Nu hij technisch directeur is bij Germinal Beerschot, herleeft het beeld dat Gunther Hofmans louter uitvoert wat Jos Verhaegen hem opdraagt. ‘Dat idee zal altijd blijven.’ De schoonzoon van de sterke man op het Kiel blikt terug op een rommelig jaar.

G unther Hofmans (42) knijpt zijn ogen half toe en wendt zijn blik even naar het plafond, om goed te kunnen nadenken. “Zo’n 24 jaar geleden”, zegt de ex-aanvaller. Toen ontmoette hij Jos Verhaegen voor het eerst. “Ik voetbalde bij eersteprovincialer Nijlen en kwam als gewone jongen van een boerendorp ergens te velde, Ranst. Hij was voorzitter van Germinal Ekeren, een club die dankzij hem snel van de provinciale afdelingen naar de derde klasse was geklommen. En hij had bij zijn bedrijven een pak verdiensten. Veel zei ik die dag niet. Ik was al blij dat ik mijn handtekening mocht zetten. Jos zou er ook voor zorgen dat ik mijn dienstplicht dicht bij de club kon doen en dat ik daar vaak vrij zou krijgen.

“In het leger werd ik ingedeeld bij de stormfuseliers, de mensen in de eerste linie dus. Iedere beek, elke riool in de buurt zag ik van dichtbij tijdens manoeuvres. Vrije tijd kreeg ik bijna nooit. Ik zat bij de reserven van Germinal Ekeren, maar kon bijna nooit gaan trainen. Dikwijls had ik wacht, aan de kazerne en aan het munitiedepot van Brasschaat. Soms bewaakte ik het koninklijk paleis in Brussel. In volledig ornaat. Met vieren moesten we dan elk in een hokje stokstijf staan. Zes uur lang. Om dood te vallen. Je mocht alleen soms eens synchroon per twee naar elkaar stappen en terug. De rijkswacht passeerde regelmatig om alles in het oog te houden. Eén keer waagden we het om met ons vieren in het midden van de nacht even een handenstandje te doen tegen het koninklijk paleis. Mijn idee. ( smaalt) Naar Zaventem moest ik ook af en toe. Kwam er een vliegtuig aan met koninklijk bezoek van ginderachter, dan hoorden wij paraat te zijn, met ons geweer. Veel show. Er gebeurde nooit iets. Na mijn legerdienst belandde ik bij de A-ploeg van Germinal Ekeren. Mijn eerste match was er een tegen Beerschot, in het Veltwijckpark. 1-1. In de sneeuw.”

Na een tijd leerde u de dochter van Jos Verhaegen meer dan goed kennen.

Gunther Hofmans: “Ik was elektricien. Omdat we in het begin enkel ’s avonds trainden, vroeg ik Jos of ik niet in zijn bouwbedrijf aan de slag kon. Zij kwam er vaak binnen na schooltijd. In het jaar dat we in de tweede klasse speelden, begonnen we een relatie.”

Speciale spelersmakelaars

U bleef uw hele carrière bij Germinal Ekeren, alleen op het eind speelde u nog één seizoen bij Germinal Beerschot. In 2000 trok u weer naar de bedrijven van uw schoonvader.

“En nu ben ik van beide medezaakvoerder, samen met mijn vrouw en schoonbroer Peter Verhaegen. Jos komt nog elke dag eens een kijkje nemen. Als het goed draait, is hij tevreden.”

Tot vorig jaar zat er niet veel voetbal meer in uw leven.

“Ik ging nog naar matchen en praatte erover met mijn schoonvader, die intussen bij Germinal Beerschot voorzitter was. Maar hij deed toen alles, ik moeide me niet. Wel volgde ik een trainerscursus. Ik dacht: misschien komt zo’n diploma op latere leeftijd van pas. Een jaar geleden was het niet mijn bedoeling om nu zo diep in het voetbal te zitten. Maar mijn schoonvader werd serieus ziek. Herman Kesters ( toenmalig ondervoorzitter en huidig voorzitter, nvdr) nam over en vroeg in oktober mijn hulp. Hij was niet zo thuis op het sportieve vlak.”

