‘IK VIND HET ERG DAT IK MEZELF NIET KAN ZIJN’

© BELGAIMAGE - YANNIS KOLESSIDIS

Na een jaar miserie in Italië ontvangt Paul-José Mpoku ons op de Atheense hoogten om er te praten over voetbalbusiness, Congo, Standard en zijn geloof. Een gesprek met een voetballer die nooit een schijnvoetballer wou zijn.

De taxi heeft moeite om de helling op te rijden. Wanneer de chauffeur wat extra gas geeft, geraken we toch boven, in de wijk Voula, waar Paul-José en Melissa Mpoku hun nieuwe thuis hebben. Het is een idyllisch decor, met uitzicht op Athene en de Middellandse Zee.

Polo vertelt hoe hij bij Panathinaikos terechtgekomen is: ‘Coach Andrea Stramaccioni wilde mij. Blijkbaar al van toen hij Inter trainde, volgens mijn makelaar. In januari dit jaar belde hij me op, maar ik weigerde want ik zat nog maar enkele maanden bij Chievo en was net aan mijn jukbeen geopereerd. Ik was anderhalve maand out en toen ik terugkeerde, draaide de ploeg goed en kreeg ik geen vertrouwen meer van de coach. Maar van de zomer dacht ik opnieuw een kans te krijgen, fysiek voelde ik me tiptop. De sportief directeur kwam evenwel naar mij om te zeggen dat hij met de trainer gepraat had en dat die vond dat ik niet in zijn systeem paste. Daarop besloot ik dat het beter was om te vertrekken.’

Jij rendeert het best in een ploeg die domineert, is het niet?

POLO MPOKU: ‘Ja, ik heb de bal nodig om mijn ding te kunnen doen.’

Je bent vast erg ontgoocheld over je mislukte seizoen bij Chievo?

MPOKU: ‘Natuurlijk. Vooral omdat ik er om te beginnen al niet heen wilde. Vraag het maar aan Bruno Venanzi. Maar Standard deed er alles aan opdat ik toch ging. En na de complicaties met Al-Arabi (de club uit Qatar die zich opwerpt als eigenaar van Mpoku maar nooit de transferprijs betaalde, nvdr) was het best dat ik me daarvan losmaakte. De situatie was niet duidelijk: was ik nu eigendom van Standard of van Al-Arabi?’

En, wat was het?

MPOKU: ‘Officieel ben ik nooit eigendom geweest van Al-Arabi.’

GEKISSEBIS

In januari 2015 vertrok je bij Standard. Had je sindsdien een ander parcours willen afleggen dan het geval is?

MPOKU: ‘Wat me gestoord heeft, was dat gekissebis tussen Roland Duchâtelet en de vertegenwoordiger van Al-Arabi. In december 2014 ontmoette ik al vertegenwoordigers van Inter, maar Al-Arabi weigerde en wilde me bij PSG stallen. Uiteindelijk is Al-Arabi dan met Standard overeengekomen dat ik toch tot het einde van het seizoen zou blijven. Maar dan kwam Cagliari opeens en het ging in op alle eisen die Al-Arabi stelde. Toen begreep ik dat er iets niet in de haak was.’

Bij Cagliari liep op persoonlijk vlak alles wel naar wens.

MPOKU: ‘Hoewel de club aan het einde van het seizoen degradeerde, heb ik er toch vier mooie maanden gehad. Ik kon me geregeld tonen en de voorzitter heeft uit alle macht geprobeerd om me te houden, maar ik wilde niet in de Serie B spelen. In juni 2015 sprak ik met Walter Sabatini, de sportief directeur van AS Roma. Maar Al-Arabi wilde het alweer anders doen. Al-Arabi vroeg aan Roma om de 50 procent op Radja Nainggolan te kopen die Cagliari nog bezat voor hij doorverkocht zou worden aan Manchester City of PSG. Zodra Sabatini daarvan hoorde, wilde hij niks meer te maken hebben met Al-Arabi en sprong mijn transfer af.’

En zo tekende je bij Chievo.

MPOKU: ‘Ondanks de eerste negatieve indruk heb ik ja gezegd.’

Wilde je iets beters?

