‘Ik was mentaal niet klaar om alleen naar het buitenland te trekken’

© PHOTONEWS

Door blessures moest Jorge Manuel (42) heel vroeg zijn droom opbergen om profvoetballer te worden bij Lokeren. Het toeval wil dat zijn zoon Benson (20) op ongeveer dezelfde leeftijd op de rand van de doorbraak staat bij RC Genk. Gesprek ten huize van de Manuels, aan de vooravond van de match tegen Standard.

Halfweg het interview pinkt Jorge Hedilazio Manuel een traan weg wanneer zijn zoon een lovend discours afsteekt. Mama Gina Pieters kijkt met veel vertedering toe en houdt het maar net droog. Jorge en Gina ontmoetten elkaar begin jaren negentig in Bobby’s Club, het danscafé van Lokerenicoon Bob Hoogenboom. Bij de Oost-Vlaamse club was Jorge toen als speler actief.

Van het een kwam het ander. Mama Benson gaf haar zoon een gezonde dosis Vlaamse nuchterheid en bescheidenheid mee. Zijn sterke karakter heeft Benson van zijn vader geërfd. ‘Ik ben een taaie en laat mij niet doen’, zegt hij. ‘Mijn opvoeding zit daar voor veel tussen: ik werd al gauw richting zelfstandigheid geduwd. Op mijn vijfde moest ik al zelf mijn voetbalschoenen poetsen en mijn zak klaarmaken. Ik vond dat normaal. Op het veld hielden mijn ouders mijn handje toch ook niet vast? Als ik mijn beenbeschermers thuis had laten liggen, dan kwamen ze die niet brengen hoor. Een potje huilen haalde niets uit. Gelukkig had iemand van de ploeg altijd een tweede paar mee. Maar ik wist ook: volgende keer moet ik maken dat ik alles mee heb.’

Nooit gedacht: wat doen mijn ouders mij aan?

BENSON MANUEL: ‘Nee, ze hebben mij geleerd om snel volwassen te worden. Zo moest ik af en toe ook mijn plan trekken om op training te raken.’

JORGE MANUEL: ‘Benson was als kleuter heel autonoom. Hij wist wat hij wilde. Op een dag was hij verdwenen. Ik vond hem terug op een pleintje achter ons huis waar hij met enkele jongens aan het shotten was. Niet veel later zei hij: ‘Ik wil bij Lokeren voetballen.’ Ik heb hem dan maar ingeschreven.’

Jaren later komt het grote Anderlecht langs…

JORGE: ‘Tien jaar geleden kon je als vader niet ‘nee’ zeggen wanneer een scout van Anderlecht aan je deur stond. De eerste keer dat Anderlecht kwam aankloppen, heb ik toch geweigerd. Ik wilde Benson niet uit zijn vertrouwde omgeving weghalen en had schrik dat hij in een fabriek zou terechtkomen. De rekrutering bij Anderlecht, dat is: een tiental spelers halen en wie na een seizoen niet voldoet moet afvloeien.

‘Toen Benson een jaar of tien was, heb ik toegezegd. Mijn angst dat hij niet zou aarden bleek ongegrond. Bij de U11 en U12 elke match gespeeld, inclusief de internationale toernooien. Voor de jongens waren die het hoogtepunt van het seizoen.’

BENSON: ‘Ik mocht bij Anderlecht aan toernooien deelnemen waar ik bij Lokeren alleen van kon dromen. In België wonnen we alles op één been, het was dus de uitdaging om ook in het buitenland te schitteren.’

JORGE: ‘Geen slecht woord over Lokeren, maar voor hen was een uitnodiging voor een evenement in Genk al heel wat.’

BENSON: ‘Ik zal dat toernooi in Genk nooit vergeten. Niemand maakte zich druk om het kleine Lokeren, maar in de finale klopten we het Schalke 04 van Leroy Sané. Alle matchen met 1-0 gewonnen!’

Waarom heb je na twee seizoenen Anderlecht ingeruild voor de Jean-Marc Guillou Academie?

BENSON: ‘Ik speelde in een ploeg met Tielemans, Leya Iseka, Ngoy, die nu bij Stoke City zit. Vaak wonnen we met 5-0 of meer. Met Mohamed Ouabhi – we noemden hem coach Momo – verloren we twéé matchen in twee seizoenen en behaalden we de titel met twintig punten voorsprong. In het begin is dat leuk – ik was ’s zaterdags zo opgewonden dat ik een uur voor het afgesproken tijdstip op het busje stond te wachten dat mij kwam ophalen -, maar na een tijdje verval je in gemakzucht. Daarom wilde ik iets totaal anders proberen.’

