Gaf Nordin Jbari bij zijn debuut in eerste klasse nog kleur aan AA Gent, vaak leek hij dit seizoen zelf glans van zijn ploeg te moeten krijgen. ‘Maar in de tweede ronde mag je op mij rekenen.’

Natuurlijk weet NordinJbari het, wat ze nog altijd van hem zeggen. Dat hij vaak niet collectief denkt, dat hij te traag over het veld beweegt, dat zijn ploeg het meer dan goed doet, maar hij desondanks weinig scoort, dat hij, kortom, de punch mist om de topschutter van Gent te zijn. Maar even vanzelfsprekend laat hij dat niet aan zijn hart komen. “Ik zal geen echte schutter zijn, zeker ( lacht) ? Maar ik ben een paar wedstrijden geblesseerd geweest en de grote vorm moet nog komen. Ach, België zal nooit veranderen, maar ik ben 29, ik trek het mij niet meer aan. Maar pas op, België blijft een aangenaam land, hé ( grijnst). Ik heb bij Cercle veel energie verspild en ik wóu dat ook. Maar Tipuric zei dat ik alles voor mijzelf deed, terwijl ik alles voor hém deed. Daarna zat hij te schreien in zijn bureau en excuseerde hij zich. Was Cercle gedegradeerd vorig seizoen, ze hadden mij dood gedaan. Dat mensen naar mij kijken als het slecht gaat, dat heb ik aanvaard, want als het goed gaat, kijken ze óók naar mij. Ik ben Maradona niet, hé, ik kan niet iedereen dribbelen.”

Er zijn verzachtende omstandigheden : op de achtste speeldag, tegen KV Oostende, was Nordin Jbari er door een spierscheur niet meer bij. Pas op de veertiende speeldag, tegen Lokeren, verscheen hij opnieuw in de ploeg, op een kort wederoptreden van 51 minuten op de tiende speeldag tegen Charleroi na. “Ik heb een kleine spierscheur gehad, waardoor ik een paar wedstrijden moest missen. Tegen Charleroi ben ik wat te snel herbegonnen, waardoor ik weer een paar weken meer miste.”

Hij moest de wedstrijd tegen zijn ex-ploeg Cercle Brugge aan zich voorbij laten gaan. “Voor de match waren we met een paar spelers van Cercle door de telefoon al aan het chambreren ( grijnst) . Maar rekenen doe ik niet meer, anders had ik die match tegen Charleroi niet gespeeld om tegen Cercle te kunnen spelen. Tegen Charleroi heb ik een van mijn beste eerste helften van het seizoen gespeeld. Het is ook de eerste keer dat ik een periode van blessure zo rustig beleefde. Ik weet niet of het de leeftijd is of… ( lacht).

“Het enige wat mij tegengevallen is, is de terugval. Voor de match tegen Charleroi had ik twee, drie dagen met de groep getraind zonder iets te voelen, maar ik speelde en hop, ik voelde weer iets. Dan begint het na een paar dagen op je zenuwen te werken. Maar als ik al die andere geblesseerden zie in de ploeg, mag ík zeker niet klagen. De mijne was maar een kleine blessure en ik speel alweer. Op dit moment moet ik me op mijn eigen spel concentreren. Ik vind mijn wedstrijden nu beter dan voor mijn blessure. Ik voel me beter. Alleen moet ik fysiek nog sterker worden. Ik vóel me beter dan vroeger, maar de mensen zullen zeggen dat het niet waar is omdat ik minder scoor. Ik ben echter rustiger geworden : ik vind een match waarin ik niet scoor nu minder erg, omdat ik weet dat er nog wedstrijden komen. Speel ik op zaterdag goed, dan ben ik het op maandag alweer vergeten om mij op de rest te concentreren. Nu kan ik ook een slechte eerste helft spelen en toch nog een goede tweede helft. Voordien bleef ik na een slechte eerste helft op dat niveau hangen.”

