Meer dan anderhalf jaar al duurt de lijdensweg van doelman Olivier Van Impe (AA Gent). ‘Gewoon weer gezond zijn staat nu voorop, maar op termijn wil ik opnieuw naar eerste klasse.’

Op vrijdag 22 april jongstleden werd Olivier Van Impe (21) door Michel Louwagie uitgenodigd voor een gesprek. De manager van AA Gent wilde graag peilen naar de toekomstplannen van zijn jonge goalie, die de voorbije jaren werd aangezien als de gedroomde opvolger voor clubmonument Frédéric Herpoel. “Hij toonde begrip voor mijn beslissing om te kiezen voor vierdeklasser Verbroedering Meldert. We moeten eerlijk zijn. Het zou niet fair zijn om mij nu te laten bijtekenen na al wat gebeurde, want ik ben nog niet honderd procent fit”, zegt Van Impe.

Het relaas van een lange zoektocht naar dé oplossing voor wat begon als een onschuldig voetletsel en werd gekenmerkt door een veelvuldig proces van vallen en opstaan.

Olivier Van Impe : “De voorbereiding op het seizoen 2003/04 was bijzonder intensief. Fred raakte geblesseerd, we bleven nog met drie jonge doelmannen over. Jan Olde Riekerink wilde dat ik alle oefenwedstrijden volledig speelde. Ik kreeg last van een ontsteking aan de bovenkant van mijn linkervoet. De kinesist sprak over wat overbelasting. Niks ergs, dacht ik ook, want ik vertrouwde op zijn kennis. Alleen ging het daarna van kwaad naar erger. We trokken op stage, ik speelde alles maar de pijn verdween niet. Bepaalde oefeningen tussen kegeltjes kon ik niet uitvoeren, want die bewegingen zorgden voor steken in mijn voet. Tegen Willem II wilde ik niet aantreden, omdat ik de hele week had gerust. Maar de trainer stond erop dat ik toch speelde. Ik deed wat hij vroeg. Mijn klachten werden niet echt opgevolgd.

“De dag na de wedstrijd stond ik op met een fameuze zwelling. Ik had last van pijn bij het stappen. Toen wist ik meteen : er moet dringend iets gebeuren. Bij een eerste onderzoek bleek dat ik een aangeboren afwijking heb. Twee beentjes in mijn linkervoet waren aan elkaar gegroeid en moesten worden vastgezet. Inspuitingen konden weinig uitrichten, alleen een operatie zou iets teweegbrengen. Ik wilde niet langer wachten. Ondertussen waren we wel al oktober, terwijl ik sinds juli last had van mijn voet. Op aanraden van AA Gent trok ik naar een voetspecialist, die me pas in maart kon opereren. Tja, als profvoetballer heb je die tijd niet, hé. Dat was een verkeerde optie. Tweede probleem was dat Rousseaux en Declerck dergelijke ingrepen niet uitvoeren.

“Uiteindelijk werd ik op 14 november 2003 geopereerd in het UZ van Gent door professor Burssens. Die ontsteking aan de zijkant van de voet was immens. Een ongelofelijk ei, er bestaan foto’s van. De operatie verliep goed, maar de revalidatie verliep helemaal niet feilloos. Er werd gezegd dat ik in april weer zou kunnen lopen. De tijdsduur om terug te keren was afhankelijk van de reactiesnelheid van mijn lichaam. Al snel werd ik het slachtoffer van Südeck, een reactie van de zenuwen op die ontsteking. Het is een reactie van het bot op de operatie, bijna niet zichtbaar op de scanner. Maar dat had men nooit vastgesteld.

“Bij een vrij onschuldige revalidatieoefening kreeg ik een enorme steek in mijn voet. Het betekende het begin van een hoop miserie. Mijn toenmalige vriendin, van beroep verpleegster, had een slecht voorgevoel. Ze kreeg gelijk, want ik moest weer stilliggen. Ik kon die pijn niet weerstaan. Doorbijten hielp echt niet. Mijn voet was veel te zwak en ik voerde oefeningen uit die veel te zwaar waren. Ik wilde niet klagen en doorgaan. Misschien moet je dat zien als een typische jeugdzonde. Ik kon, door mijn gebrek aan medische kennis, niet inschatten hoe erg ik eraan toe was. Het gebeurde dat ik ’s nachts moest opstaan om mijn voet met ijs te behandelen. Ik liep er lastig van, kreeg niet meteen een antwoord op mijn vraag voor een correcte behandeling. Het was mijn eerste operatie. Ik kende mijn eigen lichaam niet goed genoeg. Dan ga je ervan uit dat die complicaties erbij horen.

“In april 2004 ging het iets beter met mijn linkervoet. Daarmee bedoel ik : iets minder pijn bij het stappen. Aan lopen durfde ik niet denken. Op een gegeven moment kreeg ik door overbelasting last van mijn rechtervoet. Ik ben toen te braaf en naïef geweest, had meer mijn mening moeten opdringen. Maar ja, als negentienjarige durf je dat niet echt. Op 14 juni liep ik daardoor weer op krukken tot begin oktober. Want er zat vocht op het bot van mijn rechtervoet, iets wat slechts traag verdwijnt. Die nieuwe klap kwam hard aan, ik liet me even gaan. Ik zat in een put, want ik zag de voorbereiding opnieuw aan mijn neus voorbijgaan. Superslecht voelde ik me. Die periode verzorgde ik me niet goed, zonder het eigenlijk zelf te beseffen. Uitgaan deed ik niet, maar tijdens de zomermaanden dronk ik wel eens een pintje of een glas wijn.

