Als ik via de E40 naar de kust rijd, en ik zie het bord Aalst, dan heb ik steeds de neiging om de afrit te nemen. Aalst is namelijk mijn lievelingsstad in België, en dat om verschillende redenen. Mijn ploegmaats van Anderlecht gingen na de wedstrijd gewoonlijk op stap in Brussel of Antwerpen, ik ging naar Aalst.

Toen ik paars-wit verliet om naar Toulouse te vertrekken, moest ik mijn contract gaan tekenen met de Fransen, in het Hilton in Brussel. Het was een zonnige zomerdag en ik was ruim op tijd voor de afspraak. Ik besloot dan ook om nog iets te gaan drinken op ‘de Sablon’. Toen ik een terrasje passeerde hoorde ik mijn naam roepen, het was Charly, een vriend uit Aalst, die mij wenkte om aan zijn tafel te komen zitten. Hij was vergezeld van een vrouw en twee mannen. Ik werd voorgesteld en knoopte een gesprek aan met de dame, die Frieda heette. Ze was actief in de modebranche. Haar thuishaven was Aalst en ze stond op het punt te scheiden, net als ik.

“Misschien heb ik straks iets te vieren en dan nodig ik je uit op een etentje”, zei ik hoopvol. “Als je er nog bent natuurlijk, anders heb ik pech gehad. Geef mij een uurtje”, voegde ik eraan toe. Ze keek mij verbaasd aan, maar antwoordde niet. Ik vliegensvlug naar het Hilton, en ik regelde alles in recordtempo. Door mijn haast heb ik waarschijnlijk te weinig gevraagd aan de Fransen, ze gingen onmiddellijk akkoord, maar ja, ik had andere plannen. In rotvaart terug naar ‘de Sablon’, en tot mijn grote opluchting had Frieda gewacht!

Een week later reisde ik vergezeld van Frieda naar La ville rose, om er een woning te gaan kiezen voor ons, maar ze stond erop dat ik eerst haar familie moest leren kennen. Mijn eerste kennismaking met haar moeder, haar broer en haar twee zussen was op zijn zachtst gezegd geen groot succes! Ik had schijnbaar in die tijd de reputatie een rokkenjager te zijn, want iedereen vluchtte naar de tuin toen ik binnenkwam, alleen haar vader Fritz bleef op post, een supporter van ‘Den Eendracht’.

Volgens mijn bescheiden mening zag hij het wel zitten dat ik zijn nieuwe schoonzoon werd! Als ik in het land was, nam hij me regelmatig mee naar zijn favoriete club, Eendracht Aalst, waar hij de strafste verhalen over vertelde. Ook de recepties na de wedstrijd waren berucht. Men goot champagne in je ene oor tot het je andere oor uitkwam! Ik maakte er vele vrienden.

Frieda had een zoon in België. Ze had het soms moeilijk in Toulouse. Toen ik een voorstel kreeg van Club Brugge, heeft ze mij zeker beïnvloed om voor de helft van mijn salaris in Frankrijk terug te keren naar België. Ze was enthousiast over ‘het Venetië van het Noorden’. ’s Maandags was de uitgaansdag van de spelers van Club. Na de voormiddagtraining besloten we naar Aalst te trekken. Dat Jan Ceulemans zulke elastieken benen had op de dansvloer had ik nooit gedacht. Het was een unieke ervaring waar nog lang over nagepraat werd in de spelersgroep.

Vele jaren later, toen mijn relatie met Frieda op de klippen was gelopen, speelde ik de allerlaatste wedstrijd uit mijn loopbaan in Aalst: België-Nederland voor veteranen, ten voordele van de hartpatiënten. De match werd gespeeld op het veld van ‘Den Eendracht’. De Hollanders speelden wekelijks, wij werden op het laatste moment bijeengeraapt! Mijn rechtstreekse tegenstrever was René van de Kerkhof, ex-PSV. Wij dachten dat het maar een wedstrijdje om te lachen zou worden, maar er kwamen 8000 toeschouwers opdagen en iedereen wou zijn beste beentje voorzetten. Dat vond René van de Kerkhof schijnbaar ook want die bleef maar langs het lijntje rennen.

Stilletjesaan begon ik het beu te worden en ik riep René toe: “Als ge zo blijft voortdoen, dan schop ik je op je naam.” Hij begreep me niet direct en keek me vragend aan. Nooit van de slimste geweest, die broertjes Van de Kerkhof. Ik heb dan nog eens herhaald wat ik hem had toegeroepen, maar in een andere versie: “Ik trap je op het kerkhof als je zo blijft rennen als een gek!”

Uiteindelijk wonnen we met 3-2.

Na de match was er een groot feest gepland, georganiseerd door Patrick Orlans. En dat wilde wat zeggen, we waren nu eenmaal in Aalst. En nu maar hopen dat ‘Den Eendracht’ vlug weer in eerste klasse speelt, want Aalst is een voetbalstad, en die hebben we hard nodig in ons landje!

Gille Van Binst

“Dat Jan Ceulemans zulke elastieken benen had op de dansvloer had ik nooit gedacht.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content