Van Gent werd voor het seizoen veel verwacht, maar zo hoog als Georges Leekens de ploeg een vlucht laat nemen, wekt bewondering bij de spits. “Hij kent niet alleen le métier, maar ook le milieu ( grijnst). De trainer geeft vertrouwen en weet dat ik ondertussen de ervaring heb, dus hij laat me mijn wedstrijden spelen. Hij spreekt veel met mij, maar niet over mij spécialement. Daar hou ik wel van. Dat toont dat hij vertrouwen heeft in mij. Leekens is samen met Gerets de beste trainer die ik al had. Met Clijsters, onder wie ik gedebuteerd heb in Gent, ben ik altijd goed bevriend gebleven, we bellen elkaar nog twee keer per week. Vorig jaar is hij naar Cercle komen kijken en hij zal nog eens naar Gent komen ook.”

Bij Cercle scoorde Jbari elf keer en wil hij dat aantal dit seizoen overschrijden, dan zal hij zich moeten reppen. “Ik moet hier veel meer in duel gaan, wat mij veel energie kost en waardoor ik wat minder scoor. Maar goed, je moet voor de ploeg werken ook, hé. Word je wat meer geholpen in de duels, dan kan je wat meer met de bal doen. Maar bon, ik ben zelf ook nog niet honderd procent door mijn blessure. Als je met twee voluit kan gaan, maak je meer kans. Cherrad was costeau, ging in de duels, maar helaas heb ik met hem niet zoveel kunnen spelen. C’est comme ça, hein. Sportief gaat het goed met de ploeg, maar we zijn fort abîmé. Ons probleem dit seizoen is dat we nog nooit twee keer met dezelfde ploeg konden spelen. Anderzijds : juist daarom halen we ook goeie resultaten, de spelers doen wat hen gevraagd wordt. Wat we nu presteren, is een overwinning van de groep. Gent is zoals een ploeg waar een speler een rode kaart heeft gekregen : pech heeft ons meer samengebracht en drijft ons naar voren. We moeten echter kalm blijven : we zijn Anderlecht niet. We moeten ook niet te veel klagen, hé : we staan derde en het gaat ondanks alle geblesseerden goed.”

Door alle langdurige blessures en schorsingen was tactische flexibiliteit het onderdeel waarin Gent nog het meest uitblonk in de heenronde. “Thuis spelen we meestal met twee aanvallers, op verplaatsing soms met mij alleen en Boussoufa erachter. Twee is beter, maar dat kan niet altijd, dat hangt ook af van de wedstrijdomstandigheden : op La Louvière hebben we meer verdedigd dan aangevallen, maar wel op een intelligente manier, goed georganiseerd.”

En dan counteren, iets waarin hij, Nordin Jbari, niet op zijn sterkst is. “Van de andere kant krijg je dan ook meer ruimte, hein ( grijnst). Snelheid is niet mijn sterkste punt, dat is waar, al hebben we met Cercle vaak op de counter gespeeld en ging het goed.”

Druk gesticulerend en vaak buitenspel lopend is het eerder waarmee Jbari de voorbije wedstrijden vooral opviel. “Ik speel op de limiet van buitenspel of niet, maar de laatste pass ontbreekt ook wat, waardoor we meer kansen zouden kunnen krijgen. We scoren nogal veel uit stilstaande fasen, vrije trappen, hoekschoppen.”

Maar hij ziet heil in zijn samenspel met Mbark Boussoufa. “Boussoufa is goed, maar hij kan niet alles alleen doen. Hij en ik, we begrijpen elkaar goed, maar op dit moment helaas beter op training dan in de wedstrijden omdat hij dan soms ver van mij staat. Hoe dichter ik bij Boussoufa speel, hoe beter het gaat. Als we dicht bij elkaar staan, combineren we gewoon vlotter. Soms moeten we de aanvallers nog sneller aanspelen en moet ik me nog beter vrijlopen. Ik heb mijn acties nog niet zo kunnen maken, maar het komt. Je mag in de tweede ronde op mij rekenen om meer te scoren.”

door Raoul De Groote

‘Pech heeft Gent meer samengebracht en drijft ons naar voren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content