Dat hij in Frankrijk voor een pas gepromoveerde club gaat voetballen, hoeft niet te betekenen dat hij uit beeld verdwijnt bij de Rode Duivels, zegt Grégory Dufer. ‘Aimé Anthuenis heeft me al gebeld.’

Caen, hoofdstad van het departement Calvados in Laag-Normandië, is netjes en proper. De sporen van een rijk verleden zijn niet helemaal uitgewist, maar evenmin die van de Tweede Wereldoorlog. Duidelijk te zien is dat veel gebouwen dateren van kort na de bevrijding van 6 juni 1944. Zestig jaar na D-day gedenkt Caen die dag – Utah Beach is immers slechts enkele kilometers van het stadscentrum verwijderd. Maar de stad straalt ook een toekomstvisie uit, die onder meer tot uiting komt in het stadion Michel d’Ornano, een schitterende arena met 21.500 zitplaatsen. Stadsarbeiders zijn er elke dag in touw. Caen, dat zijn terugkeer naar de hoogste klasse viert, verkocht voor het nieuwe seizoen al 12.000 abonnementen. Heel de stad snakt naar het begin van het kampioenschap.

Trainer van de ploeg is Patrick Remy, in België bekend sinds hij er anderhalf seizoen trainer was van AA Gent. Niet verwonderlijk dat ook het elftal een Belgische tint heeft gekregen nu. Remy haalde Grégory Dufer weg uit Charleroi en verleidde ook Steve Dugardein tot een vertrek uit Moeskroen. Vooral de transfer van Dufer baarde opzien. De vaardige rechterflankspeler geldt als één van Belgiës grootste talenten – vandaar ook zijn recente selecties voor de Rode Duivels – en verwacht werd dat hij voor een topclub zou kiezen. Met Genk werd echter geen akkoord bereikt. En dus zit Dufer nu bij een niet echt aansprekende Franse promovendus.

Toch is hij overtuigd van de juistheid van zijn keuze. “Meer dan ooit zelfs”, zegt Dufer. “Straks speel ik in één van de beste competities van Europa. Marseille en Monaco stonden vorig seizoen niet voor niets in de finales van de Uefacup en van de Champions League. Trouwens, elk jaar komen de grote Europese clubs versterking zoeken in Frankrijk. Chelsea betaalde nog maar pas 35 miljoen euro voor Didier Drogba van Marseille. Nochtans, toen Marseille een jaar geleden zes miljoen euro voor hem betaalde aan Guingamp, kende niemand hem. Ik bedoel maar : de Franse competitie heeft een enorme weerklank. Onder meer omdat hier in de opleidingscentra nog altijd uitstekend werk wordt verricht. Werkelijk niets wordt aan het toeval overgelaten. Dat heb ik ook meteen zelf ondervonden : de fysieke voorbereiding is hier een stuk harder dan in België. Ook op tactisch vlak heb ik mijn ogen opengetrokken toen ik zag hoe minutieus alles wordt geanalyseerd. Iedereen weet ook heel precies wat hem te doen staat.”

Zo gretig schoot Dufer uit de startblokken bij zijn nieuwe club, dat hij al een klein scheurtje opliep in de kuit. De openingswedstrijd van het kampioenschap tegen Istres, dat samen met Caen en Saint-Etienne promoveerde, moet hij aan zich laten voorbijgaan. “Alles voelt hier aan als een verrijking”, is Dufer er zijn goede humeur niet bij verloren. “In België woonde ik nog bij mijn ouders, hier moet ik alleen mijn plan leren trekken. Op het einde van het jaar komt mijn vriendin bij me intrekken. De club heeft een knus en ruim appartement gevonden, dicht bij het stadion. Tussen de trainingen kan ik naar huis om te eten en te rusten. Ook dat is anders dan in België, waar je tussen de trainingen vaak de tijd moet weten te doden op de club.”

Ook al iets van de streek gezien ?

Grégory Dufer : “Niet echt. Alles wat met de voorbereiding te maken heeft, krijgt voorrang. Ik heb wel al enkele historische sites bezocht, zoals de haven en ik weet dat hier een grote zaal is, die Zenith heet en waar vaak grote vedetten komen optreden. Caen is ook de startplaats van een belangrijke zeilrace, de solozeiltocht Figaro-Afflelou. De boten die eraan deelnemen, ben ik al gaan bekijken. Eigenlijk is dit een fantastische stad, met een heel aangename sfeer, op nauwelijks vijfhonderd kilometer van Charleroi.

