Wanneer komt die grote klassieke overwinning? Het antwoord op die vraag moet Nick Nuyens (27) voorlopig schuldig blijven. ‘Ik heb nog tijd, op een dag lukt het me.’

Het antwoord op die vraag moet Nick Nuyens (27) voorlopig schuldig blijven. ‘Ik heb nog tijd, op een dag lukt het me.’

Is het dit jaar dan ‘nu of nooit’? Nee, die druk legt Cofidiskopman Nick Nuyens zich niet op. “Ik ben nog altijd maar 27. Mijn beste jaren moeten nog komen. Andrei Tchmil heeft ook lang moeten wachten, niet?” Ongeduldig kan je Nuyens niet noemen. Ambitieus, dat wel. In 2007 reed hij een meer dan behoorlijk voorjaar, daarna stapelden de pechmomenten zich op. Uiteindelijk moest hij met een elleboogbreuk zijn seizoen onderbreken. Vroeger dan gepland. “En toch was ik tevreden over vorig jaar. De grote overwinning ontbrak, maar geef me de sprintkwaliteiten van een Boonen of Bettini en de Brabantse Pijl had zeker op mijn palmares gestaan (Nuyens werd er geklopt door Freire, nvdr). Ik trek me op aan m’n ritzege in de Eneco Tour. Daar putte ik veel vertrouwen uit. En ook de Ronde van Vlaanderen blijft hangen. Op het moment van de waarheid kon ik reageren op de prik van Boonen. Maar bij de uitval van Ballan op de Muur had ik geen verhaal. Ik denk niet dat ik me daarover hoef te schamen. Op zo’n moment, op vijftien kilometer van Meerbeke, besef je dat je de mogelijkheid hebt om de Ronde van Vlaanderen ooit te winnen.”

Kopmanschap

Maak eens een balans op van 2007.

Nick Nuyens: “Het was een jaar van vallen en opstaan. Alle omstandigheden in acht genomen boekte ik toch mooie resultaten. En daarmee bedoel ik niet alleen wedstrijduitslagen, ik heb ook veel energie gestoken in het smeden van een team. Daar moeten we dit jaar de vruchten van plukken. Jammer dat enkele sterke jongens vertrokken zijn (Farrar naar Slipstream, Elijzen naar Rabobank, nvdr), maar ik had in hun plaats net hetzelfde gedaan.”

Je proefde voor het eerst van het kopmanschap. Hoe beviel het je?

“Dat was een belangrijke stap in mijn carrière. Maar ook een moeilijke. In de eerste plaats kwam er toch heel wat op me af. Ik moest die groep rond mij vormgeven, zelf sturen en bijsturen in de wedstrijden en uiteindelijk ook zelf presteren. Ik stond er eigenlijk alleen voor. Dat was een heuse uitdaging. Ik schreef er een boek over dat rond deze tijd verschijnt. Het heet ‘Nick Nuyens in het nieuw. Een jaar met de Bom van Bevel’. Het gaat over dat eerste jaar als kopman. Ik vind overigens dat ik het kopmanschap waardig ben. De koersen waar ik er moest staan, stond ik er. Dat bewijst dat ik de druk aankan. Niet iedereen gelooft dat. Ik heb overigens het gevoel dat ik in België iets te vaak naar mijn zin over het hoofd gezien word. Niet dat ik per se in alle eindejaarslijstjes wil zitten, maar toch …”

Je moet als leider meer op tafel kloppen, zegt jouw ploegleider Deloeuil. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

“Alvast niet dat ik de eerste de beste ploegmaat bij z’n nekvel ga pakken. Dat ligt nu eenmaal niet in mijn aard. Ik begrijp echter wel dat ik bij momenten wat stouter, wat egoïstischer moet zijn. Af en toe doe ik dat al. Vóór de Brabantse Pijl bijvoorbeeld zei ik aan iedereen die het horen wilde dat ik wilde winnen. Evy(Van Damme, zijn echtgenote, nvdr) zegt echter dat ik nog harder moet worden en rapper nee moet zeggen. Ik werk eraan maar dat is allesbehalve evident. Ik heb immers de neiging om altijd alles diplomatisch aan te pakken. Nadeel daarbij is dat de boodschap niet altijd even goed overkomt. Voortaan probeer ik wat minder diplomatie aan de dag te leggen. Daarbij loop ik ook een risico natuurlijk maar ik probeer dat nog altijd fatsoenlijk te doen, zonder iemand te kwetsen.”

Hoe maak je van een zootje ongeregeld een team? Wat is jouw rol daarin geweest?

“Het zijn vooral de kleine dingetjes die het ‘m doen. Een bedankje hier, een schouderklopje daar, na de koers een sms’je sturen. Ik weet hoe belangrijk dat is. Ik heb zelf in hun positie gezeten. Ik weet wat het mij deed toen Boonen ‘merci’ zei voor al het gedane werk.”

