Nadat scheidsrechter Frank De Bleeckere vorig jaar op het WK in Duitsland onder andere de kwartfinale tussen Italië en Oekraïne mocht fluiten, beleefde hij vorige week een nieuw hoogtepunt : voor het eerst de halve finales van de Champions League, de terugwedstrijd tussen AC Milan en Manchester United, leiden.

Hoe was het ?

Frank De Bleeckere : “Ik denk dat ik de match tot een goed einde heb gebracht, met drie gele kaarten en weinig of geen discussies. Ik kon de rust bewaren.”

Het leek niet de lastigste wedstrijd om in de hand te houden ?

“Een scheidsrechter kan nooit op voorhand stellen dat hij zus of zo zal fluiten. Je moet dat aanvoelen tijdens de match. Beoordeel je twee keer een fout op een manier waar niemand iets van begrijpt, dan wordt het zwaar. Het moeilijkste is een rustige wedstrijd rustig houden.”

Qua fysieke inspanning lijkt een dergelijke match allesbehalve rustig.

“Het is veel meer belastend dan een wedstrijd in de Belgische eerste klasse, waarbij ik doorgaans 1200 tot 1300 calorieën verbruik. In Milaan steeg dat tot 1700 à 1800. Dat heeft te maken met de extra afstand die je aflegt, misschien ook met de extra druk.”

Dat fysieke aspect, is dat het moeilijkste op dat niveau ?

“Nee. De integratie bij de spelers en de entourage, dát is het moeilijkste. De spelers moeten je aanvaarden, anders heb je problemen. Zíj bepalen wat een scheidsrechter moet doen. Niet de scheidsrechter zelf.”

En dus word je eerst eens uitgetest ?

“Uittesten is niet het juiste woord. Maar je moet wel tonen dat je het niveau aankan. En daarna elke keer opnieuw bewijzen dat je er staat. Op een bepaald moment heb je dan een zekere reputatie. Maar die kan er na negentig minuten helemaal anders uitzien.”

Hoe zit het met uw integratie ?

“Die zal duren tot mijn laatste wedstrijd, je kan niet op je lauweren rusten. Ik kwam die spelers van vorige week eerder wel al eens ergens tegen. Dus zijn er wel die een schouderklopje geven.”

U gaf Cristiano Ronaldo een gele kaart. Voelt dat anders aan dan wanneer u dat doet bij pakweg Sterchele ?

“Totáál niet. Ik kijk nooit naar namen, zie enkel nummers. Ik merk de fout op, fluit en moet onmiddellijk oordelen, geen tijd om na te denken. Als je de beelden opnieuw bekijkt, zul je zien dat ik de kaart al in mijn handen had direct na het fluitsignaal.

“Ik heb mijn eigen match. Die is het belangrijkste voor mij, die probeer ik altijd te winnen.”

Heb je tijd om te genieten ?

“Toen ik met mijn collega’s vorige week na de match in het midden stond, zei ik : ‘Jongens, geniet van dit moment, dit is zo mooi.’ Die 20 tot 30 seconden vergeet je nooit.”

En daarbij stopt het ? Tijdens de wedstrijd is er geen tijd voor genot ?

“Dan is het één en al concentratie. Zoals gezegd, ik ben met míjn wedstrijd bezig : ervoor zorgen dat er geen fout gemaakt wordt in de aanloop naar een doelpunt. Soms zie ik de bal in het net liggen en weet ik niet wie scoorde.”

Kan u nog vooruitgang boeken ?

“Ik leer elke wedstrijd bij. Ik probeer altijd te fluiten vanuit een hoek, zodat ik de fase heel goed kan beoordelen. Soms heb ik die hoek niet goed. Daarom herbekijk ik de meeste wedstrijden op dvd. Niet om te beoordelen of een beslissing juist of fout was. Daar kan ik toch niets meer aan veranderen. Maar als ik een fase zus of zo beoordeeld heb en de beelden tonen dat het anders was, wil ik uitvissen hoe ik tot mijn inschatting kwam, opdat ik het de volgende keer beter zou doen.”

Maakt u nog kans om ook de Champions Leaguefinale te fluiten ?

“Dat weet ik niet. Ik ben al heel blij met wat ik gekregen heb aan vertrouwen en erkenning en bekijk het van wedstrijd tot wedstrijd.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content