De Portugees spreekt altijd rechtuit, zowel over zijn principes, zijn spelsystemen als over zijn ambities. ‘Niemand is beter dan ik.’

Toen hij in juli in Milaan aankwam, was hij duidelijk: “Als wij op reis gaan, dan neemt mijn vrouw altijd tien koffers mee. Ik ben naar Italië vertrokken met alleen maar mezelf.” José Mourinho windt er geen doekjes om: hij zegt wat hij denkt en hij is altijd zijn eigen authentieke zelf.

U weet uit ervaring dat men niet zo makkelijk van een bepaald imago af raakt. Zou u zich vandaag nog steeds omschrijven als The Special One?

José Mourinho: “U moet weten dat ik bij mijn aankomst in Londen enkel heb gezegd: ‘Ik ben een gewone trainer, maar wel de trainer van een speciaal team.’ De dag erop was ik The Special One. Ik heb mezelf nooit speciaal genoemd. Ik ben niet de beste ter wereld. Ik denk wel dat er niemand beter is dan ik.”

Hoe zien je spelers dat?

“Ik denk niet dat ik dit beroep kan uitoefenen zonder het inlevingsvermogen en het vertrouwen van de spelers: dat is de enige manier om de leidersfiguur te zijn die ik ben. De spelers weten dat ik hard kan zijn, maar ook dat ik hen verdedig wanneer dat nodig is. Het is zoals een vader met zijn kinderen: zonder een vertrouwensband is er geen kritiek mogelijk. En die kritiek kan vlijmscherp zijn.”

Inlevingsvermogen was een van de eerste woorden die je hier in Milaan in de mond nam. Heeft die kwaliteit om anderen aan te voelen je dichter tot Inter gebracht?

“Door met Massimo Moratti te praten, heb ik begrepen dat ik niet zozeer over trofeeën moest spreken, maar dat ik een nieuwe cyclus moest beginnen.”

Wat is het verschil tussen Moratti en Roman Abramovich?

“Ze zijn allebei gek van voetbal en voor een trainer als ik is die passie levensbelangrijk. Maar Moratti is al 63 jaar in de ban van Inter, sinds hij geboren is, terwijl Roman Chelsea nog maar vijf jaar in zijn hart draagt.”

Voelt u zich vooral psycholoog, communicator of tacticus?

“Ik denk en ik hoop dat ik als trainer die drie tegelijk ben.”

Basisprincipes

Uw oneliners en uw andere uitlatingen, komen die vanzelf of is daarover nagedacht?

“Dat hangt ervan af. Toen ik zei dat ik geen pirla was ( een idioot, in het Milanees, nvdr), was dat weloverwogen, want dat was een van de twee woorden van het plaatselijke dialect die ik kende. Meestal komen de oneliners spontaan.”

Beschouwt u zichzelf als een revolutionaire coach vanwege de voorbereidingsmethoden die u samen met uw rechterhand, Rui Faria, ontworpen hebt?

“Wij denken niet dat dat de beste methode is, het is gewoon de onze. Het doel ervan is de spelers in de fysieke conditie te krijgen die nodig is voor onze tactische keuzes. Onze ploeg moet kunnen spelen zoals wij dat willen. Belangrijk is dat de spelers erin geloven en aanvaarden dat trainen met ons moeilijker is dan spelen.”

U provoceert graag.

“Toch niet. Maar ik hou er wel van om geprovoceerd te worden en in dat geval antwoord ik. Ik ben me ervan bewust dat ik iemand ben die de aandacht trekt, die goed verkoopt.”

U hebt gezegd dat Zlatan Ibrahimovic een fantastische speler is. Wat heeft hij nog nodig om een echte campionissimo te zijn?

“Op het vlak van karakter niets. Ik heb nog niet te klagen gehad over zijn – volgens sommige trainers – moeilijke ego. Zlatan weet dat hij de beste is, wij weten dat en het is belangrijk dat heel de wereld dat weet. In dat geval wint hij de Gouden Bal, maar om dat te bereiken, moet hij voetballen zoals Inter.”

Uw ploeg moet altijd spelen om te winnen. Is dat vanzelfsprekend?