Over Boonen gesproken, zijn de plooien intussen al glad gestreken? In de aanloop naar vorig wielerseizoen noemde hij Gert Steegmans ’twee keer zoveel coureur’ als jou.

“Zei Tom onlangs niet hetzelfde over Devolder, ten nadele van Steegmans (grijnst)? Ach, ik denk dat Tom een mentaal spelleke wil spelen, maar bij mij pakt dat niet. Ik heb lang genoeg bij Quick Step gereden om te beseffen hoe het daar werkt. Trouwens, dat soort prikkels zet ik alleen maar om in positieve energie.”

Achterpoortje

Je competitiedebuut was in Qatar. Hoe liep het?

“Het was mijn eerste wedstrijd sinds eind augustus, toen ik als leider in de Eneco Tour door een valpartij een elleboogbreuk opliep. Ik heb dus een lange winter achter de rug. Die lange periode zonder competitie liet zich in Qatar voelen. Ik heb nog wat last van die elleboog, maar het baart me geen zorgen. Ik ben nu gewoon blij dat we opnieuw vertrokken zijn. Hopelijk voor een jaar zonder al te veel pech.”

Daarvan bleef je vorig jaar inderdaad niet gespaard.

“Zal ik even opsommen? ’s Winters begon het al met een val op training. Zonder veel erg weliswaar maar je smakt toch tegen de grond, hé. Eigenlijk begon de ellende pas echt in Parijs-Roubaix, toen een pollenallergie me parten speelde. Ik had goede benen maar recupereerde niet. Het enige positieve wat ik ervan overhoud, is dat ik op halve kracht het Bos van Wallers in de kopgroep overleefde. Hoewel ik daar dus al wist dat ik geen rol van betekenis zou spelen. In de ploegentijdrit in Eindhoven, één week voor het BK in Ronse, ging ik dan onderuit. Ik begon ziek aan de Tour, had bovendien last van een opspelende rug en dan was er onze trieste aftocht door die zaak rond Cristian Moreni(de ex-ploegmaat van Nuyens was betrapt op testosteron en de hele Cofidisploeg verliet de Tour, nvdr). Na de Tour werkte ik toe naar Hamburg maar door materiaalpech mocht ik de boeken meteen toedoen. Dan die valpartij in de Eneco Tour. Ik hoopte snel weer op de fiets te zitten en klaar te raken voor het WK in Stuttgart. Achteraf gezien tegen beter weten in.”

Hoe hard was het om langs een achterpoortje de Tour te moeten verlaten?

“Keihard. Was me dat een triestige aftocht, zeg. En we konden er zelf niks aan doen. Tot het einde van de Tour had ik het nog bijzonder moeilijk. Omdat ik thuiszat, terwijl er nog een paar ritten op het programma stonden die eigenlijk de reden waren waarvoor ik in de eerste plaats naar de Tour was gekomen.”

Wie helpt je erbovenop wanneer je in een dipje zit?

“Evy, mijn vrienden, mijn dokter met wie ik al een goede relatie heb van toen ik nog een kleine ‘snotter’ was. Ik heb veel aan hem. Hij gelooft heel hard in mij en mijn capaciteiten. Pas op, hij kan streng zijn, zegt steeds waarop het staat. Dat komt soms hard aan, maar zo heb ik het nu eenmaal graag.”

Wijsheidstanden

Heb je nog contact met Moreni?

“Af en toe. Ik heb het altijd goed met Cristian kunnen vinden. Het is niet goed te keuren wat hij heeft uitgespookt, maar daarom is hij nog geen slechte mens, hé. In elk leven, ook in dat van een renner, kom je op een tweesprong. Je kan de correcte maar langere weg nemen of je neemt de kortere weg. Binnendoor rijden houdt wel meer risico’s in. Je kan wel eens iemand tegenkomen.”

Nam Bjorn Leukemans de kortere binnenweg? Hij kwam alvast een dopingcontroleur tegen die exogeen testosteron in zijn lichaam aantrof.

“Ik ben ervan overtuigd dat Bjorn de correcte weg nam. Sommigen zullen me ongetwijfeld een naïeveling noemen, maar dat is dan maar zo. Ik geloof Bjorn. Punt.”

Leukemans was samen met jou de renner die zwaar kon uithalen tegen dopinggebruikers. En dan wordt net hij betrapt …

“Natuurlijk schrok ik enorm toen ik het vernam. Bjorn is een vriend, ik ga vaak met hem trainen en dan hoor je zoiets … Ik wist het nog vóór het nieuws officieel werd. Bjorn heeft het me verteld tijdens een partijtje squash. We hebben een uur lang op een bankje zitten babbelen. Geloof me, terwijl hij aan het vertellen was, was het net alsof dat bankje wegzakte. Het kwam bij mij hard aan maar bij hem nog harder. Zijn getuigenis was oprecht. Er is iets geweest dat hij zelf niet in de hand heeft gehad. Ik zit met hem in. We hebben nog twee maanden samen getraind en we hebben over niets anders gepraat. Die jongen zit aan de grond. Stel jezelf even in zijn schoenen, hoe zou jij je dan voelen? Ik heb het doosje gezien van het product dat Bjorn heeft genomen. Daar zat inderdaad geen bijsluiter bij en bovendien stond het product niet op de website www.dopinglijn.be. Mij hebben ze altijd wijsgemaakt dat de lijst op die website heilig was. In het geval van Bjorn blijkt dat plots niet meer te gelden. Daar zakt mijn broek van af!”

