Wachtend tot het licht op groen springt om te spelen traint Davy De Beule bij AA Gent. ‘Borst vooruit, het leven gaat voort.’

Afscheid in het Bospark

Davy De Beule : “Via OlivierDeschacht heb ik ooit een training meegedaan bij Anderlecht, maar ik voelde me daar niet super bij. Ik speelde er ook achteraan, terwijl ik aanvallende middenvelder ben. Ik wou liever bij Lokeren blijven, het was niet ver en ik had daar mensen rond mij die ik graag had.

“Vroeger was alles nieuw voor mij. Mijn eerste contractbespreking was ook zo. Ik wou niet bijtekenen en ik werd direct in de B-kern gesmeten. Een week later heb ik meteen bijgetekend. Je bent jong, je moet je nog bewijzen, dus je denkt : de rest komt later wel. Maar voor vijf jaar tekenen, dat was veel te lang natuurlijk. Daarmee is de miserie begonnen. Ik was daar de dupe van, hoewel me werd beloofd dat het zou verbeteren als ik een vaste plaats had. Twee jaar later was het al van dat en nu zijn we vier jaar later en een verbetering heb ik nooit gekregen.

“Dit jaar, bij het eerste gesprek over mijn contract, in mei, was het eerste wat hij zei : ‘Als je niet tekent, moet je niet spelen.’ Dat heeft hij mij genoeg ingeprent. Lambrecht heeft daarmee zelf voor het conflict gezorgd door mij niet te willen laten spelen. Actie is gelijk aan reactie, hé. Moet ik dan toekijken hoe ze mij behandelen als een beest ? Maar kom ik hem tegen, dan zal ik ervoor zorgen dat ik geen negatieve energie in mij heb. Maar ik zal hem niet direct tegenkomen, denk ik.

“Mijn kastje heb ik daarom zelf niet leeggemaakt, dat heb ik door iemand van de ploeg laten doen. Op maandag had ik mijn contract opgezegd en op dinsdag was pas de eerste training van de week en ik wou niet voor verdere conflicten zorgen. Ik ben de spelersgroep wel nog gaan opzoeken in het Bospark, waar ze aan het trainen waren. Daar heb ik afscheid genomen. Jammer, want je werkt er jaren mee samen en je bouwde er een vriendenrelatie mee op. Maar ze kenden mijn situatie. Ze hebben mij succes gewenst, maar hun leven gaat ook verder.

“De sfeer is eigenlijk altijd goed gebleven in Lokeren, ook vorig seizoen toen het moeilijker was. Elke dag waren er vragen hoe het nu zat met mijn situatie. Ik wou de boel niet verzieken, nu kan Lokeren zich weer fixeren op zichzelf. Ik wil niet dat dit vreet aan de prestaties van de ploeg.”

Lieven, Hein & Ramzi

“Half september ben ik een weekje naar Bregenz geweest. Regi Van Acker kende mijn situatie en had aangeboden eens te komen trainen. Je bent dan toch weer een avontuur en een ervaring rijker. Dat is vrij goed meegevallen, behalve dat ik ziek naar ginder vertrokken ben ( lachje). Ik voelde me daar eigenlijk meteen op mijn gemak. Maar daar gaan spelen… Gunther ( Schepens, nvdr) vertelde mij dat dat niet echt ambitieus zou zijn. Het is, zegt hij, wel ideaal als je wat ouder bent. Ik word volgende maand 23, ik heb nog alles voor mij : twaalf, dertien jaar voetbal als alles goed gaat. Het is nu alleen een wat moeilijke situatie.

“Voordat ik bij Gent kon meetrainen, heb ik individueel getraind met de mensen van Lieven Maesschalck en met Hein Vanhaezebrouck. Dat was niet gemakkelijk, maar ik had een datum om naar uit te kijken. Ik had alleen een positief resultaat verwacht, maar ik heb ongelijk gekregen. De komende maanden kan ik niet spelen en dan alleen moeten blijven trainen is niet evident. Dus ik vind het prachtig dat Gent dit wil doen voor mij. PaulPut heeft mij ook gebeld : ik mocht als ik geen club had ook altijd bij Lierse meetrainen. Ik rijd nog altijd met een auto van de sponsor, Van Winckel, van Lokeren. Zij blijven mij een hart onder de riem steken. Professor Blanpain en Dirk De Vos – ik heb die mensen nog nooit ontmoet -, dat zij het voor mij opnemen, chapeau.

“De zaterdag voor Genk-Lokeren was mijn laatste training bij Lokeren. Daarna twee maanden individueel werken is niet evident, maar ik had daar weinig problemen mee. Dat waren tien trainingen per week. ’s Maandagmorgens met de mensen van Maesschalck, ’s namiddags met Hein op het veld in Lauwe, dinsdags hetzelfde, maar dan in Hamme op het veld, op woensdag in de duinen in Zeebrugge, donderdags weer met de mensen van Maesschalck en met Hein in Lauwe, vrijdagmorgen weer hetzelfde en ’s middags met Hein in Hamme. Op zaterdag deed ik dan gewoon een duurloop van een uur met wat versnellingen in. ’s Zondags was ik vrij. Na drie weken ben ik naar Oostenrijk vertrokken en toen ik terug was, heb ik het iets rustiger gedaan omdat ik ziek was geworden. Bij Hein kwam af en toe iemand meetrainen uit de praktijk van Lieven Maesschalck, zoals een Ramzi van Kaiserslautern, toch de recordinternational van Egypte. Plus ook een keeper, Frank Simons, die met Lokeren een paar intertotowedstrijden heeft meegedaan en ook geen ploeg heeft.

