‘Ik moet niet door iedereen geapprecieerd worden’

© GETTY IMAGES

De voorbije jaren moest Vadis Odjidja vooral sportieve en familiale klappen incasseren. De Belgisch-Ghanese middenvelder werd net niet knock-out geslagen en vond bij Legia Warschau het voetbalgeluk terug.

Vadis Odjidja laat zich het liefst leiden door het lot. Hij is er rotsvast van overtuigd dat de meanders van het leven hem naar Legia Warschau hebben gevoerd. Al had het toeval deze keer ook een naam: Denis Odoi. De Belgische rechtsachter sloeg vorige zomer een voorstel van Legia af en dat deed een belletje rinkelen bij de vertrouwenspersoon van Odjidja. Na een paar telefoons was de entourage van Odjidja ervan overtuigd dat de Poolse legerclub een uitweg kon bieden voor de Gentse middenvelder. Odjidja wilde toen absoluut vertrekken bij Norwich City.

Tien maanden na zijn verrassende transfer naar Legia pakte Odjidja zijn eerste landstitel uit zijn carrière en werd hij uitgeroepen tot beste middenvelder én beste speler van de Poolse competitie. Toch kregen zijn prestaties in de Ekstraklasa niet de juiste weerklank. ‘Veel mensen in België reageerden vol ongeloof toen ik voor Legia Warschau koos’, zegt Odjidja. ‘Maar zij weten niet dat de competitie aan het boomen is. De stadions in Polen zijn trouwens veel moderner dan in België… De Poolse competitie mist uitstraling, dat geef ik grif toe, maar er loopt toch kwaliteit rond. Ons Europese parcours is daar het beste bewijs van: we hebben een poule overleefd met Real Madrid, Borussia Dortmund en Sporting Lissabon en na de winterstop werden we er in de Europa League nipt uitgeknikkerd door Ajax. Natuurlijk is dat geen maatstaf voor het niveau van de competitie, maar het zegt toch iets. Je mag ook niet vergeten dat we pas op de laatste speeldag de titel hebben gewonnen.

Hoe beviel het leven in Polen jou?

VADIS ODJIDJA: ‘Ik was aangenaam verrast. Ik had me een beeld van Polen gevormd op basis van een Europese match met Club Brugge tegen Lech Poznan. Wij speelden toen in een boerengat, waar er werkelijk niets te beleven viel. Onze enige afleiding was een oude locomotief die amper vooruit geraakte. En dat stadion: tot op de draad versleten. Maar dan kom je in Warschau aan en je stelt vast dat het sombere plaatje dat de mensen je voorhouden niet klopt. Het enige probleem is de taal – het Pools is moeilijk om aan te leren – en het gebrek aan goede kappers. En dus droeg ik vaak een pet – ik heb altijd een reserve in de auto liggen. Op het eind, toen de titelkoorts in de hele stad voelbaar was, verstopte ik mijn gezicht onder een pet om aan de fans te ontsnappen.’

Kleine reiskoffer

Wat flitste er door je hoofd toen Legia zich aanmeldde voor jou?

ODJIDJA: ‘Die aanbieding kwam op het juiste moment: ik wilde ver van huis zijn om mij enkel op het voetbal te moeten concentreren. Ik was van meet af aan geïnteresseerd. De dag voor ik naar Warschau moest afreizen, belde ik mijn makelaar (Christophe Henrotay, nvdr) om te vragen of ik een reiskoffer moest meenemen. Hij zei: verstop je valies, anders verliezen we het mentale voordeel tijdens de onderhandelingen. (lacht) Ik heb mijn bagage dus beperkt tot een kleine tas. Ik had zelfs geen reserveschoenen bij me.’

Niemand had kunnen voorspellen dat jij op je 28e in Polen zou zitten.

ODJIDJA: ‘Ik ben zelf ook verrast. Maar mijn transfer zou er nooit gekomen zijn zonder Besnik Hasi. Hij heeft het bestuur gepusht om mij te pakken. Deze kronkel in mijn carrière doet mij besluiten dat je in het voetbal van dag tot dag moet leven. Je mag nooit verder kijken dan morgen.’

Waarom heeft Hasi het niet lang uitgezongen bij Legia?

