Eerst de vergetelheid in Oekraïne, daarna een trainerscarrière in het slop en een opgebroken huwelijk. 2008 was een moeilijk jaar voor Jos Daerden. Alsof alles daarvoor niets had voorgesteld. ‘Er is veel samengekomen’, zegt hij.

Behalve een cameraploeg van de VRT kreeg Jos Daerden in het anderhalf jaar dat hij in Oekraïne leefde en werkte, niet één Belgische journalist over de vloer. Niets doet zoveel pijn als het besef vergeten te zijn, maar Daerden ontwijkt de opmerking door schijnbaar achteloos de spelers met een Belgisch verleden op te sommen die net als hij toen in dienst waren van Metalurh Donetsk. AndresMendoza, AristideBancé, VenanceZézéto, Junior, NzeloLembi, MariusMitu, IgorLolo, Arsène. “Wel zeven of acht”, telt hij, alsof hij toch wil aangeven: redenen genoeg voor een bezoek.

Jordi, de zoon van Cruijff, zat er ook”, gaat hij door. “Heb ik nog altijd contact mee, per telefoon of via skype. Hij zit weer in Barcelona. Heel fijne gast.”

Dik een jaar staat Daerden inmiddels aan de zijlijn. December 2007 keerde hij naar België terug. Pas thuis kreeg hij telefoon van Tongeren, waar door de ziekte van Lei Clijsters een gat viel, maar hij bedankte. Niet uit schroom voor Clijsters, evenmin omdat hij derde klasse beneden zijn stand vond, maar omdat het te snel kwam. “Weer avondtrainingen. En dan die hele cultuuromslag. Ik was er nog niet klaar voor.”

In dezelfde taverne waar we nu zitten, op de markt van Bilzen, zat hij nadien ook met José Riga, sinds vorige zomer sportief directeur van Wezet. Ook een derdeklasser en niet zo ver van Tongeren, waar hij toen nog woonde. Het voorstel was mooi. Kwam er een grotere club, kon hij zo weg. “Maar ik wil niet de opportunist uithangen. Als ik ergens instap, wil ik het ook afmaken. Bovendien speelde op dat moment ook iets in het buitenland: twee clubs uit Cyprus waren geïnteresseerd. Maar als je je ei niet kwijt kunt, houdt het op. Hugo(Broos, nvdr) is ook in Roemenië gaan kijken. Het geld was goed, maar de accommodatie nul komma nul. Dan ga je beter niet.”

En zo verstreek 2008 zonder dat het voetbal hem weer omarmde, op af en toe Het Belang van Limburg na voor een analyseopdracht.

De filière van Dimitri

Het Oekraïense avontuur van Daerden had een lange voorgeschiedenis. Vice-voorzitter van Metalurh Donetsk is – of beter: was – Dimitri Seljuk, een Rus die in het Belgische voetbalmilieu al vele jaren bekend staat als organisator van voetbalstages voor Oost-Europese clubs hier en in Nederland. Hij deed ook in spelers. Zijn eerste voetballer in België zou de Georgiër Gela Shekiladze zijn geweest. Die speelde van 1998 tot 2002 bij Lierse, waar Daerden even trainer was. “Maar ik kende hem al van daarvoor.”

Toen er vorig seizoen een opvallende filière van Donetsk naar de Belgische Jupiler League liep, viel Daerdens naam opnieuw. Vijf spelers van Metallurg streken hier op huurbasis neer en tijdens de transferperiode in januari kwamen er nog eens vijf bij. Samen tien spelers van één onbekende Oekraïense club, waarvan meer dan de helft bij Germinal Beerschot ging voetballen en de anderen bij KV Mechelen, AA Gent en FC Brussels. Behalve Lembi, Lolo en Boban Grncarov behoorden ze allemaal toe aan Seljuk, die steeds meer op een spelersmakelaar ging lijken. Het vicevoorzitterschap van Metallurg liet hij vorige winter voor wat het was. Over een makelaarslicentie beschikt hij niet.

Sommige contacten zouden via Daerden zijn gelopen, toen die vorige winter pas terug in België was. Klopt, zegt hij, maar meer dan de clubs de informatie geven waar ze zelf om vroegen, was het niet. Ambities als makelaar heeft hij niet en dat Seljuk er een zou zijn, zegt hij echt niet te weten.

