Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

‘Genk heeft me zwart gemaakt en dat was nergens voor nodig. Misschien heb ik te snel mijn ontslag gegeven, maar ik had liever gezien dat ze de supporters zelf lieten kiezen of ik een judas was.’ Steven Defour over zijn hete zomer.

Het leven zit vol onverwachte wendingen. Ter voorbereiding van dit interview even op het web gesurft naar de officiële website van Steven Defour (18) om op het interactieve gedeelte de temperatuur op te nemen, maar bot gevangen. De website is voor onbepaalde tijd offline, een gevolg, zo luidt de officiële mededeling, “van de gebeurtenissen en beslissingen van 15 juni 2006 in Stevens voetbalcarrière en de reacties die dit bij velen heeft uitgelokt …” Webmaster Dominique, een supporter van RC Genk, zegt het heel moeilijk te hebben met de beslissing van Steven, maar hoopt tegelijk dat tijd alle wonden heelt.

Dat hoopt de speler ook, die nu een kleine vijftig kilometer zuidelijker aan de slag is. Gekleed in rood-wit, zoals hij begin juni nog hoopte, maar niet in het rood-wit van Ajax, wel in dat van Standard. Daar werkt hij met extra trainingen zijn fysieke achterstand op de rest weg. “Fysiek is het nog een beetje moeilijk, wat vrij normaal is, denk ik. Vooral in wedstrijdjes, naar het einde toe, voel ik dat ik dat korte spurtwerk mis. Maar ik heb nog wel even, ik maak me sterk dat tegen de competitie-start alles in orde zal zijn.”

Wat heb je tijdens die lange zomer- vakantie gedaan ?

Steven Defour : “Vooral wat gelopen. Op mijn eentje, elke dag een goed halfuur doorgelopen, om fysiek niet al te veel te verliezen. Wat voetballen ook, samen met de vrienden, maar dat is niet hetzelfde als wat je in een groep doet. Mijn voordeel was misschien dat ik na de competitie nog een goeie maand bij de nationale ploeg bleef trainen. Anders had ik wellicht nog meer tijd nodig gehad om op peil te raken.”

En hoe was de rest van de dag ?

“Warm ( lacht) ! Ik ben één weekje weggeweest, naar Rhodos, om wat te rusten en alles op een rijtje te zetten. De telefoon de hele dag uit, pas ’s avonds legde ik die aan, om te zien of er wat speciaals was.”

Was je bezorgd om de ontwikkelingen op het thuisfront ?

“Helemaal niet, omdat ik zeker wist dat een aantal ploegen me absoluut wilde hebben. Na de vakantie kon ik met die ploegen rond de tafel zitten. Het enige waar ik me wel wat zorgen over maakte, was dat de Belgische competitiestart snel dichterbij kwam. Stel dat het een Belgische ploeg werd, dan moest ik snel fit zijn. Maar dat gebeurde dus allemaal net op tijd, denk ik.”

Heb je de kranten gelezen ?

“Bijna allemaal.”

En ?

“Het stoorde me vooral dat er in het begin maar één kant van het verhaal werd verteld. De kant van Genk. Er zaten waarheden in, maar niet de volledige waarheid. Dat vond ik wel jammer.”

Wat was het gelijk van Genk ?

“Hun recht om een transferprijs op mijn hoofd te zetten. Alleen vonden zij 6 miljoen euro een correcte transferprijs, ik niet voor een jongen die maar twintig wedstrijden in eerste nationale speelde.”

Was het niet een symbolische prijs : we vragen het onmogelijke omdat we rond deze jongen een ploeg willen bouwen ?

“Misschien, maar als zo’n jongen een fantastische aanbieding krijgt van Ajax en voelt en ook aangeeft dat hij vastzit in Genk … Ik weet het niet … Ze hebben nu met 5-2 verloren van Tienen met quasi de ploeg van vorig jaar, is dat geen teken aan de wand dat er wat aan de hand is ? Ik denk dat er iets niet goed zit in Genk.”

Peeters is weg, Daerden is weg, jij bent weg … Dat scheelt toch een stuk !

“Ik kan verkeerd zijn, maar zegt dat ook niet iets over de sfeer, dat er zoveel jongens weg willen ? Ik heb een jaar in de kleedkamer geleefd, zo slecht was het niet, maar er zijn wel degelijk strubbelingen.”

Welke dan ?

