Deze week is het een jaar geleden dat KV Kortrijk Glenn Verbauwhede uitrangeerde. Zijn comeback is even opmerkelijk als zijn ontslag was. ‘Zowat iedereen tekende mijn doodvonnis,’ zegt hij, ‘maar toch verloor ik nooit het geloof in mezelf.’

Hij is een doorzetter, benadrukte hij vorig jaar in Sport/Voetbalmagazine, en vroeg of laat zou hij zijn gram wel halen. Glenn Verbauwhede deed de uitspraak toen in het vooruitzicht van de verplaatsing naar Club Brugge op 1 november. Ook tegen de topclub die hem ter beschikking stelde van neo-eersteklasser KV Kortrijk om hem meer wedstrijdervaring te laten opdoen, zou hij op de invallersbank zitten. Veertien dagen later werd hij zelfs helemaal terzijde geschoven. Voor de thuismatch tegen KV Mechelen zou hij in de pissijnBjörn Vleminckx op de kwetsbaarheid van KVK-doelman Peter Mollez gewezen hebben. Maar na het seizoen vertrok hoofdtrainer Hein Vanhaezebrouck naar Genk, kreeg Mollez geen nieuw contract en bracht Georges Leekens zowaar Verbauwhede mee naar het Guldensporenstadion. Ondertussen is de Jupiler Pro League 2009/10 bijna halverwege en incasseerden alleen de keepers van Anderlecht en Standard nog minder doelpunten dan die van Kortrijk. Het talent van de gewezen belofte-international lijkt eindelijk helemaal tot bloei te komen.

“Na wat ik allemaal meemaakte, is het plezant dat nu alles goed gaat natuurlijk,” zegt hij, “maar ik besef ook dat het snel kan veranderen. Zowat iedereen tekende mijn doodvonnis, maar toch verloor ik nooit het geloof in mezelf. Ik ben altijd blijven beweren dat als ik een kans zou krijgen, ik ze met beide handen zou grijpen. In de eerste plaats moet ik de nieuwe trainer dankbaar zijn. In tweede instantie dank ik Roger Tierenteyn, materiaalman van Club Brugge en voor mij een vertrouwenspersoon. ‘ Als Leekens je vraagt,’ zei hij, ‘moet je niet twijfelen.’ Hij vond dat ik vorig seizoen een fout maakte door niet in te gaan op de openlijke liefdesverklaring van Jan Boskamp. Helaas kreeg hij gelijk.”

Ook Hein Vanhaezebrouck drong toen toch hard op je komst aan?

Glenn Verbauwhede: “Ja, hij zei dat hij een betrouwbaarder sluitstuk wou. Maar dat ik Kortrijk boven Dender verkoos, was meer een verstandskwestie. Ik zag er meer groeimogelijkheden, het was minder ver van huis en de sfeer leunde dichter aan bij die van Club Brugge. Uiteindelijk gooide een blessure roet in het eten. Bovendien werden mij beloftes gemaakt en miste ik de ervaring om goed met die situatie te kunnen omgaan. Dan bots je eens en gooi je het er allemaal uit. Dat kostte mij mijn kop. Nu ben ik rijper geworden en omdat er meer duidelijkheid is, gedraagt ook de groep zich volwassener.

“KV Kortrijk onderging een enorme metamorfose. Alles werd opgefrist en in de kleedkamer kreeg iedereen zijn eigen kastje. Elke dag is er nu een kinesist aanwezig. We beschikken ook over beter materiaal, vorig seizoen losten de ballen bij nat weer. Er wordt ontbeten op de club en de kwaliteit van het eten is nog verbeterd. De velden gingen erop vooruit en er zijn hartslagmeters beschikbaar. Zelfs voor een andere bus is er gezorgd. De oude stonk naar rook. Als ik van een uitwedstrijd thuiskwam, dacht mijn vrouw dat ik op café had gezeten. Álles is vooruitgegaan en dat was nodig. Nu zijn de fundamenten voor een professionele werking gelegd. De bijna compleet nieuwe ploeg speelt verzorgd voetbal dat rendeert. Hopelijk kunnen we het volhouden. Daar is Georges Leekens met zijn staf volgens mij de juiste man voor. Ik noem hem ‘het Orakel’, ‘de Cruijff van België’. ( lacht) Voor mij is ook keeperstrainer Philippe Vande Walle heel belangrijk. Hij houdt mij kort en laat mij in de schaduw keihard werken. Vroeg of laat zal dat zijn vruchten afwerpen.”

De plaats des onheils

Vorig seizoen kende je grote problemen bij KV Kortrijk en ben je er noodgedwongen moeten vertrekken. Hoe was het om terug te keren naar ‘de plaats des onheils’?