Officieel luidt het dat een renner te allen tijde moet weten wat er in zijn lichaam zit of terechtkomt.

“Kijk, dat is nu eens pure bullshit. Van zo’n stelling word ik ziek. Daar kan ik me echt over opwinden. Een tijd terug liet ik mijn wijsheidstanden trekken. Toen ik weer ontwaakte uit verdoving, hoorde ik ergens in de verte het woord ‘cortisone’. Ik vroeg meteen een formulier aan waarin de artsen het gebruik van cortisone verantwoordden. Toeval wil dat ik de week nadien controle had. Had ik dus dat formulier niet aangevraagd, dan hing ik!”

Renners worden nu verplicht om hun whereabouts op te geven op de Adamswebsite van het WADA (Wereldantidopingagentschap) om zo onaangekondigde controles buiten competitie beter te kunnen coördineren. Wat vind je daarvan?

“Eerlijk gezegd, ik weet nog altijd niet hoe het precies zit. Er is nog zo veel onduidelijkheid. Ik weet heus wel dat zo’n invoering met kinderziektes gepaard gaat, maar transparant is het niet. Als je 24 uur op 24 moet bewijzen waar je je bevindt, dan vind ik dat te verregaand. Toen ik meer uitleg daarover vroeg bij de Vlaamse Gemeenschap kreeg ik als antwoord ‘dat je toch ook altijd moet doen wat de politie vraagt’. Kijk, zo’n uitspraak zet me op mijn paard. Dan denk ik soms dat ze beter een chip in onze keel zouden schieten. Overigens moesten we vorig jaar al onze whereabouts opgeven aan de ploegleiding van Cofidis. Die gaf die informatie dan aan de Internationale Wielerunie UCI, die – dat zou je toch mogen veronderstellen – alles doorspeelt aan de andere controleorganen. Niet dus. We waren op stage in Montpellier toen Kevin De Weert een telefoontje kreeg dat de controleurs van de Vlaamse Gemeenschap voor zijn deur stonden! Belachelijk toch. Of het slechte wil was, weet ik niet. Maar communiceren is alvast niet de sterkste kant van de UCI. Ik hoop dat het nieuwe Adamssysteem daar wat aan zal verhelpen.”

De voorbije twee jaar heeft het wielrennen qua dopingberichtgeving zijn deel gehad. Merk je verbetering?

“Het publiek wil grootse en legendarische inspanningen zien tijdens de wedstrijden, maar vraagt zich tegelijkertijd af: zat die gast aan het spul? Dat is jammer. Ik zie beterschap, ja. De jongste Ronde van Vlaanderen was bijvoorbeeld een ‘gesloten’ koers. Dat lijkt me nog niet zo’n slecht teken. Natuurlijk zie ik soms nog dingen gebeuren in de koers waarvan ik denk: ‘Amai, da’s straffe kost.’ Maar om daar meteen bij te veronderstellen dat die coureur zo vol als een ei zit? Nee, dat niet. Maar anderzijds: de voorbije jaren zijn mijn soms vage vermoedens over bepaalde renners vaak bevestigd.”

Ambitie

Hoe ambitieus is Nick Nuyens?

“Heel ambitieus. Dat moet ook. Ik ben ervan overtuigd dat ik een klassieker kan winnen. Dit jaar, volgend jaar of een van de volgende jaren. Om dat doel te bereiken ben ik bereid te investeren. Vandaar dat ik bijvoorbeeld mijn eigen lactaatmeter en powercranksysteem aanschafte. Niets komt immers op bestelling.”

Ga je de Omloop Het Volk winnen?

“Ik heb er niet maniakaal naar toe gewerkt. Ik mik op een latere vormpiek. Het Volk is natuurlijk een begrip én is publicitair een aantrekkelijke wedstrijd. Er wordt veel tamtam rond gemaakt. Maar als je dan wint, hoor je meteen zeggen: ‘Och, het is maar de Omloop Het Volk.’ Zo is het altijd wat (lacht).”

Fiets je nog graag, Nick? Ondanks alles wat er tegenwoordig bij komt kijken?

“Natuurlijk. Mijn ‘jeannettebenen’ zien evolueren naar een stel gestroomlijnde en bekabelde benen: daar doe ik het voor.” S

door frederik backelandt – beelden: tim de waele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content