“Niets voor niets, dat is een motto wat je moet onthouden. Wie iets wil bereiken, moet er ook iets voor doen. Die motivatie is voor mij nooit een probleem geweest. Op een vrije middag ging ik gemakkelijk nog wat bijtrainen, kracht bijvoorbeeld, wat tegenwoordig ook belangrijk is in het voetbal. Maar je moet in de eerste plaats kijken of je je er goed bij voelt. Ik ben altijd wel iemand geweest die er deftig voor gaat. Daar kan ik nu extra op werken.”

Kunst is een gunst

“Eigenlijk heb ik het voetbal op tv weinig gevolgd. Normaal kijk ik naar Goal, maar ik was constant bezig. Ik ben graag onder de mensen om over andere dingen te praten. Je moet dan ook niet lopen te piekeren. Ik heb ervoor gezorgd dat ik altijd wel iets te doen had. Op zondagmiddag ging ik vaak naar vrienden kijken. Naar Karim el Bodmossi in Turnhout, derde klasse, bijvoorbeeld. Of naar Bornem. Mensen die ik nog ken van bij Lokeren. Ik ben eens naar Gent-Sint-Truiden gaan kijken. Naar Lierse-Gent. Ik probeer gewoon af en toe een match mee te pikken. Ik wil niet thuis blijven en mij opsluiten. Maar het is niet dat ik het niét kon zien, hoor.

“Ik had ook een ploegje hier in het Gentse, een zaalvoetbalploegje dat ik ’s avonds als coach wat steunde. Kunst is een gunst, heten ze. Ze vonden dat echt de max. Derde provinciale Belgisch zaalvoetbal. Onlangs was er een topper : de eerste tegen de tweede, dan ben ik ze gaan aanmoedigen. Tuurlijk da ( lacht) ! Dat houdt je bezig. Je moet zorgen dat er geen stille momenten zijn in je leven en ik moet zeggen : ik héb geen stille momenten in mijn leven.”

Assimil, les 4

“Ik heb veel vrienden en familie, mijn pa, mijn ma, mijn broer, mijn zus, mijn grootouders die mij steunen. Ik moet hier vooral mentaal sterker uitkomen. In negatieve momenten moet je positief blijven denken en leren relativeren. Er zijn veel ergere zaken dan mijn situatie. Volgend jaar kan ik alweer voetballen : zó moet ik het bekijken. Je daarover zetten en dat is niet altijd even gemakkelijk. Kort na die uitspraak bijvoorbeeld was het efkes een klap. Maar omdat je een klap krijgt, daarom ga je nog niet neer, natuurlijk. Je moet blijven rechtstaan. Borst vooruit. Het leven gaat voort. Alleen niet altijd zoals je het plant of zoals het hoort. Maar je moet je over de moeilijke momenten heen kunnen zetten en hopen dat je er sterker uitkomt.

“Ik vind dat dit mij toch harder maakt als mens. Je wordt strijdvaardiger ook. Dat is, vind ik, positief, want als je in het voetbal te zacht bent, lopen ze gewoon over je heen. Dat mag niet. Vroeger… Ach, dat is een evolutie die je moet maken. Ik ben een gewone jongen en ik vind respect voor mensen belangrijk. Zeker voor mensen die al iets bewezen hebben. Mijn carrièreplanning zag er wel helemaal anders uit, een seizoen zonder voetbal stond daar uiteraard niet in. Ik moet zorgen dat ik sterker word en gewoon het doel in mijn leven verleggen en bam ! Daarnaartoe streven. Dat doel is nu eerst zo snel mogelijk spelen en naar mijn niveau van daarvoor teruggroeien. Denken dat het nu gedaan is, is negatief denken. Dat positief denken moet je ook leren. Misschien zag ik vroeger ook eerder het negatieve dan het positieve.

“Ik heb niet echt wakker gelegen. Het lag ook niet in míjn handen, begrijp je ? Het was in handen van mijn advocaten. In het voetbal is dit wel de moeilijkste periode van mijn leven. Maar ik heb mij absoluut niet opgesloten of zo. Ik ben onder de mensen blijven komen. Menselijk contact is belangrijk en gelukkig had ik een goeie vriendenkring en familie. In negatieve periodes zie je op wie je het meest kan rekenen, dat is bekend. Sommige mensen die vroeger altijd een praatje met je sloegen, veroordelen je nu terwijl ze er het fijne niet van weten. Daar ga ik mij uiteraard niet in opwinden. Ach, ik kan begrijpen dat sommige supporters van Lokeren dat emotioneel bekijken. Ik neem hen dat niet kwalijk. In voetbal zijn er altijd mensen voor je en tegen je. Als je dat beseft, ben je al enorm vooruit. Je kan niet goed doen voor iedereen.

