Afgeschilderd als briljante linkspoot en onverbeterlijk bon-vivant lijkt hij Janssen & Janssen bij Racing Genk wel. Maar toch is hij vooral gewoon Theo : een speler met een uitdaging. Of twee.

T heo. Voormalig Vitessetrainer MikeSnoei heeft hem vorig jaar in VoetbalInternational treffend neergezet : “Theo praat veel te makkelijk over zijn privé-leven. Ik word daar zo moe van, want hij doet zichzelf daarmee tekort. We weten nu onderhand wel dat hij graag rookt en drinkt. Dat bravouremannetje wordt veel te stereotiep. Hij is nochtans een van mijn spelers die meedenkt over tactiek. Een jongen die gek is van het spelletje. Zo’n wedstrijd tegen Ajax is het ultieme voorbeeld. Dan moet hij RafaelvanderVaart uitschakelen, terwijl hijzelf de bepalende middenvelder is. ‘Geen probleem, trainer’, zegt hij dan. Vervolgens dendert hij eroverheen en speelt hij op 85 procent van zijn kunnen een wereldwedstrijd. Die gozer heeft zó’n wedstrijdmentaliteit dat hij daarmee alles compenseert.” Een portret in stukjes.

Vermaak na arbeid

Statenkwartier en Broek, de wijken waar Theo Janssen opgroeide, zijn wijken met een warme sfeer, buurten ook waar iedereen iedereen kent. Ooit had hij een huisje, nauwelijks een paar honderd meter verderop in de stad. Maar hij aardde er niet en keerde verteerd door heimwee terug naar z’n oude buurt. Waardoor de vraag zich opdringt hoe makkelijk Janssen zich dan in Genk thuis zal voelen.

“Ik woonde destijds in een rustige wijk en dat beviel me niet. Iedereen werkte tot zes uur en ging ’s morgens weer weg. Ouders haalden hun kinderen op bij de crèche en kwamen ’s avonds niet eens meer buiten. Als je daar om acht uur over straat liep, zag je niemand meer. Terwijl er in mijn ouwe buurt gewoon altíjd mensen buiten waren. Dat miste ik een beetje. Ik vind het fijn om mensen om me heen te hebben. Ik woon hier nu op een appartement in het centrum van Genk en dan hóór je ook dingen, dus daar ben ik wel blij om. Als ik naar buiten wil, moet ik weten dat ik iemand tegen ga komen. Dat vind ik fijn. Ik heb dus niet het gevoel dat ik terug moet. Ik ben hier ook niet alleen, mijn vriendin is hier ook, dus we vermaken ons redelijk met z’n tweeën. Ik kan me anders voorstellen dat je thuiskomt en zoiets hebt van : Jezus, waar ben ik aan begonnen ? Maar ik vermaak me tot nu toe heel erg goed.”

Slecht nieuws is ook nieuws

Het quotebedrijfje T. Janssen draaide in Nederland bij wijlen overuren. ‘In de wijk waar ik opgroeide, durfde de politie niet eens te komen.’ En, voor een Uefacupwedstrijd met Vitesse : ‘Reken maar dat deze jongen gaat schoppen tegen die Roemenen.’ Om maar te zeggen dat Theo Janssen om geen uitspraakje meer of minder verlegen zit. Ook niet als het om zijn privé-escapades gaat.

“Eigenlijk zou ik moeten zeggen : flikker op met die onzin, want ik word daar strontziek van. Overal waar ik naartoe ga, het zal volgens mij altijd hierover gaan. Ik heb nu zoiets van : wat vooraf is gebeurd, is allemaal bullshit, ik wil me nu op Genk richten. En dat ze me altijd een groottalent noemen, ach, ik vind het allemaal zo’n onzin. Je bent gewoon goed of je bent niet goed. Iedereen heeft wel een oordeel, dus wat is een talent ? Ik voetbal gewoon omdat ik het leuk vind. Wat ze over me schrijven en zeggen, houdt me niet zo bezig. Vorig seizoen ook. Het ging slecht. Nou ja, klaar. Er zijn dan mensen die het leuk vinden je helemaal af te maken, nou, dat is hun goed recht. Iedereen heeft een mening en sommigen mogen die nog eens opschrijven ook. Nou, dat moeten ze dan maar doen. Leuk verhaal misschien voor de mensen, maar ik kijk alleen even naar de foto en als die leuk is, knip ik ‘em uit en hang ‘em op. Slecht nieuws is ook nieuws, toch ?”

En dat de tegenpartij hem en zijn levenswandel wel eens op de korrel neemt, neemt hij er zowaar graag bij. “Natúúrlijk stimuleert het als de tegenpartij over mij zingt. Als ze over je gaan zingen, betekent dat dat je aanwezig bent, goed aanwezig bent. Anders doen ze dat niet, dus. Ze hebben toch door dat ik er ben, denk ik dan. En dat het niet altijd fraaie dingen zijn, tja, de tegenpartij gaat heus niet zingen : Theo, comeon ( lacht) !”