MPOKU: ‘Als je bijna bij Inter en Roma zat, dan hoop je op beter, ja. Ik was eigenlijk nog liever in de Serie B gaan spelen dan bij Chievo.’

Als je naar het parcours van je vrienden kijkt, Thorgan Hazard in de Bundesliga en Michy Batshuayi in de Premier League, vind je dan dat je de verkeerde keuze gemaakt hebt?

MPOKU: ‘Bij Chievo tekenen was een vergissing, zoveel is duidelijk.’

Vind je niet dat het vooral een vergissing was om je in te laten met een vermomd investeringsfonds als Al-Arabi? Je ex-makelaar vertelde dat je alleen op het geld uit was.

MPOKU: ‘Dat zei hij allicht omdat hij van de deal was gehaald. Maar hij was de eerste om te zeggen dat het prima was om in Europa te kunnen blijven spelen en tegelijk onder contract te liggen bij Al-Arabi.’

VOLK EN ETEN

Er ging van de zomer een gerucht over een terugkeer naar Standard. Had dat gekund?

MPOKU: ‘Neen. Absoluut niet. Het was niet het juiste moment.’

De Belgische en de Griekse competitie lijken toch ongeveer van hetzelfde niveau?

MPOKU: ‘Ja, maar ik wilde niet terug naar België. Om progressie te boeken moet je uit je cocon, uit je comfortzone. En ik had zin in nieuwe ervaringen.’

Ondanks die van vorig seizoen?

MPOKU: ‘Vorig seizoen hebben ze geprobeerd om mijn voetbal te veranderen. Het ware logisch geweest hadden ze me genomen voor mijn kwaliteiten, niet om een speler van Chievo te worden. Hier bij Panathinaikos kennen ze mijn kwaliteiten. Chievo heeft mij gekocht vanwege mijn reputatie, vanwege de naam ‘Mpoku’, dat is mijn indruk. Wat me nog altijd dwarszit, is de verschillende manier waarop ze me behandelden voor en na mijn handtekening. Na mijn operatie verbleef ik een week in België. Noch de sportief directeur noch de coach informeerde eens hoe het met me ging. En ik was wat geïsoleerd in de groep. Het is de oudste kern van Europa. Sympathieke jongens, maar ze hadden al hun vaste gewoontes en dat maakte het moeilijk om erbij te komen. Zodra ik twee dagen vrij had, kwam ik naar België.’

Heb jij menselijke warmte nodig om je goed te voelen?

MPOKU: ‘Ik moet kunnen lachen om me goed te voelen. Zoals bij Standard, waar ik samen met andere spelers barbecues organiseerde, we zagen elkaar ook buiten het voetbal. Ik ben in een Afrikaanse cultuur opgegroeid, waar er altijd veel volk en veel eten is. Dat is nog zo als ik naar mijn ouders ga. Als ik in België was, dan ging ik altijd langs op Standard om er de warmte te vinden die ik miste bij Chievo. Bruno Venanzi, dat is mijn man! De dag dat ik naar de club wil terugkeren, bel ik naar hem.’

Tot wanneer gaat je goede relatie met Venanzi terug?

MPOKU: ‘We hebben elkaar ontmoet in Dubai, net voor ik naar Cagliari vertrok. Hij was toen vicevoorzitter en was in Dubai samen met Christophe Henrotay. We zijn op een avond samen gaan eten en het klikte meteen.’

Droom je nog weleens van de gemiste titel onder Luzon?

MPOKU: ‘Toen ik bij William Vainqueur logeerde na onze match in Rome, hebben we er nog over gesproken. We hadden alles om die titel te pakken: een goeie ploeg, een vriendenkliek… De titel zou een bekroning geweest zijn voor deze generatie, net zoals het dat indertijd was voor Defour, Fellaini en Witsel. Het blijft nog altijd ergens in mijn achterhoofd zitten, maar ik ben ervan overtuigd dat ik op een dag eens kampioen zal spelen met Standard.’

Ben je wat uit de belangstelling geraakt door dat jaar bij Chievo?