Hoe omschrijft u de functie die u toen opnam? De buitenwereld is daar nooit officieel over ingelicht. Moeten we u technisch directeur noemen, sportief verantwoordelijke, iets anders?

Oh, als het kind maar een naam heeft. Ik ben niet iemand van titels. We besloten toen om dat voor onszelf te houden, omdat ik vond dat mijn schoonvader nog altijd de nummer één was. Uiteindelijk gaf hij aan dat al de stress voor hem niet meer hoefde en zei hij: ‘Doe het nu maar.'”

Wat spreekt u aan in de job?

“Weer in dat voetbalmilieu zitten, tussen die spelers lopen. Trainers, dokters en kinesisten kneden in een visie. Voetballers naar een hoger niveau tillen, hen motiveren. Ervoor zorgen dat hun hoofd helder is door een babbeltje met hen te slaan.”

Hoort dat allemaal bij uw takenpakket? En over transfers rept u met geen woord.

“Ja, oké, er is ook het milieu van de spelersmakelaars. Maar dat is voor mij een apart facetje. Dat kun je niet vergelijken met de eigenlijke voetbalwereld. Het is iets spe-ciaals. Je moet er echt met je hoofd bij zijn als je met die mensen praat en kunt er minder jezelf zijn.”

Toen u aan uw job begon, dachten sommigen: hij is te groen voor dat milieu en zal met zijn hoofd tegen de muur lopen.

“Ik kreeg veel hulp van Herman, die die wereld al veel beter kende omdat hij sinds enkele jaren meeliep aan de zijde van Jos Verhaegen. Dat was mijn geluk. Zonder hem was ik met mijn ogen open in vallen getrapt en was het sowieso een fiasco geworden. Er komen managers, die praten over bruto en netto. In het begin was ik daar niet in thuis. Herman leerde me de kneepjes van het vak, ook als het bijvoorbeeld ging over wat er allemaal in een contract van een speler hoort te staan. Dankzij zijn hulp vond ik veel beter mijn weg in dat milieu.”

Perikelen

U was nog maar pas bezig toen Harm van Veldhoven de handdoek gooide. De club moest snel op zoek naar een nieuwe trainer. Aimé Anthuenis kwam. Was u daar blij mee?

“Op dat ogenblik wel. Aimé had voeling met de club, hij was er technisch directeur geweest. Hij kende ook de spelers. En er waren toen bijna geen alternatieven.”

Stond u volledig achter zijn komst?

“Uiteraard, dat is niet meer dan logisch.”

Vanaf zijn eerste tot zijn laatste dag op het Kiel leek het nooit grote liefde tussen Anthuenis en de club.

“Pas in april begon dat te leven. Net voor de winterstop wonnen we tegen Tubeke en dan zetten we een reeks neer ( tien matchen zonder nederlaag, nvdr). Daarna ging het bergafwaarts. We breiden de nederlagen aan elkaar ( vier op rij, nvdr). Er waren veel blessures. En we zaten met de perikelen rond de contractverlenging van Aimé.”

Het mondelinge akkoord daarover kondigden jullie aan op de persconferentie over jeugdtalent Mats Rits, die langer op het Kiel zou blijven. Die vond plaats op 2 april, na die goede reeks. De contractverlenging van Anthuenis zou eerder die dag vluchtig besproken zijn met Aimé, om iets te hebben waarmee jullie de persconferentie konden aandikken. Onder andere een VRT-ploeg kwam. Alleen dat nieuws over Rits was mogelijk wat magertjes.

“Klopt niet. Rits was voor mij ook al een goede insteek. Dat van Aimé is ook op die dag beslist. Als je dat vluchtig wilt noemen … In de weken voordien hadden we ook al gesprekken met hem gehad.”

Klopt het dat de babbel met Aimé op 2 april hooguit een kwartiertje duurde?