“Bepaalde spelers, die er ondertussen weg zijn, waren mij niet zo gunstig gezind en ik besefte dat ik gevaar liep om geïsoleerd te worden. Anderzijds kende ik zelf met niemand problemen en kwam ik met heel veel mensen prima overeen. Vraag maar eens rond, allemaal zullen ze zeggen: er zit misschien wel ergens een vijs los, maar zijn hart zit op de juiste plaats. Ook de supporters reageren positief. Ik speel met passie voor Kortrijk en daar houden ze van. Ik ben nederig toegekomen en ben het gebleven. Wat ik hen vorig seizoen niet kon bieden, wil ik nu dubbel teruggeven.

“De enige met wie er eigenlijk iets uit te praten was, is Hein Vanhaezebrouck, maar hij werkt er dus nu niet meer. Voor mij is het geen enkel probleem om hem volgende week voor de wedstrijd tegen Racing Genk een hand te geven of ooit nog met hem samen te werken. Ik vond het wel een beetje jammer dat hij in augustus de makers van Extra Time liet weten dat hij onder geen beding met mij in dezelfde aflevering wou zitten.

“Ik vind nog altijd dat ik recht in mijn schoenen sta en hij vindt dat ook hij recht in zijn schoenen staat. Niet in álles heeft hij ongelijk. Ik moet bekennen: mijn attitude was fout. Ik ben toegekomen met het besef dat ik mij moest aanpassen aan Kortrijk en niet andersom, maar ik hield het niet vol. Nu moei ik mij niet meer en voel ik mij veel beter. Zo wil ik het houden.”

Het was hoe dan ook niet collegiaal om je tegen een spits van de tegenstander negatief uit te laten over de keeper van je eigen ploeg.

“Wat is ‘niet collegiaal’? Het gebeurde al lachend en ik blijf het vrij onschuldig vinden. Hij zei: ‘Ik zag de feuille, je speelt niet?’ Ik zei: ‘Misschien moet je maar eens zoals Baseggio zo’n indraaiende bal trappen waar hij vorige week tegen Moeskroen onderdoorging, dan zal ik binnenkort wellicht wel spelen.’ ( lacht) Je kent de voetbalwereld toch? Nadat de supporters van Cercle Brugge mij verweten voor pedofiel en hoerenzoon zaten mijn ploegmaats mij heel de week uit te lachen. Het voetbalmilieu vereist een dik vel, je moet het een en ander kunnen slikken en plaatsen. Ik vroeg Peter Maes wat hij van die hele historie vond. ‘Twee keer niets’, antwoordde hij mij. In januari stond ik op het punt om voor KV Mechelen te tekenen. KV Kortrijk en Club Brugge brachten de papieren in orde, de zaterdagochtend om tien uur moest ik er zijn, maar de dag ervoor werd alles afgeblazen wegens mijn hamstringletsel. Denk je dat zij een keeper zouden binnenhalen die informatie doorspeelt aan de tegenstander? Trouwens, het voetbal kent geen geheimen meer. Iedereen scout elkaar constant. De zaak werd opgeklopt omdat zulke momenten natuurlijk ideaal waren voor mensen die mij schaakmat wilden zetten en uit de groep wilden knikkeren. Uiteraard waren het geen spitsen die daar voordeel uit konden halen. Ik ben blij dat ikzelf mijn plaats op een eerlijke manier afdwong, namelijk door te presteren op training en in de wedstrijden waarin ik mijn kans kreeg.”

Kristof Van Hout zei eind augustus in Sport/Voetbalmagazine dat in Kortrijk iedereen verrast was dat jij en niet hij aan de competitie begon.

“Mijn eerste wedstrijd in de voorbereiding, op Valenciennes, was niet overtuigend. De tweede, tegen Willebroek, was slecht. Maar tegen Bergen speelde ik sterk en tegen Doornik heel sterk. Volgens mij greep ik daar de kans die ik op training afdwong, maar ook voor mij is het elke dag opnieuw beginnen, blijven werken en bevestigen.

“Ik ben mij er heel goed van bewust dat dit voor mij het jaar van de waarheid is. Mijn kijk op alles is veranderd. Beter dan voorheen realiseer ik mij hoe mooi dit beroep is en hoeveel ik ervoor wil doen. De trainer zegt het vaak: la vie est belle. Iedere dag probeer ik te genieten van het gras en de inspanningen op training.

