Hij is ambitieus maar geduldig. Aleksandar Mitrovic overloopt zijn parcours sinds hij naar Anderlecht kwam. En welke wensen heeft hij voor het nieuwe jaar? ‘Ik wil alles!’

Het elegante kasteel Gravenhof in Dworp, gebouwd in 1649, ligt op een steenworp van de hoofdstad. Als een diamant in zijn collier ligt het hotel te schitteren in een prachtig domein. De gewelfde plafonds van de brasserie vragen om vertrouwelijke gesprekken. Het is nu anderhalf jaar geleden dat Aleksandar Mitrovic ondervond hoe zwaar het prestige van Anderlecht weegt en welke nationale en internationale verantwoordelijkheden dat met zich meebrengt.

Jeugdigheid blinkt in de blik van de twintigjarige Serviër. Maar de tijd doet stilaan zijn werk. De opgeschoten adolescent van Belgrado heeft plaatsgemaakt voor de man van Brussel. Ook al wekt hij soms verbazing en roept hij weleens vragen op, de Mitrovic van nu verschilt erg van de Mitrovic die in de zomer van 2013 zijn eerste stapjes in het buitenland zette. Hij schuift het eten even aan de kant om te antwoorden op onze vragenlijst – dat is ook een hele boterham.

Als ik je zeg dat Mitrovic perfect samengevat kan worden in die wedstrijd op Dortmund, ga je dan akkoord?

Aleksandar Mitrovic: “Ja, als je samenvatting volledig is. Mijn prestatie bleef niet beperkt tot die goal en die gemiste kans in de eerste helft, toen ik alleen voor de keeper kwam. Mijn bedoeling was om naar de eerste paal te trappen, maar ik deed precies het tegenovergestelde. Hoe dat komt? Geen idee, het leek een beetje alsof ik zo snel mogelijk van de bal af wilde. Ik was kwaad op mezelf, maar ik ben de richtlijnen van de coach blijven volgen en heb verder gewerkt voor de ploeg. Ik krijg dat stilaan onder de knie. Zoiets zal me niet meer overkomen. Bij de rust vertelde Silvio Proto me: ‘Voor een spits is het pas afgelopen na het laatste fluitsignaal.’ Ik ben me blijven inzetten en heb rustig gewacht tot ik een goeie voorzet kreeg. Ik heb de bal in het net gekopt, maar het is Anderlecht dat de gelijkmaker heeft gescoord. Vorig seizoen zouden we in matchen tegen Arsenal en Dortmund allang gekraakt zijn voor we in de buurt kwamen van een gelijkmaker. In twee Champions Leaguecampagnes is deze ploeg er enorm op vooruitgegaan.”

We komen er later nog op terug, maar hoe ging het met jou persoonlijk bij het begin van dit seizoen?

“Ik voel me nu als een Belg. Ik leef en ik speel als een Belg. Op mijn negentiende leerde ik een andere wereld kennen. Mijn vriendin zegt het altijd als ze naar hier komt: Brussel is een kalme stad, helemaal anders dan Belgrado, dat bruist en nooit slaapt, waar je op elk uur van de dag kunt gaan eten of een koffie drinken. Ik heb andere talen ontdekt, andere culturen en een andere manier van voetballen. Uiteraard zorgde dat voor ups en downs in mijn spel.”

Wat nervositeit toch ook, niet?

“Ja. De verwachtingen waren hooggespannen gezien het recordbedrag van mijn transfer. Men dacht misschien dat ik honderd goals zou maken en de nieuwe Cristiano Ronaldo zou worden. Ik heb moeten leren omgaan met die druk en ik heb me moeten aanpassen aan de competitie hier waarin de kleinere ploegen de toppers pijn kunnen doen. Je moet ook flink je best doen als je naar Charleroi, Mechelen, Beveren of Moeskroen trekt. In Servië zijn er twee grote clubs: Rode Ster en Partizan, allebei uit Belgrado, en dat is het zowat. Ik moest de stap zetten van vier topwedstrijden per jaar naar twee matchen per week. Uiteindelijk leverde dat een titel op en deelname aan de Champions League, wat nuttig was voor iedereen. Zlatan Ibrahimovic mag nog eens terugkomen naar het Astridpark, het zal geen wandelingetje meer worden.”

Rollercoaster

Voor een jonge speler is een trainerswissel altijd een beproeving. Wat zijn de voornaamste verschillen tussen John van den Brom en Besnik Hasi?