“Dat klopt niet. We hebben die dag wel de laatste details geconcretiseerd.”

Een godsgeschenk

Toch duurde het nadien ellendig lang vooraleer dat contract getekend raakte.

“We hadden afspraken gemaakt over de komst van een physical coach ( dat werd Joost Desender, nvdr). Daarover is nadien wat gepalaverd. Wij moesten nog uitwerken hoe we dat zouden invullen in het weekprogramma. Aimé was niet gewoon om met zo iemand te werken, behalve misschien op Anderlecht. Hij had altijd zijn eigen manier.

“Voor mij waren dat details. De pers zocht daar toen veel achter.”

Omdat het toen al lang bijna een publiek geheim was dat het niet goed boterde tussen Anthuenis en u.

“Ik had met Aimé geen probleem. We zaten niet altijd op dezelfde golflengte, maar als je het over twintig procent oneens bent, blijft er nog altijd tachtig procent over. Ik zei hem vorige maand, bij zijn afscheid: ‘Als er iets is, laat het weten. Als je tickets nodig hebt, bel me.'”

Was er niet meer gekletter dan u laat uitschijnen?

“Maar dan hadden we de samenwerking toch eerder kunnen beëindigen? Dan hadden we toch in april kunnen zeggen dat we na het lopende seizoen niet met Aimé doorgingen?”

De fans en spelers hadden toen net hun appreciatie voor An-thuenis geuit.

“Dat is zo relatief. Op een maand stroomt er veel water naar de zee. Mensen vergeten snel.”

Qua uitstraling voor de club was het dramatisch: besprekingen die weken aansleepten nadat jullie eerst hadden aangekondigd dat alles goed zat.

“Dat was niet al te best. We kwamen te vroeg met die mededeling. Goed, ik zal nog fouten maken.

“Het sleepte achteraf aan omdat je moeilijk iets naar buiten kunt brengen als er geen consensus is. Ik heb graag transparantie, zodat je niet achteraf nog dingen moet wijzigen.”

Dat is net het tegenovergestelde van wat jullie zelf deden begin april.

“Daar ga ik niet op in.”

De perceptie is dat het Anthuenis met die physical coach extra moeilijk is gemaakt. Hij, die graag vanuit het buikgevoel werkt, kwam daardoor meer in een keurslijf terecht.

“Als trainer zou ik het fantastisch vinden en dat eerder als een godsgeschenk bekijken.”

Geen commentaar

Vorige maand liep het weer mis op het communicatievlak. U suggereerde in Gazet van Antwerpen dat een vier op zes tegen Genk en Lokeren Anthuenis in het zadel zou houden. En u zei dat er pas na zes matchen geëvalueerd zou worden, na de partij tegen Lokeren dus.

“Die zaken zijn uit hun context genomen. Als je me vraagt welk resultaat ik wil bij een uitmatch naar Genk en een thuismatch tegen Lokeren, zeg ik áltíjd: vier op zes, ongeacht of ik 2 op 20 heb of 18 op 20. Ik stelde nooit dat het al dan niet halen van die vier op zes zou bepalen of Anthuenis al dan niet zou blijven.”

En wat dan over die evaluatie na zes matchen?

“Vijf of zes, zei ik. Ik ben trouwens niet alleen in de club. Als de koppen bijeengestoken worden en er wordt beslist om niet door te gaan met Aimé, moet ik me daarbij neerleggen.”

Als het alleen aan u had gelegen, moest hij nog niet vertrekken op 31 augustus?

“Ik maakte me wel zorgen en vroeg me af of we een trainerswissel moesten doorvoeren.”

U zei net na de verplaatsing naar Genk in Gazet van Antwerpen: “Voor mij persoonlijk is de discussie over de trainer nu niet aan de orde.”

“Kijk, de beslissing is genomen met de mensen van de raad van bestuur. Meer woorden maak ik daar niet aan vuil. We spraken met Aimé af dat geen van beide partijen commentaar zou geven op zijn vertrek.”

