‘Ik probeer volleybal zo simpel mogelijk te maken’

© BELGAIMAGES

Na een lang zomerreces waarin de nationale ploegen de spelers opeisten, gaat vanavond de EuroMillions Volley Ligue eindelijk weer van start. Tijd voor een gesprek met de Britse coach die Greenyard Maaseik al twee jaar op rij naar de titel loodste. Joel Banks over zijn team, zijn visie, zijn carrièrekeuzes en zijn passie voor het volleybal.

‘Ik heb tranen in mijn ogen. Het is de eerste keer in mijn leven dat dat gebeurt voor volleybal.’ De kampioenschapsfinale draaide vorig seizoen uit op een ware Hitchcockthriller. Het was dan ook begrijpelijk dat de winnende coach zijn emoties de vrije loop liet na de allerlaatste bal die via het Roeselaarse blok buiten viel. Vijf maanden later glunderen Joel Banks‘ ogen nog altijd als hij terugdenkt aan het slopende titelduel. ‘Je had het vooraf nooit zo dramatisch kunnen opschrijven als het uiteindelijk was. Twee ploegen die de hele tijd tot het uiterste gingen en dan die allesbeslissende wedstrijd waarin wij na een 2-0-achterstand alsnog de bovenhand haalden: het was pure reclame voor het Belgische topvolleybal.’

Ik ben een workaholic: ik sta op met volleybal en ga ermee slapen.’ Joel Banks

Evenveel spanning hoeft voor hem dit seizoen niet, lacht de 44-jarige Engelsman, maar hij twijfelt er niet aan dat het opnieuw een felle strijd wordt. En niet alleen met Knack Roeselare. ‘In het begin van de competitie verwacht ik vooral een heel sterk Menen. Als ik me niet vergis beschikken ze al van bij start van de voorbereiding over hun voltallige kern. Dat is een wezenlijk voordeel ten opzichte van ons, Roeselare en Aalst, de drie andere titelpretendenten – zonder daarmee denigrerend te willen klinken ten opzichte van de overige Liga A-teams, want ik heb respect voor al onze tegenstanders.’

Vooral de voorbereiding van zijn eigen team was ‘speciaal’, beseft Banks. Greenyard Maaseik moest tijdens de drukke interlandzomer met onder meer het EK niet alleen een aantal spelers missen, ook de trainer zelf sloot pas een kleine vier weken geleden aan. De voorbije maanden was hij immers druk in de weer als bondscoach van Finland. ‘Dat gebeurde met de volledige steun van de club’, benadrukt hij. ‘We maakten ook goede afspraken met de rest van de trainersstaf en de spelers. We namen het vooraf grondig door en alles werd perfect uitgevoerd. All credits to my assistant Ivan Janssen. ‘

Honyemoon phase

Banks hield de vinger wel aan de pols door dagelijks in contact te staan met zijn staf. De jongste weken nam hij het roer bij Maaseik zelf weer over en sinds kort zijn ook de laatste internationals terug na een korte vakantie. Voor een volledige, gefundeerde analyse van de sterkte van zijn nieuw samengestelde ploeg is het uiteraard nog te vroeg, maar zijn eerste constateringen wil hij wel al delen. ‘Als coach zie je altijd eerst de werkpunten, maar ik merk toch ook heel wat positieve zaken. Dan denk ik aan de individuele kwaliteiten van de spelers en aan de motivatie die elk van hen heeft om voor Maaseik te volleyballen. But it’s early days, we’re still in the honeymoon phase. Het is zoals bij een nieuwe relatie: iedereen doet zijn best om zijn beste kant te laten zien. Het echte karakter komt pas naar boven als je een moeilijke periode doormaakt.’

Dat hij er naast een clubteam ook nog een nationale ploeg bij nam als coach verraadt Banks’ passie voor het volleybal. ‘Als speler was ik al gek van het spelletje en werkte ik hard, maar ik was geen hoogvlieger. Ik realiseerde me wel snel dat ik het fijn vond om anderen te sturen en te helpen om hun doelen waar te maken. Ik was altijd al a student of the game: ik bestudeerde de volleybalsport en wilde weten hoe alles in elkaar zat. De stap naar het trainerschap kwam er bijna automatisch. Dus ja, ik ben een workaholic, dat geef ik grif toe: ik sta op met volleybal en ga ermee slapen.’

