Vadis Odjija na vijftien jaar profvoetbal: ‘Ik loop altijd in het gareel’

© INGE KINNET

Vijftien jaar profvoetbal, wat brengt dat teweeg in hoofd en lichaam? Aanvoerder Vadis Odjidja (32) van KAA Gent wil evenwel nog niet spreken over de herfst van zijn lange loopbaan. ‘Ik zit vol passie en ben hongerig naar meer.’ Een monoloog.

Op 20 december 2006, tijdens de supercup Anderlecht-Zulte Waregem (3-1) begon de profloopbaan van Vadis Odjidja. De middenvelder mocht van coach Frankie Vercauteren vier minuten invallen. De basisploeg (een veredeld B-elftal) van Sporting bestond toen uit Davy Schollen, Mark De Man, Roland Juhász, Olivier Deschacht, Jelle Van Damme, Cristian Leiva, Bart Goor, Lucas Biglia, OlufemiOladapo, Ahmed Hassan en Roland Lamah. Op de bank zaten onder meer Silvio Proto, Yves Vanderhaeghe en Nicolás Frutos.

Het ergert me als een verdediger op de grond valt wanneer hij in een moeilijke situatie verkeert.

Vadis Odjidja

‘Ongelooflijk hé, hoe snel de tijd vliegt’, grinnikt de Gentenaar, die als elfjarige de jeugdwerking van KAA Gent verruilde voor die van de recordkampioen uit Brussel. Vandaag is de gewezen Rode Duivel vader van drie kinderen (twee meisjes van vier en drie jaar en een jongen van zestien maanden). Na passages bij Hamburger SV, Club Brugge, Norwich, Rotherham, Legia Warschau en Olympiacos keerde hij in juli 2018 terug naar het oude nest.

VADIS ODJIDJA: ‘Ik ben best wel trots op het parcours dat ik aflegde. Het maakt me ook superblij, want het is iets waar ik als kind altijd van droomde. Maar ik ben nog hongerig naar meer… ( grijnst) Ik ben er zeker van dat er nog leuke zaken mijn pad zullen kruisen. Pas op, ik voel me geen 25 jaar meer. Na wedstrijden heb ik ietsje meer recuperatietijd nodig, zeker dit seizoen met vaak drie duels per week. De dag na een match stap ik niet meer zo vlot uit bed, dat geef ik gerust toe. Alles staat nu in functie van klaar en fris zijn, door veel rust te nemen.

Vadis Odjidja: 'Ik ben iemand die niet als een robot wil geprogrammeerd worden. Ik volg liever mijn buikgevoel.'
Vadis Odjidja: ‘Ik ben iemand die niet als een robot wil geprogrammeerd worden. Ik volg liever mijn buikgevoel.’© INGE KINNET

‘In mijn beginjaren werd er bijna niks bijgehouden van data. Nu is meten weten. De omkadering en opvolging zijn nu veel beter. Maar ik doe het toch nog altijd liefst op mijn manier. Het gevoel blijft het allerbelangrijkste. Als mijn intuïtie aangeeft dat ik een goeie wedstrijd speelde, dan hecht ik daar het meeste belang aan. Als speler moet je daarop verder bouwen om je zelfvertrouwen te behouden.’

Winnen

‘In mijn optiek is een goede wedstrijd er eentje die we winnen. Dat blijft het allerbelangrijkste criterium in topsport. Ik ben niet echt de persoon die jaagt op doelpunten of assists. Zolang we samen maar voor een sterk resultaat zorgen. Door zo’n sfeer slaag je er collectief gemakkelijker in obstakels te overwinnen. Zeker nu, want onze kern bestaat uit verschillende culturen en mentaliteiten. Bij veel nederlagen botst het dan al sneller.

‘Op het veld kunnen staan en plezier maken voor een vol stadion is mijn drijfveer. Voetballen blijft voor een zalig gevoel zorgen. Het is een van de mooiste zaken die er bestaan, ook al komt er veel bij kijken. Met leuke en gevarieerde oefeningen kun je bepaalde onaangename factoren – zoals de koude, wind, regen, sneeuw of een lange bosloop – gemakkelijk uitschakelen. Hein Vanhaezebrouck is een coach die uitstekend de balans weet te vinden. We amuseren ons vaker dan dat we zagen.

‘De jongere versie van mezelf nam trainingen niet zo serieus. Ik teerde veel op mijn talent. Natuurlijk trainde ik hard, maar ik durfde wel eens te klagen. Nu benader ik dat helemaal anders. Ik sluit me aan bij de filosofie van een ex-coach die zei dat je in het weekend goed speelt als je gedurende de week alle oefeningen optimaal uitvoert.

‘Ik ben iemand die graag de nodige bewegingsvrijheid heeft. Maar ik loop altijd in het gareel. Als de club iets wil, dan doe ik het gewoon. Uiteindelijk maak je zelf de keuze hoe intensief je met bepaalde aspecten bezig bent. Er zullen zeker jongens zijn die nood hebben aan feedback via het aantal afgelegde kilometers of high intensity runs. Maar ik ben iemand die niet als een robot wil geprogrammeerd worden. Ik volg liever mijn buikgevoel. Me amuseren, tactisch inzicht tonen en mooie resultaten voorleggen, daar haal ik mijn voldoening uit.’