“Soms kom je uit bij oud versus jong. De jongeren toonden wel respect voor de ouderen, maar wilden zich tegelijk op het veld bewijzen. Soms konden de ouderen daar moeilijker mee overweg. Daar wrong soms het schoentje, overenthousiast in duel gaan, wat voor irritatie zorgde. De trainer ? Met hem heb ik nooit ruzie gehad, maar met andere spelers waren er wél strubbelingen. Maar of dat nu de oorzaak is van het matig presteren … Met 5-2 verliezen van een neotweedeklasser kan niet, zelfs niet in de voorbereiding.”

Vond jij het tegenbod van Ajax oké ?

“Ja, 3 miljoen cash plus de belofte dat ik nog een jaar in Genk mocht blijven spelen. Als dat niet het geval was en ze me voor september al namen, kwam daar nog eens 1 miljoen bovenop. Als ik aan de winterstop naar Amsterdam verhuisde, ging het om een half miljoen euro extra. Plus 20 procent op de doorverkoopsom. Ik vind dat een goed voorstel. Helaas kwamen de clubs er niet uit. Mijn zaakwaarnemer en ik hadden een goed gesprek met Harry Lemmens, maar naar verluidt hield meneer Vaessen het been stijf. Hij wilde 6 miljoen netto plus het feit dat ik mijn procent op de transferprijs moest laten vallen. Dat was onredelijk.”

Omdat het in je contract stond ?

“Voilà. Als je daartegen bent, moet je dat niet opnemen in spelerscontracten. Maar blijkbaar stoppen ze in Genk wel meer clausules in contracten waar ze achteraf spijt van hebben. Daarop is Genk wild om zich heen beginnen schoppen.”

Jij bent wel begonnen, door je contract op te zeggen.

“Op een bepaalde dag heb ik de voorzitter gezegd : ‘Blijft u bij uw beslissing ? Indien ja, dan moet ik andere dingen doen. Mijn ontslag indienen.’ Vanaf toen stond de telefoon niet meer stil.”

Hoe moeilijk is het voor een 18-jarige om dan bij je beslissing te blijven als een ervaren industrieel je wil ompraten ?

“Ik stond achter mijn beslissing. Misschien heb ik het iets te snel gedaan, maar ik vond dat ik gelijk had. En of mensen dan aan de telefoon te keer gaan of niet, maakt geen verschil uit.”

Een jongen van 18 jaar dénkt niet eens aan de wet van 1978, Defour werd gemanipuleerd, denk ik dan.

“Meneer Stefani heeft op een gegeven moment gezegd : ‘We gaan eens langs bij de advocaat en bespreken de mogelijkheden.’ Die werden me voorgelegd, maar er werd door de advocaat duidelijk gezegd : ‘Wat er ook van is, jij beslist.’ Ik heb twee dagen nagedacht en dan beslist.”

Voelde je je daar niet slecht bij ?

“Genk heeft mij niet goed behandeld, dan zeg ik sorry.”

Genk wilde zijn ploeg rond je bouwen. Dat is toch een blijk van vertrouwen ?

“Mij ging het niet om het geld. Ik kon een mooie stap voorwaarts zetten, zowel sportief als financieel, en dat kon ik niet laten liggen. Dat heb ik tegen de voorzitter ook zo gezegd : ‘Als je me niet laat vertrekken, zal ik zeer ontgoocheld zijn.'”

Maar vanuit die ontgoocheling had je wel anders kunnen reageren. Koen Daerden mocht een jaar geleden ook niet naar Feyenoord en vertrok nu wel. Als Ajax je écht wil, komt die club volgend jaar nog wel kijken.

“Ja maar … De sfeer in Genk was zo vertroebeld dat blijven …”

Genk heeft je niet goed behandeld, zeg je. Je kreeg er een nieuw contract, een opleiding, een appartement …

“Opleiding, zeg je. Tot mijn vijftiende was ik bij KV Mechelen, in een halfjaar ben ik van de min-16-jarigen naar de beloften en A-kern gegaan … Van veel opleiding kan er geen sprake zijn. Ik heb kansen gekregen van hen, maar de speler Steven Defour hebben zij niet volledig gemaakt. Mechelen was failliet en toen hebben ze snel op de bal gespeeld, zo zit het in mekaar.”

Uit welke hoek kreeg je steun ? Van Genkse spelers ?