JORGE: (pikt in) ‘En toen hoorden we dat de academie Jean-Marc Guillou iets voor Benson zou kunnen zijn. Een harde leerschool, maar we zijn blij dat we het gedaan hebben. Nergens anders had hij op vijf jaar tijd zo veel vorderingen kunnen maken.’

De spelers uit de academie zijn niet van de minste: Denayer, Bongonda, El Messaoudi, Kasmi, Bougrine… En we vergeten er wellicht nog.

BENSON: ‘Een pak talent hé! Als je dat lijstje afgaat, kan je niet zeggen dat ik destijds de verkeerde keuze heb gemaakt. De academie had nochtans niet de reputatie die ze nu heeft. Maar wij hadden vertrouwen in hun visie en we trainden tot twintig uur per week met slechts één doel: profvoetballer worden.’

Vechtersbaas

Wat weet je over de voetbalcarrière van je vader?

BENSON: ‘Ik was nog niet geboren toen hij prof was bij Lokeren, maar heb hem nog zien spelen bij kleinere ploegen. Via zijn vrienden heb ik ook verhalen over hem gehoord. Blijkbaar een opgefokt mannetje. Een beetje crazy zelfs.’

JORGE: (grijnst) ‘Ik had moeite om mijn emoties onder controle te houden. Ik haatte verliezen. Mij moest je niet overtuigen om een robbertje te vechten…

‘Ik was ook fysiek broos. Op mijn zeventiende begon ik bij de jeugd van Lokeren – onder Aimé Anthuenis stootte ik zelfs door naar de A-kern -, maar door blessures heb ik heel weinig gespeeld in eerste en tweede klasse.’

Herken je een beetje van jezelf als je Benson ziet voetballen?

JORGE: ‘Ik speelde ook links op de flank, soms werd ik in de spits gezet, maar daar stoppen de vergelijkingen. Hij scoort gemakkelijk, terwijl ik geen buteur was. Bij Benson weet je dat er iets te gebeuren staat als hij aan de bal is, ik moest het veeleer hebben van mijn kracht en snelheid. En zo kan ik nog even doorgaan. Van één ding ben ik zeker: hij zal het verder schoppen dan ik.’

BENSON: ‘Dankzij mijn vader zit ik nu bij Genk. Hij heeft even meegedraaid in het profcircuit en wist wat ik nodig had om te slagen. Weet je: ik merkte al op jonge leeftijd dat mijn vader anders was dan de andere papa’s aan de zijlijn.’

JORGE: ‘Ik ben Benson heel vroeg individuele trainingen beginnen te geven. Door of mede dankzij mijn oefeningen is hij zelfs linksvoetig geworden. Van nature was hij nochtans puur rechtsvoetig.’

BENSON: ‘Papa was bijzonder streng. Het was nooit goed, ook al vond ik dat ik goed gespeeld had. Dingen die blijven hangen als kleine jongen. Hij dreef mij tot het uiterste omdat hij het beste met mij voor had.’

Je had dus liever dat je moeder kwam kijken?

BENSON: ‘Ieder had zijn manier om mij aan te moedigen. Mijn moeder kon zich fel opwinden – vooral tegen de scheidsrechter. Wanneer papa aanwezig was, scoorde ik zelden. Echt waar. Maar zoals elk ventje bewonderde ik mijn vader – mijn allereerste idool. Als ik aan de kant van de bank speelde, dan luisterde ik soms naar de trainer, maar volgde ik vooral de richtlijnen van mijn vader op. Bij de jeugd krijg je elk seizoen een andere coach, je papa kan je niet inruilen.’

JORGE: ‘Soms ben ik te veeleisend… Scoort hij een doelpunt, dan kan ik sakkeren. Ik zeg hem dan fijntjes dat hij er twee had moeten maken. Na een slechte wedstrijd wil ik niet dat hij excuses zoekt. Sommige spelers vinden voor alles een smoes: de bal was niet rond genoeg, de zon scheen in hun ogen… Zo blijf je bezig.’

Benson, in maart 2016 scoorde je tegen Patro Maasmechelen je eerste profdoelpunt. Aan wie heb je dat opgedragen?

