We gingen met de ex-trainer van Club Brugge naar de drie wedstrijden van vorig weekend in play-off 1. Genieten van de spanning, de bloei van jonge talenten, een thuiskomen: ‘Ik voel me helemaal Belg.’

Het telefoontje kwam op een vrijdagavond, rond een uur of acht. Hoe het was in België, en of we uitkeken naar de play-offs. Die zouden het weekend erna beginnen, na de bekerapotheose. Benieuwd polste Juan Carlos Garrido (45) naar de stand van zaken. Wie goed draaide, waar de pijnpunten lagen? En zo rijpte het idee voor deze reportage. Een weekendje play-off 1. Zo kon hij nog eens vrienden van toen opzoeken en zich meteen live vergewissen van de stand van zaken.

Het is een ontspannen, bruin gebrande Garrido, scherp afgetraind, die we ontmoeten. Na zijn ontslag in Brugge, op 19 september, keerde de familie terug naar Valencia. Even ging hij nog aan de slag bij Real Betis, maar daar lag hij al na een paar weken opnieuw buiten. Verkeerd moment, verkeerde plaats (zie kader). In Valencia heeft hij zijn routine. Elke dag sporten, zwemmen, lopen, en verder veel voetbal kijken en analyseren. Voor de sportkrant Marca zat hij onlangs op de competitietopper Real-Barcelona, voor Sky was hij twee weekends geleden in Londen om een analyse te maken van het Spaanse voetbal en wedstrijden in de Britse hoofdstad te bekijken. Kortom: het kriebelt.

Hij is blij, juicht hij haast, in België terug te zijn. Om dan vervolgens, als we met de auto in de Brusselse avondspits duiken, laptop op de schoot, te constateren dat dit een punt is van België dat hij haast was vergeten, maar absoluut niet mist: onze files. Garrido woonde in Gent, omdat zijn twee zoons er schoolliepen. Omdat ze allebei in de jeugd van Brugge voetbalden, moesten hij of zijn vrouw vaak ’s avonds nog eens terug naar Brugge, naar de trainingen. Hij heeft er nóg nachtmerries van.

Na een korte tussenstop bij het hotel en een snelle pizza gaat het richting Lokeren. In het restaurant wordt hij herkend, twee jongeren willen op de foto. Hij glimlacht. In de auto ligt de gsm constant in de hand. Een weekend lang zal hij in de weer zijn met de moderne communicatiemiddelen, WhatsApp, mail… Hij wil bijblijven, de laatste nieuwtjes weten. Een speler van Club Brugge wordt in de maling genomen met vervormde stem: “De technisch directeur van Benfica hier. Hoe zit het met jouw contract? We hebben wel geen geld meer voor vliegtickets, zou je met de fiets kunnen komen?” We horen gelach, dit is zijn biotoop. Ontspannen.

Eerste stop Daknam en een pint te midden van de fans van Lokeren. Blikken van herkenning, geroezemoes. Of hij de nieuwe trainer van Lokeren wordt? Gelach. Tot ons zegt hij: “Ik vind ze leuk, die Belgische stadions. Hier, in Mechelen… Heel veel sfeer. In Spanje is dat toch minder, dat geroep, getier en gezang.”

Ook op de tribune blikken van herkenning, oude bekenden die goeiendag komen zeggen. Benieuwd kijkt hij uit naar Anderlecht, de verbazing is groot als hij het wedstrijdblad ziet. Geen Kljestan, Gillet of Bruno. En Kouyaté in het middenveld, naast Tielemans. En wie is die rechtsmidden, die Bruno uit de ploeg speelde? Najar, een Hondurees. Hij corrigeert onmiddellijk: “Nachar zul je bedoelen, in Honduras spreken ze Spaans, man!”

