‘Only a game’ is de naam van een tentoonstelling die voetbal en vijftig jaar Europese geschiedenis in één ruimte samenbalt. Uw gids in het Jubelpark : belofte-international Killian Overmeire.

In het Museum voor Kunst en Geschiedenis (Jubelpark) te Brussel loopt nog tot eind augustus een tentoonstelling over vijftig jaar Europees voetbal, naar aanleiding van het vijftigjarige bestaan van de Europese Unie en de ondertekening van het Verdrag van Rome. Een expo die interactieve filmpjes en spelletjes afwisselt met zeldzame stukken uit de belangrijkste Europese sportmusea. Sport/Voetbalmagazine nam belofte-international Killian Overmeire (21) onder de arm en ontdekte samen met hem de boeiendste plekjes van de tentoonstelling.

Onze jonge gids houdt een eerste maal halt bij een filmpje over Peter Schmeichel, de legendarische doelman van Manchester United en de Deense nationale ploeg die in 1992 en 1993 verkozen werd tot beste doelman van de wereld. Overmeire : “Van Peter Schmeichel weet ik dat hij als jonge gast in het handbal naam maakte als doelman vooraleer hij bekend werd als voetballer. Dat zag je : ondanks zijn imposante lichaam kon hij met vreemde reflexen uitpakken. Ik herinner mij dat Schmeichel in zijn tijd ook wereldfaam genoot dankzij zijn verre uitworpen. Tot aan de middenlijn, op de millimeter nauwkeurig. Iemand als Logan Bailly kan dat ook. Bailly beschikt bovendien over een fabuleuze traptechniek, je mag eender waar gaan staan, hij trapt die bal – volgens de Zuid-Amerikaanse techniek – tot in je voeten.”

Plakboeken

Wat verderop bekijkt Overmeire een filmpje dat terugblikt op het Europese Kampioenschap van 1992 in Zweden. “Ik was nog wat jong om dat EK bewust mee te maken,” vertelt hij, “maar ik heb achteraf veel documentaires bekeken en dat blijft een fantastisch EK. De Denen die in extremis van het strand geplukt werden (omdat in Joegoslavië een burgeroorlog woedde en hun nationale ploeg niet aan het toernooi mocht deelnemen, nvdr.) en dan uiteindelijk Europees kampioen werden : ongelooflijk ! Ik hield destijds plakboeken bij van EK’s en WK’s. Van die Deense ploeg onthoud ik natuurlijk Peter Schmeichel, maar ook de broertjes Michael en Brian Laudrup. Op zich hadden ze niet de beste ploeg, maar die mannen hingen enorm aan elkaar. Het was de underdog die op de sympathie van het publiek kon rekenen en die iedereen het nakijken gaf. Ik begrijp het wel, hoor. Je vertrekt naar daar met het gevoel dat alles wat je wint mooi meegenomen is. Hoe verder je doorstoot, hoe meer je puur op adrenaline en enthousiasme wedstrijden kan winnen. We hebben met de nationale beloften hetzelfde meegemaakt op het voorbije EK -21 in Nederland. Iedereen was vermoeid na een lang seizoen, maar naarmate je verder geraakt in dat toernooi, voel je die vermoeidheid niet meer. Het groepsgevoel op zo’n landentoernooi valt niet te onderschatten.”

Enfant terrible

Overmeire loopt de volgende expositieruimte in en botst op een afbeelding van Eric Cantona, het enfant terrible van het Europese voetbaltoneel. Overmeire : “Als je Cantona noemt, denkt iedereen in de eerste plaats aan die bewuste karatetrap tegen Crystal Palace, maar je mag niet vergeten dat hij ongelooflijk mooie doelpunten op zijn palmares heeft staan en dat hij enorm belangrijk was voor het grote Manchester United uit de jaren negentig. Je hoort dan dat hij een agressief manneke was en een dikkenek, maar uiteindelijk vind ik hem gewoon een fantastische voetballer. Persoonlijkheden als hij maken het voetbal. Ik heb het ten andere wel voor het Engelse voetbal. Manchester United op kop, met hun rijk gevulde geschiedenis. Al is mijn favoriete speler op dit moment Steven Gerrard van Liverpool, dat is het prototype van de moderne voetballer. Overal aanwezig, scoort makkelijk én op belangrijke momenten, zijn passing is formidabel en hij coacht zijn team.”

Een andere speler voor wie de jonge middenvelder van Lokeren mateloze bewondering koestert, is onze eigenste Enzo Scifo. Ook van hem hangt een truitje in de prestigieuze vitrine van Only a game.

“Die interesse voor Scifo werd aangewakkerd door mijn vader”, legt Overmeire uit. “Wij keken altijd samen uit naar de ploegopstelling van Anderlecht of de nationale ploeg om te zien of Scifo erbij stond. Een schitterende voetballer, vooral door zijn manier van spelen : altijd rustig aan de bal en met overzicht. En wat een uitstraling ! Hij was de patron op het veld. Ik heb Scifo nooit ontmoet, maar ik ken wel mensen die hem goed kennen, zoals Olivier Doll(ploegmaat bij Lokeren, nvdr. ) en die getuigt toch dat hij ook naast het veld een sympathieke meneer is. Dat hij ook op training voluit ging, en dat hij steeds in één of twee tijden speelde. De generatie van Paul Van Himst of Wilfried Van Moer heb ik nooit meegemaakt, maar in mijn ogen is Scifo een van de grootste Belgische voetballers ooit. Ik heb wel al beelden gezien van die vroegere generaties, maar wat blijkbaar vooral in het geheugen van de Belgische voetbalsupporters blijft hangen, is het WK in Mexico. Ik merk dat bij de generatie van mijn vader : ze praten elke keer weer over Mexico ’86. Laatst zag ik trouwens die reportage op Canvas over dat WK, ik had die sfeervolle periode graag meegemaakt.”

