Kristof De Ryck

Als je in het zwembad duikt, plof je dan plat op je buik in het water? “Nee, zo slecht ben ik niet. Al van jongs af haal ik een behoorlijk niveau bij het zwemmen. Ik had als kind altijd sportieve mensen om me heen. Vroeger huurden we op maandag zelfs het hele zwembad van Herselt af om er met de hele familie in te kruipen. Dan waren we met vijftien tot twintig man. Een heel toffe tijd.

“Ook toen ik in Duitsland voetbalde, gingen Annick en ik regelmatig zwemmen, met Djuura, ons dochtertje van vijf, en Tjardo, ons zoontje van zeven. We zaten daar dicht tegen zo’n recreatiebad. En ook nu nog gaan we weleens baantjes trekken.

“Voor de rest golf ik ook af en toe. Daarbij spreekt vooral de rust me aan. Een interessante sport. Moeilijk ook. Het goed doen, daar schuilt altijd een mooie uitdaging in. Je moet er alleen veel tijd voor hebben. Maar deze zomer zal het er zeker weer van komen.”

Wassen jullie thuis de lege potten choco en ma- yonaise af?

“Ja, die zetten we in de afwasmachine. Een kleine moeite. Je kunt geen smerige pot in de glasbak gooien, vind ik.

“Ik ben een propere jongen. In Duitsland zat ik een tijdje alleen, daar moest ik zelf poetsen en strijken. Zo leer je nieuwe dingen. Thuis ben ik daar nu wel slomer in. Annick is de perfecte vrouw.”

Was een van je rapporten ooit zo slecht dat je het een tijdje verborg voor je ouders?

“Nee, maar ik reed wel vaak met schrik naar huis. Mijn ma, daar kon ik wel nog wat op inpraten, maar mijn vader was niet zo gemakkelijk te sussen.

“Bij Frans had ik keer op keer prijs. Ik versta die taal nu wel een beetje, maar zelf raak ik niet veel verder dan oui en non. Een deftige zin bouwen is er niet bij. Ik zou wel Frans willen kennen, maar om er nu nog aan te beginnen vind ik het wat te laat.

“Op school volgde ik automechanica. Ik wist wel dat mijn toekomst niet daarin lag, maar moest iets doen. Enkele vrienden kozen ook voor die richting en je hoefde er maar halve dagen naar school te gaan, waardoor het combineerbaar was met de trainingen van Antwerp. Mijn eindexamen haalde ik niet. Ik zette op een zeker moment alles op het voetbal.

“Mocht ik nu nog iets met die automechanica willen doen, dan zou ik eerst een heleboel bijlessen moeten volgen, denk ik. Ook al omdat de technieken helemaal veranderden. Maar nu het einde van mijn voetbalcarrière nadert ( De Graef is 34, nvdr), overweeg ik sterker om via zelfstudie een cursus sportmanagement af te werken. Iemand in de familie kocht een tijdje geleden een paard, een nichtje van mijn vrouw rolde de dressuursport in, je koopt dan zelf ook een pony’tje voor de dochter, en dan nog een voor de vrouw, dat valt in de smaak … Misschien biedt die wereld wel perspectieven.

“Zelf rijd ik nog niet met de paarden; te gevaarlijk voor het voetbal. Het is me nog wat te hoog op dit moment, zeker als je het nog niet goed kunt. Maar na mijn carrière zie ik het wel zitten om met zo’n beest het bos in te trekken voor de ontspanning.”

Met welke knappe vrouw zou je graag eens het bos intrekken voor de ontspanning?

Ellemieke Vermolen. Ze presenteerde in Nederland altijd al vrije programma’s waarin het er los aan toeging. Haar spontaneïteit spreekt me aan. En haar uitstraling.”

Kun je kaarten schudden?

“Heel slecht. Ik ben geen al te grote jongen, en dus zijn mijn handen daar te klein voor. De kaarten vliegen geregeld eens uit mijn handen als ik bezig ben.

“We kaarten trouwens niet zo vaak meer tussen de trainingen. Vroeger hadden we een vast groepje, met Chris Janssens, Jurgen Cavens en Bob Peeters. Maar die laatste viel weg. We kwamen op een gegeven moment ook in de vermoeidheidsfase. Meestal liggen we nu gewoon plat en praten we wat met elkaar.”

Loop je soms naakt rond in huis?

“Zeker. Ook door de living bijvoorbeeld. Mijn huis is mijn gebied. Ik voel weinig schaamte op dat vlak. Mijn vrouw geeft zich veel minder bloot.” S

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content