Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Rocky Peeters is, zoals het filmpersonage dat zijn voornaam draagt, een vechter. ‘Toegegeven, ik ga al eens stevig in de duels. Potig, maar fair.’

Vanaf nu benaderen we iedere match als een cupmatch. We gaan iedere keer negentig minuten tot op het bot. Alleen zo kunnen we ons redden.” Rocky Peeters, 26 jaar en de nieuwste aanwinst van Sint-Truiden, is een nijdig baasje. In de beste betekenis van het woord dan wel, want in de omgang is het een vriendelijke kerel. Maar op een voetbalveld verandert dat. Dan kom je beter niet tussen hem en de bal, als je niet onzacht in aanraking wil komen met zijn grote, stevige lichaam. “Toegegeven, ik ga al eens stevig in de duels”, lacht de sterke Kempenaar. “Maar nooit om de man te raken, dat vind ik erg belangrijk. Je mag gerust rondvragen : ik denk dat ik nog nooit nagetrapt heb. Ik voetbal potig, maar fair.” Ideaal voor het werkmansvoetbal waar de Truiense supporter zo dol op is, kortom. Wat dat betreft is de transfer van Rocky Boem Boem (copyright : de supporters van Roeselare) alvast een schot in de roos. “Sint-Truiden staat bekend als een ploeg die de handen uit de mouwen steekt, en die van de eerste tot de negentigste minuut het mes tussen de tanden steekt. Dat is gewoon mijn spel ten voeten uit. Een beetje kick-and-rush, maar wel met doorzicht.”

Het debuut van Peeters tegen Lierse viel wel meteen in het water. Niet alleen werd een doelpunt van de rijzige Kempenaar onterecht afgekeurd, tien minuten voor tijd moest hij zelfs het terrein verlaten met een blessure aan het sleutelbeen. Peeters weet zelf niet precies hoe het gebeurd is. “Ik weet nog dat ik naar de bal ging bij een luchtduel, dat iemand mij van opzij raakte, en ik bijzonder slecht neerkwam. Meteen wist ik dat het ernstig was. Normaal voel ik door de spanning van de wedstrijd nooit pijn, nu wel. Ik had zelfs geen gevoel meer in mijn hand. De dokter voerde me naar het ziekenhuis, waar gelukkig bleek dat er niets gebroken was. Normaal sta ik vlug weer op het terrein. Dat moet ook. Ik ben naar Sint-Truiden gekomen om te voetballen, niet om op de pijnbank te liggen.”

Afstand

Rocky Peeters vertrok deze winter van Roeselare, een goed draaiende middenmotor, naar degradatiekandidaat Sint-Truiden. Op zich geen evidente keuze. “Dat klopt”, beaamt de Kempenaar. “Maar ik bekijk het op lange termijn, en ik denk dat Sint-Truiden voor mij een stap omhoog is. De omkadering is er professioneler dan in Roeselare, en in deze fase van mijn carrière is dat gewoon erg belangrijk. Bij een club die overdag traint, ga ik me sneller kunnen ontwikkelen en mijn kleine gebreken beter kunnen wegschaven. Met dit te zeggen, wil ik absoluut mijn vorige club niet te kort doen. Ik heb het anderhalf jaar lang schitterend gehad bij Roeselare, voelde me echt gewaardeerd door de supporters, het bestuur en de spelersgroep. Waarom ik dan toch vertrok ? Omwille van de afstand. Iedere dag vier uur in de wagen zitten, dat vreet aan een mens. Verhuizen was geen optie, want ik heb net gebouwd in Veerle-Laakdal en mijn vrouw heeft hier vast werk. Als je naar die dingen kijkt, en naar de stap die ik sportief en financieel zet, dan zou het gek zijn geweest om het aanbod van Sint-Truiden af te wijzen.