Grenzen verleggen

‘In het krachthonk zit ik niet graag, maar in de voorbereiding doe ik wel altijd goed mee. Voor mij komt dat neer op grenzen verleggen. Ik ben een technische speler, maar power is in het moderne voetbal noodzakelijk geworden. Ik doe dus in alle stilte mijn specifieke oefeningen, vooral blessurepreventief. Midden december zaten we aan 33 officiële duels, door de combinatie van de Belgische competitie met de beker en de Conference League. Op mijn leeftijd is het dan belangrijk om energie te steken in gevoelige plaatsen, zoals de hamstrings.

‘Er zat altijd al wel een portie kracht in mijn spel, ook al wordt dat misschien niet steeds met mij geassocieerd. In de duels zal ik mijn lichaam proberen te zetten. Maar je moet tegenwoordig niet de sterkste maar de leepste zijn. Sommige tegenstanders gaan meteen liggen bij het minste contact. Het ergert me als een verdediger op de grond valt als hij de bal heeft en zich in een moeilijke situatie bevindt. In Engeland fluiten de refs een paar keer niet, waardoor ze het niet meer proberen. Daar moet je fysiek je mannetje staan, want anders blazen ze je weg. Een echte survival of the fittest. Ik ben blij dat ik die stijl meemaakte. En dan hebben we het nog niet over de gevaarlijke tackles. Hier een gevoelig onderwerp, maar daar aan een geheel andere intensiteit. De benadering is anders, minder showgehalte en geen theater. Ik verkies dat.

‘Als ik terugkijk, dan zou ik waarschijnlijk niet dezelfde stappen zetten. Maar ik heb geen spijt van mijn keuzes. Ik handelde altijd volgens de informatie die ik kreeg. De jonge Vadis was op zijn zestiende of zeventiende vooral ambitieus. Als je merkt dat je er klaar voor bent, maar geen kansen krijgt en er zich andere mogelijkheden aandienen, dan is het logisch dat je voor het avontuur kiest. In mijn geval was dat Duitsland. Ik was altijd iemand die voor zichzelf opkwam en zijn eigen weg ging. Paste ik ergens niet, dan ging ik waar ze me wel waardeerden. Bij Anderlecht wachtte ik bijna drie jaar op een moment dat niet kwam. De eerste trainer die echt in mij geloofde en absoluut wou dat ik bleef, was Ariël Jacobs. Voor eeuwig blijf ik hem dankbaar voor de kansen die ik van hem kreeg, maar eigenlijk was ik al weg. Die kansen kwamen gewoon te laat. Doorstroming van de jeugd naar de eerste ploeg was toen geen prioriteit voor de clubleiding. Ik mocht al blij zijn dat ik met hen mocht meetrainen. Maar als je telkens meegaat op afzondering, om dan elke wedstrijd in de tribune te zitten, dan raak je je kalmte op een bepaald moment kwijt. Andere oorden opzoeken is dan de oplossing.

‘In Hamburg, waar Huub Stevens me absoluut wilde, woonde ik alleen. Mijn vader kwam wel geregeld langs, maar gelukkig was er op dat moment Vincent Kompany in de buurt als een grote broer. En ik had gelukkig, op internaat en bij Anderlecht, leren omgaan met discipline. ( grijnst) Kwam je in Hamburg vijf minuten voor de training aan, dan was je eigenlijk al te laat. Duitsland, dat is Pünktlichkeit: heel geordend, stipt, altijd correct, gestructureerd én vooral hard werken. Ik kreeg er vaak een berisping, maar nooit een boete.’

Kwam je in Hamburg vijf minuten voor de training aan, dan was je eigenlijk al te laat.

Vadis Odjidja

Gewaagd

‘Na de degradatie met Norwich City én het overlijden van mijn mama ( op 13 juli 2016, nvdr) wilde ik opnieuw in een positieve sfeer terechtkomen. In augustus 2016 belandde ik transfervrij bij Legia Warschau, dankzij Besnik Hasi. Zonder hem waren ze waarschijnlijk nooit bij mij uitgekomen. Een gewaagde optie, maar lucratief door de kans op Champions Leaguevoetbal. Jammer genoeg werd Besnik na een paar maanden ontslagen. Toch kan ik daar terugblikken op een superervaring. We veroverden de titel, ik werd verkozen tot speler van het seizoen en we mochten aantreden tegen de beste teams in Europa.