“Altijd. Maar men moet me ook niet voor leugenaar uitmaken wanneer Inter eens een keer verdedigend speelt. Men moet ook rekening houden met de druk die de tegenstander zet. Zlatan komt niet tot zijn recht in een ploeg die op zijn Italiaans speelt om vooral niet te verliezen. Wachten en blijven wachten op een foutje van de tegenstander of op een lange bal in zijn richting, dat is niks voor hem. Hij wil mensen rondom hem, een ambitieus Inter. Het mooiste voorbeeld daarvan was in Athene, tegen Panathinaikos: als ik daar een extra verdediger had opgesteld, dan had Ibrahimovic het laatste kwartier geen bal meer gezien.”

U verandert vaak van systeem: noodgedwongen of voor de lol?

“U spreekt over systemen, terwijl ik gewoon werk volgens mijn principes. Die staan vast, het systeem kan veranderen. Mijn basisprincipes zijn, ten eerste: altijd hoog verdedigen. Dat kan momenteel nog veel beter. Ten tweede: bij balverlies meteen drie of vier seconden pressing. Ten derde: het spel opbouwen met medewerking van de twee backs plus een derde steunpunt. Ten vierde: vrijheid voor de aanvallers.”

Hoewel u de kern nu al te breed vindt, wordt er volop gesproken over nieuwe aankopen.

“Ja, en dat stoort me, ook al is het voor de spelers vervelender dan voor mij. Twintig man, plus twee of drie jongeren, dat moet volgens mij volstaan. Ik vind het jammer dat ik de laatste twintig matchen telkens een andere ploeg heb moeten opstellen. Hoe graag ik ook stabiliteit wil, ik ben machteloos tegenover blessures en schorsingen.”

Van transfers gesproken: vorige zomer wou u absoluut Lampard hebben, maar hij kwam niet. Heeft hij u teleurgesteld?

Frank blijft in mijn hart, gezien alles wat me samen gerealiseerd hebben. Toch smaakt het nog altijd bitter, omdat hij me gezegd had: ‘Ik kom zeker met je mee, en als het niet meteen is, dan volgend jaar wel.’ Hij is van gedacht veranderd, maar het zou me vooral ontgoocheld hebben, mocht hij elders getekend hebben. Omdat het bij Chelsea is dat hij zijn contract verlengd heeft, zijn we vrienden gebleven.”

Wat voor spelers hebt u graag?

“Dominante spelers, die veeleer ageren dan reageren. Ik wil voelen dat de ploeg me volgt. Als ik zeg let’s go, dan wil ik dat de ploeg antwoordt: let’s go! Ik hou van spelers die dezelfde voetbaltaal spreken als ik en die meteen begrijpen wat de trainer verlangt.”

Niet bijgelovig

Wanneer u stopt met coachen, welke van die zaken waar u nu geen tijd voor hebt, zou u dan graag doen?

“Het zou geweldig zijn als mijn kinderen op de dag dat ik stop nog altijd acht en twaalf jaar zouden zijn. Maar aangezien daar geen kans op is en mijn vrouw me ook niet meer zegt dat ik er op mijn 55ste mee moet ophouden, zou ik alleen maar stoppen om wat later opnieuw te beginnen. Ik wíl niet stoppen. Ik ben nog jong en ik heb nog minstens vijftien jaar op het hoogste niveau voor de boeg. Ik wil nog steeds beter worden. Wanneer mijn werk bij Inter er in 2011 op zit, ga ik in een ander land coachen. Ik kan niet zolang bij dezelfde club blijven als Alex Ferguson, ik heb nood aan nieuwe uitdagingen. Een van mijn ambities is altijd geweest: zowel de Premier League, de Serie A als de Liga winnen. Vooraleer ik dus opnieuw het Kanaal oversteek, wil ik in Spanje aan de slag. Een nationale ploeg? Nog niet zo lang geleden had ik bijna zo ’n voorstel aangenomen, maar ik zag me uiteindelijk nog niet als bondscoach. Ik heb daarvoor te veel energie. De federatie die me wou, zal nog vijftien jaar geduld moeten hebben. Tegen het einde van mijn carrière zou ik de nationale ploeg van Portugal graag eens trainen en dan naar de VS gaan om er te proberen het voetbal op hetzelfde niveau te brengen als het American football of het basketbal …”

Toen u naar Italië kwam, hekelde u het gebrek aan uitstraling van het calcio. Hoe denkt u daar nu een aantal maanden later over?

“Ik kan me vergissen, maar ik heb de indruk dat de competitie een stuk beter is dan vorig jaar. Ik zeg niet dat ze beter is omdat Mourinho nu in Italië is of omdat Inter spektakelvoetbal brengt, maar er wordt aanvallender gespeeld, zonder de organisatie uit het oog te verliezen.

