Zaterdag 6 november is het een jaar geleden dat wielrenner Dimitri De Fauw zelfmoord pleegde. Zijn vriendin Joke De Smet blikt terug op twaalf maanden onmetelijke pijn. ‘Als ik een fonkelende ster zie, zeg ik ook wel eens: dat is Dimitri, maar ik weet dat het niet waar is.’

“Uitgerekend op Allerheigen moest ik werken, maar dat vond ik niet zo erg. Zo kon ik mijn gedachten wat verzetten. En de échte herdenking van Dimitri’s overlijden vindt pas zaterdag plaats, al weet ik nog niet wat ik dan zal doen. Misschien ga ik naar het kerkhof, rijd ik wat rond of blijf ik gewoon rustig thuis. In mijn eentje, ja. Ik heb al mijn vriendinnen gevraagd om niet te bellen, want als ik niet opneem, zijn ze ongerust en staan ze binnen de vijf minuten aan mijn deur. Als ik hen nodig heb, zal ik wel zelf contact opnemen.

“De eerste verjaardag is volgens specialisten een ijkpunt in het rouwproces. Alles is dan al gepasseerd: feestdagen, speciale momenten, verjaardagen … Maar ik kan mij niet inbeelden dat mijn pijn op 7 november plots verdwenen zal zijn. Was het maar waar … Misschien zal ik zaterdag weinig voelen of wordt het mijn slechtste dag van het jaar. Als die dag maar voorbij is.

“Van een nieuwe start is er nog geen sprake. Ooit zal ik een nieuwe relatie beginnen, maar ik ga er niet naar op zoek, daarvoor is de wonde nog te diep. Al zal ik er ook niet van weglopen. Dimitri schreef in zijn afscheidsbrief: ‘Geniet van je leven’ en dat ben ik ook van plan. Die nieuwe vriend zal wel moeten begrijpen dat Dimitri een deel van mijn leven zal blijven. Dimitri is geen ‘concurrentie’ meer, maar het verdriet zal altijd blijven. Een tweede Dimitri bestaat niet, niemand zal mij ooit nog zo doen lachen.”

Artikels uitknippen

“Toen Dimitri zelfmoord pleegde, werd verwezen naar het schuldgevoel dat hij torste na het dodelijk ongeval van Isaac Gálvez tijdens de Gentse zesdaagse van 2006. Een verschrikkelijke avond. Dimitri was hysterisch. In het UZ konden ze hem nauwelijks kalmeren, ’s nachts bleef hij maar wenen. Op zijn manier heeft hij alles verwerkt: rozen leggen op de plaats van de fatale val, alle artikels zorgvuldig uitknippen, zelfs e-mails met steunbetuigingen afprinten. Typisch Dimitri: gepassioneerd door nieuws, teletekst, kranten … Als er iets speciaals gebeurde, hield hij dat bij. De krant over de dood van Frank Vandenbroucke(die een paar weken vroeger stierf dan De Fauw, nvdr) ligt hier nog altijd …

“Toen iedereen – ook de familie Gálvez – bleef herhalen dat hij geen schuld trof, ebde zijn schuldgevoel weg, al was hij de weken erna wel stiller dan normaal. Als we naar tv keken, vroeg hij soms: ‘Hoe zou het met zijn vrouw zijn?’ Over zíjn gevoelens had hij het niet. Op dat vlak was hij geen grote prater.

“De dopingaffaire rond Patrick Lefevere in Het Laatste Nieuws(eind januari 2007, nvdr) was een nog grotere tegenslag voor hem dan het ongeval met Gálvez. Al snel bleek dat de ‘anonieme ex-Quick-Steprenner die onlangs een huis gekocht had’ Dimitri was. Hij schrok enorm van zijn ‘getuigenis’: alles was aangedikt en in zijn mond gelegd. Jean-Marie Dedecker en journalist Maarten Michielssens hadden hem een paar weken na het ongeval van Gálvez geïnterviewd. Ze wisten dat hij een gemakkelijke prooi was en hebben hem misbruikt. Een rechter heeft dat later bevestigd.