ODJIDjA: ‘Het eerste doel was de poules halen van de Champions League. Hasi wilde de sterkhouders fris aan de aftrap krijgen in de voorrondewedstrijden en liet in de competitie een paar keer een elftal met bankzitters

en jongeren opdraven. Het spel was niet goed, op een bepaald moment stonden we zelfs voorlaatste, en de supporters voerden de druk op omdat ze de beslissingen van Hasi niet begrepen. Enkele dagen na de thuisnederlaag tegen Lubin stond hij op straat. Terwijl hij wel de eerste trainer in twintig jaar was die Legia voor de groepsfase van de Champions League kwalificeerde.’

Volgens de Poolse pers leefde Hasi op voet van oorlog met enkele sterkhouders.

ODJIDJA: ‘Toen ik aankwam, voelde ik een zekere zenuwachtigheid binnen de club. Maar de verhalen over de gespannen relatie tussen Hasi en enkele spelers dateren van voor mijn komst. Ik weet dus niet of ze kloppen. Aangezien het in de krant stond, waren het ongetwijfeld verzinsels.’ (knipoogt)

Dacht je na het ontslag van Hasi in september dat het ook voor jou gedaan was?

ODJIDJA: (kijkt voor zich uit) ‘Ik had genoeg redenen om te twijfelen. Hasi en de voltallige Belgische staf werden vervangen door Polen. Jacek Magiera, de nieuwe trainer, had in het verleden met mijn rechtstreekse concurrent gespeeld… Dan denk je: dit loopt slecht af. Het draaide uiteindelijk goed uit. Ik begon een paar keer op de bank en na een goede invalbeurt tegen Sporting Lissabon ben ik niet meer uit de ploeg verdwenen.’

Bedenkelijke dokter

Jij werd lang als een supertalent beschouwd. Mogen we zeggen dat het er niet helemaal is uitgekomen?

ODJIDJA: ‘Op de cruciale momenten had ik pech. Bij Club Brugge geraakte ik telkens geblesseerd naar het einde van de competitie toe en dat schrok veel ploegen af. Maar ik geloof dat iedereen een lotsbestemming heeft. We zijn niet allemaal voorbestemd om bij Real Madrid te spelen. Ook op privévlak heb ik het niet getroffen: eerst overleed mijn stiefmoeder en vorig jaar verloor ik ook mijn moeder. Het verwerkingsproces gebeurde op training. Het voetbalveld was de enige plek waar ik alles van mij af kon zetten. Soms had ik nood aan stilte rond mij, soms kon ik genieten van het gezever met mijn crew. Ik heb intussen mijn lot aanvaard en ik probeer er sterker uit te komen.’

Heb je op bepaalde momenten niet de verkeerde keuzes gemaakt?

ODJIDJA: ‘Ik heb uiteraard ook fouten gemaakt, maar er zijn dingen gebeurd waar ik geen vat op had. Als tiener was ik slecht omringd. Ik wil het woord uitbuiting niet in de mond nemen, want ik heb destijds met mijn volle verstand aan die man gevraagd om mijn zaken te behartigen. Maar het is niet normaal dat je makelaar dingen verzwijgt of jou in een verkeerde richting duwt omdat het hem beter uitkomt. Zulke zaken kunnen een carrière schaden en dat kan je niet meer terugdraaien. Ik heb het al dikwijls gezegd: ik hou van voetbal, maar ik heb een afkeer van alles errond.’

Dat discours komt vaak terug bij spelers. Wat stoort jou het meest?

ODJIDJA: ‘Dat er te veel individuen rondlopen die geld wil verdienen over de rug van de spelers. Je kan dat geen gezonde situatie noemen. Ik ben gelukkig op een leeftijd gekomen dat ik beter kan inschatten wie competent is en wie niet.’

Jullie hebben toch ook schuld aan de losbandigheid in de voetbalwereld?

ODJIDJA: ‘Ik heb een schrijnend verhaal om mijn punt te illustreren. Op een dag laat de club waarvoor ik speel een talentvolle Afrikaanse speler naar Europa overvliegen. Hij blesseert zich tijdens een match, kermt van de pijn, maar de trainer vraagt hem om even door te bijten. Die jongen wordt opnieuw het veld opgestuurd en scheurt alles af in zijn knie. Zijn knie is van binnen letterlijk ontploft. Weet je wat de club doet? Ze sturen hem naar een dokter van wie ze weten dat hij niet de kwalificaties heeft om zo’n operatie uit te voeren. Ze zouden zelfs hun eigen kind niet naar die dokter sturen… Hoe ziek moet je zijn om zoiets te doen? In het voetbal kom je daarmee weg. Zulke dingen gebeuren elke dag! Daarom voel ik mij niet lekker in dit milieu.’

Als Europeaan ben je toch beter gewapend tegen dat soort misbruiken?