“Ik weet wel dat Dimitri naast Joan Laporta zit op Barcelona”, schetst hij het niveau waarop Seljuk zich beweegt. Zijn grootste slag sloeg hij met de transfer van Yaya Touré (ex-Beveren) naar Barcelona.

Rond met Beveren

Het scheelde weinig of Daerden was nooit naar Donetsk vertrokken. Tijdens zijn laatste dienstverband in België, bij Germinal Beerschot, maakte hij al vroeg bekend dat hij na dat seizoen zou opstappen. Net voor de winterstop kwam Seljuk Lolo bezoeken op het Kiel. Misschien was er na het seizoen iets mogelijk bij Metalurh, vertrouwde hij Daerden toe.

Toen belde ook Frans Van Hoof, de voorzitter van Beveren, waar Daerden in 1992 zijn eerste stappen in het trainersvak zette. Beide mannen ontmoetten elkaar in het Crest Hotel in Antwerpen, waar – pour la petite histoire – op hetzelfde moment Marc Degryse, op dat moment nog sportleider van Club Brugge, afspraak had met de zaakwaarnemer van zoon Koen. Daerden en Van Hoof raakten het snel eens.

Daerden: “Ik was rond met Beveren voor de job die Walter(Meeuws, nvdr) uiteindelijk heeft gedaan. Trainer en sportief manager, en dat voor vijf jaar. Maar toen we alles wilden afronden tijdens een etentje, zei ineens een van de aanwezigen, ene Raoul De Waele, dat als het in december niet zou blijken te gaan, we toch afscheid moesten kunnen nemen van elkaar. Toen hoefde het niet meer voor mij.”

Na zijn laatste wedstrijd met Beerschot kreeg hij telefoon van Luc Devroe, op dat moment nog technisch directeur bij Roeselare, maar daar had hij geen goed gevoel bij. En dan, tijdens een korte vakantie in Spanje, hing Dimitri aan de lijn. “Een maandag of dinsdag was dat. Op donderdag ben ik naar Donetsk gevlogen om er een kijkje te gaan nemen. Tot vrijdagavond. Vandaar ging het naar Barcelona, waar Dimitri woont, om te tekenen. En nog eens vier dagen later was ik aan het werk in Oekraïne. Op een week was alles rond.”

Het was 12 juni 2006 en Jos Daerden begon aan een nieuw hoofdstuk in zijn carrière en – naar later zou blijken – ook zijn leven. Diezelfde week verhuisde Koen van RC Genk naar Club Brugge.

Lange, warme zomers

Daerden betrok een appartement op de Poesjkin Boulevard, midden in het centrum van Donetsk. Om de hoek lag Donbass Palace, het vijfsterrenhotel waar traditioneel de Champions Leaguetegenstanders van Shakhtar Donetsk – de grootste van de twee clubs in de stad – hun intrek nemen. Toen Olympiakos op bezoek was, zag hij Trond Sollied en Chris Van Puyvelde terug. Het hotel is eigendom van Rinat Achmetov, schatrijk geworden in de staalindustrie en een man van aanzien in zijn land. Net als degene die enkele blokken verder een boulevard naar zich kreeg genoemd, Andriy Shevchenko.

Bij aankomst op de luchthaven geeft Donetsk de grauwe aanblik van een typische industriestad, vertelt Daerden. Stilaan verrijzen nu ook mooie huizen in de rand, maar het centrum is gemoderniseerd en biedt genoeg vertier. De Pushkin Boulevard, een laan van wel drie kilometer lang, is aangelegd met veel groen, zitbanken en vaak volle terrasjes. “Mensen verkijken zich op het leven ginder. Van mei tot oktober zomert het er met temperaturen boven de dertig graden. De stad is dan vol leven.”

Donetsk is met zijn 1 miljoen inwoners de vijfde stad van Oekraïne. Het land werd pas onafhankelijk in 1991 na de val van de Sovjet-Unie en vandaag heerst er nog altijd grote politieke verdeeldheid. De noordwestelijke regio neigt naar Europa en de Verenigde Staten en is voor toetreding tot de NAVO; Donetsk en het zuidoosten zweren trouw aan Rusland. “Lviv tegenover Donetsk, dat is echte haat”, ervoer Daerden. “In Donetsk spreken de meeste mensen nog Russisch, in Lviv puur Oekraïens.”

