Een jaar geleden werd Timmy Simons (27) tot Profvoetballer van het Jaar verkozen. ‘Er is nog een progressiemarge,’ zegt hij, ‘maar ze wordt kleiner.’ Tijd voor een transfer ?

Meestal zijn het zij die nooit de Gouden Schoen wonnen, die beweren de verkiezing van Profvoetballer van het Jaar hoger in te schatten, maar niet Timmy Simons. “Spelers, denk ik, hechten gewoon meer belang aan de Profvoetballer van het Jaar dan aan de Gouden Schoen”, zegt de man die vorig jaar beide trofeeën won. “Ik vind het alleszins veel belangrijker wat collega’s en concurrenten ervan denken dan de pers. Je geniet er ook meer van, omdat er tijd voor is. De Gouden Schoen is hectisch, daar heb je niks aan het schone moment zelf. Pas na twee, drie uur kom je weer bij je positieven en dan zit de avond er al op. Van een maand op voorhand al wordt het opgeblazen. Dan wordt een kandidaat of drie, vier tegen elkaar opgezet en meegesleurd in heel dat opgeklopte gedoe. Eigenlijk heb ik daar de pest aan.”

Wie wordt de nieuwe Profvoetballer van het Jaar ?

Timmy Simons : Aruna en Kompany maken veel kans, denk ik.”

En jijzelf ?

“Ik zit bij de drie, vier outsiders die ik in mijn hoofd heb ( lacht). Bij de Gouden Schoen was ik vierde. Dat is toch zo slecht nog niet ?”

Neen, maar in de tweede stemronde kreeg je weinig of geen punten. Hoe verklaar je dat ?

“Toen ik de Gouden Schoen won, heb ik zelf gezegd dat ze mij anders zouden gaan bekijken. Dan focussen ze daarop en dan is het : ‘Dat is de Gouden Schoen, hij moet toch beter kunnen.’ Ik maak nog altijd vooruitgang, maar niet meer zo spectaculair als sinds mijn komst bij Club Brugge. Er is nog een progressiemarge, maar die wordt kleiner.”

Je vader zei een tijd geleden in Sport/Voetbal Magazine : ‘Als je je sport zuiver wilt beoefenen, is er toch ergens een grens.’

“Tuurlijk.”

Wat bedoel je precies ?

“Voetbal is een contactsport waarin je zelden of nooit honderd procent topfit bent in een wedstrijd. Ik kan aannemen dat er jongens zijn die dan bijvoorbeeld ontstekingsremmers nemen of een inspuiting.”

Zoals Rune Lange bijvoorbeeld, tot zijn rug brak, of zoals Olivier De Cock, tot zijn enkels blokkeerden.

“Ja. Ik doe dat niet, ik heb dat altijd al geweigerd. Ik verkies met pijn te spelen en op mijn tanden te bijten, dan weet je ten minste nog tot waar je kunt gaan. Iedereen heeft zijn grenzen. Maar als je zoiets doet, vervagen die en besef je niet meer wanneer je moet stoppen. Op korte termijn is dat goed, maar op lange termijn dodelijk. Als je wilt voetballen tot vijfendertig, zesendertig jaar zal dat moeilijk worden, vrees ik. Ik speelde nog nooit met een inspuiting. Ik denk aan mijn toekomst.”

Je mist ook zelden of nooit een wedstrijd wegens blessure.

“Ik miste er tot nu toe in mijn carrière nog nooit een wegens blessure. Ik ben daar dankbaar voor, maar je kunt er zelf ook veel aan doen. Veel rusten, op je voeding letten, veel water drinken. Ik ben daar vroeg mee begonnen en zo bouw je toch ook een bepaalde weerstand op. Veel rusten is belangrijk. Een vermoeid lichaam is kwetsbaar, voor ziektes of blessures. Als we ’s morgens trainen, slaap ik van halftwee, twee uur tot vijf. Trainen we ’s namiddags, dan slaap ik van vijf tot zeven of van zes tot acht. Maar als ze je been kapot schoppen, ben je natuurlijk machteloos.”

Vind je zelf dat je dit seizoen minder goed presteerde dan het vorige ?