John van den Brom heeft zijn troeven en hij kent zijn job. Hij doet me wat denken aan Dick Advocaat, die de nationale ploeg van Servië gecoacht heeft. Bij geen van beiden staat er veel tactiek op het programma. Besnik Hasi heeft de werklast meteen opgevoerd. Van den Brom, die ik erg apprecieerde, heeft heel wat jongeren gelanceerd, onder wie mijzelf. Omdat het niet draaide, zocht hij naar oplossingen en gooide hij zijn ploeg vaak dooreen, met nu eens één, dan weer twee spitsen. Ik begrijp dat het voor hem niet gemakkelijk was, maar een jonge ploeg heeft stabiliteit nodig en duidelijke richtlijnen wat te doen bij balbezit en balverlies.”

Dat is onder Hasi wel het geval?

“Ja, de jongeren werden tactisch flink bijgestuurd. Hasi heeft daar veel nadruk op gelegd. Persoonlijk ben ik meer aanwezig in de grote rechthoek en word ik beter aangespeeld. Ik zak ook geregeld terug als targetman, maar dat zijn automatismen die er niet van de ene dag op de andere komen. Ondertussen kennen mijn ploegmaats me wat beter en weet ik zelf hoe ik met de rug naar doel Suárez en Cyriac moet aanspelen of wachten tot Praet, de middenvelders en de flankspelers aansluiten, enzovoort. Dankzij die afspraken konden we nog op het nippertje de titel pakken. dat was ons eerste doel. Ik had wat meer kunnen scoren, dat is waar, maar vijftien goals voor een eerste seizoen in het buitenland is toch niet slecht.”

Kwam het keerpunt er niet halverwege de play-offwedstrijd tegen Standard, toen Hasi opteerde voor een powervoetbal dat jou goed ligt?

“Nadat we de eerste helft werden gedomineerd door Standard, drong de coach erop aan om hoger te gaan spelen. We wonnen met 2-1 op karakter, dat klopt, maar we speelden Standard wel echt weg na de rust. Die overwinning was zeker belangrijk, maar het is op Brugge, toen Anderlecht na mijn uitsluiting toch nog met 0-1 won, dat we op kruissnelheid gekomen zijn, dat we aanvielen en goed voetbal brachten. Die play-offs waren voor mij een emotionele rollercoaster. Ik heb daar, net als veel anderen, niet alleen de titel gewonnen, maar ook een pak ervaring.”

Genoeg ervaring om niet meer ‘in de val te lopen’, zoals Björn Engels zei?

Ha, Engels… Inderdaad, ja. Ik ben een strijder op het veld. Een nederlaag verdraag ik niet. Ik wist dat er druk op mijn schouders zou rusten. Ik stond vorig seizoen altijd in de spotlights en een dure buitenlander mag het vertrouwen niet beschamen. Dat is logisch. De pers heeft kritiek als ik niet scoor, maar dat stoort me niet. Ze doen hun werk en ondertussen kennen ze me blijkbaar al wat beter. De druk is afgenomen met de ontbolstering van andere enorm getalenteerde jongeren en de komst van Steven Defour.”

Servië-Albanië

Heb je de indruk dat men alleen maar je goals onthoudt?

“Ik weet dat dat normaal is. Ik ben aangetrokken om goals te maken, maar ik knap ook mijn deel van het werk op. Dat ziet men minder, heb ik de indruk. Maar ik blijf daar rustiger bij. Het is ook gemakkelijker omdat alle spelers elkaar beter kennen. Ik leer elke dag bij, een speler kan tot het eind van zijn carrière beter worden. Ik ben nog maar twintig en ik heb het afgelopen jaar op nog andere vlakken dan afwerking vooruitgang geboekt.”

Speelt Anderlecht aanvallend genoeg om ten volle te profiteren van jouw kwaliteiten in de zestien meter?

“Ja, dat wordt ook alsmaar duidelijker. Praet zet centraal de lijnen uit en er komen meer acties over de flanken dan vroeger. Dat komt me goed uit, want ik ben liever aanwezig in de zestien dan van ver te moeten komen op de counter, want ik ben niet vreselijk snel. Anderlecht heeft een aanvallende ploeg, maar soms is het nodig om terug te plooien, te verdedigen en op een counter te loeren. Van ver vertrekken is sowieso lastiger. Ik probeer me gewoon zo goed mogelijk aan te passen.”

