Een gevoel van onmacht overviel Runar Kristinsson toen Lokeren na amper tien speeldagen Ariël Jacobs aan de kant schoof. ‘Het ontbrak onze ploeg aan homogeniteit en collectieve blokvorming.’

“Ik blijf het jammer vinden dat Ariël Jacobs het slachtoffer werd van ons dipje. We kenden toch een meer dan behoorlijke competitiestart. Negen op vijftien halen tegen Standard, Cercle Brugge, AA Gent, SV Roeselare en Beveren, daarover mag je zeker niet klagen. Dat we pas voor het eerst verloren tegen Anderlecht, was op zich ook geen verrassing. Slechts een keer op tien kan een ploeg als Lokeren daar punten halen. Tegen Bergen hadden we gewoon pech. Vanaf toen kwam de twijfel. Bij Sint-Truiden, Royal Antwerp FC en Westerlo werden we geconfronteerd met onze grootste beperking : we scoorden veel te weinig, wat zorgde voor frustratie. De kansen die we kregen, zo’n drie tot vijf per wedstrijd, konden we niet afmaken.

“De voorzitter vertelde nooit tegen ons persoonlijk wie slecht speelde. Ik lees ook al een tijdje geen kranten meer. Dat hij een aantal sterkhouders viseerde, is zijn goed recht. Want hij is de persoon die ons betaalt. Hij verwacht van ons, terecht, een tegenprestatie. Wij hebben geen redenen tot klagen, want we worden in de watten gelegd, ook financieel.”

Machteloosheid

“Ik ben ook de eerste om mijn eigen verrichtingen kritisch te benaderen. Tegen Bergen speelde ik goed en kon ik kansen creëren. Op Sint-Truiden was het heel slecht. En het duel op Westerlo mag je gerust dramatisch noemen. Voor de rest ben ik toch redelijk tevreden. Wat de voorzitter denkt, is natuurlijk iets helemaal anders. Ik kan zeker nog voor meerwaarde zorgen. Vergeet ook niet dat ik, voor het eerst sinds jaren, het seizoen op de invallersbank begon. Dat was de keuze van de trainer. Ik kon nochtans terugblikken op een voortreffelijke voorbereiding. Daarom kwam er ook geen nieuwe spelmaker. De coach was heel eerlijk, bracht me vooraf op de hoogte van zijn besluit : hij koos voor een 4-4-2-veldbezetting, met twee recupererende middenvelders en twee diepgaande flanken die voor snelheid moesten zorgen. In dat systeem was er geen plaats voor een nummer tien. Ik was in eerste instantie verbaasd, maar kon zijn redenering volgen. Bovendien : we wonnen tegen Standard, ik had geen enkele reden om te mekkeren. Ik apprecieerde de openheid van Jacobs, de dialoog was altijd goed tussen ons. ( lacht fijntjes) Een oudere speler moet je geen blaasjes wijsmaken, hé.

“Aan mijn gedrag op training of tijdens de wedstrijden kon je zeker geen teleurstelling of ontgoocheling zien. Ik liet mijn hoofd nooit hangen. Anders stopte ik liever. Dat maakte ik Jacobs voor het begin van het seizoen ook meteen duidelijk. Als hij niet geloofde in mijn kwaliteiten of er niet volledig van overtuigd was dat ik nog voor een surplus kon zorgen, dat moest hij mij dat direct zeggen. Ik twijfelde nooit aan mezelf, omdat ik wist dat de ploeg en de trainer mij nog nodig zouden hebben. Eén ding werd me ondertussen duidelijk : ik ben een voetballer die het spel voor zich moet zien. Met de rug naar het doel van de tegenstander verlies ik een pak van mijn mogelijkheden. Ik fungeer het best als er veel ruimte tussen de linies ligt.