“Misschien wel iets minder, maar ik denk dat het ook te maken heeft met de vorm van de ploeg. Als je minder punten haalt, zoals in de heenronde, dan wordt ook bijna louter nog het negatieve belicht. Terwijl we ook toen uitstekende wedstrijden speelden. Maar wij wisten : als we blijven werken zoals we het al drie jaar doen, dan komt het terug. Toen al zegden wij met een aantal gasten : wij pakken die tweede plaats !”

Hoe ga je om met allerhande kritiek ?

“Ik zou sneller een ander verdedigen dan mezelf. Ik heb er ooit iemand over aangepakt, omdat een jongen die zijn beste match had gespeeld sinds hij hier is, nog altijd bakken kritiek kreeg. Een supermatch, maar afgemaakt in de krant, omdat ze zijn kop niet kunnen zien. Dan zeg ik : waar zijn jullie mee bezig ! Meningen verschillen, dat weet ik en dat respecteer ik, maar je moet toch een beetje serieus blijven en voorzichtig zijn als je een oordeel over iemand velt.”

Wat is jouw oordeel ?

“De voorbije jaren konden we het bijna altijd met dezelfde spelers doen, maar dit seizoen is dat totaal het geval niet geweest. Nastja ( Ceh) en Gaëtan ( Englebert) bijvoorbeeld vielen weg, dan moet je voor oplossingen beginnen zorgen en merk je in sommige wedstrijden hoe belangrijk ze zijn. Zij die dan op hun plaats staan, doen wel hun werk, maar je kunt dat niet vergelijken met jongens waarmee je al drie jaar samenspeelt.”

Tegen snelle centrumspitsen word je vaak achteruitgehaald, soms zelfs tijdens de wedstrijd. Hoe lastig is dat ?

“Dat gebeurde vooral in de heenronde. Het maakt het je moeilijker, omdat je geen constante kunt leggen als je steeds van positie moet veranderen. Maar geen probleem, ik schik mij naar het ploegbelang. Alleen hadden sommigen blijkbaar niet door waarom ik van het middenveld naar de verdediging moest verhuizen. Ik kreeg de indruk dat het mijn fout was, terwijl het juist mijn verdienste is. Dan zegden ze : nu is er meer power of druk op het middenveld.”

Als centrale verdediger ben je internationale klasse, daar is vrijwel iedereen het in dit land over eens, maar het schijnt dat je liever op het middenveld speelt. Waarom is dat ?

“Het zijn twee verschillende posities en van beide is er iets te zeggen, maar op het middenveld kan je je meer uitleven. Dat is plezant, hé. Ik heb een goeie conditie en een goed loopvermogen, dus valt er een stuk van mijn kwaliteit weg als ik achteraan speel. Ik ben ook nog jong. Hoe ouder je wordt, des te makkelijker je achteraan gaat spelen, denk ik. Achterin is het meer geconcentreerd zijn, daar ben je mentaal meer moe dan op het middenveld.”

Assistent-trainer Chris Van Puyvelde zei in Sport/Voetbal Magazine : ‘Hij wordt enorm kritisch bekeken, maar de realiteit is gewoon dat hij nog beter is geworden, in het positioneel verdedigen nog vooruitgang boekte. ‘

“Ik vind dat ook. Op dat gebied kan ik trouwens nog verbeteren. Dat is de groeimarge die ik nog heb. Elke wedstrijd word je slimmer. Zeker in moeilijke momenten kom je in situaties die je de eerste keer misschien niet goed oplost, maar de volgende keer wel. Dat is ervaring : leren uit je fouten en er sterker van worden.”

Heb je niet het gevoel : zet mij maar centraal achterin, want op die positie kan ik mee bij Europese topclubs ?

“Bij de nationale ploeg spéél ik achteraan, dus ploegen weten goed genoeg wat ik op die plaats in mijn mars heb.”

Kreeg je sinds Schalke 04 vorig seizoen nog buitenlandse aanbiedingen ?