Er is een polemiek geweest over je gewicht. Wat is jouw mening op die commentaren, van onder meer Marc Degryse?

“Geen erg, ook daar doet de pers haar werk. Na het kampioenschap vorig seizoen heb ik met de nationale ploeg een vriendschappelijke wedstrijd gespeeld in Brazilië. Pas na de terugkeer uit Zuid-Amerika heb ik eindelijk wat rust kunnen nemen, voor het eerst in twee jaar. Het eten in mijn land is lekker en de maaltijden overvloedig. Ik kwam in de zomer een paar kilo aan, maar die waren er ook snel weer af.”

Maar nadien kwamen ze er opnieuw bij. Is dat normaal?

“Ik zat in een bepaalde periode met veel twijfels. Ik scoorde minder en dat maakte me zenuwachtig. Onbewust ben ik die nervositeit te lijf gegaan door meer te eten dan gewoonlijk. Ik kwam wat bij, maar de verklaring was vooral psychologisch, het zat allemaal in mijn hoofd. Op een avond is Hasi me komen opzoeken: ‘Kom, laten we even uitgaan en wat praten.’ Hij heeft me raad gegeven en gesproken over zijn tijd als speler. Hij is een tweede vader voor mij.”

En dat heeft gewerkt?

“Er lag te veel druk op mij. Hasi heeft me geleerd daar wat afstand van te nemen. Ik ben afgevallen omdat ik opnieuw begon te scoren.”

Is het niet omgekeerd: eerst vermageren, dan scoren?

“Neen, bij mij niet. Dankzij Hasi heb ik rust gevonden in mijn hoofd en de rest volgde.”

Hasi spreekt veel talen, waaronder Servisch: helpt dat?

“Ja, vast en zeker. Ik begin stilaan Frans en Nederlands te begrijpen, maar spreken is nog wat anders. Het vertrek van Luka Milivojevic was ook vervelend voor mij omdat het een vriend was met wie ik kon babbelen. Dat maakt allemaal deel uit van een integratieproces. Ik dank de coach voor alles wat hij voor me doet.”

Een Serviër en een Albanees…

“Ja, en een tweede vader voor mij.”

In het licht van de interland Servië-Albanië…

“Wat daar gebeurd is, valt hier moeilijk te begrijpen. De emoties en de enorme spanning kondigden de chaos al aan. Alle spelers deelden in de klappen. Eigenlijk had die wedstrijd nooit mogen plaatsvinden gezien de context. Voetbal kan mensen samenbrengen en verdelen. Ik word beter met Hasi, ik doe er alles aan om hem te bedanken voor zijn vertrouwen als coach en als goed mens.”

Milivojevic mislukte in Anderlecht. Maakte dat jou nerveus?

“Neen. Hij krijgt nu meer speeltijd in Griekenland. Zijn prestaties bij Olympiacos bewijzen dat hij wel meegekund had bij Anderlecht. Een carrière verloopt soms grillig. Voor hem zijn in Griekenland alle puzzelstukjes op de juiste plaats gevallen.”

Proto en Praet

Steven Defour nam bij Anderlecht zijn plaats in. Met succes. Was hij de ontbrekende pion?

“Inderdaad. Steven is voor iedereen een leidersfiguur. Hij heeft wat we nog misten: veel ervaring, bij Porto, in de Champions League, op het WK… Hij praat veel, geeft het voorbeeld, inspireert de jongeren. Hij steekt de handen uit de mouwen, fungeert als schokbreker en scoort ook af en toe. Defour zorgt voor het evenwicht in onze ploeg. Iedereen profiteert daarvan, ook ik.”

Maakt Defour ook Tielemans beter?

“Met een Defour in de ploeg moet je je ogen de kost geven. Steven is een patron die het niet nalaat om zijn verdedigend werk op te knappen. Youri kan alleen maar beter worden door naast hem te spelen. Hij is uitzonderlijk goed, alles wijst erop dat hij de top zal halen. Ik ben er zeker van dat hij alles heeft om het op een dag bij Chelsea of Real Madrid te maken. Op zijn zeventiende heeft hij al twee keer de Champions League gespeeld.”

Hij is de jongste, Defour heeft de meest ervaring, maar wie is de belangrijkste?