Fans betalen veel geld om naar de matchen van Germinal Beerschot te komen kijken. Hebben zij niet het recht om een uitleg te krijgen over een belangrijke beslissing als het ontslag van de trainer?

“Ik wil geen polemiek. Het gaat hier over een bestuursbeslissing, dat is interne keuken.”

Veel wijst erop dat jullie al potentiële opvolgers voor Anthuenis polsten vóór de match in Genk.

“Polsen, nee, dat nog niet. Die soap over Dennis van Wijk kwam er na een paar informatieve gesprekjes. Eind vorig seizoen zat ik eens met Dennis samen om te praten over een eventuele overgang van Rocky Peeters naar Roeselare. In de afgelopen transferperiode hadden we een gesprekje over Romano Denneboom, een spits van Twente die ons interesseerde en die hij kent. En als je zo eens met een trainer babbelt, heb je het natuurlijk ook eens over zijn manier van werken, zijn visie … Is dat ‘bezig zijn met een trainer’?”

‘Ieder zijn interpretatie’

In de persmededeling na het vertrek van An-thuenis stond dat de samenwerking in onderling overleg beëindigd is. Anthuenis zegt dat het niet in onderling overleg gebeurde.

“Wij gingen bij hem en gaven onze visie op de zaken. Hij aanvaardde dat de resultaten niet goed waren en dat we daarom de samenwerking beëindigden.”

‘In onderling overleg’ suggereert dat beide partijen een voortzetting niet zagen zitten. Anthuenis wou doorgaan.

“Wij voerden op een deftige manier een gesprek met hem. Hij kon zich vinden in onze visie. Voor mij is dat onderling overleg. Als u dat niet vindt … Ieder zijn interpretatie.”

In de week die volgde lag eerst Van Wijk in poleposi-tion …

( onderbreekt) “Dat wordt gesuggereerd.”

Dat stond op 1 september op www.sporza.be, Herman Kesters zei het in een interview.

“Bespreek dat dan maar met hem. We hadden een heleboel opties. Ik kan u de cv’s laten zien van Ian Rush, David O’Leary en Ruud Gullit. Die wilden allemaal per se naar ons komen. Uiteindelijk waren er vier grote kandidaten, onder wie Van Wijk.”

Second opinion

Anderen bedanken voor een job bij de club zoals u er nu een opnam, omdat ze niet een loopjongen van Jos Verhaegen willen zijn, die achter de schermen de sterke man blijft. In welke mate klopt het beeld dat u een handpop van uw schoonvader bent?

“Ik probeer mijn eigen weg te volgen. Maar ik ga hem niet voorbij. Uit respect. Wie kan zijn palmares voorleggen? Ik luister naar hem, zeker bij beslissingen met verregaande financiële gevolgen, want hij heeft een hoop ervaring. Een second opinion is nooit verloren.”

Voert u uit wat hij zegt?

“Wij doen alles in overleg.”

Concreet: als u speler x wilt en hij zegt dat die niks waard is, kan die dan komen?

“Ja. Dat is al gebeurd. En andersom ook: jongens die hij per se wou aantrekken en die ik niet zag zitten, zijn er niet. Bij de huidige kern waren we het over 75 à 80 procent van de spelers eens. De anderen zijn voetballers die ik wilde.”

Als hij een jongen per se wil en u ziet dat niet zitten, dan komt die niet?

“Dan ga ik me er vlak voor leggen. ( lacht) Het hangt ervan af over wie het gaat en wat de financiële consequenties zijn.

“Maar ik mag vertellen wat ik wil, u gelooft mij toch niet. Jullie zeggen altijd dat Jos Verhaegen nog altijd alles beslist in de club. Ik weet dat de mensen zo denken. Dat idee zal altijd blijven. Geen probleem voor mij. Ik ken de werkelijkheid.”

door kristof de ryck – beelden: jelle vermeersch

Ik zei Aimé bij zijn afscheid: ‘Als je tickets nodig hebt, bel me.’

Een club is bang om zich lang aan een trainer te binden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content