'Ik probeer volleybal zo simpel mogelijk te maken'
© BELGAIMAGES

Voor het zover kwam, studeerde Banks Business and Recreation Management aan de Sheffield Hallam University. ‘Ik ontwikkelde er skills die ik als coach nog steeds kan aanwenden. Daarbij denk ik aan interactie met mensen, financieel management, marketing en planning.’ Officiële trainingsopleidingen volgde hij zowel in België als in Nederland en Groot-Brittannië. ‘Bij elke cursus pik je verschillende zaken op, net zoals je van alle trainers met wie je gewerkt hebt wel iets meeneemt.’

Zoals hij ook veel leerde tijdens de periode waarin hij, voornamelijk als assistent-coach, hielp om Team Great Britain klaar te stomen voor de Olympische Spelen in Londen. ‘De apotheose, een onvergetelijke ervaring, was om in eigen land als trotse Brit aanwezig te zijn op het belangrijkste sportevenement van de wereld, dat ook nog eens plaatsvond in eigen land. Veel mensen staken vijf jaar lang al hun energie in het project en we brachten naar onze normen goed volleybal op de Spelen, maar we haalden niet de standaard om op dat niveau een wedstrijd te winnen.’

Even in maatpak

Zoals hij sinds deze zomer Maaseik combineert met de Finse nationale ploeg, was hij ook ten tijde van Team Great Britain clubcoach, bij het Nederlandse Orion, toen spelend onder de naam Langhenkel Volley. ‘Na een erg moeizame start bereikten we het eerste seizoen toch nog de kampioenschapsfinale. We verloren van Rotterdam. Het jaar nadien pakten we wel de titel.’ Het was voor Orion de eerste in de clubgeschiedenis en in Doetinchem wilden ze wat graag hun succescoach langer aan zich binden, maar sponsorproblemen zorgden voor budgettaire onzekerheid. ‘Bovendien had ik voor het eerst in mijn carrière de luxe om uit meer dan één aanbieding te kiezen.’

Verrassend genoeg viel zijn keuze niet op een volleybalteam. ‘Ik ging aan de slag bij een sportacademie in Bournemouth. Het was een uitdaging om aan het hoofd te staan van 110 atleten en 22 stafleden verdeeld over 15 sporten. Maar elke dag in maatpak rondlopen, bleek niets voor mij. Ik miste het volleybalterrein.’ Bij de Vlaamse Volleybalschool kreeg hij de kans om opnieuw als coach aan de slag te gaan. ‘Met Team Great Britain kwam ik geregeld in contact met Belgische coaches en internationals. Het viel me daarbij telkens op dat een klein land als dat van jullie zoveel goede spelers voortbracht. Ik wilde weten hoe er in Vlaanderen gewerkt werd en was dan ook bijzonder blij met de kans die ik kreeg.’

Maar de ex-speler van onder meer Lanaken en Eisden-Maasmechelen wilde graag terug richting Limburg, meer bepaald naar Maaseik. ‘Al een aantal jaar had ik geïnformeerd of ik er niet in een coachfunctie terechtkon. Niet dat ik zo hoog oploop met mezelf, maar ik geloofde wel dat ik de club kon helpen. Laat me benadrukken dat ik daarbij nooit de kwaliteiten van andere trainers in vraag heb gesteld. Uiteindelijk contacteerde Wout Wijsmans ( op dat moment technisch directeur bij Maaseik, nvdr) me zelf met de vraag of ik assistent-coach wilde worden van Daniel Castellani voor het seizoen 2016/17. ‘

Drie op een rij

Een grote eer noemt Banks het dat hij een jaar assistent mocht zijn van de gerenommeerde Argentijnse topcoach. ‘Het spreekt voor zich dat ik van hem veel heb opgestoken, maar als je zelf het stuur in handen neemt, dan wil je ook je eigen stempel drukken.’ Wat is dan de volleybalvisie van Joel Banks? ‘Daar kunnen we nog uren over praten’, lacht hij. ‘Maar laat me twee belangrijke punten aanhalen. Één: ik probeer volleybal zo simpel mogelijk te maken. En twee: ik wil van elk van mijn spelers de beste versie van zichzelf maken, want daar wordt ook het team beter van.’

Voor een specifiek tactische aanpak staat hij niet. ‘Je moet kijken naar het spelersmateriaal waarover je als coach beschikt en die puzzel moet je zo goed mogelijk leggen. Om een eenvoudig voorbeeld te geven: als je spelverdeler weinig, of niet graag, eerste tempo speelt, dan heeft het geen zin om een fantastische middenman op te stellen. Iedereen wil volleyballen zoals Polen, Frankrijk of de Verenigde Staten, maar hebben wij een speler als Leon, Toniutti of Anderson? Wij proberen te experimenteren door bepaalde zaken over te nemen van de absolute topploegen, maar de spelers moeten het ook kunnen uitvoeren. Vroeg of laat moet het functioneel blijken.’