Wij zeggen dat we onder de indruk waren van Anderlecht tegen Brugge het weekend voordien, met de vier middenvelders in een glansrol. Hij zit tien minuten op zijn stoel te schuiven en is niet overtuigd. Ondanks een vroege goal speelt paars-wit zeer mak. Ver van de man, afwachtend, achteruit lopend. De Lokerse gelijkmaker is verdiend en dat er geen voorsprong komt, is alleen aan zeer goeie tussenkomsten van Silvio Proto te danken.

De trainer in hem gaat spreken: “Vind jij Anderlecht echt voetballen met de mentaliteit van een ploeg die kampioen wil worden? Anderlecht zoekt, zeker naar een verdedigende middenvelder. Waar is Milivojevic naartoe?” Offensief zou Garrido het anders oplossen. Terugkeren naar een 4-3-3, met één houdende speler: “Kouyaté, van mij mag het, al vind ik hem voetballend niet super, daarom dat ik er vorig seizoen bij ons Donk zette. Moeilijke jongen, maar qua talent een topper!” Met één draaischijf ook: “Tielemans of Praet, ze hebben de keuze.” Met één lopende speler: “Kljestan, zou kunnen.” En dus ook maar één spits? “Ja.” Mitrovic? “Op basis van deze wedstrijd ben ik niet onder de indruk. Cyriac kan ook. Wat is zijn verleden?” Maar Mitrovic, zegt Garrido, is wel zeer sterk en hij kan zomaar uit het niets een goal maken.

Op de tribune zit ook een scout van Manchester United. Hij is Tielemans aan het observeren, maar is niet onder de indruk. Nog andere buitenlandse waarnemers vinden Anderlecht zeer matig, niet modern pressend, afwachtend. Garrido waarschuwt: “Maar het kan goed dat ze winnen.” Na de rust gebeurt het. Anderlecht profiteert opnieuw van een foutje achterin en pakt de winst.

In de auto praten we na. Garrido: “Ik vond Lokeren de ploeg die het meest voor de zege ging. Anderlecht won omdat het beter profiteerde van de fouten. Lokeren was zoals ik het kende uit mijn tijd. Een zeer herkenbare manier van spelen. Anderlecht is duidelijk in de overgang, ze missen de overtuiging van de kampioen. Ik weet niet of dat komt door het vertrek van ervaren spelers als Biglia of Mbokani en de komst van jonge spelers als Tielemans, Praet of Najar, maar ik zie ze niet met dezelfde overtuiging als vorig jaar. Het blijft wél een goeie ploeg, met veel creativiteit, toch wel vechtlust en vooral ook zeer veel snelheid.”

Proto is voor hem de beste doelman in België. “Dat vond ik vorig jaar al, en afgaande op wat ik in Lokeren zag, vind ik dat opnieuw. Beslissend op zeer cruciale momenten, zijn karakter ook. Die energie, die ballen die hij stopte: ik vind hem een doelman die je garanties kan bieden op een Mundial. Ik ga me niet in de plaats van de Belgische bondscoach stellen, maar als Wilmots een derde doelman zoekt… ”

Bij Lokeren volgde hij in het bijzonder de prestaties van Hans Vanaken. “Het is nog vroeg”, zegt hij. “Een jongen met veel mogelijkheden, dat is duidelijk. Volume, een goeie techniek, jong en interessant, met een goeie toekomst. Van mij kan hij volgend seizoen mee in een van de topteams in België.”

Spanning

Dag twee, na een onrustige nacht. Hij is even uit zijn routine, klinkt het. Slecht geslapen. Hij wilde gaan lopen, in de Blaarmeersen, maar schrapte uiteindelijk dat plan. Zijn het de zenuwen, voor een weerzien met Club Brugge? Hij is vandaag alleszins scherper, onrustiger, wiebelend.