“Eén keer heb ik geweend, op reis in Spanje. Schitterend weer, ideaal om de zinnen te verzetten. Zes van de negen dagen moest ik binnenblijven, want ik kon niet vooruit. Zelfs ontbijten lukte niet. Ik had te veel pijn. Boeken lezen op het terras of in mijn kamer was het enige wat ik kon uitrichten. Ik had de moed al opgegeven. Al wat kon tegenvallen, gebeurde ook. Maar mijn vader bleef overal naartoe crossen, op zoek naar dé oplossing. In september kwamen we zo in contact met Lode Aalbers, een podoloog. Door aangepaste steunzolen zorgde die ervoor dat de ontsteking verdween. Op een paar weken tijd raakte ik verlost van mijn krukken. Ik besliste toen om opnieuw naar school te gaan. Ik wou mijn humaniora afmaken, want ik moest aan de KTA Handelsschool in Aalst mijn zesde jaar toerisme nog afwerken.

“Alleen had ik er niet bij stilgestaan dat mijn terugkeer meer tijd zou innemen. Ik moest alles inhalen op school, had ook nog examens. Het was een drukte van jewelste, leven aan honderd per uur, maar gelukkig verbeterde mijn voet snel. Toch besliste ik, in onderling overleg, om mijn dagelijkse bezoeken aan de kinesist van AA Gent wat af te bouwen. Via-via kwam ik bij Johan Gillioen terecht, die maar een paar straten verder woont. Hij is ethiopaat en behandelt tweemaal per week het gehele lichaam. Ik volg daar een totaaltherapie. Een openbaring. Het is een mix van yoga met stretching, om alles weer soepel te krijgen. Want op anderhalf jaar tijd verloor ik toch een stuk van mijn lenigheid, heb ik sneller last van stijfheid in de spieren. Pas nu besef ik hoe zalig het aanvoelt om in conditie te zijn. Je lichaam verwerkt dan alles beter.

“Ik kan nu opnieuw lichtjes lopen en aquajoggen. Pure revalidatieoefeningen. Een fameuze opluchting. Mijn linkervoet voelt weer goed aan. Door mijn verkorte hamstrings moet ik nu ook specifieke stretchingoefeningen volgen. Het slechte gevoel is weg, ik voel me niet langer een invalide. Eindelijk mag ik me weer sporter noemen. Ik kan weer normaal stappen, niet langer manken als een oud manneke, en heb weer een normaal levenspatroon. Als mens veranderde ik op anderhalf jaar tijd toch wel wat. Ik denk meer aan mezelf, werd misschien zelfs iets egoïstischer en harder. Van zodra ik nu pijn voel, zeg ik sorry en stop ik de inspanning. Probleem is dat ik lang mijn emoties opkropte, ook thuis. Sinds juli woon ik weer bij mijn ouders. Mocht ik niet op hen kunnen terugvallen, dan zou mijn situatie nu veel rampzaliger zijn. Financieel en mentaal betekenen zij een ferme steun.

“Het duurde ook lang vooraleer ik weer naar het voetbal ging kijken. Zeker niet naar AA Gent, want mijn hart zou te veel bloeden. Ik kon het dit seizoen geen enkele keer opbrengen, ook omdat iedereen me altijd maar dezelfde vragen stelde. Dan ging ik liever kijken naar ploegen uit de buurt. Ik ben tevreden dat ik nog kan voetballen. Mocht Bart Willemsen ( diende te stoppen door een heupblessure, nvdr) die kans nog krijgen, hij zou waarschijnlijk een gat in de lucht springen. Ik denk nog geregeld aan hem. Bij mij komt het er nu op aan mijn lichaam tijd te geven voor een terugkeer. Een zware voorbereiding in de zomer kan mijn gestel nog niet aan. Ik heb nood aan wedstrijdritme op een lager niveau. Gewoon weer gezond zijn staat nu voorop, maar op termijn wil ik opnieuw naar eerste klasse.

“Pas sinds nieuwjaar vond ik weer de drive om terug te vechten. Ik krijg opnieuw adrenalinestoten in mijn lijf als ik voetbal zie. Het is opnieuw een passie. Ik heb me erbij neergelegd dat ik vanaf nul moet herbeginnen. Momenteel sta ik nog een drietal kilo boven mijn competitiegewicht. Ik heb nu minder spiermassa, het is logisch dat ik nog niet scherp sta. Maar vanaf het moment dat ik intensief kan trainen, zal dat snel veranderen. Mijn doel is de beste prestaties van bij AA Gent evenaren. Ik wilde geen enkele eersteklasser bedriegen, door een akkoord te tekenen en valse hoop te geven. Want ik weet echt niet hoe ik ga reageren op een nieuwe mentale tik.

“Volledig gelukkig ben ik nog niet. Maar ik heb ten minste opnieuw het gevoel dat voetbal op niveau tot de mogelijkheden behoort. Een half jaar geleden was dat niet het geval. Toen dacht ik : waar gaat dat hier eindigen ? Ik kijk alleen nog vooruit. Janken heeft geen zin. Een goede vriend van mijn grootvader vecht al jaren tegen kanker. Die loopt dagelijks te lachen en heeft het zoveel slechter dan ik. Daarom probeer ik positief te denken en zo weinig mogelijk aan zelfbeklag te doen. Er is weer licht aan het eind van die donkere tunnel. Ik heb opnieuw een houvast. Dat telt.”

door Frédéric Vanheule

‘Ik voel me niet langer een invalide. Eindelijk mag ik me weer sporter noemen.’

‘Zelfs ontbijten lukte niet. Ik had te veel pijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content