“Toch heb ik het echt nog even moeilijk gehad om te vertrekken bij Roeselare. Ik laat daar vrienden achter. Daarom dat het extra deugd deed toen een paar jongens me voor mijn eerste wedstrijd bemoedigende sms’jes stuurden. Klasse.” Blijft het feit dat Peeters een zorgeloze terugronde inwisselde voor grauw degradatievoetbal. “Akkoord, maar Sint-Truiden is normaal gezien een club voor de linkerkolom in de eerste klasse”, zegt Rocky Peeters. “Aan alles merk je immers dat dit een club is met een stevige traditie op het hoogste niveau in België. Ook aan mijn transfer zie je dat in feite. Niet iedere club zou de moeite doen om een speler die ze in de zomer gratis kunnen aantrekken al tijdens de winterstop te halen.”

Het is dan ook alle hands aan dek bij Sint-Truiden, dat zich aan de winterstop op de op een na laatste plaats parkeerde. Staan de Kanaries daar in mei nog, dan moeten ze in de vernieuwde eindronde hopen de degradatie te vermijden. Een scenario waar men bij Sint-Truiden voor het seizoen waarschijnlijk niet eens aan had gedacht. Peeters : “Dit seizoen richten we ons op de op twee na laatste plaats. Dan kunnen we volgend jaar weer bouwen en naar de middenmoot groeien. Vanaf nu hebben we nog maar twee doelen : zorgen dat Lierse ons niet inhaalt, en dat we La Louvière achter ons laten.” Qua spelerskern heeft Sint-Truiden meer te bieden dan die twee andere teams. “Dat zullen we op het einde van de rit zien”, haalt Rocky Peeters de schouders op. “Buiten de top vijf is in principe heel de eerste klasse aan elkaar gewaagd. Een goeie start en wat geluk tegen de grote ploegen maken alle verschil in de klassering.”

Niveau

Blijft de vaststelling dat Sint-Truiden met zijn potentieel normaal gezien geen ploeg is om te degraderen. “Tot die conclusie kom ik ook, en ik ben hier nog maar enkele weken”, zegt Peeters. “Ik noem maar enkele namen : Ilja Stolica, Dimitri de Condé en David Vanhoyweghen, Nicky Hayen, dat zijn toch spelers die al bewezen hebben dat ze een ploeg naar een hoger niveau kunnen tillen. Marco Nijs, onze Schwarzenegger, komt er nu ook weer bij. Die kan met zijn snelheid en kracht toch iets forceren. Hetzelfde geldt voor Brendon Santalab, als die van zijn blessure afgeraakt. Tel daar onze talentvolle jongeren bij, zoals Niels Prud’homme en Jurgen Rutten. Die gasten staan niet voor niets eerste in de invallerscompetitie. Van één ding ben ik alvast overtuigd : Sint-Truiden staat momenteel niet waar het zou moeten staan.”

In feite hebben de Limburgers maar een paar goede weken nodig om heel hun seizoen te redden. De ploegen staan immers dicht bij elkaar, ook in de onderste regionen van de rangschikking. De veilige middenmoot blijft binnen handbereik en de Kanaries zitten ook nog in de beker. “Voorlopig komt die trofee toch op de tweede plaats”, vindt Rocky Peeters. “De redding primeert. Ik zou Europa niet in willen via tweede klasse. Oké, ik weet ook : Sint-Truiden zit al in de kwartfinales en zo heel veel ploegen waar wij schrik van moeten hebben, zijn er niet meer bij. Het droomscenario zou zijn dat we ons redden, en daarna tegen Standard uitkomen in de finale. Dan kan het dat je Europees speelt, zelfs zonder de beker te winnen.”

