‘Ik vergelijk me met een baby die moet leren recht te komen’

© belgaimage

Ruim drie maanden geleden kwam Kristina Vogel, twee keer olympisch kampioene en elfvoudig wereldkampioene, zwaar ten val. De Duitse, een van de best baanwielrenners aller tijden, is sindsdien gedeeltelijk verlamd. Ze draagt haar lot met veel moed.

Op 26 juni botste Kristina Vogel (27) op de wielerbaan van Cottbus tegen een snelheid van 60 kilometer per uur op een jonge Nederlandse die op een staande start wilde oefenen. Die hield daar amper iets aan over. Kristina Vogel werd met een zware rugblessure naar een ziekenhuis in Berlijn gevlogen. Maanden aan een stuk was het beklemmend stil rond haar gezondheidstoestand. Er gold een absoluut spreekverbod. Alleen haar familie en naaste vrienden wisten hoe het met haar ging. Een paar weken geleden sprak ze met een opmerkelijke openheid voor het eerst over de gevolgen van de fatale val. Kristina Vogel, vorig jaar in het WK keirin nog tweede achter Nicky Degrendele, is gedeeltelijk verlamd.

Toen ze mijn schoenen uittrokken had ik dat niet eens gemerkt. Toen wist ik dat ik verlamd was.’ – Kristina Vogel

Wat herinner je je nog van het ongeval?

KRISTINA VOGEL: ‘Het was een dag zoals vele andere. De zon scheen, we wilden trainen en ’s avonds nog een cocktail drinken, het was de verjaardag van mijn ploegmaat Max Levy. Ik trainde met een andere ploegmaat, Pauline Grabosch, op de sprint, we reden beiden in een aerodynamische houding. Op een bepaald moment nam ik de koppositie en vervolgens werd alles zwart voor mijn ogen, donkerzwart. Mijn volgende herinnering is dat ik op de piste lag en wakker werd.’

Hoe ben je wakker geworden?

VOGEL: ‘Ik lag in het midden van de baan, het hoofd lichtjes beneden hellend. Ik dacht: ik moet ademen. En plots zag ik dat verschillende mensen op me kwamen gelopen. Dan wist ik dat er iets serieus gebeurd moest zijn. En plots was er die druk, die ongelooflijke druk. Alsof heel mijn lichaam aan het zwellen was. Alles wat ik droeg leek plots te klein, zeker mijn schoenen. Ik vroeg om die schoenen uit te trekken, maar dat duurde een hele tijd, ik gebruikte speciale veters. En dan zag ik iemand met mijn schoenen weggaan. Terwijl ik niet eens had gemerkt dat ze waren uitgedaan. Toen wist ik meteen: ik ben verlamd, ik zal nooit meer kunnen lopen.’

Hoe sneller je een situatie accepteert, hoe beter je die kan plaatsen.’ – Kristina Vogel

Was je in paniek?

VOGEL: ‘Nee. Ik dacht alleen: blijf rustig, de dokters komen meteen, je wordt onmiddellijk geholpen. Mijn ploegmaat Max Levy was op dat moment bij me. Ik herinner me dat ik hem heb gezegd: laat me niet alleen, ik heb een hand nodig, iemand om me vast te houden, terwijl ik probeerde te begrijpen was er met mij was gebeurd.’

WEEN NIET

Had je pijn?

VOGEL: ‘Ik had heel veel moeite om te ademen. Maar ik zei tegen mezelf: ween niet, probeer je te ontspannen. Echt pijn had ik voor het eerst toen een verpleegkundige een kussen onder mij legde. En op de weg naar het ziekenhuis over de kasseien, dat was vreselijk. Toen ik in de kliniek kwam, was mijn vriend Michael daar. Ik zou hem meteen hebben gezegd dat ik met de sport zou stoppen. Ik werd dan geopereerd en toen ik wakker werd had ik vreselijk veel pijn. Michael en mijn moeder mochten zelfs mijn hand niet strelen. Men heeft me dan relatief snel gezegd dat ik verlamd was. Maar dat was me al eerder duidelijk.’

Hoe heb je op die mededeling gereageerd?

VOGEL: ‘Ergens was het goed dat ik het al wist. Dan ben je toch niet helemaal groggy geslagen. Hoe sneller je een situatie accepteert, hoe beter je die kan plaatsen. Ik heb dan ook gezegd: je moet nu zien hoe het verder moet, wat je nog kan doen.’

Vanaf waar voel je niets meer?

VOGEL: ‘Mijn ruggenmerg is in de zevende borstwervel doorsneden. Ik voel mijn huid, maar er is geen koppeling naar de rug. Het is heel moeilijk te beschrijven.’

Wat waren de grootste uitdagingen na het ongeluk?

VOGEL: ‘De eerste twee weken heb ik echt gestreden zoals nooit tevoren. Om te overleven. Ik werd nog een tweede keer geopereerd en kreeg een hevige longontsteking. Vervolgens lag ik een paar dagen in een kunstmatige coma. De dokters hadden de grootste problemen om me pijnstillers te geven. Mijn lichaam zoog die medicamenten meteen weg. Ik heb vaak gedacht dat ik zou sterven.’

Wanneer zat je voor de eerste keer in een rolstoel?

VOGEL: ‘Op 19 juli, drie weken na het ongeval. Ik was vastgebonden met een gordel om niet voorover te vallen. Eigenlijk was dat redelijk snel. Ik kon op dat moment ook weer draaien in het bed, mijn tanden poetsen, mijn bovenlichaam wassen. Ik wil gewoon dat het vooruitgaat. Dikwijls lig ik in bed en train, als niemand het ziet, met de theraband. Zo ben ik toch met iets bezig. Ik zou het niet uithouden als ik daar moet liggen en moet wachten tot iemand me om de zoveel uur van links naar rechts draait.’