De allergrootste

En dan flikkeren de oogjes van Killian Overmeire weer. Hij heeft het Realshirtje zien hangen van de kalende middenvelder die volgens hem de allergrootste artiest op de Europese velden was : Zinédine Zidane. “Ik vergelijk niet graag generaties, maar als ik dan toch één speler moet noemen als de allergrootste, kies ik voor Zidane. Zijn balbehandeling was ongeëvenaard. Alles leek bij hem eenvoudig, maar elke beweging die hij uitvoerde, getuigde van pure techniek. Elke controle, elke dribbel. Je hebt tegenwoordig veel spelers die allerlei trucjes kunnen, maar Zidane kon met één simpele schijnbeweging zoveel meer. Zijn absolute gloriemoment was die volley in de finale van de Champions League tegen Leverkusen. Voor mij het mooiste doelpunt ooit. Ik volgde Zidane al van toen hij nog bij Bordeaux zat. Als jonge twintiger vond ik hem goed, maar nog niet zo super als later bij Juventus en Real Madrid. Vooral in Italië is hij veel beter geworden.”

Naast het maagdelijk witte truitje van de Koninklijke staat een voetbalschoen te blinken. Die van wat misschien wel de beste Europese verdediger aller tijden was, de Duitse veldheer Franz Beckenbauer. Overmeire : “Ik moet eerlijk bekennen dat ik van Beckenbauer niet veel afweet. Hij interesseert me niet echt. Wat me wel opvalt, is dat hij met de Copa Mundial-schoenen van Adidas speelde. Volgens mij de enige voetbalschoen die de tand des tijds doorstond. Tegenwoordig heb je allemaal van die modellen uit synthetisch materiaal, maar ik zweer bij de voetbalschoenen uit natuurlijk leer. Daarmee voel je de bal veel beter. Eigenlijk zou ik wel eens zo’n schoen vanuit de prille voetbaljaren willen aantrekken. Mijn diep respect voor de voetballers die daar vroeger mee moesten spelen.” Beckenbauer staat synoniem met Bayern Munchen, de club die hij groot maakte en tussen 1965 en 1977 eigenhandig van de tweede klasse naar het hoogste schavotje in het Europese voetbal dirigeerde. Ook België heeft nu dankzij Daniel Van Buyten voor het eerst sinds Jean-Marie Pfaff opnieuw een link met de befaamde club uit Duitsland. Een Belgische verdediger in de voetsporen van Beckenbauer ? “Ik denk dat we als Belg trots mogen zijn op het feit dat Van Buyten daar voetbalt. Hij had misschien een jaartje aanpassing nodig, maar bij Hamburg bewees Van Buyten dat hij het niveau aankan. Hij heeft in ieder geval zijn gestalte en uitstraling mee”, besluit Overmeire het hoofdstuk Duitsland.

Hoogoplopende emoties

Wat volgt, is het summum van zijn doortocht in het Jubelpark. Amper 21 jaar is dit Belgische talent, maar wel al een Cham- pions Leaguebeker boven zijn hoofd mogen steken… wie doet hem dat na ? “Daarmee heb ik hem tenminste ooit eens vast gehad”, grinnikt Overmeire wanneer het pronkstuk van de tentoonstelling speciaal voor hem even uit de vitrine wordt gehaald. “De Champions League is het hoogst haalbare in het Europese voetbal. De snelheid van uitvoering ligt nergens zo hoog. Het mooiste Champions Leaguemoment in mijn herinnering is de mirakelfinale van 1999, waarin Manchester United in de slot-seconden een 1-0-achterstand tegen Bayern Munchen ombuigt in een overwinning. Fantastische avond beleefd toen !”

Helemaal aan het eind van de tentoonstelling staat een voetbaltafel. Overmeire verbaast ons met zijn parate kennis in die materie : “Wist je dat België momenteel eerste staat op de wereldranglijst van het tafelvoetbal ?” Hijzelf kan ook aardig overweg met mannetjes op de tafel, zo blijkt. Overmeire : “Tja, wat doen voetballers in hun vrije tijd ? Kaarten, tafelvoetbal, snooker en Playstation spelen. Tijdens het EK voor beloften deden we dat vaak. Dan organiseren we toernooitjes op FIFA Soccer of Pro Evolution Football. Ik kan je verzekeren dat de emoties dan hoog oplopen en er behoorlijk wat geroepen wordt.”

Na een uurtje wandelt Overmeire met een voldaan gevoel en een hersenkoker vol anekdotes over de Europese voetbalgeschiedenis weer buiten. Hij heeft genoten. “Dat jonge mensen de perio-de van Beckenbauer of anderen niet kennen, is ergens normaal, maar daarom vind ik zulke tentoonstelling nuttig om die figuren of generaties te leren kennen.”

Wie hij ooit zou willen ontmoeten mocht hij iemand uit de Europese voetbalgeschiedenis kunnen kiezen, vragen we onze gids als slotvraag. “Zidane !” zegt hij zonder aarzelen. “En anders Johan Cruijff. Je kunt de verschillende periodes moeilijk met elkaar vergelijken, maar soms vraag ik me wel eens af hoe zo’n Cruijff het nu zou doen.” We zullen het nooit weten. Laat de geschiedenis voor wat ze is : mooi om op terug te blikken. S

Door Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content