“Je goed voelen in een groep helpt je uit te groeien tot een goeie voetballer. Kijk naar WesleySonck. Hij voelt zich niet honderd procent goed bij Ajax, maar je kan toch moeilijk zeggen dat hij niet kan voetballen. Hij heeft in België alles bereikt wat hij moet bereiken. Hij kan perfect mee bij Ajax, maar je ziet dat het ergens vreet als je je niet goed voelt.

“Ik sta open voor iedereen, want iedereen is voor mij gelijk. Die Brazilianen zijn bijvoorbeeld echt toffe gasten. Ik was begonnen met Portugees te leren in Bregenz. Ik zat in Assimil, les 4. Ik wou met hen kunnen communiceren. Normaal ging ik van de winter met hen naar Brazilië gaan. Ik hoop dat we dat later ooit nog kunnen doen. Het zijn echt toffe gasten. Altijd lachen. Je voelt direct aan of iemand goed is of niet. Het leven is al ernstig genoeg, als je niet kan lachen, wordt het echt triestig. Ik heb altijd graag verschillende talen geleerd. Als ik wat gesetteld raak, wil ik weer tijd maken om een uurtje per dag met Portugees bezig te zijn. Als mensen goed zijn voor je, moet je ook goed zijn voor hen, vind ik. Ik wil mensen niet laten vallen.”

Van 15,4 naar 16,06

“Voetballen doe ik van mijn vijf jaar, in het zaaltje achter in het café van mijn ouders. Ik had mijn eigen parcours om te dribbelen tussen de bierviltjes. Soms speelden we een matchke tussen de tafels met vrienden in het weekend. Als ik daaraan terugdenk, goh, ideaal. Doeme… Maar, ik herhaal het, het leven gaat niet altijd zoals je plant.

“Rebel ( lacht). Oké, ja, tussen haakjes, dan hé. Ik moet er soms wel mee lachen. Ik ben gewoon een brave jongen eigenlijk. Maar ja, je moet je niet laten doen in het leven, hé. Of de mensen gebruiken je. Absoluut. Dat zijn dingen die je leert. Als je altijd ja knikt, moet je er ook iets voor terugkrijgen. Ik hou niet van tweezakken en zo zitten er helaas wel in de wereld. Dus ik ben niet bang dat ze mij nu een rebel gaan vinden, omdat ik weet dat ik het gewoon niet ben. Ik heb niet voor de conflicten gezorgd, dat heeft Lambrecht gedaan. Ik zou zeker net hetzelfde doen, ik kón niet anders in mijn situatie. Ik wil het geen tweede keer meer meemaken dat ik voor vier jaar teken en het slachtoffer ben van mijn situatie.

“Mijn ouders en mijn broer en zus kwamen altijd kijken naar de wedstrijden, dat was een vaste bezigheid. Daarom ook zal het mij gelukkiger maken als ik weer kan spelen, want het vreet ook aan hen, natuurlijk. Ze weten dat ik recht in mijn schoenen sta, maar ik kan me voorstellen dat mijn vader zich innerlijk serieus aan het opvreten is. Voor hetzelfde geld had ik ondertussen al tien keer gescoord, wie zal het zeggen ? In de nationale ploeg komen plaatsen vrij, er zitten mensen op de bank, dit was voor mij misschien een moment geweest om mij te profileren. Ik zou veel liever in de belangstelling staan na mijn vijf goals tegen Spanje natuurlijk, hé ( lacht).

“De spanningsopbouw naar het weekend toe moet je nu wat compenseren met wedstrijdjes op training, wat natuurlijk nooit hetzelfde kan zijn. Maar ik kan hier toch moeilijk beginnen te wenen ? Het is nu zo, ik moet mij daarbij neerleggen. Begin van het seizoen zat ik aan een verzuring van 15,4 ; nu was dat 16,06, wat eigenlijk wel heel goed is. De basis is er. Het zal alleen wedstrijdscherpte zijn die ik wat zal missen.

“Maar ver vooruit plannen doe ik niet meer in mijn leven. Ik had vroeger privé iets in gedachten, maar dat is uiteindelijk wat verkeerd gelopen. Nu laat ik alles op mij afkomen. Kinderen, gelukkig zijn met een vrouw : dat zijn de mooie momenten die nog moeten komen. Ik heb nu zorgen genoeg in het voetbal, dat is efkes meer dan voldoende. Ik heb mensen genoeg rond mij die mij steunen.”

door Raoul De Groote

‘Paul Put heeft mij gebeld : ik mocht altijd meetrainen bij Lierse.’

‘Dit was een periode geweest om mij te profileren voor de nationale ploeg. ‘

‘Ik hou niet van tweezakken en zo zitten er helaas wel in de wereld.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content