Infiltratie

Twee jaar geleden stond Peeters al dicht bij een overgang naar Sint-Truiden. Hij was zelfs zo goed als rond met de Limburgers. “Maar toen werd Marc Wilmots aangesteld als trainer, en die nam zijn eigen spelers mee, waardoor mijn transfer plots niet meer nodig was. Gelukkig zijn ze mij nadien blijven volgen.” Bij Sint-Truiden wil men Peeters uitspelen als schakel tussen het middenveld en de spitsen. Hij moet er op termijn in feite de vervanger worden van Támas Hajnal, de bij de supporters erg populaire Hongaar die in de zomer de club moet verlaten. “We zijn natuurlijk heel andere types”, weet Peeters. “Hij kan spelen als een klassieke nummer tien, als de man die de laatste pass geeft. Dat is mijn spel niet. Ik moet het hebben van de infiltratie, van opduiken in het strafschopgebied en daar de verdediging het leven zuur maken. Je moet van mij niet verwachten dat ik, zoals Hajnal, een tegenstander in de korte ruimte uitschakel. Daar plaats ik mijn duelkracht, mijn schoten uit de tweede lijn en mijn overzicht bij stilstaande fasen tegenover. Technische hoogstandjes zijn ook niet meteen aan mij besteed. Al kom ik wel uit de jeugd van Lierse ; qua techniek kan ik nog wel mijn streng trekken.”

Het is een cliché, want men zegt het van bijna alle grote voetballers, maar ook Peeters komt op het terrein soms wat houterig en ook iets trager over. “Ik weet wat je bedoelt : ik vind het afschuwelijk om mezelf te zien voetballen”, meent de Kempenaar. “Als ik een Champions Leaguewedstrijd op televisie bekijk en zie hoe sierlijk die spelers over het veld dartelen, dan vind ik mezelf maar een houten klaas ( lacht). Vandaar dat ik ook liever geen beelden zie van wedstrijden waarin ikzelf meespeelde.” De keren dat Rocky Peeters de tv haalde, viel hij nochtans op in pósitieve zin, vaak met een gevaarlijke kopbal of een goed getimede stilstaande fase. Tegen Lokeren lukte de lange Olenaar zelfs een hattrick. Grote, stevige jongens die dan ook nog een neus voor doelpunten hebben, belanden meestal in de aanval. Ook Peeters, van opleiding een verdedigende middenvelder, heeft een verleden in de spits. “In de glorietijd van Jan Koller wou iedere trainer een breekijzer in de spits. Het is niet de meest dankbare positie, maar een ploeg die even minder op dreef is, kan altijd wel zo’n speler gebruiken. Het lijkt trouwens weer een trend te worden om met een stormram te spelen : kijk maar naar Salou Ibrahim bij Zulte Waregem. En ik denk dat het bij Anderlecht ook wel meegespeeld zal hebben toen ze Nicolas Frutos haalden.”

Profvoetballer

De lange vechtjas van Sint-Truiden is overigens pas vanaf begin dit seizoen voltijds prof. Vijf maanden later mag hij al naar een gevestigde eersteklasser verkassen. Rocky Peeters lijkt, net als bijna de hele spelerskern van Zulte Waregem, een levend pleidooi voor een betere scouting in de lagere reeksen. Zeven jaar geleden al debuteerde Peeters bij Verbroedering Geel in de eerste klasse. Het werd voor de toen negentienjarige Peeters geen onverdeeld succes. “Met Kerstmis haalde trainer Paul Put me bij de groep”, herinnert hij zich. “De club had het erg moeilijk, en rond februari haalde men een stoet Hongaren binnen om toch maar in eerste te blijven. Ik geraakte op het achterplan. Pas toen Geel weer in de tweede klasse zat, kreeg ik weer kansen.”

Zijn korte verblijf op het hoogste vlak zorgde er wel voor dat hij zijn laatste jaar communicatiemanagement niet afmaakte. “Overdag moest er getraind worden, waardoor ik geen stage kon doen. Erg jammer natuurlijk, want mijn profstatuut viel algauw weg. Ik ben dan maar begonnen in het magazijn van het bedrijf van de voorzitter van Verbroedering Geel. Een interessante job hoor, ik heb mij de laatste jaren opgewerkt binnen de firma. Maar toen begin dit seizoen de kans kwam om weer voltijds prof te worden, aarzelde ik toch niet. Voor een voetballer blijft dat uiteindelijk het allerhoogste.”

JEF VAN BAELEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content