“Italië kent wel niet de promotionele structuur rond het voetbal. De Premier League verkoopt zich wat dat betreft veel beter. In Engeland is het spektakel gebaseerd op de emoties die rond het voetbal hangen, niet op de kwaliteit van het spel. Ik ben erg gecharmeerd door de kwaliteit van de Serie A, die veel rijker is en ook veel moeilijker. Hier bereiden de trainers telkens nieuwe verrassingen voor om je in de problemen te brengen. Je moet dat goed trachten te lezen en je ploeg aanpassen, zoals we al een paar keer hebben moeten doen tegen Chievo, de hekkensluiter. In Engeland gaat het er steeds op dezelfde manier aan toe.”

Bent u bijgelovig?

“Niet in het minst. Het enige wat ik voor elke wedstrijd doe, is even naar mijn vrouw en kinderen bellen vooraleer ik mijn gsm uitzet. Dat doe ik meer om me goed te voelen dan voor wat anders.”

Imagoprobleem

U beweert dat Inter een machine geworden is en meer en meer lijkt op het Chelsea van 2004/05. Nochtans bent u overgeschakeld van een 4-3-3 op een 4-4-2, wat de supporters herinnert aan het belabberde systeem van Mancini.

“Ik verander omdat ik geen idioot ben. Met Porto heb ik alles gewonnen in een zuivere 4-4-2 met een ruit op het middenveld. Noch ik, noch Roberto Mancini hebben dat systeem uitgevonden. Trouwens, als ik me niet vergis, heb ik met Porto en met mijn 4-4-2 in de halve finale van de UEFA Cup een Italiaanse club uitgeschakeld.”

Het Lazio van Mancini …

“Volgens mij is een 4-3-3 het ideale systeem voor een grote ploeg die internationale ambities heeft en die wil overtuigen. Ik zal het ooit opnieuw hanteren. Ik speel graag over de flanken, maar momenteel kan ik niet op mijn buitenspelers rekenen ( vooral Quaresma kent een fameuze vormdip, nvdr).”

Dat alleen verklaart nog niet waarom jullie na de zege tegen Juventus een zwakke periode hebben doorgemaakt met een aantal gelijke spelen en verlies thuis tegen Panathinaikos in de CL. Door die nederlaag verloor u de eerste plaats in de poule en het recht om in de volgende ronde eerst uit te spelen.

“Ik denk niet dat eerst uit spelen een voordeel is. Ik heb het liever omgekeerd, want dan speel je direct om te winnen en als dat niet lukt, kun je de terugmatch zien als een finale. Ik herinner me bijvoorbeeld de kwartfinale in 2007, toen we thuis niet verder raakten dan 1-1 tegen Valencia. In Spanje stonden we 1-0 achter, maar uiteindelijk wonnen we met 1-2 na een buitengewone wedstrijd. In de Champions League is vooral de mentaliteit van belang, meer dan het spelsysteem.”

Nochtans zegt u altijd dat uw team het sterkste is en lacht u met de voorzitter van Juventus wanneer die 2-1-winst voor zijn ploeg pronostikeert.

“De laatste keer dat een voorzitter beweerde dat zijn ploeg de mijne kon kloppen, was ik nog trainer van Porto. Dat was die van Benfica en wij hebben gewonnen. Eigenlijk heb ik geen zin om commentaar te geven op wat de voorzitter, de coach of de spelers van een andere club zeggen. Alleen mijn ploeg interesseert me. Ik schrik er niet voor terug om te zeggen dat die de sterkste is, omdat ik er altijd van overtuigd ben dat ik met de beste groep werk. Dat was zo al in de tijd bij Leiria, kunt u zich dan voorstellen dat ik zou veranderen wanneer ik aan het hoofd sta van clubs als Chelsea en Inter? Ik ben tevreden over mijn spelers en over wat we tot nog toe gepresteerd hebben en ik heb het gevoel dat we om het even wat kunnen winnen.”

Laten we afronden zoals we begonnen zijn, met een ima-goprobleem. Probeer eens door de ogen van een ander naar uzelf te kijken: is Mourinho antipathiek of niet?

“Het klopt misschien wel dat ik zo overkom. Alleen is de Mourinho die men op tv te zien krijgt bijna altijd moe en gespannen, omdat hij direct na de wedstrijd al een microfoon onder zijn neus geduwd krijgt. Maar ik verzeker u dat er ook een andere Mourinho is, een heel andere.” S

door andrea elefante en mirko graziano – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content