Bij het afscheid probeerde hij gentleman te blijven, maar een half jaar na zijn ontslag bij blauw-zwart is de frustratie nog groot. Het voelt of hij voortijdig uit zijn huis is gezet. Onrecht aangedaan: het seizoen moeten beginnen zonder een pak vaste waarden, met veel jeugd en niet kunnen rekenen op transfers, want op Ryan, Simons en De Sutter na haalden die jongens niet het niveau. Daarmee Europa in en er ook weer kansloos uit, door wat jeugdzonden onder meer, van Mechele, De Bock en Ryan, nieuwkomers op dat niveau.

Velen zijn inmiddels alweer weg: de Monteiro‘s, Vlachos, Fourlanos. Of compleet uit beeld, zoals Adu of Fatai. Garrido liet jongeren spelen: Wang, Bolingoli, Verstraete, Dierckx. En net toen de gevestigde waarden als Odjidja, Vázquez en Meunier terugkeerden, moest hij de plaats ruimen, na een moeilijke strijd met de top. “Ik ben echt benieuwd hoe Michel Preud’homme daarmee omgaat. Of heeft die een ander statuut in België en is het met hem anders? Dat ik werd ontslagen, begrijp ik niet, nog steeds niet. Ik kan het moeilijk aanvaarden. Ik vind dat ik het verdien om op dit moment voor de titel te vechten met Brugge. Wij waren bezig een ploeg te vormen, met veel jongeren in afwachting van de terugkeer van de gevestigde waarden. Jammer genoeg nam de club een andere beslissing.”

Hij is toch wel wat zenuwachtig wanneer we het stadion betreden, een klein uurtje voor de aftrap. We lopen Mechele tegen het lijf, geblesseerd. Het weerzien is hartelijk. De officiële delegatie van Club ontmoeten we niet. Niet dat Garrido zijn cool zou hebben verloren, maar het is misschien wel beter zo.

Het been wipt nu veel meer op en neer dan 24 uur eerder. Dit is een wedstrijd waarbij hij veel intenser betrokken is. Opnieuw ligt de telefoon in zijn hand, maar pas na een kwartier heeft hij er oog voor. De ruimte die Vadis in de beginfase krijgt, verrast hem. “Die gaat hier iets kunnen forceren, ze laten hem lopen.” Skúlason is er daarna als de kippen bij om het te corrigeren. Zulte Waregem herstelt het evenwicht, gaat gaandeweg beter voetballen. Ze laten de lange bal voor wat hij is en zoeken de combinatie over de grond. Bongonda toont zich een paar keer. Garrido polst naar diens afkomst, laat zich het werk van de academie van Guillou uitleggen. Interessante aanpak. Hij wil ook weten waarom de fans het steeds over Essevee hebben.

Jens Naessens komt op het veld. “Vertel ik een geheim als ik zeg dat die bij Brugge moest spelen? Vlak voor het duel tegen ons, in het begin van de competitie, vroegen ze me wat ik vond van hem. Ik had naast De Sutter graag een type-Bacca, een snelle jongen, maar oké, als zij het anders zagen. Naessens, vroegen ze, wat denk je? Hij zou tegen ons niet spelen en de week erna worden binnengehaald. Doen, zei ik. Inzetbaar op drie posities, jong, een werker met veel vechtlust. Ik kon dat aanvaarden, omwille van zijn snelle integratie in de ploeg.”

Uiteindelijk speelde Naessens toch en koos Club voor Sobota. Als Naessens op slag van rust scoort, wordt Garrido emotioneel: “Zie je, dat zijn beslissingen die je cash betaalt. Naessens scoort, Sobota, die je alleen op de rechterflank kunt gebruiken, zit op de bank.” Hij gooit net niet zijn telefoon op de grond. Een supportershart.

Zulte Waregem is de beste ploeg. Tot Sven Kums – in Garrido’s ogen onterecht – een rode kaart krijgt. Een zaakwaarnemer net voor ons reageert direct: “Anderlecht wint hier de wedstrijd van dinsdag, want Kums mag dan niet spelen.”