Geduld schijnt niet je grootste kwaliteit te zijn?

VOGEL: ‘Dat hebben de dokters hier snel vastgesteld. Ze zijn verbaasd dat sommige zaken heel snel gaan. Ik probeer positief te zijn. Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat positief denken het lichaam beïnvloedt. Maar natuurlijk zijn er momenten dat ik in een dip beland. Dan bel ik met een paar vrienden.’

UIT DE COMA

Na je ongeval wist niemand hoe het met je ging. Waarom was dat zo?

VOGEL: ‘Ik wilde ver van iedereen aan mijn helingsproces werken. Nu ben ik zo ver dat ik aan iedereen kan zeggen hoe het met me gaat. Ergens wil ik voor anderen ook een bron van motivatie zijn. Wat het noodlot ook is dat je treft, het leven gaat verder. In mijn geval op vier in plaats van op twee wielen. Mijn armen zijn nu ook mijn benen.’

Je had in 2009 ook al eens een zwaar ongeval. Wat is er daar gebeurd?

VOGEL: ‘Ik reed met de fiets naar huis en plots was er iemand die me de voorrang ontnam. Ik vloog op die auto en verloor vijf tanden. Eigenlijk had ik dan al verlamd kunnen zijn want mijn vijfde borstwervel was gebroken. Mijn sterke rugspieren hebben me toen beschermd. In vergelijking met nu stelde dat toen eigenlijk niet zoveel voor.’

Hoe snel klom je na dat ongeval weer op de fiets?

VOGEL: ‘Ik heb vier weken in het ziekenhuis gelegen en dan was er nog een revalidatie die drie maanden duurde. Vervolgens nam ik deel aan het wereldkampioenschap. Ik wilde niet dat degene die me geen voorrang had gegeven over mijn leven beslist. Er bestond daarvoor maar één weg: meteen weer op de fiets. Ik ben uit de coma ontwaakt en heb meteen naar mijn fiets gevraagd.’

Heb je de fiets, waarmee je verongelukte, nog gezien?

VOGEL: ‘Nee, al zou ik dat wel willen. Om alles beter te begrijpen, om beter te zien tot welke crash het is gekomen. Als ik de eerste röntgenfoto’s mocht bekijken, dan zag mijn wervelzuil eruit als een klaptafel van de Ikea. Ik heb echt geluk dat ik nog leef en dat mijn armen nog kunnen functioneren. Ik had volledig verlamd kunnen zijn.’

Heb je al toekomstplannen?

VOGEL: ‘Ik heb heel mijn leven met een vijfjarenplan gewerkt. Nu heb ik voor de eerste keer geen plan. En dat is ook goed zo. Ik moet eerst mijn verlamming begrijpen. Ik weet ook niet wat ik later nog zal doen. Mijn werkgever, de politie, steunt mij en houdt voor mij verschillende opties open. Ik kan alleen maar blij zijn dat ik voor het leven staatsambtenaar ben.’

ALLEEN OVERLEVEN

Ooit zal onderzocht worden wie de schuld draagt voor dat ongeval.

VOGEL: ‘Ik kan niemand de schuld geven, ik weet niet wie waar stond. Ik weet alleen: op een wielerbaan is het al duizend keer heel nipt geweest. Maar toch heeft me dat nooit met schrik opgezadeld. Als je bang ben, dan ben je niet goed bezig. Dit is een harde sport. Je moet al eens de ellebogen gebruiken om iemand voorbij te geraken. Met schrik zou ik geen enkele sprint hebben gewonnen. Ik wilde als kind al altijd de snelste zijn. Ik hield van de duels.’

Er bestaan paralympische sportdisciplines. Is dat een optie voor je?

VOGEL: ‘Dat is een vraag die ik me op dit moment niet stel. Omdat ik niet weet wat ik nog kan. Ik vergelijk me met een baby die moet leren om zich te draaien en recht te komen. En het is mooi dat ik nu tijd kan nemen. Voor de eerste keer in mijn leven moet er niets. Daar wil ik van genieten. Eigenlijk ben ik voor de eerste keer vrij.’

Wanneer kan je het ziekenhuis verlaten?

VOGEL: ‘Ik moet alleen in staat zijn om te overleven, me alleen aankleden en me alleen in mijn rolstoel zetten. Thuis moet er nog van alles omgebouwd worden, de badkamer, de keuken, er moet een oplossing gevonden worden voor de trap. Ik wil zo weinig mogelijk op hulp aangewezen zijn. Want het mag dan zo zijn dat ik niet meer kan gaan, maar eigenlijk is het ergste voor mij om afhankelijk te zijn.’

Kristina Vogel: 'Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat positief denken het lichaam  beïnvloedt.'
Kristina Vogel: ‘Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat positief denken het lichaam beïnvloedt.’© belgaimage

Inzamelingsactie

Na het ongeluk werd er voor de onfortuinlijke Kristina Vogel een inzamelingsactie gehouden. Dat leverde 120.000 euro op. De Duitse was er van aangedaan. ‘Ik dacht eerst dat ze met mijn naam veel tamtam zouden maken, en misschien 500 euro zouden verzamelen. Dat is alsof je een groot feest zou geven en er vervolgens niemand komt. Zeer pijnlijk. Maar als ik dan zag hoeveel geld er binnenstroomde, hoe belangrijk ik toch kennelijk ben voor een aantal mensen. Het is natuurlijk stom dat je eerst zo’n ongeval moet hebben om dat te begrijpen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content