“Neen, maar ik ben er sedert ik een nieuw contract tekende ook niet meer echt naar op zoek gegaan. Het was een bewuste keuze. We moeten ook niet dromen : ben je een Hollander, dan zit je al lang in Engeland, Duitsland of Spanje, maar een Belg… niet dus. Er is nog maar weinig van België die richting uitgegaan.”

Vincent Kompany, die nog niet zo heel lang geleden zijn plechtige communie deed, zou in de belangstelling staan van clubs als Manchester United. Waarom niet een rijpe verdediger als jij ?

“Juist leeftijd speelt daarbij een grote rol, denk ik. Er worden jongeren gezocht met talent en ik word achtentwintig, dus ben ik al geen jongere meer. En Kompany is natuurlijk een ongelooflijk talent. Dat kan je niet vergelijken. Toen ik zeventien jaar was, kon ik niet wat hij kan.”

Ben je je er wel voldoende van bewust dat je in topcompetities je plaats hebt ?

“Ik denk het wel. Er zijn voldoende wedstrijden geweest, interlands en in de Champions League, waarin je je met die gasten kunt meten. Dat valt best mee, denk ik. En als je in zo’n competitie wekelijks tegen zulke mensen kunt spelen, kan je ook nog verder groeien en alleen maar sterker worden.”

Ben je ermee bezig ?

“Als die kans zich voordoet, waarom niet ?”

Je speelt ervoor ?

“Tuurlijk. Tien jaar Club Brugge is ook goed, zeg ik wel altijd. Ik meen dat ook, maar als je de ambitie niet meer hebt om steeds beter te presteren, kan je beter in je luie stoel blijven zitten. Internationale belangstelling is ook een soort waardering.”

Je ligt vast tot 2008. Dan ben je tweeëndertig. Is het wel een goede beslissing geweest om vorig seizoen bij te tekenen ?

“Een zéér goeie beslissing. Als je op een dag echt weg wilt, kan je altijd vertrekken.”

Hoe moeten we dat interpreteren ?

“Wat is een club met iemand die er niet meer voor honderd procent met zijn goesting speelt en misschien dwars gaat liggen ? Al is dat niet de bedoeling, want ik speel hier graag en als je vertrekt, weet je nooit waar je terechtkomt.”

Is dit een slecht, een matig, een goed of een heel goed seizoen van Club Brugge ?

“Als we tweede worden en de beker winnen, is dit een superseizoen geweest.”

Wat is jouw verklaring voor de zwakke heenronde ?

“Ik heb er geen. De geblesseerden, dat zal zeker meegespeeld hebben, plus de factor geluk. Het is een cliché dat het jaar na de titel moeilijk is, maar voor ons is dat zo. Maar uiteindelijk zie je dat alles wel in zijn plooi valt.”

De trainer, de hoofdverantwoordelijke, kreeg de meeste kritiek.

“Hij is dan wel de hoofdverantwoordelijke, maar op het veld zijn wij het nog altijd die het moeten doen. Ik vind het te gemakkelijk om naar de trainer te wijzen. Wat kan je hem verwijten ? Hij is dezelfde als vorig seizoen.”

Is het respect misschien weg ?

“Ik kan alleen voor mezelf spreken.”

Jij heet dan ook zijn trouwste soldaat te zijn.

“Hij of een ander, ik vind sowieso dat je in goede en in kwade dagen achter je trainer moet staan. Halleluja als het goed gaat en achteraf zitten hakken… Neen. Wij moeten het doen.”

Hoeveel zijn het er ?

“In een kern van meer dan vijfentwintig spelers zijn er altijd die van mening verschillen. Dat is normaal dat er altijd misnoegd zijn. Er zijn zelfs jongens die het vanaf het begin niet zagen zitten met de visie van de trainer. Zolang de resultaten goed zijn, wordt daar niet veel over gezegd, eens het tegenzit, wordt daar meer aandacht aan besteed.”

Is het verschil ook niet dat met de komst van Michel D’Hooghe en Marc Degryse de leiding minder Sollied-minded is dan voorheen ?

