‘IK LIG ER ‘S NACHTS WELEENS WAKKER VAN’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Een elftal kent maar één kapitein. De man die de band draagt, het team leidt en het volk groet. Een type Franz Beckenbauer, Franco Baresi of Carles Puyol. Ook in eigen land rijpt de legende. Deel 6 in deze reeks ‘De Kapitein’: Koen Van Langendonck, de voorman van KVC Westerlo.

Hoe je het ook draait of keert: het is een eer om de band te dragen. Er is maar één kapitein, en dat streelt het ego van de man in kwestie. De ego’s van voorgaande kapiteins die in deze reeks aan bod kwamen zijn naar voetbalnormen eerder bescheiden. De armen van kerels als Timmy Simons, Killian Overmeire en Thomas Buffel zijn niet van pols tot schouder vol getatoeëerd, er blinkt geen steentje in de oren en er zit geen scheur in hun jeans. Al is die bescheidenheid soms ook maar een laagje vernis. Mbaye Leye bijvoorbeeld ligt naar eigen zeggen niet wakker van die band. Het tegendeel is waar. De Senegalees is bijzonder eergevoelig.

Misschien zitten bovengenoemde kapiteins gewoon al te lang in het vak om hun trots nog openlijk te uiten en zijn ze te vergroeid met de band. Koen Van Langendonck niet. De man is pas een half jaar kapitein in Westerlo, voor het eerst in zijn hele carrière nota bene. Vier jaar geleden kwam hij aan het venster piepen in eerste klasse. Hij speelde bij het toen ter ziele gaande Beerschot en kwam plots in de ploeg als doublure van Stijn Stijnen. Van Langendonck kreeg slaag in een club die ook nog eens steeds dieper in de financiële problemen raakte. Beerschot werd uiteindelijk failliet verklaard, net als de toekomst van Koen Van Langendonck. ‘Die zien we niet meer terug.’

Nu komt hij de perszaal van KVC Westerlo binnengewandeld en schudt hij me met een brede glimlach de hand. Ooit liep hij aan de rand van de vergeetput. Maar zie nu. Captain Koen.

‘Ongelofelijk hé’, zegt hij. ‘Dit had ik zelf nooit verwacht, ook niet toen Filip Daems hier in Westerlo de band inleverde. Toen Bob Peeters me afgelopen zomer apart nam en mij, mede in naam van de groep, de band gaf, moest ik even slikken, echt waar.’

Herinner je je eerste wedstrijd nog als kapitein?

KOEN VAN LANGENDONCK: ‘Wees maar zeker. Hier in ’t Kuipke tegen Standard was dat. Normaal gezien loop ik als tweede in de rij het veld op. In de spelerstunnel komt de doelman na de kapitein. Nu stond ik daar vooraan en kreeg een boost aan motivatie. Die band zorgt ervoor dat je je geen 100 procent, maar 110 procent dubbel plooit. Na de toss sprak ik voor het eerst de groep toe. Heel kort, heel krachtig.’

Word je een andere mens als kapitein?

VAN LANGENDONCK: ‘Zodra je de band aantrekt, neemt de verantwoordelijkheid toe. Dat is een speciaal gevoel. De kapitein moet altijd de strijd aangaan, er is geen andere optie. Als de kapitein zijn hoofd laat hangen, is de wedstrijd gespeeld.’

Een team verbaal aansturen, is dat niet moeilijk als doelman? De spitsen horen je amper.

VAN LANGENDONCK: ‘Ik zie de spitsen en sommige middenvelders enkel bij vrije trappen of op hoekschoppen. Dan kun je snel iets meegeven, maar dat is moeilijk. Als ‘debuterende’ kapitein kreeg en krijg ik nog altijd veel steun van spelers als Benji De Ceulaer en Filip Daems. Ik geef opmerkingen mee aan Filip, die ze op zijn beurt aan middenvelders of spitsen doorgeeft. De verdediging heb ik natuurlijk het meest in de hand. Op Moeskroen bijvoorbeeld stond het twintig minuten voor affluiten nog 0-0. We mochten die wedstrijd echt niet verliezen, dus riep ik ‘Houd hem bij u’ naar Khaleem Hyland, opdat hij de andere centrale middenvelder dicht bij zich zou houden. Het leek me veiliger om het puntje te bewaken, dan nodeloos risico te nemen en alsnog te verliezen.’

MENTALITEIT KWEKEN

Je bent kapitein, maar Westerlo vecht wel tegen de degradatie. Je bent de minst te benijden aanvoerder van eerste klasse.