“Voor het seizoen zei ik tegen Leen ( zijn vriendin, nvdr): nu zet ik alles op het voetbal. Sindsdien leef ik als een pater. Het gebeurt nog wel eens dat ik mezelf beloon, maar ik drink geen vijftien pinten meer. Ik rust veel en ga tijdig slapen. Op tv wil ik niets missen over voetbal dat interessant voor mij kan zijn en op het internet zoek ik zo veel mogelijk extra informatie over de komende tegenstander. Soms gaat het ten koste van de gezelligheid in huize Verbauwhede. Leen vindt dat ik overdrijf, maar ze begrijpt mij. Vroeger was ik soms een beetje gemakzuchtig. Nu kan mij op en naast het veld weinig verweten worden. Het enige waar ze mij op kunnen pakken, is mijn gewicht. Er moet nog vijf kilo af. Tegen de winterstop probeer ik er twee kwijt te zijn.”

Een van je grote frustraties vorig seizoen bij KV Kortrijk was dat je het beloofde tekengeld niet kreeg, je loonfiches niet in orde waren, de club de facturen van fysiotherapeut Lieven Maesschalk niet wou betalen en zelfs je premies niet uitbetaalde, zei je na je ontslag. Hoe werd dat uiteindelijk afgehandeld?

“Ik zal je daar heel eerlijk op antwoorden: ik liet alles vallen. Ik maakte fouten, de club maakte fouten en ik trok er een streep onder. Leen verklaarde mij zot, maar nu primeert het sportieve. Ik stelde drie doelen voorop. Eén: proberen titularis te zijn. Twee: als ik daarin slaag, proberen rustig mijn ding te blijven doen. En drie: het zo lang mogelijk proberen vol te houden. Ik zei: als ik een goed seizoen speel, betaalt zich dat later driedubbel terug. Natuurlijk stond ik ook niet in een positie om veel te eisen. Eigenlijk wou ik vooral iets teruggeven. Als je op het moment dat je moet kiezen uit Den Bosch, Bergen en een Cypriotische ploeg een onverwachte kans krijgt bij een Belgische eersteklasser, ben je die mensen heel dankbaar. Jacques Caluwé, mijn therapeut, benadrukte ook hoe belangrijk het was om het seizoen niet aan te vatten met de drijfveer om wraak te nemen.

“Ik kwam tot het inzicht dat geld niet alles is in het leven. Vorig jaar werd bij mijn moeder kanker vastgesteld en verloor ik drie vrienden en mijn hond. Wat je dan bezighoudt, is: alstublieft, gun mij een gezonde dochter. Nu ik een gezin heb, is het nog belangrijker mijn inkomen te behouden, maar anderzijds realiseer ik mij ook dat ik niet mag klagen. Ik ben 24 jaar en woon in een mooi huis, rij met een mooie wagen, bezit een mooi appartement aan zee en naast mij zitten met Leen en Manon mijn mooiste schatten. Wie kan dat op die leeftijd zeggen? Ik ben mij bewuster geworden van het leven. Soms krijg ik nog wel eens last van koopbuien. Auto’s blijven mijn zwakke punt.”

Zou het geen goede therapie zijn om eens een jaartje met het autootje van Leen te rijden en haar je Volvojeep te lenen?

“Als ze wil, is mijn Volvo XC90 van haar, dan koop ik mij wel een andere jeep. Haar Volkswagen Fox is niet geschikt voor mij. Ik zou gekraakt zijn. Twee jaar geleden is bij mij de ziekte van Bechterew vastgesteld. Dat is een erfelijke rheumatische aandoening waardoor je over het hele lichaam ontstekingen aanmaakt. Bij mij gebeurt dat vooral in de onderrug. Om de zes weken krijg ik een infuus met Remicade, een product dat de ontstekingen onder controle houdt, de slijtage beperkt en ervoor zorgt dat ik mijn job kan doen zoals het hoort. De bijwerkingen zijn: gevoeliger darmen en extra kilo ‘s. Als ik het middel tot het einde van mijn carrière blijf nemen, zou de ziekte tegen dan voor tachtig procent verbeterd moeten zijn.”

De weg van het hart

Na je ontslag bij KV Kortrijk zei je dat er ook bij Club mensen op je hart trapten. Is er in Brugge nog een toekomst voor jou?

“Dat denk ik wel. Ik kan niet ontkennen dat mijn blauw-zwart hart toen een ferme deuk kreeg. Er is nu plaats voor andere clubs, maar anderzijds ben ik ook vergevingsgezinder geworden. Dat neemt niet weg dat zoiets blijft hangen. Het zit ergens opgesloten in mij en als de tijd rijp is, wil ik er de betrokken persoon op een vriendelijke manier over aanspreken. Zo zit ik in elkaar.

“Hoewel er nu een nieuwe wind waait en met Pol Jonckheere de familiale sfeer van vroeger aan het terugkeren is, kom ik alleen nog op Club Brugge voor paperassen en niet meer om een goeiendag te zeggen. Vorig seizoen ging ik veel te veel. Nu telt alleen Kortrijk en ik voel mij daar goed bij.