“Iedereen is belangrijk. Proto, Roef, Vanden Borre, Mbemba, Deschacht, Najar, Defour, Conte, Acheampong… Proto is fantastisch, wat een mentaliteit! Elke wedstrijd pakt hij een paar moeilijke ballen. Hij is de beste keeper in België. En Praet…

Praet, ja…?

“Praet is de beste speler van Anderlecht. Hij heeft het meeste talent, hij heeft vista, vindt de ruimtes, scoort… Centraal in onze 4-2-3-1 komt hij helemaal tot zijn recht. Ik speel graag net voor hem. Het is een offensieve strateeg die zorgt voor evenwicht in het centrum. Tielemans-Defour-Praet, dat is een geweldige driehoek. In de Champions League is die goed gerodeerd geraakt. Ik ben ervan overtuigd dat Anderlecht tweede had kunnen worden in zijn poule.”

Echt waar?

“Ja. In 2013/14 werden we vaak overklast, dit seizoen niet. We zijn zelfs gaandeweg sterker geworden in de loop van deze campagne, de wedstrijden tegen Arsenal en Dortmund bewijzen dat. Volgend seizoen kunnen we nog verder geraken. Om rustig te groeien is het op dit moment beter dat we in de Europa League zitten, waar Dinamo Moskou en andere ploegen van ons niveau zijn. De toppers uit de Champions League zijn te sterk voor ons, maar volgend seizoen zal de kloof wat kleiner zijn, want we zullen dan meer ervaring hebben.”

Is het Anderlecht van morgen tot stand gekomen op Arsenal?

“Uit bij Arsenal en Dortmund in de Champions League, ja. Londen zal in mijn geheugen geprent blijven. Van 3-0 terugkeren tot 3-3, dat is iets unieks.”

Je begon die wedstrijd wel op de bank. Was je ontgoocheld?

“Ja, dat is normaal. Maar ik heb me mentaal voorbereid door me voor te houden: als ik mag invallen, zal ik tonen wat ik de ploeg kan bijbrengen. Ik ben meteen in de clinch gegaan met de stopper van Arsenal. Ik moest Per Mertesacker aan het twijfelen brengen, hij moest een beetje bang worden van mij. Het was ook een psychologisch gevecht tussen ons. Ik heb de bovenhand genomen en bij die voorzet van Andy Najar ben ik net iets vroeger vertrokken dan mijn tegenstander. Ik geloofde erin en ik wist waar de voorzet zou komen.”

Alles in 2015

Jij droomt van de Premier League. Dan was dat een groots moment, toch?

“Daar was ik niet mee bezig. Zonder die goeie voorzet was het mirakel niet gebeurd. Ik hang af van de anderen, dat is duidelijk, maar op dat moment was ik waar ik het beste rendeer: in de grote rechthoek.”

Newcastle zou geïnteresseerd zijn in jou.

“Daar weet ik niks van. In de pers is er sprake van Newcastle, Benfica, Mönchengladbach en nog andere clubs. Na dit seizoen lig ik nog vier jaar onder contract bij Anderlecht. Ik heb tijd, we zien wel wanneer een vertrek voor iedereen past, voor de club en voor mij.”

Ideaal zou zijn om volgend jaar met Anderlecht te bevestigen in de Champions League, is het niet?

“Precies.”

Vrees je Club Brugge niet voor de titel?

“Neen. Ik respecteer hen, maar ik vrees hen niet. Anderlecht is de meest complete ploeg in eerste klasse. In de competitie hebben we punten verloren door de Champions League. We zaten daar te veel mee in ons hoofd.”

Jullie hebben wel geen Víctor Vázquez…

“Wie zegt dat? Vázquez is een grote speler, maar Anderlecht heeft Praet en die is beter. We zouden niet weten waar we Vázquez moeten zetten in deze ploeg.”

Is de titel een must?

“Ja. Die opent de poorten naar de Champions League en daar kan een jonge ploeg het meest progressie boeken. We moeten meer zulke wedstrijden spelen om ervaring op te doen. Mijn doel voor 2015 is … alles: de titel, een goeie Europa League, de beker en meer goals.”

DOOR PIERRE BILIC – BEELDEN: KOEN BAUTERS

“Ik moest de stap zetten van vier topwedstrijden per jaar naar twee per week.”

“Men heeft me nooit gevraagd wat het gebaar betekende waarmee ik een goal vierde. Wel, dat is nu uitgeklaard.”

“Vázquez is een grote speler, maar Anderlecht heeft Praet en die is beter.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content