Na de media en de politiek raakt ook het voetbal stilaan volledig in de ban van Twitter en Facebook. In hoeverre zijn voetballers ermee bezig en wat zijn de grenzen van de privacy? ‘Via Facebook kun je mij écht leren kennen’, zegt de ene. ‘Supporters hebben geen zaken met mijn privé’, zegt de andere.

K evin De Bruyne is Rode Duivel”, schreef de jonge Genkse middenvelder vorige week maandagavond op zijn eigen Facebookprofiel. Een primeur(tje) via Facebook dus, want nieuwbakken bondscoach Georges Leekens maakte zijn selectie pas op dinsdag officieel bekend.

Volgens de laatste cijfers surfen zo’n 4 miljoen Belgen regelmatig naar sociale netwerksites, dus is het logisch dat ook de voetballers uit eerste klasse massaal de weg gevonden hebben naar Facebook en Twitter. Het principe raakt stilaan ook bij de absolute leken gekend: via een persoonlijk profiel laat je enerzijds zélf informatie los, in de vorm van foto’s en berichtjes, en anderzijds volg je mee over de schouder van anderen om te zien waar zij allemaal mee bezig zijn. Bij Facebook spreek je over ‘vrienden’, bij Twitter gaat het er iets zakelijker aan toe, daar zijn je contacten onderverdeeld in de mensen die jouw updates volgen ( followers) en in degene die je zelf volgt ( following).

Dat zulke sociale netwerksites een krachtig medium zijn, waarmee je een groot publiek bereikt, hebben de politici in dit land al een tijdje geleden opgepikt. Iedereen kan ‘Facebookvriend’ worden van Yves Leterme en de val van de regering stond het eerst te lezen op de Twitterpagina van Vincent van Quickenborne. Ook in de sportwereld is er geen ontkomen meer aan. Usain Bolt heeft 1,7 miljoen fans op Facebook en Shaquille O’Neal wordt door 2 miljoen twitteraars gevolgd.

De afzondering van Club is een ‘bootcamp’

Dat het wielrennen onder impuls van Lance Armstrong intussen een ‘Twittersport’ geworden is, is nagenoeg bekend. Via Twitter krijg je het laatste nieuws letterlijk van op de massagetafel doorgestuurd naar je computer. Maar hoe zit het met de heren voetballers? Op Facebook, de meest populaire netwerksite in België, wemelt het van de spelers uit de Belgische competitie. Maar op Twitter, nog maar recent echt volledig doorgebroken, blijft Ryan Donk voorlopig de enige uit de Jupiler Pro League.

“Voor zover ik weet is er geen enkele collega-voetballer uit België die ook twittert,” vertelt Donk, “maar onder Nederlandse spelers is Twitter een echte rage geworden. Voor mij is het ideaal om contact te houden met mensen die ik niet zo vaak meer zie. Ieder vrij moment dat ik heb – thuis, op de club of in de wagen – surf ik met mijn mobiele telefoon naar Twitter.” Iets wat we zelf mochten ondervinden, trouwens. Wanneer we door file een kwartiertje te laat aankomen op de interviewafspraak brengt Donk zijn Twittervolgers alvast op de hoogte in zijn typische internettaaltje: ” Ben ik in de Media Room, iz me intervieuwer der nie. #notprofessional of heeft hy un goede reden?”

Wie de Twitter van Ryan Donk volgt, krijgt een vrij uitgebreide kijk in het privéleven van de verdediger. Wanneer Donk gaat slapen, wanneer hij terug opstaat, met wie hij uitgaat in Amsterdam, foto’s van familieleden, eigen kinderfoto’s, werkelijk alles zwiert de verdediger in de openbaarheid. En als de sfeer goed zit in de kleedkamer, dan komen we dat ook te weten. “Ik krijg Afrikaanse les van Jos ( Akpala, nvdr) en Dorege ( Kouemaha, nvdr), te grappig!”, twitterde Donk twee weken terug.

Ook van de camera, ingebouwd in zijn BlackBerry, maakt Donk gretig gebruik. De voorbije maanden verschenen op Twitter onder meer beelden van een pooltoernooi tussen de spelers, een vage foto van het nieuwe Clubshirt voor volgend seizoen en zelfs een actiebeeld genomen tijdens een bosloop.