“Ja, van de jongens met wie ik goed opschoot. Kevin Vandenbergh heeft me gefeliciteerd bij mijn transfer. Marvin Ogunjimi ook, net als Bob Peeters. Mensen die ik graag heb. Jan Moons kreeg ik ook aan de telefoon. Die zei alleen : ‘Kijk uit wat je doet.’ Maar hij was niet vijandig. Hij begreep mijn frustratie, maar zei : ‘Probeer er toch behoorlijk uit te raken.'”

Was het een slag voor jou toen Ajax zei : ‘Sorry Steven, maar dat van die wet van 1978, op die manier interesseer je ons niet. ‘

“Neen, ze waren daar heel eerlijk in. Ik moest begrijpen, zeiden ze, dat ze me onder die voorwaarden niet konden nemen. Maar, voegden ze eraan toe, ze zouden me wel blijven volgen. Ik heb geantwoord dat zoiets hun goed recht is. Misschien zitten we straks opnieuw rond de tafel.”

Hoe kwam je uiteindelijk bij Standard terecht ?

Johan Boskamp had me aan het werk gezien tegen Turkije, maar toen was Ajax nog altijd gaande en hebben zij afgewacht. Dat hebben ze nog een tijdje gedaan, tot er uiteindelijk niks meer bewoog. Toen hebben ze eerst naar mijn belangstelling geïnformeerd en vervolgens Genk gecontac-teerd of ze er op clubniveau uit konden komen. En dat is gebeurd. Ik heb het deel van het transferbedrag waarop ik recht had laten vallen, omdat ik geen gezeik meer wilde. Je wordt wel een stuk volwassener van zoiets. Ik denk dat ik nu beter gewapend ben voor een volgend conflict of probleemsituatie ( grijnst) Ik heb toch wat op mijn kop gekregen.”

Allemaal verliezers, was de teneur in de meeste commentaren. Mee eens ?

“Ik voel me alvast geen verliezer, ik zit nu bij de derde club van België.”

De tweede Steven, Standard werd vicekampioen !

“( snel) Nu de tweede, ja. Een team dat straks de voorronde van de Champions League speelt en de mogelijkheden heeft om voor de titel te gaan. Iets wat Genk niet heeft. Ik wil geen kritiek op de club geven, maar misschien waren de transfers niet altijd de juiste. Hopelijk komt het er ooit weer goed. Je merkte vorig seizoen wel dat het enthousiasme begon weg te ebben, dat de supporters zich soms tegen de ploeg begonnen te keren. Je komt er met heel het gezin naar het voetbal kijken en dat maakt van de club een familieclub, maar wat zich binnen de muren afspeelt, mag niemand weten. En dat kan gevaarlijk zijn.”

In welke zin ?

“Gewoon, dat er strubbelingen zijn, binnen de ploeg. Dat zie je op het veld, er is geen enthousiasme, geen eenheid.”

Hoe pijnlijk was het om te lezen : die snotneus wordt gemanipuleerd door zijn omgeving, in de eerste plaats zijn schoonfamilie. Zelfs zijn vader heeft er geen greep meer op.

“Als ik alles moest geloven wat ik las, is er heel veel gebeurd in de familie. Dat natrappen, gaan roepen dat Steven Defour een judas is. Komaan, dat hoefde toch niet ! Laat de supporter dat zelf uitmaken. Ik heb ook mijn diploma, ben helemaal niet met de school gestopt, zoals Genk ook suggereerde.”

Je praat nog met je vader ?

“Natuurlijk. Ik had hem net nog aan de lijn. Hij vroeg om tickets voor een oefenmatch. Ik heb nog heel veel contact met hen. Ook die invloed van mijn schoonpa … Hij was mee bij de advocaat, dat klopt. Ik had nood aan iemand die mij goed kent en die me kan bijstaan. En omdat ik haast elke dag in Genk ben, heb ik hem meegenomen. Mijn vader is een hartpatiënt, hem wilde ik dat niet aandoen. Hij was verrast dat ik Genk op die manier wilde verlaten, maar ik heb hem op het hart gedrukt dat hij zich geen zorgen moest maken. Zij hebben me zwart gemaakt en dat was pijnlijk, maar ik denk dat mijn vader zich daarvoor minder heeft afgeschermd of kon afschermen dan ik.”

Liet je op het einde de telefoon niet gewoon rinkelen toen Jos Vaessen je belde ?