Vadis Odjidja: 'Op het veld kunnen staan en plezier maken voor een vol stadion is mijn drijfveer.'
Vadis Odjidja: ‘Op het veld kunnen staan en plezier maken voor een vol stadion is mijn drijfveer.’© INGE KINNET

‘Na dat succesvolle seizoen verhuisde ik naar Olympiacos Piraeus, waar alles uitstekend begon maar toch abrupt eindigde. We moesten daar gewoon weg. Mijn vrouw was acht maanden bevallen van onze eerste dochter toen we werden geconfronteerd met een inbraak. Wij waren gelukkig niet thuis toen. Drie dagen later moest ik spelen en hen alleen achterlaten. Die inbraak had een blijvende invloed op mijn echtgenote. Ze kon moeilijk om met de stress en de angst. Gedurende twee volle dagen sloot ze zich op. Rolluiken naar beneden, deuren dicht, eten mee op de kamer. Puur omdat ze bang was, om dat onaangename gevoel dat er iemand in onze woning had gezeten. Dan moet het gezond verstand zegevieren. Alleen werd mijn vraag om te kunnen vertrekken niet echt geapprecieerd door het bestuur en begonnen er vuile spelletjes. Van een optimale samenwerking was niet langer sprake. Ik moest van mijn advocaat zelfs filmen, als bewijs, dat mij op een bepaald moment de toegang werd geweigerd tot het trainingscomplex. De terugkeer naar België heeft ons allemaal, ook de familie en vrienden, veel deugd gedaan. Het was de juiste keuze voor zekerheid en stabiliteit.’

‘Als ik stop, zal het in 1A zijn’

Het was Gentvoorzitter Ivan De Witte die er in juli 2018 voor zorgde dat de impasse tussen Vadis Odjidja en Olympiacos Piraeus eindigde. Iets meer dan 2 miljoen euro werd betaald voor de draaischijf, die in mei 2020 zijn overeenkomst tussentijds zag opengebroken worden tot 2023. ‘Er bestaat veel wederzijds respect’, zegt hij. ‘We hebben een goede band. Het was ook emotioneel, want met mijn terugkeer vervulde ik toch een wens van mijn mama en familie.’

De centrale middenvelder, die ondertussen in Evergem met twee vrienden padelclub MVP Padel opende en investeerde in vastgoed, denkt al aan zijn toekomst. ‘Eén ding mag je schrappen’, klinkt het snel. ‘Trainer worden. Want dan heb je geen controle, maar toch krijg je meestal de schuld. Ik ben iemand die liever zelf de touwtjes in handen heeft. Voorlopig focus ik volledig op het blijven spelen. Zolang mogelijk presteren op een hoog niveau. Wat nadien gebeurt, daarover heb ik geen idee. In het moderne voetbal kun je moeilijk plannen, want je weet niet wat er morgen gebeurt. Ik zie wel wat er straks op mijn weg komt. Mijn leven na het actieve sporten zal sowieso veel langer zijn dan die loopbaan. Daarom dien ik nu maximaal te genieten van alle momenten op het terrein. Als ik stop, zal het in 1A zijn. Voor het plezier zie ik mezelf achteraf nog wel cafévoetbal spelen met vrienden. Liefst van al maak ik de cirkel rond bij KAA Gent, hopelijk ook nog na 2023. Ik maakte al veel mee. Mensen met goede bedoelingen zag ik door het voetbalmilieu veranderen. Ik weet dus niet of ik in een andere rol mijn ethische waarden zou kunnen vasthouden. Terwijl ik altijd rechtuit ben. Wat je ziet, is wat je krijgt.’

Memorabele momenten

Het mooiste moment?

‘Het doelpunt tegen Real Madrid met Legia Warschau in februari 2016. Dat was precies voorbestemd. Speciaal voor mijn moeder. Het bracht een heel apart gevoel naar boven. Nu nog altijd komen er veel emoties los. ( na een stilte) Ze was daar bij mij. Je zag dat ook aan mijn reactie.’

De grootste ontgoocheling?

‘De verloren bekerfinale met Gent tegen KV Mechelen in mei 2019. We kwamen op voorsprong, maar bleken niet opgewassen tegen hun sluwheid en bezondigden ons aan onderschatting. Een gemiste kans. Zeker als Gentenaar. Maar er is nog tijd om het goed te maken.’

De prachtigste goal?

‘In de jeugd, bij de nationale ploeg U19, scoorde ik eens met een lob in één tijd vanop de eigen helft tegen Engeland. De assist kwam van Eden Hazard, dacht ik. Daar zat veel in: techniek, inzicht en inschatten van de doelman zijn positie.’

De knapste assist?

‘Moeilijk te zeggen. Elke laatste voorzet blijft precisiewerk, omdat het perfectie vraagt en om een momentopname gaat. Maar het schenkt me als creatieveling evenveel voldoening als een goal. Omdat ik onzelfzuchtig ben ingesteld. ( grijnst) Ik pass soms wanneer ik zelf moet trappen.’

De domste misser?

‘Eentje onder Christoph Daum bij Club Brugge. Op Anderlecht, in januari 2012, waar we met 3-0 verliezen. Ik had al maanden last van mijn knie en speelde met pijn. In plaats van een bal binnen te trappen, miste ik het doel omdat de knie blokkeerde. Ik besliste daar dat het genoeg was. De operatie volgde al een dag later.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content