“Maar het belangrijkste is natuurlijk de sportieve kant van de zaak. Caen heeft een rijke traditie in de Franse eerste klasse en wil er nu voorgoed terugkeren. In dit eerste seizoen na de promotie bestaat het hoofddoel erin ons zo snel mogelijk van het behoud te verzekeren. We spelen in een pareltje van een stadion en nu al is het duidelijk dat het straks vaak helemaal vol zal lopen. In zo’n ambiance voetballen is iets wat ik in België nooit heb meegemaakt. Ik vind het bijzonder motiverend om mezelf in zo’n kader te ontwikkelen tot een betere speler. Daarom ook ging ik niet in op een aanbod van Lorient, dat slechts in tweede klasse speelt.”

Verbaast het je niet dat geen enkele Belgische club bereid was één miljoen euro neer te tellen voor een 22-jarige Rode Duivel ?

“Je kan daar inderdaad over nadenken, maar je moet ook naar de omstandigheden kijken. Anderlecht zit op rechts gebeiteld met Christian Wilhelmson, die een zeer sterk EK speelde. Bij Club Brugge maakt Gert Verheyen zich nog elke week waar en bij Standard staat Jonathan Walasiak niet ter discussie. Zelf heb ik enkel met Genk gesproken, waarmee ik ook vrij snel een persoonlijk akkoord bereikte. Wat Jos Vaessen vertelde, stond me heel erg aan en ik had echt wel zin in een overstap naar Genk. Ik zou er bij een club terechtkomen die meedoet voor de Europese tickets, zodat ik niet langer tegen de degradatie hoefde te vechten. Bij Charleroi heb ik nooit anders gekend. Ik heb altijd alles gegeven om hen in eerste klasse te houden, maar had echt behoefte aan een nieuwe uitdaging. Ik was er van overtuigd dat die in Genk zou liggen, maar uiteindelijk bereikte dat geen akkoord met Charleroi. Toen mijn zaakwaarnemers Youri Selak en Nicolas Dervisaj op de proppen kwamen met het voorstel van Caen, dat was getipt door Didier Frenay, heb ik niet geaarzeld. Ik verdien hier vier keer meer dan bij Charleroi en sportief is deze uitdaging ook niet minder dan Genk. Ik kon een contract voor vier jaar tekenen en de coach heeft uitdrukkelijk voor mij gekozen.”

Houdt de keuze voor een al bij al toch bescheiden Franse club geen gevaar in voor je plaats bij de nationale ploeg ?

“Dat denk ik niet. Ik zet een stap vooruit in mijn carrière. Ik heb hierover gepraat met Bertrand Laquait ( doelman van Charleroi, nvdr) en hij zei me dat ik het absoluut moest doen. Ik heb hier ook geen taalproblemen en dat vergemakkelijkt de integratie. Mijn teammaats jennen me wel wat om mijn accent en om de soms typisch Belgische uitdrukkingen die ik gebruik, maar dat maakt het juist leuk. Ik zal hier elke week een topduel spelen. Aan het eind van de rit zullen wel drie of vier teams onder elkaar uitmaken wie er kampioen wordt, maar dit is toch geen competitie met twee snelheden. Bondscoach AiméAnthuenis volgt de Franse competitie van heel nabij en kent de waarde ervan heel goed. Hij heeft me trouwens al gebeld en me duidelijk gemaakt dat ik in dezelfde situatie verkeer als Luigi Pieroni. Als we hier regelmatig spelen, blijven we in aanmerking komen voor de Rode Duivels. Ik hoop echt dat ik erbij zal zijn voor de kwalificatiewedstrijden voor het WK van 2006.”

In de Franse pers stond te lezen dat Caen hoopt dat je uitgroeit tot de Jérôme Rothen van de rechterflank. Dat is toch een mooi compliment ?

“Dat wel. Maar het zorgt toch ook voor druk. Ik moet mijn plaats nog vinden in de Franse hoogste afdeling. Bij Jérôme Rothen heeft dat ook zijn tijd geduurd. Hij ging van Caen naar Troyes, maar bloeide pas bij Monaco helemaal open. Met enkele bijzonder knappe prestaties in de Champions League versierde hij nu een overstap naar PSG. Als ik me aan hem wil spiegelen, heb ik dus nog een lange weg te gaan. Maar ik wil helemaal niet beginnen dromen, maar alles stap voor stap doen. De eerste opdracht bestaat erin met Caen het behoud te verzekeren. Daarna zien we wel. Al verheel ik niet dat het mijn droom is om ooit in de Premier League te spelen. Dat ook de Britse managers vaak het Kanaal oversteken om naar wedstrijden in Frankrijk te komen kijken, is dus mooi meegenomen.”