“Eind maart weet ik waar ik aan toe ben. Dan moet Club kiezen of het de optie op twee jaar extra in mijn aflopende contract licht of niet. Mijn ambitie is in elk geval dezelfde gebleven: ooit nummer één van Club Brugge worden. Week na week wil ik op en naast het veld blijven tonen dat ik dat ooit waard kan zijn. Mocht Stijn Stijnen een nieuwe overeenkomst tekenen, dan sluit dat niet uit dat de optie op mij toch wordt gelicht. Waarom mij dan niet nog een jaar ter beschikking stellen van KV Kortrijk? Ik ben er heel graag. Ook vorig seizoen was dat zo. Alleen was ik toen een beetje fucked up omdat er op het emotionele vlak op korte tijd zo veel was gebeurd in mijn leven. Ik dacht dat ik het wel aankon, maar vanbinnen was het blijkbaar nog niet allemaal verwerkt en ik uitte mijn frustraties op een foute manier. Het zat niet goed in mijn hoofd. Ik ben volwassener geworden, maar het is ook belangrijk dat ik het speelse kind in mij blijf koesteren.”

Ben je veranderd als keeper?

“Mijn stijl van keepen is nog altijd dezelfde. Temperamentvol, hartstochtelijk. Zo ben ik ook als persoon. Als ik een keuze moet maken, laat ik beter mijn hart spreken dan mijn verstand. Het gevoel is belangrijk voor mij. In mijn wagen hangt nog altijd de paternoster van François Sterchele. Op mijn linkerschouder liet ik het kruis tatoeëren dat ik kreeg van mijn overgrootmoeder, zij die mij samen met mijn moeder opvoedde. Kort voor de wedstrijd kijk ik altijd nog eens naar een foto van François en spreek ik enkele woorden tot hem. Net voor ik het veld op loop, maak ik een kruisteken en denk ik aan iedereen die ik mijn hart draag. Op de wedstrijddag draag ik altijd mijn bril en mijn pet en een uur voor de aftrap steek ik mijn lenzen in. Geloof of bijgeloof, het zijn allemaal rituelen waar ik mij goed bij voel en waar ik kracht uit haal. Ook mijn terugkeer naar KV Kortrijk was een gevoelskwestie. Ondanks alle miserie van vorig seizoen kreeg ik bij die nieuwe kans een warm gevoel vanbinnen.

“Als keeper ben ik gegroeid. Ik ben beter, rijper, zelfverzekerder geworden. Jacques Caluwé werkte met mij vooral op het mentale vlak en ook Leen zit in de branche en geeft mij tips ( zij is psychologe, nvdr). Mijn manier van denken was verkeerd. Nu kan ik beter genieten. Als je plots van de hemel in de hel terecht bent gekomen, besef je dat elk moment het laatste kan zijn. Ik ondervind dat ook relativeren voor mij een extra troef aan het worden is. Wat dat betreft, leerde ik veel van Stijn Stijnen.”

Hoe langer hoe meer wordt je nederigheid op de proef gesteld. Hoe valt het mee om zoals na de wedstrijd op Cercle Brugge voor de tv-camera je eigen verdiensten te relativeren en die van de voltallige spelerskern te benadrukken?

“Het belangrijkste is dat ikzelf weet dat ik goed presteerde, dat de trainer zegt dat ik punten pakte en dat de supporters zagen dat ik de club hielp. Ik vind wel dat mijn prestaties in de pers minder in de verf gezet worden dan die van Mignolet en Proto. Mijn gevoel is zelfs dat sommige journalisten zitten te wachten op mijn eerste fout. Misschien komt dat omdat ik een tijd niet met Het Nieuwsblad sprak. Ik deed dat toen omdat ik vond dat ze aan het zoeken waren om mij te schande te maken. Na de wedstrijd op Club Brugge reikte ik hen weer de hand. Bij mij is daar niets van blijven hangen, maar soms krijg ik de indruk dat de appreciatie voor mijn prestaties groter is in Het Laatste Nieuws. Dat zijn wel zaken waar ik minder dan vroeger mee bezig ben.”

Bedankt voor het hartelijke gesprek, Glenn.

“Mag ik nog één iets zeggen?”

Natuurlijk.

“Ik wil graag mijn ouders bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun. Wat mij ook heel blij maakt, is dat mijn moeder, een crème van een vrouw, ondertussen haar mond leerde houden in de tribune. ( lacht)”

door christian vandenabeele – beelden: jelle vermeersch

“Vroeger was ik soms een beetje gemakzuchtig.”

“Ik ben volwassener geworden, maar het is ook belangrijk dat ik het speelse kind in mij blijf koesteren.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content