ODJIDJA: ‘In theorie wel… Neem nu mijn eigen situatie: toen ik achttien was, heeft mijn makelaar een contractvoorstel van Anderlecht achtergehouden en toen ik mijn contract moest gaan tekenen bij Hamburg stonden er plots andere cijfers in dan wat we onderhandeld hadden.’

Heb je bij Anderlecht geen stappen willen overslaan?

ODJIDJA: ‘Op mijn zestiende zat ik al in de A-kern en ik heb daarna jaren moeten wachten op een kans. Frankie Vercauteren werd ontslagen en zijn opvolger Ariël Jacobs liet mij meteen spelen. Maar het was te laat: ik had al voor Hamburg getekend.’

In de periode onder Vercauteren kregen Yves Vanderhaeghe en Mark De Man de voorkeur op jou.

ODJIDJA: ‘Dat ik niet speelde, tot daar toe, maar dat de trainer De Man verkoos boven Cheick Tioté… Iedereen kon toen zien dat Tioté beter was. Maar wij zwegen. Het heeft als achttienjarige weinig zin om aan de trainer te vragen waarom je niet speelt. Je krijgt altijd hetzelfde te horen: ‘Wacht geduldig op je kans.’ Als je te veel praat, vlieg je terug naar de beloften. Nu ik ouder ben, durf ik op een trainer af te stappen en hem rechtuit te zeggen wat ik denk.’

Besmeurd imago

Waarom heb jij een haat-liefdeverhouding met de pers?

ODJIDJA: ‘Ik heb het moeilijk met de constante doorlichting van de pers. In België werd ik heel vroeg in de gaten gehouden en daar kon ik moeilijk mee om. Als het goed gaat, is de aandacht leuk, maar ik ben absoluut geen fan van de media. De weinige contacten die ik heb met de pers worden mij opgelegd.’

Als je de media weet te bespelen, is het nochtans een handig instrument.

ODJIDJA: ‘Ik heb er al talloze debatten over gehad met journalisten en kom altijd tot dezelfde conclusies. Een: alles wat je zegt, kan verkeerd geïnterpreteerd worden. Twee: als je zegt wat je denkt, dan zal het als een boemerang terugkeren in je gezicht. Wat is dan het nut van een interview?’

Je hebt lessen getrokken uit het verleden. Vroeger was je heel openhartig tegen de pers.

ODJIDJA: ‘Ik vertelde toen vooral veel stommiteiten. Of ik drukte mij onhandig uit. Maar ik zei tenminste mijn gedacht. Tegenwoordig durft niemand nog voor zijn mening uit te komen. Heb je al een speler horen zeggen dat de opstelling niet deugde of dat de trainer blunderde met zijn tactiek? Je hebt spelers die maanden aan een stuk zwijgen en plots spraakzaam worden na het ontslag van de trainer… Zelfs een spits die een hattrick maakt, zal nooit zeggen: ‘Ik was vandaag gewoon de sterkste.‘ Zulke uitspraken worden je niet in dank afgenomen.’

Jij werd op een gegeven moment een schietschijf voor de media. Er werd zelfs geschreven dat je je niet verzorgde en te dik stond.

ODJIDJA: ‘Qua gewicht zat ik bij Club Brugge altijd binnen de normen. Iemand die te zwaar staat, speelt niet elke match, hoor. Mijn blessures hadden niets te maken met overgewicht. Ik brak onder andere een middenvoetsbeentje en ik had een dislocatie van het scheenbeen. Dat zijn blessures die zelden voorkomen. Als je te dik staat, loop je vooral spierblessures op.’

Je imago liep wel een deuk op door die geruchten over een gebrek aan professionalisme.

ODJIDJA: ‘Ik heb mij nooit willen verdedigen tegen die praatjes – het is een gevecht dat je niet kan winnen. Je antwoordt best op het veld. Ik heb altijd alles gegeven voor Club Brugge – op vraag van de trainers kortte ik zelfs mijn revalidatie in. Weet je wat mijn probleem is? Ik heb het hart op de tong. Als ik onrecht zie, zal ik dat aankaarten. En dat wordt niet gewaardeerd omdat het voetbal een hypocriet milieu is. Veel voetballers spelen het spelletje mee. Ik blijf liever trouw aan mijn principes dan aan te schurken bij bepaalde mensen om een mooie transfer te versieren. Ik moet niet door iedereen geapprecieerd worden. Zolang ik maar beoordeeld word op mijn sportieve prestaties. Niemand heeft zaken met wat ik naast het veld doe of met welke auto ik rijd.’