“De mensen mogen zien hoe ik leef,” zegt Donk, “al zet ik er nu ook weer niet alles op. Ik denk wel dat het binnen de perken blijft. In ieder geval kreeg ik er nog nooit commentaar over van andere spelers, of van de trainer.” In supporterskringen kwam Donk de laatste weken juist wel nogal onder vuur te liggen, onder meer door zijn Twittergedrag. Op supportersfora wordt niet alleen zijn zwakke prestatie in de cruciale wedstrijd tegen AA Gent gehekeld, ook zijn gebrek aan inzet en professionalisme naast het veld. In de week vóór de match tegen Gent liet de Nederlander het immers niet na om herhaaldelijk zijn ongenoegen te laten blijken over het feit dat Club op afzondering ging. Hij had het op Facebook over een “bootcamp” en vond het na dag twee “nog steeds saai”. Twee dagen voor de beslissende wedstrijd, wisselde Donk rond 2 u. ’s nachts zelfs nog Facebookberichtjes uit met zijn ploegmaats Karel Geraerts en Nabil Dirar, vermoedelijk elk van uit hun hotelkamer. Bij een pijnlijke nederlaag en een individuele wanprestatie werken dat soort zaken uiteraard als een rode lap op een stier bij de ontgoochelde supporters.

‘Stop f****** around, voorzitter!’

De kritiek op Donk vormt een goede aanleiding om eens stil te staan bij de risico’s van sociale netwerksites, zeker voor publieke figuren zoals profvoetballers. In Engeland is het verhaal bekend van Sam Deering, een speler van Oxford United die na een blessure inlogde op Facebook vanuit het ziekenhuis. Op de vraag of hij “door sexy verpleegstertjes” werd verzorgd, gaf hij als repliek: “Neen, enkel door vuile Pakistaanse.” Deering kreeg van zijn club een blaam en werd gevraagd om zich actief in te zetten voor een campagne om de integratie van minderheden te bevorderen.

Ook Darren Bent kan meespreken over de kwalijke gevolgen van Twitter en Facebook. De Engelse spits kreeg bakken kritiek, toen hij vorige zomer op Twitter woest tekeerging over het feit dat zijn transfer van Tottenham naar Sunderland maar niet rond geraakte. Hij nam de voorzitter van de Spurs, Daniel Levy, persoonlijk op de korrel: “Wil ik naar Hull City gaan? NEE. Wil ik naar Stoke? NEE. Wil ik naar Sunderland? JA. So stop f****** around, Levy.” Al dan niet uit zelfbescherming besloot Bent begin dit jaar zijn account op Twitter stop te zetten.

In het Belgische voetbal loopt het voorlopig nog niet zo’n vaart, al passeerden dit seizoen toch ook een aantal Facebookrellen de revue. De haatcampagnes tegen scheidsrechter Luc Wouters of tegen Axel Witsel, bijvoorbeeld, werden voor een groot deel georkestreerd van op Facebook. Maar ook het privéleven van voetballers kan door sociale netwerksites aangetast worden. Sinan Bolat schrok zich vorig jaar een ongeluk toen hij zijn – nogal pittige – vakantiefoto’s afgedrukt zag in Het Laatste Nieuws, rechtstreeks en zonder toestemming van zijn Facebookprofiel geplukt. Meteen na zijn transfer naar Club Brugge circuleerde ook van Maxime Lestienne een niet al te fraaie foto waarop hij met een meisje stond te kussen op een of ander feestje.

Zijn voetballers zich terdege bewust van de risico’s die verbonden zijn aan de nieuwe media zoals Facebook? In principe hebben alleen ‘vrienden’ toegang tot de vertrouwelijke informatie op je Facebookprofiel, maar wat ben je daarmee als je ook (onbekende) supporters, journalisten en andere voetballiefhebbers toevoegt als vriend?

De ‘anti-Glen De Boeck’-groep

Een kleine rondvraag, via Facebook, onder een twintigtal voetballers, allemaal actief op die netwerksite, levert interessante resultaten op. Zo goed als iedereen geeft aan dat ze regelmatig vriendschapsverzoeken krijgen van mensen die ze eigenlijk niet persoonlijk kennen, voornamelijk supporters. De overgrote meerderheid van de ondervraagden gaat ook in op deze verzoeken en ziet er dus geen graten in om honderden nobele onbekenden als ‘Facebookvriend’ te aanvaarden. De redenen daarvoor zijn divers: “Ik aanvaard ook mensen die ik niet ken, omdat ik toch geen persoonlijke dingen op Facebook zet en zo hebben de supporters toch een manier hebben om je eens te contacteren”, aldus Wouter Corstjens van Westerlo. Ook Frederik Boi (Cercle) laat iedereen toe: “Waar trek je anders de lijn om iemand toe te voegen? Mensen kunnen je snel iets kwalijk nemen…”

Wouter Biebauw (KV Mechelen) ziet het dan weer als een deel van zijn voorbeeldfunctie: “Vroeger wimpelde ik die verzoeken af, maar sinds een maand of twee ga ik er wel op in. Als voetballer heb je een voorbeeldfunctie. Toen ik jong was, keek ik zelf enorm op naar profvoetballers. Wanneer er één tegen mij praatte, was ik in de zevende hemel. Als ik vandaag hun Facebookvriend ben, is dat voor veel jonge supporters hetzelfde, denk ik.”