Patiyo Tambwe en Goran Maznov hebben duidelijk tijd nodig om te wennen aan de vereisten van de fysiek sterke Belgische competitie. Zij zitten met een vertrouwenscrisis omdat ze niet scoren. Tijdens de voorbereiding konden ze dat wel, zag je duidelijk hun potentieel. Vooral op FC Keulen vond ik hen schitterend. Alleen konden ze die lijn niet doortrekken. Hun balvastheid en efficiëntie voor doel kunnen beter. De middenvelders kunnen niet snel genoeg aansluiten. Maar nogmaals : wij waren allemaal schuldig aan ons minder presteren, want het ontbrak onze ploeg aan homogeniteit en collectieve blokvorming. In de laatste twee weken onder Ariël Jacobs trainden we bijzonder scherp, lukte nagenoeg alles. Alleen in het weekend zagen we daar niks van terug. Was het faalangst, de eigen verantwoordelijkheid ontvluchten ? Dat is goed mogelijk. Ik vond het mijn taak als aanvoerder, ook al was ik zelf niet volledig zeker van een basisstek, om de rest te motiveren en mee te krijgen. Toen we op Westerlo de 1-1-gelijkmaker scoorden, riep ik iedereen samen aan de cornervlag. Ik verwachtte een mentale boost. Maar na de 2-1 zag je die kopjes weer naar beneden gaan, zakten we opnieuw als een pudding in elkaar. Ik voelde me machteloos, want ik miste net als de trainer steun. Iedereen was zodanig met zichzelf bezig, wilde absoluut winnen en zich tonen, dat een collectieve reactie uitbleef. De geringste tegenslag haalde ons uit ons evenwicht, in ons hoofd waren we te broos.”

Gemiste kans

“Wij bezegelden daarmee wel het lot van de trainer. Ik heb nog altijd niet de indruk dat hij werd gesaboteerd. Althans, daarvan kon ik niets merken of opvangen. Er was veel ambiance, er werd pittig gewerkt, de bereidheid om te vechten was altijd aanwezig. Maar tijdens de wedstrijden sloeg bij velen de schrik in de benen, ze konden moeilijk omgaan met de druk. De man-tegen-mansituaties werden niet meer opgezocht, constant kozen ze voor de gemakkelijkheidsoplossing. Zoiets kan je natuurlijk niet toestaan. Dan wordt het moeilijk voor iedereen. Alleen wij, de spelers, lieten de trainer in de steek. Ik voelde me ongelofelijk schuldig. Als de resultaten tegenzitten, is een coach altijd het eerste en gemakkelijkste slachtoffer. Je proberen te verzetten tegen het besluit van de voorzitter om hem te ontslaan, heeft weinig zin. Hij beslist, wij worden daarover niet geraadpleegd. Jammer, want soms heeft het ook wel zin om eens je oor te luister te leggen bij de spelers. Een gemiste kans.

“Ik sla de mens en trainer Ariël Jacobs heel hoog aan. In zijn buurt voelde iedereen zich goed. Zijn trainingen waren leuk, heel gevarieerd en altijd bijzonder gericht. Hij was communicatief sterk, durfde in de kleedkamer zijn mening te ventileren en toonde zich ook een goede diplomaat. Altijd rustig, maar heel eerlijk en superprofessioneel. Ariël bezit veel vakkennis en is daar sterk mee bezig. Detaillistisch en perfectionistisch, maar op de goede manier, vol passie. Ik vind hem ook helemaal geen verdedigende coach. Hij zocht gewoon naar het perfecte evenwicht, de juiste balans. De trainer wilde verhinderen dat onze ploeg kwetsbaar werd op de counter.

“Iedereen verwijst altijd naar Slavo Muslin als aanvallende coach. Weet je hoe dat komt ? Omdat we veel punten haalden, niet door onze speelwijze. Wij begonnen altijd heel defensief, met dertig tot veertig meter tussen de verdediging en de spitsen. Alleen speelden we heel compact, schakelden we snel over, waardoor we in een overtalsituatie kwamen en de tegenstander veel pijn konden doen op de counter. Dat is geen offensief voetbal, hé. We speelden wel altijd vooruit en vertrokken vanuit de organisatie, een stevige structuur. Dat is een wezenlijk verschil. De kracht van Muslin is het feit dat iedereen goed weet waar hij moet staan. Alles is gebaseerd op herhaling, de automatismen en de vaste looplijnen. Door zijn kale kop ziet hij er net als Pierluigi Collina heel streng uit. Maar het is echt een heel lieve man, een echte vaderfiguur. Hij kan zijn boodschap gemakkelijk overbrengen, is een goede raadgever.”