VAN LANGENDONCK: ‘Dat is niet makkelijk, maar ik ben een vechter. Ik geef nooit op.’

Lig je er ’s nachts wakker van?

VAN LANGENDONCK: ‘Soms wel, maar wat koop ik daarmee? Het is de manier waarop we achteraan zijn beland die pijn doet. Veel matchen gingen verloren door eigen falen, eigen onoplettendheid. We hebben onszelf in de voet geschoten en dat maakt het des te pijnlijker. Als kapitein probeer je bij te sturen, maar als individuele fouten aan de basis liggen van een nederlaag, dan sta je machteloos.’

Hangt de groep nog goed aaneen?

VAN LANGENDONCK:’Ja, de sfeer is best goed in Westerlo. Er spelen ook veel Belgen in onze ploeg, en sommigen onder hen voetballen hier ook al een aantal seizoenen. Dat zorgt voor continuïteit en cohesie. Bijkomend waken ook Daems en De Ceulaer mee over de groep.’

Het wordt niet simpel om in eerste klasse te blijven.

VAN LANGENDONCK: ‘Iedereen moet beseffen dat iedere wedstrijd nu op leven en dood gespeeld wordt. Ook spelers die Westerlo als een korte pitstop beschouwen, spelers uit andere landen of andere competities, moeten 100 procent inzet aan de dag leggen. Dat maak ik hen ook duidelijk. Het zit ‘m in de details. Mentaliteit kun je echt kweken. Staat er dus eentje niet scherp op training, dan pak ik die aan. Dat helpt. Alles is nog mogelijk.’

Hoe gaat Jacky Mathijssen om met de mindere resultaten?

VAN LANGENDONCK: ‘Hij gaat de confrontatie aan met de spelers. Daags na een wedstrijd zit de hele groep samen en laat de coach de fases zien waarin het fout liep. Dan spreekt hij een speler soms individueel aan: waarom stapte je uit? Waarom bleef je niet staan? Dat leidt vaak tot discussie. Als kapitein probeer ik mijn visie op de wedstrijd ook te geven. Soms heeft de verdediging een goed gevoel bij een bepaalde wedstrijd en spreekt het middenveld dat tegen: ‘We waren aan het zwemmen.’ De interactie tussen de coach en een speler kan wel confronterend zijn, ja.’

WIJNEGEM SHOPPING CENTER

Neokapitein in een ploeg die vecht tegen degradatie. Moet je een cursus humanresourcemanagement gevolgd hebben om de sfeer erin te houden?

VAN LANGENDONCK:’Tja, teambuilding helpt niet altijd. Je hebt gewoon een reeks goede resultaten nodig. Op dit ogenblik merk je dat sommige spelers niet overlopen van vertrouwen. Dat verklaart wellicht voor een deel waarom het zo moeilijk loopt. Dus is de vraag: hoe herwin je dat vertrouwen?’

Dat zou jij moeten weten. Je komt uit het diepst mogelijke gat als doelman. Na Beerschot gaf niemand nog een stuiver om je kansen in eerste klasse.

VAN LANGENDONCK:’Ik weet dat het altijd nóg erger kan, en dat zeg ik ook in individuele gesprekken: ‘Kom op, er is niks verloren.’ Het is een cliché, dat wel, maar er schuilt veel waarheid in: alleen hard werk sleurt je doorheen een moeilijke periode. Ooit keren de kansen.’

Denk je nog vaak terug aan die periode?

VAN LANGENDONCK: ‘Af en toe.’

Drijf je op revanche?

VAN LANGENDONCK: ‘Niet bepaald. Ik heb die periode zo goed als mogelijk afgesloten. Achteraf bekeken heeft die tijd bij Beerschot me sterker gemaakt. Ik weet nu hoe snel het kan keren.’

Heb je aan stoppen gedacht?

VAN LANGENDONCK: ‘Neen, maar ik hield er rekening mee dat mijn carrière in eerste klasse erop zat. Ik heb een diploma lichamelijke opvoeding en ging na het faillissement van Beerschot solliciteren.’

De droom was voorbij?

VAN LANGENDONCK: ‘Ik had als kind eigenlijk maar één droom: doelman worden in het eerste elftal van Bocholt VV. Ik doorliep er alle jeugdreeksen en slaagde in die droom. Ik speelde goed en Beerschot bleek geïnteresseerd, dus wat doe je dan? Niet twijfelen. Tekenen. Ik zette mijn krabbel onder een contract voor drie jaar, wetende dat ik aanvankelijk niet zou spelen. Dat zei de keeperstrainer ook: ‘Stijn Stijnen is onze eerste doelman. We gaan je rustig klaarstomen voor het geval je moet invallen.’ Wat ook gebeurde. Stijnen raakte geblesseerd aan de knie. Uiteindelijk stond ik een paar maanden in doel en is er veel gebeurd in die periode.’