“Dimitri had nooit de bedoeling om iemand te verraden, maar werd wel aangezien als een verklikker. Verscheidene renners – geen onbekende – hebben hem bedreigd: ‘Nooit zal jij nog een koers winnen.’ Dimitri was enorm aangeslagen: ‘Ik heb toch niets verkeerd gedaan?’ Hij vervlóékte dat hij dat interview ooit had toegezegd.”

Speelvogel

“Mijn sterke, vrolijke Tarzan(De Fauws bijnaam, nvdr) die ik het jaar ervoor had leren kennen, zonk weg in een depressie. Soms lag hij van ’s morgens tot ’s avonds in bed. Ik heb hem zo veel mogelijk gesteund, maar je kunt geen duizend keer hetzelfde zeggen, hé. Na een aantal weken verbeterde dat wel, al voelde Dimitri dat hij steeds meer aan de kant geschoven werd. Hij viel uit de nationale selecties en eind 2007 kreeg hij zijn ontslag bij Chocolade Jacques. ‘Te dik, te luidruchtig, te speels, te gemakzuchtig …’ luidde het. Die kritiek was ook voor een deel waar, maar Dimitri beséfte dat niet. Hij was een speelvogel, een volkse jongen, maar als het moest ook heel ernstig. Als hem iets niet aanstond, zéí hij dat ook. Soms op een verkeerde manier, waardoor het harder overkwam dan hij bedoelde. Daardoor kreeg hij het imago van een moeilijke jongen.

“Niemand binnen de profwereld heeft hem na het ongeval met Gálvez en de affaire-Lefevere gesteund. Integendeel: altijd maar hakken. Zelfs de laatste twee jaar, bij de elite zonder contract, zaten ze voortdurend op zijn nek. Op 25 september 2009, ruim een maand voor zijn dood, moest hij naar het Kuipke in Gent voor een meeting. ‘De Fauw, je staat te dik, we gaan je weer een week op water en brood moeten zetten’, werd er gelachen. Hij belde me direct, pisnijdig: ‘Moet je nu weten wat ze gezegd hebben …?’

“Dimitri kon de hypocrisie, de prestatiedruk niet meer aan. Hij had de laatste maanden ook op alles en iedereen in het wielrennen kritiek. Zó negatief, dat was míjnen Dimitri niet. Hij fietste nochtans nog graag, maar was het wereldje kotsbeu. Toen hij in september hoorde dat zijn ploeg, AA Drinks Cycling Team, vanaf 2010 alleen nog op het veldrijden zou focussen, besloot hij ermee te kappen. Hij zou wel nog de Gentse zesdaagse meepikken – nog een keer schitteren in de baanronde, zijn specialiteit – en het seizoen erna een paar kermiskoersen bij de elite zonder contract rijden. Voor het plezier, niet omdat anderen hem dat verplichten. Een beslissing die hij véél eerder had moeten nemen.”

Black-out

“Op 22 oktober heeft Dimitri een examen afgelegd om – net als ik – politieagent te worden. Maar hij kreeg een black-out: veel te zenuwachtig. Tegen beter weten in hoopte hij dat hij toch geslaagd zou zijn. De dag dat hij naar de zesdaagse van Grenoble vertrok, vertelde hij hoe hij ernaar uitkeek om een gewoon, normaal leven te leiden.

“Terug in België leek hij heel opgewekt, tot ik hem de brief met de uitslag gaf. Twee of drie puntjes te kort … ‘Zie je wel dat het niet goed gegaan is’, fluisterde hij en hij kroop voor de rest van de dag in bed. Toen ik de volgende middag thuiskwam na een ochtendshift, lag hij er nog altijd. Ik probeerde hem op te monteren, maar ik moest hem met rust laten.

“Ik ging boodschappen doen en ging bij mijn ma langs. Onderweg belde hij me: hij had me nodig. Maar thuis waren alle deuren gesloten. Na veel over-en-weer-getelefoneer liet hij me binnen en begon hij ruzie te maken. Waarom? Ik weet het nog altijd niet. Ik besloot om bij mijn moeder te gaan slapen, want de volgende morgen moest ik weer heel vroeg op. Na middernacht had ik Dimitri nog aan de lijn en was hij al gekalmeerd. Ik stelde voor om de dag erna nog eens te babbelen voor we naar Walibi zouden vertrekken – een uitstap met enkele vrienden die al enkele weken vastlag. Maar dat vond hij niet nodig, alles was in orde. Die avond heeft hij op Facebook zelfs nog een berichtje naar een vriendin gezonden: ‘Morgen, ribbedebie naar Walibi!’