Een paar kilootjes

De naarste periode uit Janssens carrière is zonder twijfel die waarin hij zijn rechterbeen brak, inmiddels twee seizoenen geleden.

“Ik was uitgevallen in de wedstrijd met een enkelblessure en ik heb iemand opgepikt in de stad en we zijn gelijk vertrokken. Er zijn dan mensen geweest die gezegd hebben dat ik zo en zo laat nog in de stad was. Toen heeft Koeman me bij zich geroepen en gezegd dat hij me geloofde, maar dat ik een dag naar het tweede elftal moest en de week daarna weer in de basis zou staan. We moesten gewoon even iets laten zien voor de buitenwereld, zei hij. Want als mensen mij zien, is het al meteen van : ‘ha, daar heb je die gozer weer. Loopt altijd in de stad.’ Dan maken hun er ook maar wat van. Ga ik naar een film om zeven uur, dan is het al meteen dat ik om vijf uur ’s ochtends dronken door de stad loop. Het is niet voordelig dat je zo’n reputatie hebt.”

Maar uitgerekend in de wedstrijd dat hij werd teruggezet naar het tweede elftal geschiedde het onheil. “Ik wou een pass geven naar de andere kant, maar ik kreeg een trap. Toen brak ik m’n rechterbeen. De trainer baalde er ook van. Vooral ook dat het gebeurde in de drieënnegentigste minuut maakte het dubbel zo hard.”

Toen Theo Janssen vorig jaar na de zomerstop terug op de club kwam, schrokken ze zich in Arnhem een hoedje : Theo ? ! “Ik was wel behoorlijk wat aangekomen, maar dat heeft toch iedere speler die uit blessure terugkomt ?” Om en bij de 100 kilo, 15 kilo meer dan z’n normale gewicht is wel niet wat men zich doorgaans bij een paar kilootjes wegens blessure voorstelt. “Klopt, maar hoeveel woog ik toen ik terugkwam na de revalidatie, stond dat er ook bij ? Ik woog vóór mijn blessure 85, 86 en toen ik terugkwam 83 kilo. En volgens mij gaat het daarom. Ik was fitter dan het seizoen ervoor. Na drie maanden ben ik echt elke dag samen met de trainers gaan lopen. Toen was ik ook super fit. Ik liep iedereen eruit op training.”

Maar zo goed als het hem voor zijn blessure ging, zo groot was toch de terugslag daarna. “Vorig seizoen was gewoon minder. De eerste wedstrijd kreeg ik al meteen weer een schop en ben ik blijven voetballen met pijnstillers. Zelfs als ik mijn scheenbeschermer nog maar aan deed, voelde ik de pijn al. Het is daardoor nadien eigenlijk steeds minder gegaan.”

Geen spurter

Opvallen deed Theo Janssen in zijn allereerste competitiewedstrijd voor Genk, dat op 1 april bij Vitesse de definitieve koopoptie moet lichten, door met-een een perfecte pass over de hele breedte van het veld te trappen. “Die bal lag daar, ik kwam aanlopen en ik dacht : ik open effe naar de andere kant, dan weten ze in ieder geval dat ik dat ook kan ( lacht). Ik mocht twaalf minuten spelen en dat was moeilijk invallen, want het niveau ligt best hoog. Ik hou ook niet zo van invallen. Als je begint, kan je beter in de wedstrijd meegaan en word je steeds scherper. Normaal heb ik er moeite mee als ik moet inkomen, maar het ging nu best redelijk.”

Laatste man, op de linkerflank of centraal op het middenveld : Theo Janssen heeft het allemaal gespeeld. Daarbij vooral van twee facetten blijk gevend : een voortreffelijke linker én een gebrek aan snelheid. “Tja, ik zal nooit de honderd meter sprint winnen. Maar voetbal is gewoon een kwestie van goed staan en overzicht hebben. Dus je leert ermee omgaan. Ik ben een heel andere speler dan Skoko. Het is heel moeilijk om zo iemand te doen vergeten en dat wil ik ook helemaal niet. Ik wil gewoon mijn eigen spel spelen en hopen dat ik een extra waarde kan zijn.”

Hij speelde voor Vitesse in totaal negentig competitiewedstrijden en maakte daarin het opzienbarende aantal van… twee doelpunten. Merkwaardig. “Klopt. Maar daar is een reden voor. Ik heb bij Vitesse heel verdedigend moeten voetballen. Als je kijkt naar het systeem wat we speelden, dat was : vier man achterin, met twee controlerende middenvelders ervoor en vier spitsen, zeg maar, die dan ook nog eens naar binnen kwamen. Op zich was dat heel normaal, maar wie er ook naast me stond, ik was altijd de controlerende man. De ander ging altijd diep.”