“Het is bepaald niet stil geweest op de transfermarkt. Volgens mij is PSG toch de belangrijkste titelkandidaat. Het is al tien jaar geleden dat het nog eens de titel kon vieren. Voor een club met zo’n prestige is dat toch erg lang. Vorig seizoen was het onder leiding van Vahid Halilhodzic al bijzonder sterk. Alleen in de aanval had het, ondanks Pauleta en de in het midden van het seizoen van Straatsburg overgekomen Danjel Ljuboja, wat beter gekund. PSG heeft vastgesteld dat vooral de aanvoer aan de spitsen gebreken vertoonde en daarom trok het Rothen aan. Dat Gabriel Heinze vertrok naar Manchester United en Frédéric Déhu naar Marseille, hoeft niet noodzakelijk een aderlating te zijn. Vandaar dat ik denk dat PSG, ondanks het drukke programma in de Champions League, de te kloppen ploeg zal zijn. Lyon zette een enorme prestatie neer door drie jaar na elkaar kampioen te worden, maar een vierde opeenvolgende titel acht ik moeilijk haalbaar. Het verloor immers enkele erg belangrijke spelers.

De leegloop bij Monaco is niet minder indrukwekkend.

“Klopt. Dado Prso is naar Glasgow Rangers en hij was toch de man van veel beslissende goals. En het zal ook Fernando Morientes missen, die naar Real terugkeert, en Ludovic Giuly die voor Barcelona tekende. Ook Marseille ziet een aantal belangrijke spelers vertrekken. Het is er elke dag weer een hectisch gedoe en in die omstandigheden zal het volgens mij niet makkelijk zijn om mee te doen voor de titel, ondanks de komst van Frédéric Déhu en van Benoît Pedretti. Dat OM dit seizoen niet Europees speelt, kan dan weer wel een voordeel zijn.”

België kijkt ook met veel belangstelling uit naar wat Luigi Pieroni zal doen, temeer omdat Auxerre na het vertrek van enkele belangrijke spelers wellicht opnieuw naar evenwicht moet zoeken.

Guy Roux is het gewoon om telkens met andere kaarten te spelen. Hij aarzelt niet om de jongeren uit het opleidingscentrum een kans te geven. Anderzijds zijn er dit jaar wel uitzonderlijk veel sterkhouders vertrokken. Er wordt in Frankrijk nog altijd veel gesproken over de verhuis van Philippe Mexès naar AS Roma, zonder dat hij daarvoor de toestemming had van zijn club. Ik vind het nog altijd een enorme vergissing van JacquesSantini dat hij Mexès niet meenam naar Portugal. Jean-Alain Boumsong, de andere centrale verdediger van Auxerre, stapt over naar Glasgow Rangers, zodat Roux centraal naar een nieuwe as op zoek moet. Olivier Kapo is naar Juventus Turijn, maar vooral Djibril Cissé, vorig seizoen topscorer in Frankrijk, zal gemist worden. Ook deze transfers illustreren nog maar eens hoezeer spelers uit de Franse competitie in het buitenland gegeerd zijn. Pieroni maakte alvast een heel goede keuze en ik ben ervan overtuigd dat hij zich onder leiding van Guy Roux bijzonder goed zal kunnen ontwikkelen.”

Dit is ook het seizoen waarin Saint-Etiennen terugkeert op het hoogste niveau. Heeft het voldoende potentieel om voor verrassingen te zorgen ?

“Misschien wel. Elie Baup bewees als coach van Bordeaux toch heel wat in zijn mars te hebben en volgt nu Frédéric Antonetti op. Maar ook clubs zoals Sochaux, Nantes, Lens, Rennes, Bordeaux, Rijsel, Lens en zelfs Caen zouden wel eens heel wat tegenstanders verrast kunnen doen opkijken. Na de stress die ik bij Charleroi beleefde, voel ik dat ik me hier bijzonder goed zal amuseren.”

Heeft de vroege uitschakeling van de Franse nationale ploeg in Portugal geen sporen nagelaten ?

“Neen. Mijn teamgenoten hebben er zelfs niet over gesproken. In de pers is wel veel te doen geweest rond de opvolging van Santini door Raymond Domenech, maar onder de spelers leeft dat veel minder. Zij hebben enkel oog voor de competitie.”

Jij volgt het Franse voetbal al van vroeger erg goed.

“Ja. Daarom voel ik me hier ook zo goed thuis. Er zal vanuit België veel aandacht zijn, ook door de komst van Steve Dugardein en Ibrahima Faye, de Senegalees die van AA Gent komt. We lachen alvast heel wat af. Als we straks even goed spelen als we ons nu amuseren, dan kan het niet meer stuk.”

door Pierre Bilic

‘Na de stress bij Charleroi voel ik dat ik me hier bijzonder goed zal amuseren.”Caen heeft een rijke traditie in de Franse eerste klasse en wil er nu voorgoed terugkeren.’

‘Caen is een fantastische stad, met eenheel aangename sfeer.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content