“Toen ik om vijf uur wakker werd, had ik twee sms’jes van Dimitri: ‘Zorg goed voor Spike (Jokes hond, nvdr)‘ en ‘Zeg tegen mama dat het haar schuld niet is, dat ik haar altijd graag gezien heb’. Het drong niet tot mij door dat er iets aan de hand was, tot ik op het werk die berichten aan mijn baas toonde. Zij was er niet gerust in en toen Dimitri zijn gsm niet opnam, begon ik lichtjes te panikeren: ‘Hij zal toch niks stoms gedaan hebben?’

“Mijn baas is naar ons huis gegaan. Alles was gesloten, maar toen ze rond het huis wandelde, zag ze Dimitri hangen. Op kantoor kreeg ik het bericht dat ik naar de commissaris moest gaan. Toen ik in zijn bureau iemand zag zitten van slachtofferhulp, wist ik het. Alsof ze met een hamer op mijn kop sloegen … En dan begint de miserie, hé: ik was in shock, kon het nauwelijks geloven, maar moest zo vlug mogelijk iedereen op de hoogte brengen, want binnen het uur zou het nieuws al op de radio te horen zijn.

“Naar ons huis ben ik die dag niet meer geweest. Ik kon het niet aan, hem daar zien liggen. Nu heb ik daar spijt van. Waarom weet ik niet, ik voel dat zo aan. Heel raar. In het mortuarium ben ik wel geweest. Na het overlijden van mijn grootmoeder had ik gezegd dat ik daar nooit meer zou binnenstappen, maar ik ben blij dat ik zo toch nog afscheid kon nemen. Anders was het einde te abrupt geweest.”

Eerste nacht thuis

“Die eerste week is onwaarschijnlijk rap voorbijgegaan. Je bent kapot van verdriet, maar omdat je alles moet regelen voor de begrafenis, kan je daar nauwelijks bij stilstaan. Daarna viel ik wel in een gat. Ik logeerde bij mijn ouders, want thuis slapen kon ik nog niet aan. Ik heb die eerste nacht heel lang uitgesteld, tot mei vorig jaar. Uiteindelijk viel het mee, al heb ik wel in de living geslapen. Het voordeel was dat ik de maanden ervoor alles had verbouwd: nieuwe meubels, andere vloer … Ideaal om mijn gedachten te verzetten. Mijn ma vond dat ik mezelf geen tijd gaf om te rouwen. Maar ik zei: ‘Laat mij maar doen.’ Dimitri en ik waren dat van plan en ik wilde dat per se afwerken.

“In al die maanden heb ik me honderdduizend keer dezelfde vraag gesteld: ‘Waarom?’ Dimitri had nooit laten blijken dat hij zoiets zou overwegen. Geen woord, geen gebaar … Niks. Toen in juni zijn vriend Christophe Leveugle verongelukte, zei hij zelfs na de begrafenis: ‘Het is op zo’n dag dat je beseft hoe mooi het leven is.’ In diezelfde periode pleegde zangeres Yasmine zelfmoord, ook door ophanging. Hij schrok toen hij het las op teletekst. ‘Hoe kan zij nu zóiets doen?’ En een paar maanden later … (stilte)

“Een aantal weken na zijn dood ontdekte ik steeds meer aanwijzingen. In zijn dagboek schreef hij in juni vorig jaar: ‘Soms wil ik dood zijn’, nog voor de dood van Christophe en Yasmine. En op 25 september, toen ze lachten dat hij te dik stond, zei Dimitri tegen iemand dat hij ‘binnenkort in de hemel zou zijn’. Drie weken na zijn dood heb ik ook een afscheidsbrief gevonden, verstopt tussen zijn koerskledij. Een zin sprong eruit: ‘Dit is míjn keuze.’ Sindsdien ben ik ervan overtuigd dat hij het al een tijd van plan was. Volgens mij heeft hij die avond zelfs bewust ruzie gezocht. Hij wíst dat ik dan bij mijn moeder zou gaan slapen en wíst dat ik zijn sms’jes pas ’s morgens zou lezen. Hij was dat al maanden van plan. Die brief van dat examen bij de politie was de druppel …”