MPOKU: ‘Ik heb het idee drie jaar verloren te hebben. Om me goed te voelen moet ik ritme kunnen opdoen. Ik vermoed dat ik nog vier, vijf maanden nodig heb om al mijn gevoel terug te vinden. Ik ben nog niet top. Dat is niet iets fysieks, maar echt een kwestie van gevoel. Ik moet spelen, anders wordt het moeilijk. Ik heb honger naar wedstrijden, naar schijnbewegingen, doelpunten, assists, spektakel… Ik vind het erg dat ik op dit moment mezelf niet kan zijn.’

Heb je het gevoel dat je in het voetbal voldoende goed begeleid wordt?

MPOKU: ‘Het is waar dat ik maar moeilijk mensen kan vertrouwen in het voetbal. In het verleden hebben mijn makelaars me bijvoorbeeld verteld dat er geen aanbieding kwam voor mij, terwijl ik nadien te weten kwam dat de transfer gewoon niet doorgegaan was omdat mijn makelaar een commissie van twee miljoen euro vroeg.’

CHRISTENDOM

Je geloof speelt een grote rol in je leven?

MPOKU: ‘Ik heb God ontmoet toen ik in Engeland speelde en dat was een keerpunt in mijn leven. Dat wil zeggen dat ik in mijn leven veel dingen niet voor mezelf doe, maar voor God. Ik heb bovendien het gevoel dat ik zonder God zou kraken, soms niet de moed zou hebben om te gaan trainen. De Bijbel leert ons om juist te handelen. Dus doe ik wat juist is, wat ik moet doen.’

Ben je nooit jaloers op je vrienden-voetballers die uitgaan en meisjes versieren?

MPOKU: ‘Ik amuseer me ook, maar op een andere manier.’

Heb je soms de indruk dat religie de mensen angst inboezemt?

MPOKU: ‘Het probleem van de wereld is de religie. Godsdienst is iets dat gecreëerd is door de mens. Jezus was de link tussen God en de mensen. Godsdienst is gevaarlijk, maar een relatie met God is dat niet. Het wordt gevaarlijk wanneer men christendom als een godsdienst gaat bekijken. Religie veroorzaakt oorlogen, een christen zijn niet.’

Op welk moment heeft het geloof jou geholpen?

MPOKU: ‘Het helpt me al sinds mijn vijftiende. De dood van een neef vormde een keerpunt in mijn leven. Toen heb ik eens goed naar mijn eigen leven gekeken, me afgevraagd: wil je zo verder gaan, leven als een ‘voetballer’, of wil je een andere richting uit?’

SCHIJNVOETBALLERS

Op je vijftiende was je droom om veel geld te hebben en veel auto’s?

MPOKU: ‘Neen, dat was nooit mijn drijfveer. Mijn droom was altijd: voetballer worden. Degenen die uit zijn op auto’s en geld, dat zijn schijnvoetballers.’

Wat is het verschil tussen een echte voetballer en een schijnvoetballer?

MPOKU: ‘Een schijnvoetballer droomt alleen maar van het leven van een voetballer. Een echte voetballer beoefent de sport omdat hij dat van klein af graag doet.’

Hoe verklaar je dat er meer en meer schijnvoetballers zijn?

MPOKU: ‘Geen idee. maar het klopt inderdaad dat er meer en meer zijn die denken dat voetbal draait om geld en grieten…’

Denk je niet dat er ook meer en meer ouders ouders verblind zijn door de mogelijkheid dat hun kind slaagt in het voetbal en door de voordelen die dat meebrengt?

MPOKU: ‘Ja, zeker. De mentaliteit is veranderd.’

Jouw vader was niet geïnteresseerd in het geld?

MPOKU: ‘Dat is nooit zijn motivatie geweest. Luciano D’Onofrio en Pierre François boden mijn vader 10.000 euro als ik bij Standard zou tekenen en niet bij Tottenham. En 10.000 euro was erg veel geld voor ons. Maar hij heeft geweigerd. Veel ouders helpen de ontwikkeling van hun kind niet door hun geldzucht. En veel kinderen dromen van het leven van een voetballer. Maar dat is het echte leven niet.’

DOOR THOMAS BRICMONT IN ATHENE – FOTO’S BELGAIMAGE – YANNIS KOLESSIDIS

‘Er zijn er meer en meer die denken dat voetbal draait om geld en grieten.’ POLO MPOKU

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content