“Hmmm. Ik weet het niet. Ik denk dat er met de komst van Marc iets meer openheid is, dat de link tussen het bestuur en de spelersgroep beter wordt gelegd dan vroeger. Maar om nu te zeggen dat ze minder Sollied-minded zijn… Ik weet het niet. Dan hadden ze al lang een beslissing kunnen of moeten nemen, hé.”

Is dit nog wel een gezonde basis om te presteren, als spelers vernemen dat de clubleiding eigenlijk het liefst afscheid zou nemen van de trainer ?

“In de terugronde hoor ik toch minder kritiek.”

Vergeet je Bordeaux niet ?

“Ja, maar dan vergeten ze wel dat het al tien, vijftien jaar geleden is dat Club Brugge nog zoveel Europese matchen geshot heeft ! Wat zitten ze dan nog uit te kramen ? ! Sorry, hé. Drie jaar geleden werden wij nog de zwakste generatie van Club Brugge genoemd. Sindsdien kwalificeerden we ons twee keer na elkaar voor de Champions League, overwinterden we sinds lang nog eens, speelden we kampioen, wonnen we de beker, twee keer de supercup… Ongelooflijk. Met de trainer is het net hetzelfde. Als de resultaten tegenvallen, is het altijd iets. Ik vind dat je daar doorheen moet kunnen kijken.”

Wat is er in Bordeaux precies gebeurd nadat jullie op voorsprong waren gekomen ?

“Ik zal daar niet te diep op ingaan. Ik kan alleen zeggen dat iedereen zeer goed wist wat hij moest doen, maar als er jongens die van zichzelf zeggen dat ze oud en wijs genoeg zijn om zelf beslissingen te nemen iedereen in de shit zetten… Ja, dan houdt het op, hé. Laat ons zeggen dat er enkelen iets te veel met het hart en te weinig met het verstand gespeeld hebben.”

Wie vond je de beste ploeg waartegen jullie dit seizoen speelden ?

“Celta de Vigo, voetbaltechnisch. Monaco was in de Brugse Metten ook indrukwekkend, maar dat kan je niet vergelijken met een wedstrijd voor de Champions League.”

Wat verwacht je van de bekerfinale ? Eens de machine op gang is gekomen, walst ze doorgaans vrij makkelijk over de circusartiesten van SK Beveren heen, bleek in de onderlinge competitiewedstrijden.

“Ze kunnen mooi voetballen, maar resultaatvoetbal is nog iets anders. Als ze het verschil niet maken in het eerste halfuur, denk ik dat wij veel kans maken om te winnen.”

Een jaar geleden noemde je de kans dat België zich voor het EK in Portugal zou plaatsen vrij groot. Wat is er daar misgelopen ?

“Ik denk dat we als ploeg iets te laat onze draai vonden. Die eerste wedstrijd kwam iets te vroeg voor ons, het heeft te laat geklikt. Eén iemand inpassen is geen probleem, maar als het er drie, vier zijn, krijg je het moeilijk. Dat is bij de Club ook zo. Dan vallen automatismen weg, vind je elkaar niet meer blind en dat kan in belangrijke wedstrijden het verschil maken.”

Hoe groot is het niveauverschil ?

“Ik denk dat het iets minder groot is geworden, dat we er af en toe onze voet naast kunnen zetten. Dat heeft te maken met de ervaring van twee jaar Champions League. Alleen al dit seizoen speelden we twaalf Europese wedstrijden op een deftig niveau. We zitten dicht bij de subtop. Het probleem van de snelheid van uitvoering dat we kennen, komt ook omdat we niet élke week op dat niveau kunnen spelen.”

Laten we eindigen bij het absolute sterrendom. Welke bedenkingen maak je je bij het leven van de wereldster David Beckham ?

“Dat het niet leefbaar is. Die mensen worden geleefd. Ongelooflijk. Ik zou het niet willen. Voor de carrière teken je natuurlijk direct, maar niet voor de hele heisa errond. Het is absurd.”

door Christian Vandenabeele

‘Als we tweede worden en de beker winnen, is dit een superseizoen geweest.’

‘Als ik achteraan speel, valt er een stuk van mijn kwaliteit weg.’

‘Ik zou sneller iemand anders verdedigen tegen kritiek dan mezelf.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content