Zondag vis eten

“Ik ga slechts af en toe naar het kerkhof. Ik vraag me af wat ik daar sta te doen. Babbelen? Tegen wie of wat? Voor mij is dood effectief dood, hoe hard dat ook klinkt. Ik begrijp wel dat andere mensen geloven in reïncarnatie of het hiernamaals, en als ik een fonkelende ster zie, zeg ik ook wel eens: dat is Dimitri, maar ik weet dat het niet waar is. Dimitri zit in een potje as op het kerkhof van Heusden …

“’s Avonds steek ik wel een kaarsje aan bij zijn foto, hier onder de schouw. En aan de muur hangt een grote foto. Ik heb ook nog een teddybeer met een gebreide trui met zijn naam erop, die wij van zijn supportersclub gekregen hebben. De rest heb ik weggedaan – ik denk sowieso al constant aan hem.

“Op het krijtbord in de keuken staat ook nog altijd: ‘Zondag vis eten’. Van Dimitri, geschreven vlak voor hij naar Grenoble vertrok zodat ik niet zou vergeten om de vissen eten te geven. Ik krijg het niet over mijn hart om dat te wissen, ook al heb ik die vijver weggedaan. Daar kruipt veel werk in en daar heb ik de tijd niet voor. Ik heb hem met mijn vader dichtgegooid en de vissen aan een vriendin gegeven. Daarna heb ik het gras gemaaid en een halfuur aan een stuk geweend. Spijt omdat ik Dimitri’s vijver, die hij voor mij – als verrassing – had aangelegd, had weggedaan. Maar tegelijkertijd dacht ik: híj heeft die vijver in de steek gelaten, niet ik.

“Ik ben kwaad geweest, ja. Nog altijd. Het móét, anders ga ik kapot van verdriet. Dimitri hééft een moeilijk leven gehad, maar had geen reden om zoiets te doen. Er zijn duizenden mensen die kanker krijgen, maar alles doen om te overleven. Maar hij die perfect gezond was … Ik begrijp die gedachte niet: ‘Nu doe ik dat en alles wat en wie ik rondom mij heb, zal ik nooit meer terugzien …’ Specialisten zeggen dat zelfmoord in je persoonlijkheid zit en dat dat naar boven komt na een aantal tegenslagen. Dat moet bij Dimitri het geval geweest zijn, want een andere uitleg kan ik er niet aan geven.”

Disneyland

“Pas in juli heb ik, na lang nadenken, de foto’s van zijn zelfdoding opgevraagd. Collega’s raadden mij dat af, maar ik wilde weten waar hij wat gedaan had. Ik wist wat de symptomen waren – mijn eerste dode als agente was iemand die zich had opgehangen – en daar zou ik dus niet van schrikken. Bovendien waren het vage zwart-wit kopieën. Ik heb er even naar gekeken en ze vlug weer in de envelop gestoken.

“Sommigen mensen kunnen dat beeld dan niet meer uit hun hoofd zetten, maar bij mij overheerst dat niet. Als ik aan hem denk, is het aan de lachende Dimitri hier op de foto in de living. De Dimitri die in Disneyland als een vrolijk kind van de ene attractie naar de andere fladderde. De Tarzan die zich liet fotograferen met Mickey en Minnie Mouse en er zich geen bal van aantrok wat andere mensen daarvan vonden. De Dimitri op wie ik verliefd geworden ben … En zo zal ik hem altijd onthouden.”

door jonas creteur – beelden christophe vander eecken (reporters)

“Verscheidene renners – geen onbekende – hebben hem bedreigd: ‘Nooit zal jij nog een koers winnen.’ Dimitri was enorm aangeslagen.”

“Dimitri kon de hypocrisie, de prestatiedruk niet meer aan.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content