Functioneel waren zijn eerste twee jaar als hoofdcoach zeker. Banks loodste Maaseik twee keer naar de titel. Drie op een rij zou mooi zijn, besluit hij. ‘Onze ambities blijven dezelfde. We willen ons vel zo duur mogelijk verkopen in de Champions League en finales spelen, zowel in de beker als in de competitie.’

'Ik probeer volleybal zo simpel mogelijk te maken'
© BELGAIMAGES

‘De rivaliteit tussen Maaseik en Roeselare is een positieve zaak’

De play-off-finale tussen Knack Roeselare en Greenyard Maaseik stond vorig jaar bol van de spanning. Maaseik trok uiteindelijk aan het langste eind, maar bij Roeselare hebben velen het nog niet verteerd dat ze de titel naar hun mening niet op een sportieve manier verloren. De West-Vlamingen kregen van de Belgische volleybalfederatie immers niet de toestemming om oud-speler Tomas Rousseaux aan te trekken als medical joker. ‘Jammer genoeg leidde die zaak de aandacht af van een fantastische strijd op het terrein’, meent Joel Banks. ‘Wij hebben ons voorbereid op die finale, los van het feit of Rousseaux al dan niet zou meespelen. Meer commentaar wil ik daar niet op geven.’

Denkt de coach van Maaseik dat de rivaliteit tussen beide teams daardoor nog is toegenomen? ‘Die rivaliteit in de clásico is er altijd en dat is positief. Maaseik en Roeselare hebben elkaar nodig om hun beste niveau te halen. De frictie zorgt voor spektakel en dat is ideaal om onze sport te promoten.’

‘Lou Kindt past in ons project’

Met good old Jelte Maan, Robert Wojcik, Just Dronkers, Andre Aganits, Jan Zimmerman (in maart als medical joker binnengehaald en meteen een solide figuur in de sleutelrol van spelverdeler) en de jonge Belgen Simon Peeters en Elias Thys telt de huidige kern zeven spelers die eind vorig seizoen ook al op de loonlijst stonden. Van zeven andere nam Greenyard Maaseik afscheid. ‘Dat is de realiteit waar wij als club mee moeten omgaan’, weet Joel Banks. ‘We hebben een heel goede reputatie wat professionaliteit en opleiding betreft. Spelers weten dat ze hier in een uitstekend georganiseerde en gestructureerde club terechtkomen, dat ze voor de prijzen meedoen en dat ze kunnen aantreden in de Champions League. Maar ze weten ook dat wij hen op die manier een uitstalraam bieden om nog een stap hogerop te zetten in hun carrière.’

En dus treden straks weer vijf nieuwe gezichten aan bij de 16-voudige landskampioen. De enige Belg daarbij is Lou Kindt, een opvallende transfer want de 22-jarige hoofdaanvaller komt over van eeuwige rivaal Knack Roeselare. In Limburg hoopt Kindt zijn kans te krijgen als eerste opposite. ‘Iemand als Hendrik Tuerlinckx bij Roeselare uit de ploeg spelen, is bijzonder moeilijk. Maar Lou is een toptalent, een jongen die past in ons project. We geloven in hem, willen in hem investeren en zullen hem steunen in het proces dat hij moet doormaken.’

De Andorrese Spanjaard Xavier Folguera kwam over van Menen als (tweede) spelverdeler. ‘Met zijn ervaring en professionele ingesteldheid kan hij van goudwaarde zijn voor ons team. Receptie-hoekaanvallers Rasmus Nielsen en Jonas Kvalen brengen dan weer andere kwaliteiten dan Seppe Baetens en Keith Pupart vorig seizoen.’ Naast gevarieerde aanvallende mogelijkheden is dat meer stabiliteit in receptie.

Yurii Semeniuk screende Banks afgelopen zomer toen hij als bondscoach van Finland Oekraïne aan het werk zag. ‘Hij wordt een speler om naar uit te kijken, net als onze andere rijzige middenman, Andri Aganits. Ook hem kan je als nieuwkomer beschouwen. Een operatie aan zijn schouder in november vorig jaar kostte hem zijn seizoen. Samen met onze medische staf werkte hij keihard om weer paraat te staan. Hij speelde de hele zomer met zijn nationale ploeg en is nu topfit.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content