De eigen supporters riepen na een tijd ‘vliegenvanger’ naar je. Hoe ging je daarmee om?

VAN LANGENDONCK: ‘Dat was hard om dragen. Op een bepaald moment kwam de kritiek van alle kanten. En zeggen dat het aanvankelijk niet slecht begon, maar de resultaten vielen algauw tegen en toen ik er thuis tegen Club Brugge zeven te slikken kreeg, keerden de supporters zich tegen mij. Aan de rust stond het 0-3 en kreeg ik al verwensingen naar mijn hoofd geslingerd. Ik was een gemakkelijke zondebok. Ik had aan de rust nog de energie om alles te pakken wat er te pakken viel in de tweede helft, maar Club Brugge was op dreef en ik mocht me nog vier keer omdraaien. Keihard was dat.’

Je ging later ook in de ultieme degradatietopper tegen SK Lierse in de fout. Was dat het donkerste moment uit je carrière?

VAN LANGENDONCK: ‘Ja. Na de wedstrijd stond ik bij mijn ouders toen een journalist me een micro onder de neus duwde. Ik zei: ‘Nu even niet, ik ben bij mijn familie.’ De man bleef maar aandringen. ‘Sorry, we praten een andere keer, dit ligt nu te gevoelig.’ En nog ging hij niet weg. Ik had moeite om de kalmte te bewaren. Ik ben die avond naar het huis van mijn ouders gereden, maar ik kon er moeilijk over praten. ’s Nachts reed ik terug naar mijn appartement in Antwerpen, waar ik alleen woonde. Het lukte niet om de wedstrijd uit mijn hoofd te zetten.

‘De dagen nadien las ik geen kranten en keek niet naar de herhalingen van de wedstrijd. Ik zonderde mij af en ging confrontaties uit de weg. Makkelijk was anders. Ik ging om boodschappen en trok meteen terug naar huis. Het was niet het moment om naar het Wijnegem Shopping Center te gaan alleszins. Trainen, en hop, naar huis. Dat is al wat ik deed.’

Tristan Peersman, ex-doelman van Anderlecht, vroeg na een blunder ooit zelf om een vervanging, tijdens de wedstrijd dan nog. Heb je daaraan gedacht in de match tegen Club Brugge?

VAN LANGENDONCK: ‘Nee. Dan zou ik me veel te kwetsbaar en zwak hebben opgesteld, en was het waarschijnlijk helemaal gedaan voor mij. De keeperstrainer van Bocholt zei vroeger altijd: ‘Haal die bal snel uit het doel, schop hem desnoods het stadion uit, en doe verder.’

DE KEUZE VAN MATHIJSSEN

Heb je met een psycholoog gepraat?

VAN LANGENDONCK: ‘Nee. Ik heb met weinig mensen gesproken over mijn emoties. Wel met mijn vriendin en de keeperstrainer van Bocholt. Zij wisten wat er in mij omging. Het was Jacky Mathijssen, die coach werd na het ontslag van Adrie Koster en de korte passage van Wim De Corte, die me uiteindelijk uit het doel haalde. Ik had begrip voor die keuze.’

Eerst gedegradeerd met Beerschot, vorig jaar bijna gezakt met Westerlo en nu opnieuw vechtend om erin te blijven. Ben je dat degradatievoetbal niet kotsbeu?

VAN LANGENDONCK: ‘Ja, dat wel. Maar dat weet je niet op voorhand. We dachten dit jaar beter gewapend te zijn dan vorig jaar, maar het draait anders uit. Nu moeten we iets meer risico in ons spel durven leggen, iets meer initiatief nemen en dan kunnen we ons echt wel redden.’

Verlaat je Westerlo bij een degradatie?

VAN LANGENDONCK: ‘Dat is nu helemaal niet aan de orde. Eerst vechten om het behoud.’

DOOR MATTHIAS M.R. DECLERCQ – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Staat er eentje niet scherp op training, dan pak ik die aan.’ KOEN VAN LANGENDONCK

‘Ik had als kind eigenlijk maar één droom: doelman worden bij Bocholt VV.’ KOEN VAN LANGENDONCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content