BENSON: ‘Die goal viel in een periode dat ik slechts invaller was bij Lierse. Ik hou er dus geen al te beste herinneringen aan over. Leuk voor de statistieken, maar ik hecht er voor de rest weinig waarde aan. Eén doelpunt springt er tot nu toe uit: mijn winning goal tegen Standard in play-off II. Toen ik scoorde, zocht ik oogcontact met mijn ouders in de tribune. Ik had mijn vader nog nooit zo zien juichen.’

JORGE: (begint te huilen) ‘Ik was er toen echt van overtuigd dat hij er zou raken. Ik heb nooit gepanikeerd. Zelfs niet na de degradatie naar tweede klasse twee seizoenen geleden en de aanstelling van een onervaren trainer (Younes Zerdouk, red). Was het niet bij Lierse gelukt, dan had Benson het elders geprobeerd.’

BENSON: ‘Ik begon wel te twijfelen. Ik zag spelers van mijn leeftijd doorbreken in eerste klasse en ik moest het doen met korte invalbeurten in tweede. Pas onder Eric Van Meir kreeg ik het volste vertrouwen bij Lierse. Er zijn wel conflicten geweest tussen Van Meir en ik, maar die hadden met sportieve zaken te maken. Hij heeft zijn visie over voetbal en ik moest daaraan wennen.’

Gemene tackles

Je had aan een goede campagne in play-off II genoeg om een toptransfer te versieren naar Genk. Besef je dat er nu veel van jou wordt verwacht?

BENSON: ‘Ik ken mijn kwaliteiten, heb vertrouwen in mezelf, maar onderschat de stap van Lierse naar Genk niet. Wat als ik de eerste weken op de bank zit? Dan is het zo. Ik zal elke training honderd procent moeten zijn om te spelen. De supporters moeten goed beseffen dat ik niet de nieuwe Leon Bailey ben. We zijn niet dezelfde voetballers. Het stoort mij dus dat ik zo word genoemd.’

JORGE: ‘Na twee maanden zullen we niet naar het bestuur of de trainer stappen met de vraag: ‘Waarom speelt Benson niet?’Tegen de winterstop kunnen al we een eerste balans opstellen en op het einde van het seizoen zullen we samen met Genk in alle objectiviteit een evaluatie maken. Van Benson verwacht ik dat hij dezelfde werklust voorlegt als bij Lierse. Hopelijk krijgt hij genoeg kansen om zich te tonen.’

BENSON: ‘Vergeet niet dat Genk nog altijd een topclub is. Hun status is niet veranderd door de tegenvallende resultaten van de laatste jaren. Vraag aan een wildvreemde om vijf Belgische topclubs op te noemen en Genk zal er altijd bij zijn.’

Daarom liet je dus aanbiedingen van buitenlandse clubs als Dijon, Metz en het Russische Krasnodar liggen?

BENSON: ‘Ik was mentaal niet klaar om afscheid te nemen van mijn ouders en alleen naar het buitenland te trekken. Ik woon nu aan de andere kant van het land, maar op anderhalf uur zijn mijn ouders in Genk.’

JORGE: ‘Benson moest nog in België blijven. Op zijn leeftijd was een verhuizing naar Engeland of Frankrijk te riskant. Ik heb veel talenten té vroeg naar het buitenland zien vertrekken. Ook zijn makelaar (Younous Oumouri, nvdr) was het met mij eens. Eerst bij Genk bevestigen en over een paar jaar kan hij het een categorie hoger proberen.’

Je deed al eens je beklag over de vele fouten die je elke match moest ondergaan in 1B. Het zal er bij Genk niet op beteren.

BENSON: ‘Ik provoceer graag. Ik kan het de verdedigers dus niet kwalijk nemen dat ze mij foutief proberen af te stoppen. Als de refs correct fluiten, dan kan ik er zelfs mee leven dat er fouten op mij worden gemaakt.’

JORGE: ‘Met zijn manier van voetballen zal Benson nog klappen krijgen. (lacht) Verdedigers worden niet graag belachelijk gemaakt. Zaak is om sneller te handelen en vooral sluwer te voetballen. Benson heeft leren incasseren, maar na de zoveelste aanslag op zijn enkels mag hij ook eens iets terugdoen. Over het algemeen zijn het geen gemene tackles, maar ik vrees de dag dat er een verdediger het veld opkomt met slechte bedoelingen.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO PHOTONEWS

‘Soms luisterde ik naar de trainer, maar ik volgde vooral de richtlijnen van mijn vader op.’ – Benson Manuel

‘Van één ding ben ik zeker: mijn zoon zal het verder schoppen dan ik.’ – Jorge Manuel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content