Daerden kwam bij Metallurg als trainer van het belofteteam. De A-selectie stond onder leiding van de Spanjaard Pichi Alonso, die in 1986 nog in de spits liep bij verliezend EC 1-finalist Barcelona. De verplaatsingen voor de uitwedstrijden gebeurden altijd samen en duurden twee dagen. Het team van Daerden speelde de dag van de afreis en keerde pas ’s anderendaags na de wedstrijd van de A-ploeg mee terug naar Donetsk. Een kostenbesparende maatregel.

Oekraïne is in oppervlakte het op één na grootste land in Europa en de verplaatsingen waren vaak niet bij de deur. Van Donetsk naar Lviv, helemaal in het noordwesten tegen de Poolse grens, was 2,5 uur vliegen. Donetsk-Kiev was ‘maar’ 700 km en dan vatten Daerden en zijn jonge beloften nog dezelfde dag de terugreis aan. Niet met het vliegtuig, maar met de bus. “Een reis van 12 uur. Autosnelwegen hebben ze niet. De infrastructuur, en dan heb ik het niet alleen over de stadions, wordt een groot probleem wanneer ze in 2012 met Polen het EK organiseren. In de luchthaven van Donetsk moet je je bagage nog zelf ophalen als je van het vliegtuig stapt. Een transportband is er niet in het luchthavengebouw. Ze zijn er wel mee bezig.”

Wandelen met Adriaanse

Tijdens de lange verplaatsingen benutte hij de tijd tussen beide wedstrijden voor wat sightseeing. Met Alonso raakte hij onder de indruk van de Russische Zwarte Zeevloot in Sevastopol, de havenstad op het Krimschiereiland waar Rusland een marinebasis heeft. “Als Oekraïne toetreedt tot de NAVO, gaan die schepen daar natuurlijk nooit kunnen blijven liggen. Daar is heel wat om te doen”, laat Daerden zien dat hij de actualiteit nog steeds op de voet volgt.

Ook Jalta bezocht hij, de plek waar FranklinRoosevelt, WinstonChurchill en JozefStalin op het einde van de Tweede Wereldoorlog de krijtlijnen trokken voor de nieuwe naoorlogse verhoudingen. Hij stond in Odessa, waar de wereldberoemde trappenscène uit de film ‘Pantserkruiser Potemkin’ werd gedraaid. En in Kiev wandelde hij een halve dag rond met Co Adriaanse, die inmiddels Alonso was opgevolgd.

Adriaanse bleef maar een half jaar in Donetsk. Op 17 mei 2007 stapten hij en zijn assistent Jan Olde Riekerink (ex-AA Gent) alweer op. “Hij vertrok vier speeldagen voor het einde”, vertelt Daerden. “Hij zag het niet meer zitten. Ik heb het dan van hem overgenomen, al hoefde dat niet voor mij: ik deed mijn werk met de beloften heel graag. Ik begon aan het nieuwe seizoen, maar in oktober al voelde ik dat er een nieuwe koers gevaren ging worden. Er was een machtsstrijd aan de gang.”

In december hield Daerden het op zijn beurt voor bekeken. Ook Dimitri Seljuk vertrok en met hem zowat al ‘zijn’ spelers. Volgens Daerden had de koerswijziging onder meer te maken met de verplichting om vanaf dit seizoen minimaal vier Oekraïners op te stellen. “Volgend jaar zullen dat er zelfs vijf zijn. Oekraïne wil meer aandacht besteden aan de opleiding. Guus Hiddink(de Nederlandse bondscoach van Rusland, nvdr) is hun voorbeeld. Die heeft nu ook Arno Pijpers ingehaald om bij Zenith de jeugdacademie te gaan leiden. Dat heeft de Oekraïense clubs de ogen geopend. Het geld dat ze eerst alleen maar in buitenlandse transfers staken, gaat nu naar infrastructuur en de jeugdploegen.”

Het heimwee van Coelho

Daerden omschrijft het Oekraïense voetbal als “moeilijk”, “heel fysiek” en gebaseerd op “een strikte organisatie”. Er lopen goede voetballers rond, “maar het zijn nog te veel robots”, zegt hij. “Je moest hen voortdurend stimuleren om mee te denken. Maar laat om het even welke Belgische ploeg tegen Shakhtar of Kiev spelen en ze mag zich de borst serieus natmaken. Die ploegen zitten bijna altijd in de poules van de Champions League. En Odessa speelde vorig jaar de finale van de Intertoto. Hun spelers komen ook bijna niet naar Europa. Ze verdienen redelijk goed in eigen land.”

