijn late aankomst in eerste klasse. “Die mensen zouden vaker naar wedstrijden in de lagere afdelingen moeten gaan kijken. Scouts hebben amper belangstelling voor derde en vierde divisie. Als niemand je opmerkt, blijf je hangen. Je mag nog zo goed spelen. Volgens mij zijn er zeker nog talentvolle spelers te vinden in derde klasse, die ook de capaciteiten hebben om in eerste te voetballen.”

Bruno Versavel speelt bij derdeklasser Turnhout en heeft vaak met Ibrahim samengespeeld. Hij nuanceert die uitspraak. “Er lopen jongens die kunnen voetballen. Maar er is een verschil tussen voetballers die onmiddellijk inzetbaar zijn bij een eersteklasser en spelers die bij een club in eerste kunnen groeien. Ibrahim behoorde tot de eerste categorie, maar die zijn dun gezaaid. Ik wist dat Ibrahim deze sprong kon maken. Hij goochelt met de bal. Hij kan het leer goed bijhouden, een flits maken en dan een prima pass teruggeven. Bovendien is het voor hem geen probleem om met de rug naar de goal te voetballen. Veel ploegen kunnen zo’n speler goed gebruiken.”

Het heeft inderdaad een tijdje geduurd vooraleer hij werd opgepikt, gaat Versavel verder. “Veel mensen geloofden niet in hem. Ibrahim kwam soms eens te laat op training. Als dat twee of drie keer gebeurt, maken de mensen daar snel vijf of zes keer van. Zo krijgen ploegen die eventueel geïnteresseerd zijn, een heel slechte indruk. Maar ook ik ben ervan overtuigd dat het tekort aan scouting er voor iets tussenzit. Als we het Belgische niveau vergelijken met het Nederlandse, zitten we ver achter. Dat ligt volgens mij zeker deels aan de scouting. Als je bekijkt hoe Ibrahim in eerste klasse is geraakt, dat is toch om te lachen ? Als Zulte Waregem niet was gepromoveerd, zat hij misschien nog in tweede klasse.”

Maar hij zit dus in eerste klasse en voelt er zich goed. “En ik heb het gevoel dat ik nog beter kan. Bij de promotie met Turnhout naar derde klasse zeiden de mensen dat het tot dan goed was gegaan met mij, maar dat het moeilijk zou worden op een hoger niveau. Toen ik de overstap naar tweede en die naar eerste maakte, klonken dezelfde geluiden.” Ibrahim krijgt pretoogjes bij de vraag waar dat gaat eindigen. “Elke speler droomt van Italië of Engeland”, mijmert hij.

“Ik wist dat ik op een dag hogerop zou raken als ik hard bleef werken”, besluit de Ghanees. “Op momenten dat mensen het geloof in mij kwijt waren, heb ik mijn positieve ingesteldheid bewaard.” Versavel herinnert zich nog dat Ibrahim een positieve en vrolijke jongen is. “Hij laat graag zijn witte tanden zien.” Ibrahim beaamt dat. “Zelfs in moeilijke momenten ben ik een heel positief mens. Het is dankzij die mentaliteit dat ik sta waar ik nu sta. Franky Dury vraagt me soms op training waarom ik lach nadat ik de bal heb buitengetrapt. Dan zegt hij dat ik maar moet lachen als ik de bal in doel heb geschoten. Maar ik lach altijd.”

door Kristof De Ryck

‘Ik heb het gevoel dat ik nog beter kan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content