De trainers verbazen zich erover dat Preud’homme niet direct reageert en er geen tweede spits inbrengt. Garrido ziet hoe Clement zijn zenuwen amper de baas blijft en naast Preud’homme gaat staan. Garrido, glimlachend: “Zijn temperament verraadt hem wel meer. Ik moest ook af en toe zeggen: blijf rustig, straks kom ik wel naast je zitten en overleggen we. Het laatste wat een trainer die probeert te beslissen wil, is mensen die hem met raad overstelpen.” Het gebeurt ook, Preud’homme gaat even zitten en er komen wissels: Vázquez, Sobota, Gudjohnsen. De match kantelt, Club wordt baas, de thuisploeg komt er nog amper uit. De Sutter scoort, het lijkt op 1-1 te gaan eindigen. Maar dan verliest Gudjohnsen de bal en scoort Hazard uit de counter. We benen half hollend het stadion uit, de emoties overheersen bij de Spanjaard. Zijn betrokkenheid speelt op, het stoomt. De puta‘s, het gevloek, ze rollen uit zijn mond. Weer zal het een onrustige nacht worden.

Play-offs

Twaalf uur later is de rust terug. Hij zegt, op weg naar Genk, te genieten van de play-offs. “Ik was vorig seizoen ook al voorstander. De laatste weken van het jaar zijn de meest attractieve, voor iedereen. Veel sfeer. Nu ik in de tribunes zit, merk ik het nog meer. Een mengeling van passie en respect. Ik ben écht zo blij dat ik hier ben. Misschien heb ik dat dit weekend al veel gezegd, maar het is echt zo.”

En dan over het voetbal: “Er is een evolutie van een spel dat meer fysiek en direct is naar een voetbal dat meer ontwikkeld is, met meer controle over de bal, met meer spelers die technische kwaliteiten hebben. Ik herken dat in Zulte Waregem. Er is een fond, er wordt een lijn doorgetrokken, ook al zijn er spelers vertrokken. Dat heeft ook te maken met de continuïteit van de trainer. Andere ploegen zoeken nog naar die lijn. Hazard? Thorgan is zeer goed bezig, vind ik. Vorig seizoen was hij al zeer sterk en ik zie hem nu weer volwassen bezig. Een van de belangrijkste spelers in de Belgische competitie. Hazard is klaar voor een stap hoger. Hij is zeer beslissend.”

Zijn Club dan. Hij zoekt naar woorden: “Tot de uitsluiting lagen ze onder bij Zulte Waregem. Daarna vond Club de adem om de wedstrijd te doen kantelen. Bij Club zie ik twee spelers die bepalend kunnen zijn voor het vervolg: Vadis en Max Lestienne. Zij zijn spelers met meer kwaliteiten. Ik blijf ook geloven in Thomas Meunier, al heb ik het gevoel dat hij nu iets minder is dan toen ik hem nog onder mijn hoede had. Waarom weet ik niet, daarvoor sta ik te ver.”

Moet Meunier mee naar Brazilië, zoals ze in Brugge vinden? Garrido: “Ik kan me niet in de rol van bondscoach zetten, maar ik geloof in Meunier, omdat ik met hem werkte. Het is iemand die naar een hoger niveau kan. Daar heeft hij de kwaliteiten voor, ook defensief. Op het einde van de vorige play-offs vond ik hem zeer sterk. Hij leert gemakkelijk, ondervond ik, en hij kan echt een grote rechtsachter worden. In de nationale ploeg en zelfs in de Premier League.”