Tijd en geduld

“Lokeren heeft behoefte aan een coach die op termijn, minstens drie jaar, iets kan opbouwen. Ariël Jacobs was daar de geknipte persoon voor. Die tijd en dat geduld moest je hem gunnen. ( grijnst) AA Gent doet het toch ook al een tijdje met Georges Leekens. Iedereen moet in dezelfde richting kijken. Beide partijen dienen elkaar constant vertrouwen te geven. Ariël Jacobs kon van Lokeren een degelijke subtopper maken. Daarom speelde ik ook zo opgenaaid tegen Club Brugge. Ik moest die frustratie kwijt geraken. Ons herpakken, was de boodschap, anders dreigde er een diepe crisis. Die drie punten vormden een mooie bonus, maar vragen om bevestiging.

“Dat Rudi Cossey opnieuw tijdelijk werd aangesteld als hoofdcoach, was een verstandige optie. Hij is een ideale overgangsfiguur, het perfecte bindmiddel en wordt door iedereen binnen de kern gerespecteerd. Rudi kent de club, brengt jongeren zoals Michke ( Michael Van Hoey, nvdr) en Fré ( Frederik De Winne, nvdr) naar een hoger niveau. Hij weet perfect hoe hij hen moet motiveren, want ze gaan er altijd vol voor. Zijn verdiensten worden wat onderschat. Hij streeft naar duidelijkheid door het geven van simpele richtlijnen. Geen enkele speler krijgt een voorkeursbehandeling. Je wordt gedwongen op dezelfde golflengte te zitten. Rudi speelt je uit op je beste positie, zal niet vaak schuiven. Ik ben voor hem een nummer tien, punt uit. ( lacht) Voor een plaats als rechtermiddenvelder moet ik niet gaan vechten. Voor de twee verdedigende middenvelders kiest hij tussen Ivan Vukomanovic, Besnik Hasi, Killian Overmeire en Kwinten Clappaert. Opnieuw speelvreugde krijgen, is nu de boodschap. Rudi voelde dat goed aan, door op training veel oefeningen te geven op de korte ruimte, te streven naar eentijdsvoetbal. De ideale remedie om het vertrouwen aan te zwengelen. Je moet zoeken en werken op automatismen.

“Ik zie mezelf niet direct als de mentor van Killian. Maar wij praten wel veel met elkaar. Als ik hem kan helpen met tips, doe ik dat. Killi is een groot talent, hij kreeg zijn kans en greep die. Een nuchtere jongen, iemand die niet te snel zal gaan zweven. Zijn hart klopt voor Lokeren, hé. Je merkt aan alles dat hij vooruit wil. Zaken die je hem aanreikt, pikt hij op.

“De komende weken moeten we vooral proberen achterin de nul houden, meer zekerheid inbouwen, vertrouwen opdoen én vooral punten sprokkelen. Misschien is een 4-5-1-veldbezetting, met veel volk achter de bal, daarvoor het ideale systeem ? Dat moet de toekomst uitwijzen. Het heeft weinig zin naar boven te kijken in het klassement. Lokeren zal dit seizoen wat geduld moeten oefenen om zijn plaats te kennen. Tegen de winterstop hoop ik op minstens twintig punten. Dat kan alleen door gezond agressief te voetballen, door de duels aan te gaan én te winnen. Als je onderaan het klassement vertoeft, moet je even de schoonheid van het spel opzijschuiven. Dan moet je andere wapens aanspreken. Wij beschikken over die knokkersmentaliteit en moeten die eendracht op het veld tonen. Iedereen wil vooruit, maar je moet realist blijven. Zes jaar geleden kwam ik hier in november toe, samen met Audun Helgason. Na elf speeldagen telden we toen ook dertien punten. We eindigden onder Leekens uiteindelijk nog gedeeld vijfde. Een serieuze stunt. Of dat opnieuw mogelijk is, kan ik op dit moment moeilijk inschatten.”

FRéDéRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content