Wel is hij de man van de assists. “Een typische bal van mij was vaak een lange naar de man die in de rechterzone liep en teruglegde, waardoor de inlopende man kon scoren. Ik kan een steekpass geven of ik kan de bal rustig ver weg leggen. Als je tegenwoordig de meeste goals ziet, dat is : een fout van de verdediging, verkeerde pass of wat dan ook, gevolgd door een snelle counter tussendoor. Als je ziet hoe het Nederlands elftal voetbalt : je ziet bijna nooit meer dat de linksbuiten doorbreekt en een voorzet geeft. Vroeger speelde iedereen 4-3-3, wie doet dat nu nog ? Er zijn gewoon geen linksbuitens meer, dus de goals komen meestal uit de as, spits die diep in de 16 aangespeeld wordt, actie maakt, past of zelf schiet. Kijk naar die goal van België tegen Nederland : die voorzet komt er ook maar heel toevallig omdat er een fout wordt gemaakt achterin.”

Afgaan op het gevoel

Voetballen kan Theo Janssen dus. Niet voor niets voerde hij bij Vitesse de lichting aan die in de jeugdreeksen de hegemonie van Ajax en Feyenoord doorbrak. “-17, -16, Jong Oranje, Vitesse : ik was altijd de aanvoerder. Tja, op de een of andere manier is die regel gemaakt dat elke ploeg een aanvoerder moet hebben. Maar eigenlijk : wat doet zo iemand extra in het veld ? Boetes ophalen ? Nee, dat doet de trainer beter zelf. Kan ik ze gewoon gelijk betalen ( lacht).”

Waarmee de deur is geopend naar de vraag hoe Theo Janssen best aangepakt kan worden om niet in zijn oude gedrag te hervallen. “Kijk, een trainer moet me een complement kunnen geven, maar af en toe moet ie me gewoon afbranden. Elke speler heeft dat nodig, maar ik zeker. Als ik niet goed speel, dan wil ik dat gelijk horen en dat hoeft niet op een rustige manier te zijn.”

Neumann, oordeelt Janssen, zag het bijvoorbeeld helemaal in hem zitten. “Hij vond mij een hele goeie voetballer. Ik kon het heel goed met ‘em vinden. Ik vind bij een trainer belangrijk dat hij ook waar maakt wat-ie zegt. Sturing heb ik niet zo lang gekend, maar hij leek mij wel vrij duidelijk in de dingen. Dat bevalt me wel. SefVergoossen straalt ook heel veel rust en duidelijkheid uit. Tot nu toe vind ik ‘em een heel goeie trainer. Alles is hier anders, dus op zich is het misschien wel een nieuwe start. Je begint aan iets heel anders, ook al is het maar een jaartje op huurbasis. Een nieuwe kans om te laten zien wat je echt kan. Ik hoop dat ik die hier krijg.”

Misschien dat het voor hem wel een goede zaak is dat uitgerekend nu hij er is Genk over een mentalcoach beschikt ? “Dat zal misschien goed zijn voor sommige spelers, maar ik heb daar geen behoefte aan. Wat moet hij doen dan ? Je sterker maken ? Ik heb niet het gevoel dat ik ooit in de situatie ga komen dat ik het niet meer zie zitten. En als het toch gebeurt, zet ik er ook een punt achter. Ik moet het gewoon leuk vinden en genieten van de wedstrijden. Ik ben wel eens gespannen geweest en dan raak ik helemaal geen bal. Als ik te gespannen ben, ga ik op een of andere manier te veel nadenken. Dat heb je helemaal niet nodig. Je moet in het veld op je gevoel afgaan.”

Welke andere uitdagingen hij, tot slot, in het leven nog heeft ? “Er is er wel een, maar die ga ik absoluut niet vertellen ( lacht).” Zijn rijbewijs halen misschien ? “Ah, dan zijn het er zelfs twee ( lacht) !”

Geef zelf de aftrap van Racing Genk – Moeskroen

Zondag 31 augustus aanstaande ontvangt Racing Genk, Excelsior Moeskroen. Sport/Voetbal Magazine geeft een duoticket weg voor deze wedstrijd. Na een heerlijk diner mag u zelf de aftrap geven en de wedstrijd volgen vanuit de loges ! Wilt u graag eens een VIP-behandeling krijgen en de middenstip van het Fenixstadion van dichtbij bekijken ? Surf dan naar www.sportmagazine.be, beantwoord de wedstrijdvraag correct en misschien staat u komende zondag aan de aftrap. Let wel, u kan alleen vandaag woensdag deelnemen. De winnaar wordt donderdag persoonlijk verwittigd.

door Raoul De Groote

‘Een trainer moet me een compliment kunnen geven, maar af en toe moet hij me gewoon afbranden.’

‘Wat ze over me schrijven, houdt me niet bezig. Ik kijk alleen naar de foto.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content