Wat vond jij vroeger de moeilijkste tafel van vermenigvuldiging?

“Zeven. Dat zijn veel bizarre getallen na elkaar. Maar eigenlijk lag wiskunde me wel, en fysica ook. Daarom volg ik nu een opleiding ‘industrieel ingenieur’. Deze week beginnen mijn examens, denk ik.

“Ik volgde dit schooljaar nog maar drie weken de lessen, wat redelijk weinig is. Vorige week zat ik in Zwitserland, en nu in Spanje, voor het WK. Volgende week ben ik drie dagen thuis, daarna vertrek ik naar Oostenrijk, om te trainen. Op 5 februari doe ik daar mee aan een wedstrijd. Nadien trek ik naar München, vlieg ik naar Oslo, ben ik weer twee dagen thuis, reis ik naar Japan, maak ik de oversteek naar Amerika en kom ik uiteindelijk terug naar Europa, voor een wedstrijd in Frankrijk. Het is superplezant. Ik zie plekken waar andere jongens van negentien niet komen en intussen doe ik dat waar ik het meeste plezier aan beleef.”

Als je eens in een oude auto zou mogen zitten, zou je dan liefst in zo’n antieke Geit van Citroën kruipen of liefst in zo’n versleten Volkswagen Kever?

“De Kever ziet er net iets cooler uit. Mijn broer en ik denken er nu aan om een Skoda Octavia te kopen, het breakmodel, de 4×4-versie. Die zouden we als vervoermiddel binnen Europa gebruiken. Nu lenen we meestal de auto van pa.

Anthony en ik reizen vaak samen, hij wordt soms ook toegelaten tot wedstrijden waaraan ik meedoe. Anthony is een jaar ouder dan ik, maar blesseerde zich drie jaar geleden eens serieus, zo liep hij in het snowboarden wat achterstand op.

“Voor de korte verplaatsingen, naar Frankrijk en Oostenrijk, is een wagen veel handiger dan het vliegtuig. Op de luchthaven komen wij elk altijd aan met twee valiezen, een lange voor ons snowboard en een gewone voor onze normale kleren. Soms hebben we dan problemen met de bagagelimieten. En de plaatsen waar wij moeten zijn, liggen niet altijd dicht bij een luchthaven.

“Ook als ik zonder Anthony reis, ben ik nooit alleen. Op het vliegtuig zie ik vaak andere snowboarders. We zijn allemaal bevriend. We moedigen elkaar aan tijdens wedstrijden, in een superchill sfeertje. Concurrentie bestaat niet. Dit is de plezantste sport die er is.”

Welke knappe griet zouden Anthony en jij nooit voorbijrijden als ze langs de kant van de weg zou staan liften?

“In de snowboardwereld zijn de Noorse meisjes de knapste. Bij de bekende dames spreekt Doutzen Kroes me aan. Ze heeft een goed lichaam en er staat een mooi gezichtje op.”

Als je een vrouw zou zijn, welke man zou jou dan kunnen krijgen?

“Geen idee.”

Bart De Wever misschien?

“Ik snap totáál niet dat er vrouwen vallen voor Bart De Wever. Lelijk zou ik hem niet meteen noemen, maar … het is niet mijn type.”

Als je ooit minister wordt, welke bevoegdheid kies je dan?

“Defensie. De wapens van België onder je macht hebben, volgens mij geeft dat nog de grootste kick. Maar de politiek interesseert me geen fluit meer. Dat ze begonnen te discussiëren over hoe ze voort zouden discussiëren, ging voor mij wat te ver.”

In welke pretparkattractie kruip jij nooit meer?

“De paardenmolen, dat is te flauw. Zonder adrenaline haal ik het echt niet meer, dat is de meest verslavende drug die er is. De Sledge Hammer in Bobbejaanland vind ik de plezantste attractie in België, daarin krijg je een beetje het gevoel dat je met een snowboard een air doet in de halfpipe.”

Wat is het belachelijkste wat je ouders je vroeger kochten qua kleren?

“Mijn communiekostuum vind ik het stomste wat ik ooit aandeed. Ik droeg een mooi hemdje en een wollen truitje, beige en wit waren de hoofdkleuren. Dat was veel te deftig. Ik vertrouw mezelf niet met chique kleren, die worden bij mij nogal snel vuil en gaan door foute bewegingen vooral rap kapot. Een maatpak houdt mij niet tegen om op een trampoline te kruipen.”

In deze rubriek komen dit seizoen Belgische sportfiguren uit verschillende disciplines aan bod.

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content