Ngongca Anele van Racing Genk wil dan weer dat alle supporters via Facebook de échte Anele leren kennen: “Ik accepteer iedereen als vriend. Zo komen ze te weten wie ik echt ben, in tegenstelling tot wat soms in de kranten staat. Ik zet er ook privézaken op, want supporters mogen weten dat mijn leven meer is dan hetgeen op het veld gebeurt.”

Verrassend genoeg antwoordt het merendeel van de voetballers bevestigend op de vraag of er ook privéfoto’s van familie, reizen of uitgaansavondjes op hun Facebook terug te vinden zijn. Maar de ‘ja’ is nooit volmondig en de meeste voetballers geven aan vrij goed op te passen met die privéfoto’s. “Ik let erop dat ik de mensen niet affronteer of de ogen uitsteek met bepaalde foto’s”, aldus Biebauw. Pieter Merlier (ex-Zulte Waregem) zegt dan weer dat hij zijn foto’s “licht gecensureerd” op Facebook plaatst.

Qua negatieve ervaringen met Facebook lijkt het voor de meeste ondervraagden wel nogal mee te vallen. Frederik Boi vertelt dat hij zich eens per ongeluk lid had gemaakt van de Facebookgroep ‘Anti Glen De Boeck‘, maar dat hij dat gelukkig snel ongedaan kon maken.

‘Anderlecht Brusseleir, Molenbeek Sukkeleir’

De eerlijkheid gebiedt ons wel om te zeggen dat we in die rondvraag niet de absolute vedetten uit onze competitie hebben kunnen polsen. Romelu Lukaku, Ronald Vargas, Steven Defour, Yassine El Ghanassy, ze zitten stuk voor stuk op Facebook, maar wie hen wil toevoegen krijgt de melding dat ze ‘op dit moment al te veel vrienden hebben.’ Dit is geen technisch mankement, maar een bewuste keuze van de spelers. Facebook heeft namelijk een optie waarbij je kunt aangeven dat je niet langer open wenst te staan voor nieuwe vriendschapsverzoeken. Vooral spelers van topclubs, zoals ook Olivier Deschacht en Eliaquim Mangala, die dagelijks honderden vrienschapsverzoeken en berichten krijgen van supporters, zien zich genoodzaakt om op die manier in te grijpen. Een aantal voetballers, zoals Bojan Jorgacevic en Maxime Lestienne, probeert die massale aandacht zelfs te omzeilen door een profiel met een andere naam aan te maken.

De laatste tijd komen ook in de voetbalwereld steeds meer weetjes van op Facebook en Twitter in de media. Dringt een communicatiestrategie zich niet op, zeker voor de topclubs? “Vanaf volgend seizoen gaan we werken met een paar richtlijnen voor ‘persoonlijke media’ zoals Facebook en Twitter”, vertelt David Steegen, woordvoerder van Anderlecht. “We willen daarmee zelfs al beginnen van bij de jeugdopleiding in Neerpede. Het is onmogelijk om trends zoals Facebook tegen te houden, maar we moeten er wel voor zorgen dat er geen zaken op het internet komen die de club zouden kunnen schaden of provocatie kunnen veroorzaken.” Een beetje zoals de Facebookgroep ‘ Anderlecht Brusseleir, Molenbeek Sukkeleir‘, waarvan Steegen zelf lid is, bijvoorbeeld? “Dat is van voor de periode dat ik bij Anderlecht werkte, toen ik nog gewoon supporter was. Wat onschuldig jennen onder vrienden, meer niet. Maar je hebt gelijk: vandaag zouden mensen die verbonden zijn aan de club, daar eigenlijk geen lid van mogen zijn.”

door bregt vermeulen

“Vanaf volgend seizoen geven we de spelers van Anderlecht richtlijnen over Facebook. David Steegen”

“Ik aanvaard supporters op Facebook omdat ik een voorbeeldfiguur ben. Wouter Biebauw”

“Tijdens de afzondering wisselde Donk om 2 uur ’s nachts berichtjes uit met Geraerts en Dirar.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content