“Neen, ik ben vriendelijk blijven opnemen. Tot hij één keer hard te keer is beginnen gaan. Toen heb ik mijn schoonvader mijn makelaar laten bellen met de opdracht Genk te melden dat alles via Harry Lemmens en hem moest lopen en niet langer via mij.”

Wat is er toen gezegd ?

“Dat doet er niet toe. Harde dingen.”

Is Steven Defour een koppigaard ?

“Geen keikop. Clubs hebben hier alle macht, een speler niet. En als die toch een keer wat macht naar zich toe probeert te halen, reageren clubs daar furieus op. Mensen die Steven Defour goed kennen, hebben het over een doorgaans vriendelijke jongen die soms koppig uit de hoek kan komen.”

Zijn topsporters niet allemaal ergens eigengereid en koppig ?

“De meesten hebben daar wat van. Met alleen vriendelijke soldaten kun je niet naar de oorlog. In het begin vonden ze me een toffe jongen, eentje zonder complexen, maar blijkbaar keert zich dat tegen jou. In het begin vonden ze het leuk dat ik zo snel volwassen was, maar op het einde klonk het dan weer dat ik te snel volwassen werd.”

Na jouw ontslag nam Jos Vaessen ontslag als voorzitter. Voel jij je daar verantwoordelijk voor ?

“Neen. Dat was zijn beslissing. Als zijn aftreden afhing van mijn transfer, geheel of gedeeltelijk, is het ergens toch een teken dat er iets niet goed is gegaan. Echt waar, het liefste wat ik had, was dat er een gewone transfer uit de bus kwam. Zoals uiteindelijk met Standard is gebeurd. Feyenoord én Köln wilden me nemen met de wet van ’78, maar dat had ik liever niet.”

Kom je nog buiten in Genk ?

“Ja, maar ik ga wel verhuizen, naar een rustige plek. Fysiek ben ik nooit bedreigd geweest, maar onze auto’s, zowel die van mij als die van mijn schoonvader, zijn wel toegetakeld.”

Dat is ook je imago.

“( knikt) Dat is zo. Voor een stuk in de hand gewerkt door het Genkkamp. MarcWilmots is ook op een omstreden manier naar Schalke vertrokken en hij werd later nog kapitein van de nationale ploeg. Dit is ook een mooie club, vind ik. Ik was vroeger altijd aangenaam verrast toen ik hier met Genk kwam voetballen. Schitterende sfeer. Dat de trainer hier hard op mijn komst aandrong, speelde ook een rol in mijn beslissing. Zijn spelconcept, met dwingend voetbal, spreekt me heel erg aan.”

Hoe ga je spelen ?

“Met drie middenvelders. Zeker van je plaats ben je nooit, maar normaal ben ik de meest aanvallende, is Karel Geraerts de lopende en is SiramanaDembele de controlerende. SérgioConceição mag half augustus weer spelen, hij komt dan aan de rechterkant, IgorDe Camargo staat normaal diep en MilanJovanovic dan wel MilanRapaic komen op links. Zo moet het plaatje er straks gaan uitzien.”

Augustus wordt een belangrijke maand : interland, kwalificaties Champions League en een uitwedstrijd bij Genk op speeldag drie. Vind je het dan niet vervelend dat je het grootste deel van de voorbereiding miste ?

“Neen. Ik moet/mag hier wat extra trainen, daar maak ik me geen zorgen over. Ik kan straks slecht spelen, maar als ik door acties of passes anderen beter kan laten spelen, is mijn inbreng toch geslaagd. Conceição zal straks wel weer de generaal zijn, maar ik zou hem graag willen bijstaan.”

Hoe is je Frans ?

“Goed. De familie langs vaders kant is Franstalig en op school studeerde ik moderne talen. Alleen voor Duits was ik gebuisd. Of liever, net vijftig (lacht).”

Vandaar geen belangstelling voor Keulen ! Waarom Feyenoord niet ?

“Het gesprek verliep vrij moeizaam, ze kenden me niet echt, hadden wel wat rapporten ontvangen, maar zagen me eerder als een transfer in de breedte.”

Kijk je nu uit naar die wedstrijd in Genk op speeldag drie ?

“Eigenlijk wel, ja ! Roepen zullen ze alleszins, maar daar luister ik niet naar. En, als de tegenstander op mijn enkels wil tokkelen, dat ze het maar proberen (grijnst).”

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content