En is Tom De Sutter de spits die Club kampioen kan maken? Garrido: “Een goeie prof, een goeie ploegspeler die de anderen helpt. Ik was hem zeer dankbaar, hij heeft al mijn respect. Hij kan scoren, zag je in Waregem, en hij was al kampioen met Anderlecht. Misschien als tweede man daar, na Mbokani, maar toch. Hij kan de spits zijn van een kampioen. Anderzijds: veel spreken over voorzetten is in dit Brugge een beetje demagogisch. Refaelov is op rechts geen man van de voorzet. Hij speelt liever vanaf links, om dan naar binnen te zwenken. En Max speelt ook liever vanaf rechts om dan hetzelfde te doen, naar binnen. Geen van beiden zijn spelers met een actie op de flank en dan de voorzet. Maar Tom leeft niet alleen van voorzetten, hij kan je andere alternatieven geven. Een lange bal afleggen, zoals ik in het begin met Club deed. Plan B, in afwachting van anderen, met meer direct spel. Iets wat ons bijvoorbeeld in Mechelen de winst opleverde, we wonnen daar met veel passie.”

De rit naar Genk is een lange. Hij belt en praat met het thuisfront, we stoppen in Zolder om wat te eten, maar de betrokkenheid is vooralsnog minder. Die vergroot plots in de tribune, als hij de jonkies van Genk ziet spelen. Hij raakt direct onder de indruk, schuift naar het puntje van de klapstoel. De Limburgers zakken na een sterk begin wat weg, maar wat met name SiebeSchrijvers laat zien doet hem weer wiebelen. Een paar meter van ons vandaan zit Peter Maes ook aandachtig te volgen en tijdens de pauze kruisen we zowaar twee Spaanse bekenden van Garrido. Scouts voor Valencia en Villarreal. Ze doen hun werk grondig, de vertegenwoordiger van Valencia is hier al zijn derde play-offweekend op rij, hij zag alle matchen.

Hun oordeel? Unaniem: Zulte-Waregem is de best voetballende ploeg. Garrido: “Die sluit het dichtst aan bij mijn filosofie, ja.” Standard voetbalt klassiek, in Genk zit veel meer potentieel dan de stand doet vermoeden.

Garrido, op de terugweg: “Genk-Standard was een wedstrijd waar ik echt van genoot. Het verrast me dat dit Genk zo ver achterop staat, dit is een ploeg die de kwaliteiten heeft om mee te draaien in de top. Ik ben zeer aangenaam verrast door de twee jongeren. Zeer interessante wedstrijd van beiden, mooi voor de toekomst. Standard heeft me niet verrast, neen. De discussie over de veldbezetting van Guy Luzon snap ik niet, hij werkt gewoon verder in de lijn van vorig seizoen. Standard speelt zoals ik het bekampte: met vier achterin en daarvoor twee centrale middenvelders die zeer sterk zijn op defensief vlak. En dan vier spelers in het offensieve, die zeer snel zijn en tegenstanders in de problemen kunnen brengen, op om het even welk moment. Geen ploeg die het moet hebben van de combinatie, maar snel in de tegenaanval. En ze hebben maar weinig nodig om te scoren. Anderzijds, het gevoel dat ik tegen hen vorig jaar had, was er nu ook weer. Als je attent verdedigt, wat Genk een paar keer naliet, kun je Standard altijd achterin in de fout dwingen en zelf scoren. Volgens mij kun je van vandaag op morgen die dingen ook niet veranderen, in die zin is wat Luzon doet logisch.”

Conclusie

Voor wie is de titel, denkt hij? Garrido: “Die strijd ligt helemaal open. Vier ploegen op een zakdoek, om het even wie kan winnen. Op het einde gaat die ploeg het halen die over de breedste kern beschikt, maar ook die het meest competitief is en de beste mentaliteit heeft om te winnen. Wat mee gaat beslissen, is de vorm van de belangrijkste spelers: Odjidja, Lestienne, Batshuayi, Hazard… Anderlecht kan ondanks een slecht seizoen nog iets moois bereiken, omdat het nog veel mensen achter de hand heeft die op het moment dat ik hier nog was een belangrijke rol op het veld speelden.”

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN BELGAIMAGE

“Jens Naessens had eigenlijk bij Club Brugge moeten spelen.”

“Zulte Waregem is de best voetballende ploeg.”

“Als je attent verdedigt, kun je Standard altijd in de fout dwingen en zelf scoren.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content