Sinds de Europese uitschakeling van Anderlecht door BATE Borisov, een ploeg met vrijwel uitsluitend Wit-Russische voetballers, is respect voor de kleinere voormalige Sovjetstaten op zijn plaats. RC Genk moest Jaja Coelho niet meer, maar die zit nu wel bij Metalist Charkov, dat tweede staat halfweg het Oekraïense kampioenschap en 20 miljoen euro voor hem vraagt. Daerden grinnikt: “Hij had zogezegd heimwee hier, maar Dimitri heeft hem toch maar mooi neergezet daar.”

Een groot probleem vormden wel de toeschouwersaantallen. Daerden windt er geen doekjes om: “Wij hadden géén publiek. Metallurg is een kunstmatige club, pas opgericht in het begin van de jaren 1990 na de val van de Sovjet-Unie. Wij speelden in het oude stadion van Shakhtar. Daar zat hooguit duizend man te kijken. Een drama. Eigenlijk speelden wij geen thuismatchen. Daar is Co ook op afgeknapt.”

Adriaanse ging aan de slag bij Al-Sadd in Qatar en zit inmiddels bij de Oostenrijkse koploper Casino Salzburg. Anis Boussaidi, de Tunesische international die vorig seizoen enkele maanden bij KV Mechelen speelde, nam hij mee. Maar niet Jos Daerden. “Ik verwijt hem dat niet. Nederlanders staan veel verder dan wij. Advocaat en Hiddink doen het goed in Rusland. Wie hebben wij als uithangbord? Niemand. Stel je eens voor dat je hoofd jeugdopleiding wordt: in België hebben ze het meteen over een degradatie. In Nederland niet. Fred Rutten ging ooit van Twente naar PSV als hoofd jeugdopleiding. En nu zit hij bij Schalke, als hoofdcoach.”

Oud en nieuw leven

“Je kunt het niet forceren”, herhaalt Daerden een paar keer als naar zijn toekomstverwachtingen wordt gepolst. Vierenvijftig is hij nu en verre van uitgeblust. “Ik ken de Belgische competitie door en door. In Donetsk hoefde ik ook al weinig te missen dankzij de schotel en TV Vlaanderen.”

2008 was een jaar van wachten op wat komen zou, maar ook van orde op zaken stellen in zijn privéleven. Veel van zijn aandacht ging uit naar het moeizame herstel van zijn zoon Koen bij Club Brugge. Toen die zich op 28 juli 2007 tijdens de Supercup tegen Anderlecht opnieuw blesseerde aan de knie, zat hij in Oekraïne. “Hij belde me op, helemaal door het dolle heen. We zagen elkaar weinig. Doordat onze competities ongeveer gelijk liepen, is hij nooit bij mij op bezoek geweest. Eind juni 2008, toen er beslist werd om hem opnieuw te opereren, was ik wel met hem meegegaan naar dokter Bellemans. Ik ben blij dat hij nu door die moeilijke periode is geraakt.”

Ook toen de tweeling van Koen werd geboren, zat hij in het verre Donetsk. Het waren zijn eerste kleinkinderen en pas een maand na hun geboorte hield hij ze in zijn armen. Mocht er zich nog een job in het buitenland aandienen, het zou hem niet licht vallen hen weer achter te laten. “Dat is iets wat je in overweging neemt, heel zeker.”

Ook aan zijn huwelijk kwam na 30 jaar een eind. Daerden leerde in Oekraïne iemand kennen en met haar woont hij nu op een appartement in Bilzen. “Er is veel samengekomen het afgelopen jaar,” zegt hij, “maar daar moet je door. Het zal wel lukken. Het is mij overkomen, meer wil ik er niet over zeggen. Ik heb met iedereen nog altijd een goede relatie, ook met Koen, al kan ik niet bij hem binnenkijken. Maar waar ik kon en kan, ben ik iedereen blijven steunen, zoals ik dat ook voorheen altijd heb gedaan.” S

door jan hauspie – beeld: jonas hamers (reporters)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content