Voetballers hebben toch een voorbeeldfunctie?

ODJIDJA: ‘Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Jordan Lukaku krijgt nu bakken kritiek omdat hij een zware voet heeft in het verkeer. Ik ben er zeker van dat de mensen die Jordan veroordelen zelf al een snelheidsovertreding hebben begaan. Maar wij worden harder aangepakt omdat we voetballers zijn en veel geld verdienen. Ik probeer daar abstractie van te maken en mijn leven te leiden zoals ik dat wil. Als ik zin heb om iets te doen, dan ga ik niet denken: gaan de mensen dat wel oké vinden?’

Jaloezie

Is je mislukte transfer naar Everton hét keerpunt in je carrière?

ODJIDJA: ‘Die transfer werd vier minuten te laat ingegeven. Als ik die dag voor Everton teken, ziet mijn carrière er wellicht totaal anders uit.’

Ben je er na al die jaren al uit waarom Club Brugge je transfer geblokkeerd heeft?

ODJIDJA: ‘Dat moet je aan de mensen vragen die het toen voor het zeggen hadden (Bart Verhaeghe en Vincent Mannaert, nvdr). Twee weken voor het sluiten van de transfermarkt had ik het signaal gekregen dat ik mocht vertrekken en werd ik niet meer opgesteld door Georges Leekens. Daarom begreep ik niet waarom de transfer zo lang bleef aanslepen. De laatste dag van de transferperiode hield ik mij gereed om ergens te tekenen. Een vijftal minuten voor middernacht kreeg mijn makelaar eindelijk groen licht. Ik heb toen een blanco contract getekend waar enkel de duur van het contract in stond. Ik wist niet eens wat ik zou verdienen, maar dat zouden we later onderhandelen met Everton. Achteraf heb ik vernomen dat één persoon de overgang bewust heeft geblokkeerd.’

En dan moet je je opnieuw opladen voor wedstrijden in de Belgische competitie.

ODJIDJA: ‘Ik moest vooral een normale werkrelatie proberen te onderhouden met de mensen die mijn transfer hadden tegengehouden. Binnen de club gedroegen de mensen zich vreemd tegen mij. De enige die normaal deed was Ryan Donk. Gaandeweg voelden Ryan en ik ons geïsoleerd in de kleedkamer. Ik zal niet zeggen dat de rest ons tegenwerkte, maar er was iets aan de hand…’

Terwijl je niets verkeerd had gedaan.

ODJIDJA: ‘Misschien was er sprake van jaloezie. Maar ik kan mij niet inbeelden dat een speler van Club Brugge toen nee had gezegd tegen Everton.’

In plaats van een toptransfer naar Everton verhuis je in de zomer van 2014 naar tweedeklasser Norwich City. Waarom is het nooit iets geworden bij Norwich?

ODJIDJA: ‘Het eerste seizoen ging de mist in door blessures. Het seizoen daarop begon ik uitstekend aan de voorbereiding – in een oefenwedstrijd tegen West Ham werd ik zelfs uitgeroepen tot man van de match. Bij de start van de competitie werd ik bij manager Alex Neil geroepen. Hij legde mij uit dat hij mij hoogstens een plaats op de bank kon garanderen omdat hij bepaalde spelers, die de club wenst te verkopen, moet opstellen om hun marktwaarde op peil te houden. Ik kon leven met die uitleg. Na drie weken kwam ik niet verder dan de tribune en in september stuurde de manager mij voor een maand op huurbasis naar reeksgenoot Rotherham United. Zogezegd omdat ik mij moest aanpassen aan het Engelse voetbal. Ik kon niet weigeren. Zo niet had ik nooit meer gespeeld onder hem. Er was wel iets gebroken tussen ons. Neil vroeg mij om te blijven, maar ik had geen vertrouwen meer in hem. Daarop heb ik aangestuurd op een vertrek.’

Hoe rancuneus ben je? Zou je een pint kunnen pakken met Alex Neil, Georges Leekens en Frankie Vercauteren?

ODJIDJA: ‘De drie samen? Zover zal je mij niet krijgen. (lacht) Ik ben geen haatdragende persoon, maar ik zie niet in waarom ik op een goed blaadje zou moeten staan bij hen. Het waren passanten in mijn carrière. Dan ga ik liever iets drinken met mensen die ik apprecieer.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO GETTY IMAGES

‘Vorig jaar verloor ik mijn moeder. Het verwerkingsproces gebeurde op training.’ – Vadis Odjidja

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content